“Trek iets roods aan!’
Die oproep van dominee Sybrand van Dijk had ik nog even op de PKN-website gezet en heel veel mensen hadden daar gehoor aan gegeven.
Er hing een rood antependium over de avondmaalstafel (zie afbeelding links), de liturgische bloemschikking stond op een rode ondergrond en de cantorijleden hadden ook overwegend rode kleren aan.
We begonnen de viering met het zingen van lied 672 ‘Komt laat ons deze dag’, een pinksterlied geschreven door J.S. Bach. Karel had daar voor de tenor- en de altpartij een nieuwe bewerking van gemaakt, dus zijn naam stond prominent onder die van de grote meester op ons muziekpapier; zie daarvoor de afbeelding rechts.

Afgelopen week schreef ik een verhaal over de repetitieavond van onze cantorij; daarin schreef ik o.a. dat het hard werken is.
Toen wij gistermorgen voor de dienst gingen inzingen ging het niet allemaal goed. We moesten meer dan de puntjes op de i zetten: de i stond er bij wijze van spreken nog maar half.
We hadden na de cantatezondag maar drie repetities gehad en we hadden zo’n  grote hoeveelheid muziek voor de pinksterdienst gekregen, dat het niet is gelukt om het er allemaal goed in te krijgen. Daar komt bij dat we de Marcus-mis zongen tijdens deze viering. Dan heb je een gezongen kyrië, credo etc. Ik zeg het maar eerlijk: dat heeft helemaal niet mijn voorkeur. Vorige week hoorde ik ook al iemand in mijn buurt mopperen ‘ik vind het wel heel Rooms aandoen allemaal..’
Dat werd nog eens versterkt door de term ‘communie’ die in de orde van dienst stond toen we brood en wijn deelden.
Maar…. als je op een koor zit zing je soms ook een lied dat je helemaal niks vindt, dat hoort er nu eenmaal bij, ‘dus Vrieswijk’ spreek ik mezelf dan toe ‘je doet maar een beetje je best’.

Omdat we zoveel moesten zingen was er bij mij gistermorgen geen ‘Pinksterbeleving’. Waar ik anders wel eens wordt opgetild door de muziek en/of de woorden, was ik nu vooral bezig met ‘wat moeten we nu zingen, één- of meerstemmig en gaat het allemaal een beetje goed?’
Zelfs het avondmaal, wat anders altijd een rustpunt is in de viering, verliep deze keer rommelig.
Daniël Lohues zou zeggen: “Ie kunt niet altied zes gooien!’

Eigenlijk vieren wij met ons gezin altijd in het pinksterweekend de Gradagen; dit jaar zouden we met onze kinderen meedoen aan het Buitenkunst Pinksterweekend Drenthe, maar dat ging wegens omstandigheden niet door.
De Gradagen vierden we vanwege die omstandigheden al in april en toen hadden we prachtig weer.
Gistermiddag kwamen we met z’n achten bij elkaar in Almelo voor het vieren van een verjaardag en constateerden dat het qua weer achteraf maar goed was dat we nu niet met Pinksteren in Westerbork zaten: het kwam met bakken uit de lucht. Nu genoten we met elkaar van hazelino’s, een ‘lekkere plank’, van elkaars foto’s, van een grote zak patat en ……natuurlijk van elkaars gezelschap. Geen pinksterbeleving, toch een mooie pinksterdag.