een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 10 van 298

1 september: Nederlands maar dan anders (47)

Dit blog begint met een opmerking van Henk over de vorige editie van NMDA: in mijn verhaal over de deftige Odilia noemde ik haar een ‘specialist op het gebied van etikette ….’ maar volgens Henk is het: ‘etiquette’ en zo is ’t!
Verder stuurde hij de afbeelding hiernaast met een tekst over  twee liter water drinken als het heet is….. dank Henk!

Tijdens een potje klaverjassen met Frea en Jon: “Ik doe mijn uiterlijke best…!”

Gast in het radioprogramma van Bert Haandrikman: “Het was Napoleon de 14e, de zonnekoning, die begon met dragen van hoge hakken”.
Wel correct Nederlands, maar hele foute geschiedenis…..

Een mooi voorbeeld van het verengelsen van onze taal: een meneer had bij ‘het Goed’ een apparaat gevonden, dat ging hij  refurbishen.

Henri Bontenbal werd geïnterviewd. Hij was het niet eens met het beleid van het huidige kabinet: “Ik vind dat ze anderen de eikels uit het vuur laten halen.”

In het lunchprogramma van Daniël Dekker worden vaak gesprekken gevoerd met artiesten die een nieuwe plaat willen promoten, een boek gaan uitgeven of aan een theatertour gaan beginnen. Die zijn dus vooral zichzelf aan het promoten. “Je moet als artiest hard werken. Iedereen kan zich dat wel beamen. Ik ben nog geen grootheid, maar daar zijn we aan het timmeren!” zei zo’n jonge gast. Blijven timmeren zou ik zeggen; en op Nederlandse les kan  ook geen kwaad.

Gelezen in de Margriet: Een kindje maakt in het vliegtuig kennis met een voor haar  nieuw beroep: een stewardess.
Even later moet ze naar de wc. “Zal ik dat aan die stoere bes vragen?”

Op mijn werk krijg ik te maken met jonge casemanagers die gebruik
maken van de mogelijkheden die AI ons biedt. Eén van hen maakt gebruik van  ‘spraakgestuurd typen’: ze spreekt woorden in op haar telefoon en Google maakt daar dan een tekst van.
Handig, ik kan niet anders zeggen: ik maak daar zelf inmiddels ook gebruik van.
Maar je moet zo’n tekst altijd nog wel even nalezen, want er ontstaan hilarische fouten.
Ik citeer: ‘De heer is een verstokt roker, hij rookt één pakje cheque in twee dagen…’
‘De heer is nog actief bij de bewonersvereniging van het appartementencomplex: hij is vieze voorzitter van de Vereniging van Eigenaren’.
‘Mevrouw komt uit een eenvoudige zin….’
‘De heer heeft vroeger gewerkt bij de Keuringsdienst van waarden’.

Bloglezer Willem stuurde mij de foto hiernaast met deze tekst: hierbij een foto die genomen is bij de gehandicaptenparkeerplaatsen van Jumbo in Zevenaar. De tekst zou kunnen kloppen, maar aan de parkeerplaats mankeert echt niets. Bij de inlichtingenbalie van de Jumbo snapten ze zelfs niet waar het om ging toen ik ze er op attendeerde dat het een voorbeeldige parkeerplaats was zonder enig mankement……

Heb je net als Willem een leuke bijdrage aan deze rubriek: mail, bel of app me. Hoor ik niet bij jouw persoonlijke netwerk? Schrijf me dan een reactie: dat kan met de knop ‘reageren’ die onder elk blog staat.

Reageren

30 augustus: Blogbouwstenen – Nuchterheid

Al vanaf het moment dat ik begon met deze website (augustus 2014) zit in mijn mapje met ideeën voor een blog een column van Bert Keizer uit de Trouw van juli 2014.
Wie is Bert Keizer? Ik moest het ook even weer opzoeken: Bert Keizer is filosoof en arts. Wekelijks schrijft hij in Trouw over zorg, filosofie en hun raakvlakken en hij heeft een column in het artsenblad ‘Medisch contact’. 

