We hebben heel veel aardbeien dit jaar.
Voor de slakken, die anders heel graag mee-eten van onze zomerkoninkjes is het kennelijk geen goed weer: niet te nat, niet koud en lekker veel zon.

Iedere dag halen we wel een bakje uit onze tuin.
Op brood, op een beschuit, door de yoghurt, aan een fruitstokje, op een borrelplank: meestal komen ze wel op.
Maar na het weekend stonden en nog twee bakjes in de koelkast en er zaten al weer genoeg rijpe exemplaren ‘aan de bos’.
Kwam bij dat we ook een bakje bessen hadden gekregen van Toos, dus Gerard bedacht dat hij wel jam kon gaan maken.
“Weet je wel hoe dat moet dan?”
Niet precies, maar hij had het al wel eens eerder gedaan, dus hij dacht dat het wel goed kwam. Hij zocht het wel op. “Staat vast wel ergens op internet.”

Toen ik gisteravond thuis kwam van het werk stonden er twee potjes ‘aardbeien-met-een-beetje-bessen’-jam op het aanrecht.
Bij heel veel onderwerpen zeur ik bij Gerard om een gastblog, maar ook deze keer had hij geen tijd.
Ik mocht aantekeningen maken van hoe hij het gedaan had.

– aardbeien en bessen heel goed schoonmaken.
– goed laten uitlekken en vervolgens heel fijn hakken (Gerard deed dat met de Zilliz blitzhacker) of pureren.
– aardbeienprut dat dan ontstaat opwarmen in een pan

Even tussendoor: Gerard gebruikte Geleisuiker Speciaal: dat is een type geleersuiker dat meer pectine en citroenzuur bevat dan gewone geleisuikerHierdoor heb je minder geleisuiker nodig per kilo fruit.  De normale verhouding is 1 kilo fruit tegen 1 kilo geleisuiker, met deze speciale geleisuiker is dat 1 kilo fruiten tegen 400 gram geleisuiker.

– verhoudingsgewijs (zie bovenstaande alina, dus fruit van te voren even wegen) geleisuiker toevoegen
– al roerend aan de kook brengen en 1 minuut laten pruttelen; tijdens het pruttelen gewoon door blijven roeren.
– glazen potjes (oude jampotjes o.i.d.) én de deksels uitkoken in een pan met water
– potjes tot aan de rand vullen
– rand goed schoonmaken en dan de deksel er op draaien
– potjes vervolgens op de kop wegzetten.

Mijn collega’s horen mijn verhalen over Gerard met oren op stokjes aan.
“Koesteren, zo’n man!”
Doe ik.
Ook al schrijft hij weinig gastblogs.