“Als je geen activiteit hier in je onderbuik voelt….” zei cantor Karel op de cantorijrepetitie over wat we moesten voelen tijdens de buikademhaling als je goed zingt “….dan ben je niet zwanger!” vulde alt naast mij fluisterend aan. Gedeeld stil plezier op de achterste rij. Niemand hoort dat verder, want we
mogen eigenlijk niet beppen tijdens de repetitie. Karel had ons voor het inzingen al streng toegesproken: “Zondag werken we mee aan één van de belangrijkste vieringen in het kerkelijk jaar (de gedachtenisdienst waarin de gemeenteleden worden herdacht die zijn overleden het afgelopen jaar) en we hebben een vol programma. Ik vraag vanavond van jullie opperste concentratie en geen geroezemoes tussendoor.”
Maar dat lukt natuurlijk nooit, temeer omdat Karel zelf soms hele rare dingen zegt waar je wel op móet reageren.
“Mannen: dit moet gezongen worden als boter! En dan niet van die harde, nee, boterzacht. Denk aan van die 100% pindakaas die je op je boterham smeert: zo moet je zingen.”
De mannen zingen vervolgens als 100% pindakaas en wij staan met een uitgestreken gezicht achter hen ons lachen in te houden.
De tenoren zingen niet alleen boterzacht, ze zijn ook wel een beetje hardleers.
“Tenoren. Jullie hoeven écht niet bang te zijn dat de mensen jullie niet horen, het moet zachter”. Dit thema komt iedere repetitie minstens één keer aan de orde. Ook de alten moeten regelmatig dimmen en de sopranen moeten zich vooral laten hóren: vlammen! Toe maar!
De hele repetitie was een feest gisteravond, want Rieke (vriendin van Karel en mezzo-sopraan) zong bij een lied een mooie solo, Arjan was er de hele avond bij om ons te begeleiden op de piano en Monique speelde mee op haar dwarsfluit. Karel had daardoor alle tijd en ruimte voor het dirigeren en coachen van de cantorij.
Maar door de aanwezigheid van deze musici worden er soms ondoorgrondelijke aanwijzingen gegeven. “We doen dit in As groot!” roept Karel.
Wij kijken elkaar aan op de achterste rij en denken ‘Wij ook?’
Vervolgens klinkt er een mooie uitvoering van het lied en hebben wij ‘het’ zonder het te weten tóch in As groot gedaan.
Het feest werd compleet aan het eind van de repetitie, toen we het lied ‘Zou ik niet van harte zingen’ (lied 903) gingen repeteren. Karel heeft van dit lied een geheel nieuwe bewerking gemaakt: vierstemmig met piano, dwarsfluit én orgel. Daar hebben we de laatste weken hard aan gewerkt en ook thuis geoefend. We moeten bij dit lied zelf meetellen, want er zitten instrumentale stukjes tussen en het is belangrijk dat we als koor weer op tijd ademhalen en zelfverzekerd inzetten. Voortdurend opletten dus. Het veroorzaakt bij mij kippenvel als het dan goed gaat.
“Zondagmorgen wil ik om 08.40 uur graag inzingen: zorg dan dat je er bent en niet 10 minuten te laat!”
Karel maakt geen grapje.
Hoef je geen wekker meer te zetten voor je werk, zit de cantor je op zondagmorgen op je nek!

Karel Stegeman
Wat leuk om weer vanuit jullie perspectief te lezen, Ada. Ik heb enorm genoten van de repetitie dinsdag, en ik heb zo’n vermoeden dat het heel mooi kan worden komende zondag 🙂