Bert Keizer. Afbeelding: Trouw

Wapen u met nuchterheid‘ staat als titel boven het verhaal en het raakte me toen, terwijl er destijds niemand in mijn naaste omgeving kanker had.
In een blauw kadertje stond de tekst: Oncologen kijken erg goed naar uw lichaam, maar nauwelijks naar uw ziel.

De column begon zo:

Hans van den Bosch, 63 jaar, oud verpleeghuisarts en getroffen door een op korte termijn dodelijke kanker schreef een openbare brief aan zijn oncoloog.
Van den Bosch schrijft niet om haar te bedanken voor de wijze waarop zij hem heeft bijgestaan in zijn benauwdste uren, nee, hij schrijft haar een verwijt.
Het gaat hier niet om een tuchtwaardig vergrijp, het zit dieper. 
Van den Bosch heeft een dodelijke vorm van kanker.
Hij verwijt haar alleen maar oog te hebben voor zijn woekerende cellen en het daarbij behorende protocol.
Zij had zich moeten afvragen of de behandeling die zij protocolair denkend aan hem voorstelde eigenlijk wel het levenseinde zou opleveren dat hij voor zichzelf onder deze omstandigheden zou wensen.

Daarna volgen er zinnen als:

Wat mij verontrust is dat een dermate zwaar bewapende patiënt er ternauwernood in slaagt om zich een oncoloog van het lijf te houden.
Wat zijn de kansen tegenover dit behandeld geweld van een volstrekte leek, die niet met kennis maar met doodsangst luistert?
Je bent dan volkomen weerloos. Het idee dat je onder deze omstandigheden moet oppassen voor je arts komt gewoon niet bij je op.

en

In een groot behandelcentrum is het heel gewoon dat je door allerlei artsen gezien wordt. Dat heeft tot gevolg dat niemand weet wat deze ziekte voor u als man, vrouw, vader of oma betekent
En als u uitbehandeld bent wordt u naar huis gestuurd. Waar ze u nooit zullen bezoeken. Ze zien een sterfbed als een slechte afloop.
Trouwens, dat moet de huisarts maar doen.

Hij besluit met:|

Wapen u zelf met nuchterheid, neem de tijd voor een besluit over een behandeling, zoek heldere informatie, vraag rond over uw ziekte, zet uw huisarts aan het Googlen  of rondbellen. In de woorden van Van Den Bosch “Zwem niet zomaar die fuik in”.

Wil je de hele column lezen? Hierbij een link naar het PDF dat ik er van maakte: Wapen u met nuchterheid

We zijn nu 11 jaar verder en hebben zelf inmiddels al van alles meegemaakt met hematologen, oncologen, cardiologen en andere specialisten.
De column maakte destijds veel indruk op me.
De ernst van het verhaal en het serieuze karakter ervan hebben me lang tegengehouden om er over te schrijven, maar nu komt het er dan toch van.
Het is tenslotte ook maar een advies.
Wapen u met nuchterheid.

Reageren

28 augustus: Ouderdomsgemopper.

Vanaf 1 januari hangt er in ons toilet een ‘Onze Taal’ scheurkalender.
Iedere dag een weetje over taal met vaste dagen voor vaste onderdelen.
Op zondag lezen we altijd iets dat valt onder het hoofdstuk ‘Mondje Middelnederlands’: een voorloper van de moderne Nederlandse taal. Het werd tussen 1200 en 1500 in ons taalgebied gesproken; het was de opvolger van het Oudnederlands.
Vandaag een mooi verhaal uit deze rubriek.

Ten 50 jaren comt die oude,

die noyt niemen hebben woude.

Nochtanne wilt al langhe leven.

Aldus Jacob van Maerlant in de dertiende eeuw.
Vertaald: ‘Met vijftig komt de ouderdom die niemand wil. Toch wil iedereen lang leven.
Was je op je vijftigste echt al oud en bijkans afgeschreven in de Middeleeuwen?

Het is een beetje een mythe dat middeleeuwers zoveel minder oud werden dan wij.
Wel was hun leven ontegenzeggelijk riskanter en stierf menigeen jong – niet zelden al bij de geboorte.
Daardoor was de gemiddelde overlijdensleeftijd een stuk lager.

Maar het tableau van levenstijdperken dat Mearlant in Der naturen bloeme ontvouwt, blijft nog altijd volop herkenbaar – inclusief zijn observatie dat de ouderdom met typerende gebreken komt. Over zeventigers bijvoorbeeld:

Voert meer (vervolgens) als die mensche lijt
van 70 jaren die tijt (richting de 70 gaat)
gaet hi suffen ende rasen (rare dingen doen en zeggen)
Hem dinct (hem dunkt, hij vindt) al die werelt dwasen.
Al dat hi siet dat dinct hem quaet;
hi lachtert alle dat wael staet (hij laakt alles wat overeind staat)
maer hi priset daer was (en prijst wat daar vroeger was)
Datter nu es dinct hem gedwas (wat er nu is, lijkt hem flauwekul)
Sine crachten die tebreken (zijn krachten nemen af)
in allen dinghen – sonder (behalve) in ’t spreken.
Dat ander liede bringhen voert (wat andere mensen inbrengen)
dinct hem wesen dulle woert – (komt hem voor als kletspraat)
ende tsine dinct him wijsheit groet. (en zijn eigen woorden opperste wijsheid.)

Dus.
Niet zo heel erg positief over de ouderdom.
Let dus een beetje op je (spreek)gedrag als je ouder wordt.
Vroeger was niet alles beter en niet al het nieuwe en moderne is stom.
In de middeleeuwen hadden ze dus ook al last van zeurende, negatieve oudjes die vooral zichzelf graag mochten horen praten die niet meer geïnteresseerd waren in hun gesprekspartner.
Een gewaarschuwd mens ……

Reageren

27 augustus: Leven zonder werk (4) – De enorme overgang.

Als je zoals ik 60-plus bent heb je als het goed is DE overgang al wel gehad.
Omdat ik dat geen aangenaam onderwerp van gesprek vind heb ik het nooit over die overgang op deze website: er zijn veel te veel andere, leukere onderwerpen te bedenken.
Maar vandaag beschrijf ik maar liefst drie grote ‘ overgangen’  in mijn leven die minstens zo enerverend waren als DE overgang.
In het vorige blog in deze serie beschreef ik het werk dat ik deed op het parket van de OvJ in Assen; dat verhaal eindigde met onze trouwdag in 1983.

Overgang 1
Het samen met Gerard een huishouden bestieren en daarnaast 40 uur werken was echt wel een grote overgang: ineens moesten we alles zelf doen wat thuis mijn moeder altijd deed.
En in het weekend gingen de leuke dingen natuurlijk ook gewoon door; dat bleef uiteindelijk niet goed gaan.
Ik kreeg een griepje dat ontaardde in een longontsteking, waar ik maar moeizaam van herstelde; ik was chronisch vermoeid.
Daarna besloten we dat ik een halve dag minder ging werken: ik stapte over naar een 36-urige werkweek en was voortaan op vrijdagmiddag vrij.
Dan deed ik gelijk uit het werk de wekelijkse boodschappen bij de MIRO in Assen en die middag besteedde ik vaak aan huishoudelijke klussen.

Overgang 2
Op een gegeven moment groeiden we uit ons jasje aan de Dr. Nassaulaan en verhuisden we met een deel van het parket naar een pand aan de Vaart ZZ tegenover de Kolk.
En toen deed de computer zijn intrede in onze kantoorwereld!
In 1985 ging ik met twee andere collega’s naar Utrecht voor een cursus Word Perfect: de computer en de tekstverwerker deden hun intrede in de ambtenarenwereld in Assen.
Bere-interessant. En ik stond er met mijn neus bovenop.
Als je die cursus had gedaan mocht je de nieuwe apparatuur bedienen: een enorme printer met een grote, glazen afdekstolp erom heen, waar je kettingformulieren in kon doen.

Overgang 3
Hoe het verder ging met de ontwikkelingen van de computers c.q. printers weet ik niet, want in 1986 raakte ik zwanger van dochter Frea en stopte ik met werken.
In ons sociale milieu was het niet gebruikelijk om te blijven werken als je kinderen kreeg.
Maar o, wat heb ik het (vooral in het begin) gemist!
Het gekeet met collega’s, het spelletje klaverjassen tussen de middag, de scherpe discussies en domme ambtenarenlol.
De typemachines, printers en formulieren.
Wat wel heel erg hielp was dat Zwanet, de collega waar ik die 7 jaar het meest mee had opgetrokken, ook zwanger was en 4 weken na mij ook stopte met werken.

Achteraf bezien was overgang 3 veel te groot en met de kennis van nu was het voor mij beter geweest als ik was blijven werken, ook al was het maar 2 of 3 dagen in de week.
Maar zo is het niet gegaan: was toen ook niet echt een optie.
‘Achternao kikst een kou in de kont’ was een gevleugelde uitdrukking in de familie Boelen
In het vervolg van deze serie zul je lezen dat ik, toen ik eenmaal volleerd moeder & huisvrouw was, helemaal geen zin had om weer te gaan werken!

Benieuwd naar de hele serie?
Hierbij een link naar deel 1: onderaan dat blog vind je een overzicht van de al gepubliceerde blogs.

Reageren

25 augustus: Tot 2028?

Op deze website deel ik openhartig de waarde van mijn dagen; meestal zijn die blogs positief, waardoor de indruk kan ontstaan dat er bij ons geen negatieve dingen zijn, maar dat is natuurlijk onterecht.
Je weet inmiddels dat ik in oktober van dit jaar afscheid neem van mijn werk.
Dat was in eerste instantie niet te bedoeling: Gerard en ik zouden doorwerken tot de pensioengerechtigde leeftijd: ik tot 2027 en Gerard tot 2028.

Maar soms gaan dingen niet zoals je had bedacht.
In maart 2024 schreef ik nog een verhaal over wat Gerard voor de kost deed (zie  blog 9 maart), maar nadat in het voorjaar van 2024 de ziekte van Kahler weer voorzichtig de kop op stak had dat zijn weerslag op Gerards mentale weerbaarheid en fysieke belastbaarheid. Toen zijn werkgever ook nog eens weinig empathie toonde voor zijn situatie meldde hij zich in juni vorig jaar ziek; daarna lukte het niet meer om goed te herstellen. 10 jaar ziekte van Kahler eisten hun tol, de rek was er kennelijk uit.

En dan kom je in zo’n molen.
Ziektewet, bedrijfsarts, gesprekken, UWV, formulieren…..ik hoef het vast niet omstandig uit te leggen.
Na een half jaar gesprekken kwam de  bedrijfsarts met een verrassende conclusie. : “U bent al zo lang ziek en u heeft die moeilijke jaren (met twee stamceltrajecten) eigenlijk altijd doorgewerkt. U heeft in die jaren veel gevraagd van uw lichaam en uw geest; nu lichaam en geest aangeven dat het werken niet meer gaat, gunnen we u eigenlijk wel een ander traject.”
Ook de hematoloog die Gerard al jaren behandelt gaf (door de bedrijfsarts daarnaar gevraagd) aan dat het wat hem betreft heel logisch zou zijn als Gerard zou stoppen met werken.
Hij voegde daar nog aan toe: “Houdt u er maar rekening mee dat u in het najaar weer een behandeltraject tegen Kahler in gaat.”
Degene die daar de meeste moeite mee had, was de patiënt zelf: “Zo wil je toch niet stoppen met werken…”
Maar uiteindelijk zag ook hij in dat stoppen wel de meest logische optie was.

En nu is het augustus.
Het UWV heeft de aanvraag goedgekeurd en Gerard hoeft niet meer aan het werk.
Inmiddels is hij gewend aan de nieuwe omstandigheden; hij doet het rustig aan, zet ’s morgens geen wekker, gaat zwemmen, maakt ommetjes,  bakt brood en is druk met zijn tuin waar hij nu alle tijd voor heeft.
Er zitten al bakjes bonen in de diepvries en we hebben al courgettesoep gehad.
Het maakt mijn laatste maanden ook rustiger.
Als ik heb gewerkt zet Gerard een heerlijke maaltijd op tafel en als ik een dag thuis ben drinken we samen koffie of thee.
Dat las je ook al tussen de regels door in de blogs van de laatste maanden: een nieuwe werkelijkheid waar wij ondertussen al aan gewend zijn.

We leven nu samen toe naar oktober 2025; we hoeven niet meer te wachten tot 2028.

Reageren

24 augustus: Inclusief?

In de Zinnig van augustus

Het thema veur de Zinnig van de maond augustus was ‘Zwart/wit’.
Eem dacht ik an een verhaol over salmiak, da’k dat vrogger as kiend zo lekker vun, maor mien inzending gung over hiel wat aans. Lees maor ies:

Inclusief?

As ik foto’s truggekiek uut mien kindertied, dan bint die bijna altied zwart-wit: kleurenfoto’s waren der al wel, moar bij oons thuus kwamen de kleuren der pas bij in de jaoren ’70.
Ok de tillevisieprogramma’s waor wij destieds naor keken kwamen tot oons in griestinten, zoas bijveurbeeld Pipo de Clown en Mamaloe.
Een serie die in mien brein grift stiet.
Netuurlijk weur het op een gegeven moment te kienderachtig, maor wat heb ik geneuten van die serie. Het grappigste vun ik de euliedomme boeven ‘Snuf en Snuitje’. Die ene stötterde een beetje en alhoewel ik dat as kiend ok deu kun ik daor bij de acteur Rudi Falkenhagen (die Snuf speulde) ontzettend um lachen. “M-m-mooie p-parels, f-f-fijne p-p-parels!”

Veurig jaor stun der in interview in de kraante met Marijke Bakker, de vrouw die van 1966 tot 1979  Mamaloe speulde in de serie Pipo de Clown.
Marijke beschreef in het interview de achterliggende gedachte bij de serie Pipo de Clown.
Volgens heur was dat:  (ik citeer): een ijzersterke serie dankzij de universele figuren die een prachtige weerspiegeling geven van de maatschappij. Pipo is onconventioneel. Hij staat voor liefde en licht en voor vrijheid en natuur.  Mamaloe is de vrouw die hem met beide benen op de grond houdt.
De circusdirecteur heet Dikke Deur: een verbastering van het woord ‘directeur’; een man met een groot ego die eigenlijk vooral onmacht uitstraalt. De indiaan Klukkluk is het kind in ons en de boeven Snuf en Snuitje zijn de rommelaars in onze maatschappij. Schrijver Meuldijk slaagde er steeds weer in om mooie, afgeronde verhaaltjes te maken met een kop, een staart en een body.’
Tot zover Marijke.

Dag vogels……. (afbeelding: Wikipedia)

As kiend he’j hielemaol gien notie van een achterliggende gedachte bij zu’n serie. En toen ik kiend was dacht der ok nog gieniene nao over een karikaturale indiaan; zu’n figuur in een jeugdserie zol nou hielemaol niet meer kunnen.
Net as Hiawatha die ok al niet meer in de Donald Duck stiet.
Stereotypering is niet meer van dizze tied. Zwart/wit denken hef plek maakt veur een meer kleurrieke benaodering van de mensen in oonze maatschappij; inclusiviteit is de boodschap.
Dat vin ik een groot goed en dat moe’we koesteren.
Wij ziet nou in Amerika wat der gebeurt a’j de inclusiviteit uut het oge verliest. En dat giet veul verder as een indiaantie uut de Rondbuken-stam dat niet meer in de Donald Duck stiet.
Pipo sprak oons an ’t einde van elke oflevering toe:
“Dag vogels, dag bloemen, dag kinderen…..welterusten!”
Wij hebt het zwart/wit tiedpark al wied achter oons laoten en wij moet oons niet in slaop sussen laoten: iederiene heurt der bij.

Reageren

23 augustus: Hoeveel-weken-nog-slinger.

Vroeger maakte ik voor onze dochters een week voor hun verjaardag samen met de jarige in spé een ‘hoeveel-nachtjes-nog-slinger’.
7 witte briefjes waar we de aftel-cijfers opzetten en die ze zelf mochten versieren; de cijfers werden mooi ingekleurd en er kwamen stickers of stempels op. Die slinger hingen we aan de servieskast en iedere morgen werd er dan één briefje afgescheurd: weer een dag dichterbij het feest!

…. hoeveel weken….

Eén keer maakten we een ‘hoeveel-weken-nog’-slinger, begin 1994. Toen onze oudste dochters 4 en 7 jaar oud waren, vertelden we hen dat er een broertje of een zusje kwam. Wat een feest! Maar het duurde wel heeeel lang voor ‘Ukkie’ kwam. Die slinger was bedoeld om inzicht te geven in hoelang het nog duurde; voor een jong kind duurt één week al een spreekwoordelijke eeuwigheid. Op de foto hiernaast knippen we nummer 35 er af.
Frea vertelt het nog wel eens: “Ik weet nog dat we dat eerste kaartje eraf knipten en dat ik me toen realiseerde dat Ukkie er nog láng niet was…..”

In het weekend van 16 augustus kreeg ik van onze dochters een zelfgemaakte ‘hoeveel-weken-nog’-slinger; nog 10 weken tot aan mijn pensioendatum.
Het was net zo’n slinger als die ik vroeger voor hun verjaardag maakte: zelf getekend en gekleurd en versierd met toepasselijke tekeningetjes: kalenders, headsets, fietsjes, laptops, telefoons: ze hadden het goed voorbereid.
Wat verrassing!

Hij hangt in de kast in de kamer: klik op de afbeelding voor een vergroting.
“De komende week kun je gelijk het eerste blaadje er af scheuren!”
Volgens mij waren ze een week te vroeg, maar nee: in week 33 is het nog maar 10 weken!
Kijk vooral even naar het laatste briefje: de dames hebben weer een leuke woordspeling bedacht met mijn naam!

Inmiddels heb ik het briefje met de 10 er al afgescheurd; het gaat voor mijn gevoel ineens heel hard nu…..

Reageren

21 augustus: Proefkonijnen.

“Waarom hangt er nou een icoon van een katholieke heilige in een protestantse kerk?”
Die vraag werd me ooit eens wat pinnig gesteld door een gast die vertelde dat hij een hekel had ‘aan dat Roomse gedoe’ en dat ‘wij dat als protestanten vér achter ons hadden gelaten’.
Mensen die regelmatig in de Catharinakerk zitten als kerkganger zullen misschien helemaal niet weten dat die icoon er hangt; je vindt de afbeelding achter de preekstoel in de stiltehoek.

Die is daar neergehangen toen onze kerk feestelijk werd heropend na de ingrijpende renovatie van 2016. In die dienst verscheen Catharina in hoogst eigen persoon, gestalte gegeven door pastor Astrid Mekes. Over die bijzondere viering schreef ik toen (in februari 2017) een blog onder de titel ‘Opening van de Catharinakerk‘.
8 jaar geleden al weer. Leuk om even terug te lezen ook: toen was de Catharina-cantorij er nog!
In die viering werd de eeuwenoude geschiedenis van de kerk benadrukt; toen het kerkgebouw is gebouwd  in 1250 werd het gewijd aan de heilige Catharina, in die tijd een alom geliefde heilige.
Ben je benieuwd naar haar verhaal en waarom zij meestal met een groot rad wordt afgebeeld? Hierbij een link naar een artikel over haar op de website van KRO/NRCV.
En nee, wij hebben als protestanten niets met heiligen, maar deze Catharina heeft haar naam gegeven aan het gebouw en hoort bij de kerk-geschiedenis.
Daarom hangt er een afbeelding van haar in de stiltehoek.
Dinsdagmiddag hoorde ik op een verrassende manier wie die icoon heeft geschilderd.

Het was het namelijk de derde dinsdag van de maand; Holy Stitch is nog niet weer begonnen, maar ik had de dames uitgenodigd voor een uitje: een bezoekje aan de kerk met een stukje uitleg van mij er bij en een terrasje in Roden. Een zevental ‘heilige steeksters’ gaf zich op.
“Jullie zijn vanmiddag mijn proefkonijnen” legde ik aan het begin uit.
“Als ik in de kerk sta als gastvrouw/gids, dan vertel ik aan de gasten iets over de kerk, maar het is bijna nooit het hele verhaal. Hoe het gesprek verloopt hangt namelijk heel erg af van de bezoekers. Nu heb ik een rondleiding voorbereid waarbij ik het hele verhaal vertel: ik laat jullie alles zien. Daarna ben ik benieuwd hoe lang het heeft geduurd en wat jullie er van vonden.”

Onderdeel van mijn verhaal was ‘de stiltehoek’ en het verhaal bij de icoon van de heilige Catharina.
Geke wist te vertellen dat de naam van de schilder nooit op zo’n schilderij staat.
“Maar weet je wel wie het gemaakt heeft dan?” vroeg Alie.
Nee, geen idee eigenlijk…
“Ik” zei Stieneke.
Niet te geloven!
Onze Stieneke!
Ze had het nageschilderd van een bestaand icoon.
Wát mooi!

Die rondleiding door het gebouw duurde trouwens 1 uur en 15 minuten.
En het werd zeer gewaardeerd: iemand bedacht dat het wel leuk zou zijn om dit een keer met de familiedag/uitje te doen.
Wat een goed idee!
Je mag mij altijd bellen.
Moet ik eerst wel met de koster overleggen natuurlijk…..

Reageren

20 augustus: Leven zonder werk (3) – Parket van de Officier van Justitie in Assen.

Op 1 november 1979 stapte ik binnen in het indrukwekkende monumentale gebouw waar het parket was gevestigd.
Het was het oude gymnasium aan de Dokter Nassaulaan nr. 5.
De eerste afdeling waar ik werkte, Kantongerechten Drenthe, zat op eerste verdieping.
Ik ging de administratie doen van kantongerecht Meppel.
Die dossiers zaten in grote grijze kartonnen omslagmappen; de mappen van kantongerecht Assen (Trientje) waren geel en de mappen van Emmen (Zwanet) waren groen.
Alles was nieuw voor mij. De grote Remington schrijfmachines, het grote klaslokaal waar 6 bureau’s in een hoefijzervorm stonden opgesteld, de grijze telefoons, de archiefkasten met hangmappen (waar die grijze mappen op nummer in werden opgeborgen), de kasten vol formulieren (o.a. dagvaardingen, accept-girokaarten voor de boetes) en al die oude mensen* …… wat moest ik wennen aan het volwassen zijn. De radio stond altijd op Hilversum 3, maar die werd nog wel eens zachter gezet door het hoofd personeelszaken: “Het is hier geen discotheek, jongelui….”
Ik woonde nog bij mijn ouders thuis, maar verkeerde overdag in de serieuze ambtenarenwereld, waarin ik me overigens prima thuis voelde.
Het werk was serieus, maar in de omgang met mijn collega’s had ik vooral veel plezier. Een paradijsvogel in dat gezelschap was de koffiejuffrouw, Mirjam. Ze kwam uit Amsterdam en tetterde ’s morgens om half 9 al de afdeling op “Goeiemorrege! Koffie?” met altijd wel een smeuïg verhaal of een rake opmerking.
Als zij met een vol dienblad de afdeling opliep was er altijd wel een lolbroek die riep: “Mirjam, klap eens in je handen!” en altijd riep ze: “Ja, dat ga ik ooit nog eens doen.”
Op haar laatste werkdag heeft ze het ook daadwerkelijk gedaan: iemand stelde DE vraag en Mirjam liet de hele brut uit haar handen vallen.
“OOOOO, wat heb ik hier naar uitgekeke!’

Toen ik begon was ik ‘Schrijver A’, na anderhalf jaar kreeg ik promotie en werd ik C2.
Ook het werk veranderde in de loop van de jaren.
Een enorme vooruitgang was de elektrische schrijfmachine. Mét correctietoets.
En verder het was ook interessant werk.
In eerste instantie bemoeide ik mij alleen maar met verkeersovertredingen en ongelukken (verkeer), maar later werkte ik op de afdeling Rechtbankzaken en daar kreeg je werkelijk van alles onder ogen. Wat mij nog helder voor de geest staat was een incest-dossier; een officier kwam daarom vragen en ik wist niet was incest was.
“Gelukkig is het land waarin een jonge vrouw niet weet wat dat is” zei de officier van justitie en mijn collega’s lachten besmuikt.
Ik schaamde me dood, maar achteraf zegt het iets over mijn beschermde jeugd en mijn sociale omgeving in het kleine, hervormde deel van het dorpje Hoogersmilde.

Daar op het parket in Assen werd ik van schoolmeisje een jonge vrouw.
Op maandagmorgen bespraken we op de afdeling de vraag ‘Hoe was je weekend? en dat veranderde natuurlijk in de loop van de jaren.
Verkering met Gerard, verhalen van de de IKJ, Hosanna en in 1983 natuurlijk onze trouwdag, waar de meeste van mijn collega’s aanwezig waren.
Daarna veranderde er veel voor mij.

Benieuwd naar de hele serie?
Hierbij een link naar deel 1: onderaan dat blog vind je een overzicht van de al gepubliceerde blogs.

*(zie Een probleem)

Reageren

18 augustus: Van toegevoegde waarde.

Als het gaat over de kerkdienst op zondagmorgen benoem ik vaak vooral de woorden.
De teksten, de essentie.
Gistermorgen waren die ook indringend, maar ik werd het meest geraakt door de muziek.
Arjan Schippers zat achter het orgel en we begonnen met het mooie en bekende lied ‘De vreugde voert ons naar dit huis’: dat was al een fijn begin.

De centrale figuur in deze viering was Jeremia. ‘Die ARME Jeremia’ zei voorganger Sybrand van Dijk over hem.
De klager. De man van wiens naam de woorden jeremiëren en jeremiade zijn afgeleid; hij had het beslist niet gemakkelijk. Hij moest de komende verwoesting van Jeruzalem en de ballingschap aankondigen, maar niemand wilde die boodschap horen.
Hij werd uitgelachen en mishandeld  door zijn volksgenoten en was ontstellend eenzaam; niemand begreep hem en niemand nam hem serieus.
Hij voelde plaatsvervangend de tel
eurstelling van God over het gedrag van het volk en de afgoderij die in Jeruzalem plaatsvond.

Tegen de stroom in.
Afbeelding: Goedbericht.nl

Jeremia zwom tegen de stroom in: de broodprofeten in zijn tijd susten het volk ‘dat het allemaal wel meeviel en dat het toch best goed ging zo’, maar Jeremia was de enige die een andere, rauwe boodschap bracht.

Na die kennismaking hoorden we de onfortuinlijke profeet letterlijk zingen: dominee Sybrand van Dijk kroop in zijn huid en zong solo lied 831:
“Gestuurd op wegen ongedacht als eenzaam vechter in de nacht, draag ik de mantel van profeet, met Gods verdriet ben ik bekleed”
en “ik riep: Gij vraagt te veel van mij, Gij zijt te groot, ga mij voorbij! Maar spreken moest ik, aangeraakt ben ik nu tot zijn stem gemaakt.
Door die ene, zingende stem had ik het gevoel dat Jeremia echt even, klagend en al, in ons midden was.
Maar er was nog meer bijzondere muziek in de viering gistermorgen.
Arjan Schippers speelde vlak voor de preek enthousiast een heel bekend lied, maar dat was beslist geen kerklied.
De mevrouw die naast mij zat werd er ongemakkelijk van. “Dit lijkt wel ‘Muziekfeest op het plein’ (van de AVRO/TROS); en dat in de kerk!”
We hoorden namelijk ‘De meeste dromen zijn bedrog’ van Marco Borsato.
“Misschien was dit wel de bedoeling van de predikant” stelde ik mijn buurvrouw gerust.
Achteraf bleek dat Sybrand tegen Arjan had gezegd dat de dienst het thema ‘de meeste dromen zijn bedrog’ had en Arjan had daar op geheel eigenwijze wijze een lied bij gezocht.
Het maakte de tongen wél los en….. hij kreeg een welgemeend applaus van de de gemeente.

Het lied dat we na de preek zongen was ook mooi van tekst en melodie: lied 691. ‘De geest van God waait als een wind op vleugels van de vrede….’ en we sloten af met ‘Door de wereld gaat een woord’. Dat zing ik eigenlijk liever op de oude melodie, zoals we die kennen uit de bundel Youth for Christ, maar ik zong toch enthousiast mee.

Muziek in de kerk.
Soms is het ergerlijk (te langzaam, veul psaalms…), soms is het te veel, soms te moeilijk, maar gistermorgen was het van toegevoegde waarde.
Voor een compleet beeld van deze kerkdienst: je kunt terugkijken-luisteren via Kerkomroep of via het YouTubekanaal van onze PKN-gemeente.

Reageren

Pagina 10 van 298

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén