een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 113 van 263

3 november: Presidentsverkiezingen in 1972.

In 1972 waren er, net als in deze week, presidentsverkiezingen in Amerika.
Ik was net 12 geworden en zat in de 6e klas van de Christelijke Nationale School in Hoogersmilde.

Wij kregen redelijk modern onderwijs; één van de dingen die ik me nog herinner was ‘Onze eigen krant’.
Een maandblad waarin maatschappelijke onderwerpen op een educatieve manier werden behandeld, met opdrachten en vragen voor in de klas.
Op de afbeelding zie je drie exemplaren van dat blad, de foto haalde ik van een website voor 2e hands-spullen voor studenten, studmarkt.be.
Meester Kooi zette de presidentsverkiezingen die week centraal in de lessen, dus wij wisten er heel veel van en waren ook reuzebenieuwd wie er zou winnen: Richard Nixon of George McGovern. Ze werden gehouden op dinsdag 7 november 1972.

De middag voor die verkiezingen kreeg ik een ongeluk op de terugweg van school naar huis: ik botste tegen een brommer op (Roelof Kwint) en klapte met mijn hoofd op het wegdek. Van het ongeluk weet ik niet veel meer, van die tijd daarna wel.
Die middag werd ik thuis gebracht en de dokter kwam; hij constateerde een hersenschudding. Ik moest in bed liggen en die nacht moest ik een paar keer wakker gemaakt worden, men was bang voor hersenbeschadiging. Ik sliep heel veel en hoorde achteraf pas hoe spannend het was geweest. Toen ik de volgende avond weer echt bij mijn positieven kwam was opa Vrieswijk er.
Die kwam anders alleen maar met kerst, pasen of verjaardagen!

Later ben ik er nog heel erg mee geplaagd, maar het eerste wat ik toen vroeg was: “Wie heeft er gewonnen in Amerika?”
Meester Kooi kwam ook op ziekenbezoek; hij kreeg de complimenten van mijn vader omdat ik zoveel wist over de presidentsverkiezingen.
Het ziekenbezoek kwam voor mij, maar de heren hadden het vooral samen heel erg druk met het bespreken van de uitslag van de verkiezing en de gevolgen daarvan.
Ik weet niet eens meer of ze het nou eens waren of niet, het ging grotendeels aan mij voorbij.

In de 10 dagen dat ik in bed moest blijven trok er een zware storm over Nederland, de ‘Novemberstorm van 1972′.
Veel schade en 9 doden te betreuren in Nederland.
Die nacht waaide er een dakpan van ons dak aan de kant van het huis waar ik sliep: ik werd er wakker van en kon daarna niet meer in slaap komen.
Ik was bang; mijn hoofd deed zeer en er was heel veel lawaai buiten. Ik haalde me van alles in mijn hoofd, kinderen van 12 zijn daar heel goed in.
Die presidentsverkiezingen en die storm zijn me altijd bijgebleven: twee spannende momenten in een kinderleven.

Toen ik weer op school kwam hadden we al lang weer een andere ‘Onze eigen krant’ en waren de presidentsverkiezingen al weer vergeten.
We denken altijd dat vroeger alles anders was, maar ook toen was er kennelijk al sprake van ‘de waan van de dag’.

Maar wie heeft er nou gewonnen in 1972?
Weet jij het?
Ik ben het nooit vergeten.

Reageren

1 november: Dankbaar en blij.

“Met grote blijdschap en dankbaarheid aan God…”
Dat was de eerste regel op het geboortekaartje van onze oudste dochter.
In de jaren ’80 nog een vrij gebruikelijke openingszin in christelijke kringen.

Vanmorgen waren we via onze tablet verbonden met de Catharinakerk;  in die viering werd een klein meisje gedoopt.
De moeder vertelde iets over de naam van haar kindje.
Ook vertelde ze over de dag van haar geboorte: zes uur nadat het meisje was geboren was haar broertje (2) in een vijver gevallen en werd opgenomen op de Intensive Care.
Het broertje dartelde in de kerk rond, dus het was gelukkig goed afgelopen, maar de ouders wilden, naast het ten doop houden van hun dochtertje, ook hun dankbaarheid uitspreken voor het wonder dat hun zoontje het ongeluk had overleefd.

De doopplechtigheid kreeg daardoor een extra dimensie; je hoefde niet lijfelijk bij de viering te zijn om die dimensie te voelen.
Na de doop sprak de dominee een zegen uit over het meisje met de woorden:

Ik wens jou twee stevige voeten om door het leven te gaan.
Ik wens jou twee stevige handen om anderen bij te staan
Ik wens jou een mond om te lachen met vrienden, om vrolijk te zijn
maar ook om mensen te troosten bij tegenspoed en bij pijn. 
Ik wens je twee heldere ogen om te zien wat kwaad is en wat  goed, 
want dan zul je altijd weten welke weg je volgen moet.
Ik wens je een liefdevol hart toe, een hart dat de mensen bemint
en bovenal heb je Gods zegen; wordt gelukkig,  lief kind.

Toen zei het jongetje op zijn vaders arm: “Ik ook!
Dat was het meest ontroerende moment van deze doopdienst.
De dominee vertelde dat deze zegen speciaal voor zijn zusje was, maar dat er straks aan het einde van de viering een zegen voor iedereen werd uitgesproken, die ook voor hem bedoeld was.

Natuurlijk: er was ook een overdenking vanmorgen en schriftlezingen en liederen.
Maar deze onvergetelijke doop stond centraal.
Soms heb je geen preek meer nodig.

Reageren

30 oktober: TBONTB 2 – Iedere dag?

Vaak krijg ik de vraag “Hoe krijg je het voor elkaar om iedere dag een blog te publiceren?”
In dit hoofdstuk dat ik had geschreven voor het boek leg ik uit hoe dat in zijn werk gaat.

Een dagelijks blog in de praktijk.
Schrijven is mijn hobby, dat is een belangrijke voorwaarde voor een dagelijks blog.
Onderwerpen zijn er genoeg; als ik denk ‘Hier kan ik wel een blog over schrijven’ noteer ik dat direct.
Op een los blaadje, in mijn agenda en soms stuur ik mezelf via mijn telefoon een notitie.
Op het werkblad van de website staat de rubriek ‘Concepten’.
Daarin staan altijd twee of drie blogs die al helemaal klaar zijn, een aantal waar ik nog mee bezig ben en een aantal met alleen maar een titel.
Daar wil ik dan nog eens een blog over schrijven als ik tijd heb.
Op mijn vrije dagen maandag en donderdag plan ik voor mezelf minstens een uur ‘blogtijd’ in: mooi muziekje aan en schrijven.
Informatie over het onderwerp opzoeken.
Foto maken of uitzoeken voor de afbeelding, links maken naar andere website’s.
Het overkomt me regelmatig dat ik dan vergeet om te lunchen.
“O, is het al half twee?”
Soms zoek ik een oude foto voor een blog over een familieverhaal en dan ben ik zomaar een uur kwijt; oude fotoboeken en ik zijn een prima combinatie, maar kost wel veel tijd.

Soms doe ik tijden over een blog. Dan wik en weeg ik: zal ik dit nou wel of niet publiceren?
Omschrijf ik dit wel goed? Is zo wel duidelijk wat ik bedoel?  Doe ik niet te moeilijk?
Is dit eigenlijk wel goed Nederlands?
Maar soms gaat het vanzelf; dat is meestal als iets me emotioneel heeft geraakt, dan schrijf ik gewoon op wat ik voel.
Een blog is de ene dag langer dan de andere. Zelf houd ik als limiet 500 woorden aan; meestal zit ik rond de 400.

Inspiratie
Als je op bovenbeschreven manier een blog bijhoudt, hoef je niet iedere dag schrijf-inspiratie te hebben.
Dat heb ik ook niet iedere dag, maar meestal wel.
Het komt voor dat ik voor mijn ogen ‘een blog zie gebeuren’.
Daarbij moet je denken aan onze belevenissen in een wachtkamer of op een ziekenhuiskamer.
Of een beschouwing op gebeurtenissen in een rij bij de kassa.
Soms zou ik een fantastisch blog kunnen schrijven over mijn familie, werk of sociale omgeving, maar dan kan het niet omdat ik dan mensen voor schut zet en dat is niet de bedoeling van mijn verhalen.
Soms denk ik dat ik ergens over kan schrijven (een boek of een voorstelling)  en dan vind ik het niks. Dan schrijf ik ook niks.
Positiviteit staat voorop op mijn website; er is al genoeg negatief gezeur in de media.
Daarom is de subtitel van mijn website ‘een alternatief voor de waan van de dag’.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van de deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’. 

Reageren

28 oktober: Mondkapjes en snoetschoeties.

In deze periode kom ik de deur niet veel meer uit: geen cantorij, geen FysiYoLates, geen clubjes en geen kerkdiensten.
Eén dag in de week ga ik nog naar mijn werk in Groningen en ik ga naar de supermarkt.
In juni schreef ik een blog over mijn eerste ervaringen met de boodschappen-scanner in de Jumbo. (zie: Modern).
We zijn bijna een half jaar verder.
Aan de scanner ben ik inmiddels helemaal gewend, aan corona nog steeds niet.
Soms ben ik al onderweg en ben ik mijn mondkapje vergeten of vergis ik me in de looprichting.
Ook anderen houden zich niet altijd al de coronaregels; voor de Jumbo werd een man streng toegesproken door de handhaver bij de deur.
“Meneer! U moet een kar meenemen!”
“Ja, die ik heb ik al, die staat binnen. Ik moest nog wat lege flessen weggooien die ik terugkreeg omdat er geen statiegeld opzit….” verontschuldigde hij zich.
Hij liep langs de verkeerde route weer naar binnen “U moet langs deze kant!”
De man straalde één en al ongemakkelijkheid uit,  hij werd publiekelijk terechtgezet; hij had er moeite mee.
Eenmaal binnen kwam ik hem weer tegen: hij liep in het ‘hagelslag-pad’ te zoeken, maar liep in de verkeerde looprichting.
Hij hief schuldbewust zijn handen ten hemel: “Sorry, ik doe het weer niet goed zie ik.”
Samen hadden we even pret.

Maar pret is er niet zo vaak als het om corona gaat.
Merel Morre had een leuke quote op Twitter: ‘Wat lukt het sommige mensen toch goed om anderen de maat te nemen. Zelfs op anderhalve meter.’
Maar er is ook veel positiefs en daar gaat het op deze website vooral over.

Het mondkapje met MOI erop dat ik van de kinderen kreeg op mijn verjaardag deed ik maandagmorgen op naar de Jumbo.
In het gangpad bleef een oudere heer staan, stak z’n vinger op, riep blij ‘Moi!” en stak vervolgens z’n duim op.

Deze week zag ik trouwens meer leuke mondkapjes voorbijkomen.
Onze dominee Walter Meijles stuurde een appje met een foto van een mondkapje dat hij had besteld bij de PKN
‘Houd moed. Heb lief.’ staat er op. (zie afbeelding links)
De leukste (vind ik dan hè) zag ik op de website van het ‘Huus van de taol’.
Daar heet het trouwens geen ‘mondkapje’, maar ‘snoetschoetie’;  een schortje voor je snuit dus.
Daar heb ik gelijk maar twee van besteld.
Die kan natuurlijk niet iedereen opzetten, Walter en ik bijvoorbeeld kunnen eigenlijk niet ruilen van snoetschoetie.
Je kunt tegen hem natuurlijk wel Drents praten; hij zal het wel aanhoren denk ik, maar begrijpen?

Reageren

27 oktober: Nederlands maar dan anders (17)

Eind augustus kwamen in een aflevering van ‘de Slimste mens’  een paar fraaie Engelse vertalingen van Louis van Gaal voorbij. Die had ik nog niet gehoord!
– Running behind the facts
– The three points are inside
– It’s the goals that counts
Onze Engelse schoonzoon Jon vindt het altijd geweldig om zulke kromme vertalingen te horen. Zelf moest hij vreselijk lachen om ‘He did n’t have it in the holes’.

Tijdens een wandeling in Baarn kwamen we langs een viswinkel.
Daar ontdekten we een mismatch op het gebied van naamgeving.
De winkel heette ‘het Vrolijke visje’; een wrange naam als je je realiseert dat elke vis in die winkel dood is.

Van het Twitter-account van mijn favoriete dichteres Merel Morre  haalde ik tijdens de zomervakantie deze opmerking:
Mensen die beweren dat er sprake is van een droogterecord hebben waarschijnlijk nog nooit mini-eierkoeken van de Spar gegeten.’
Niet een fout of een verspreking, maar geweldige humor.

We blijven even bij eten: in de discussie over hoe vroeg Sinterklaas & Kerst dit jaar in het winkelaanbod verschenen dacht iemand bij pepernoten kennelijk aan kogels: “Ik zag de kruitnoten en chocoladeletters al in augustus!”

In de discussie over de maatregelen die begin oktober werden aangescherpt in het corona-beleid las ik in een reactie op Nu.nl: Rutte heeft gewoon gekozen voor de vergulde middenweg.

Carlijn stuurde mij deze afbeelding, daarbij schreef ze het volgende.
“Ik zie wel eens vaker DT-foutjes, maar deze….”

Boekenvriendin stuurde mij deze: ‘Hoor ik net een arts op TV zeggen: amputatie van een onderbeen of amputatie van een bovenbeen.’

Half september mocht er nog publiek bij voetbalwedstrijden aanwezig zijn, maar dat hield zich niet aan de anderhalve-meter-maatregel. Een verslaggever zag dat het gierend uit de klauwen liep, maar hij verwoordde het wat krom: “Je ziet gewoon dat het vreselijk uit de klauwen giert’.
Deze week was in het nieuws dat de gemiddelde melkproductie per koe met ruim 400 kg  is gestegen.
Een deskundige: “Waarschijnlijk speelt de fosfaatregelgeving ook een groot onderdeel hierin.”

Ergens in het land had een spreker gezegd “Je moet je niet doodstaren op een blinde mus.”
Toen later iemand hem vroeg wat hij met dit bijzondere, onbekende spreekwoord bedoelde, bleek dat hij zelf dacht dat dit spreekwoord dezelfde strekking had als “Je moet niet aan een dood paard blijven trekken’. Als je blinde paarden en dode mussen door elkaar gaat halen is er voor niemand meer een touw aan vast te breien…..of was het nou haken?

Is je ook een leuke taal-blooper opgevallen? Laat het me weten.
Klik hier  voor het blog Nederlands maar dan anders deel 16, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.
Vergeet ook niet te kijken op het instagram-account Treintaal.
In een treingesprek deed iemand kennelijk iets heel bijzonders: “Je haalt me de tanden uit de mond.”

Reageren

26 oktober: Foto’s en melancholie.

Vrijdag 23 oktober was de verjaardag van mijn moeder.; ze zou anders 89 geworden zijn. (zie 23 oktober 2017)
Niet dat ik daar heel lang bij stil stond, maar ik begon die middag wel aan een klus die al een tijdje op mijn ’things to do’-lijstje stond: het hele fotoarchief van mijn ouders uitzoeken, rubriceren en archiveren.
Foto-archief klinkt opgeruimd, maar dat is het niet.
Het bestaat uit een hele grote krat met allemaal soorten en maten fotoalbums, waar wel iets van een chronologische volgorde in zit, maar eigenlijk ook niet.
Een mooie klus om op zo’n bijzondere datum mee te beginnen.

1956 Dikke verkering

Na twee dagen had ik alles in handen gehad en bekeken.
Het is de bedoeling dat ik van alles wat er is twee mooie albums ga aanleggen voor in het familiearchief.
De rest gaat weg.
De albums vallen allemaal bijna uit elkaar, de fotohoekjes zijn verstaft en schilferig en er staan heel wat plaatjes in die mij al niets meer zeggen, dus voor mijn kinderen hoef ik het niet te bewaren.
In twee dagen was het hele leven van mijn ouders weer even voorbijgekomen; er bleef een wolk van herinneringen in mijn hoofd hangen.
Foto’s roepen bij mijn altijd melancholieke gevoelens op, maar eigenlijk is melancholie niet het goede woord.
Als je dat woord opzoekt blijkt dat het betekent:  een gemoedstoestand die zich kenmerkt door een verdrietige kijk op het verleden of een onvervuld verlangen.

Geen sprake van.
Niet verdrietig en geen onvervuld verlangen.
Dankbaarheid overheerst bij het overzien van het leven van mijn ouders.
Goede herinneringen en naast de dieptepunten (die er natuurlijk ook waren) veel hoogtepunten en momenten van diep geluk.
Gelukkig hebben we de foto’s nog.

Reageren

25 oktober: Zestig.

Zestig jaar geleden werd ik geboren.
Mijn twaalfde lustrum dus.
In onze sociale netwerken worden dit soort mijlpalen uitbundig gevierd, dus wij hadden ook al plannen voor een groot feest met gezin, familie en vrienden.
Hadden, want corona doorkruiste onze plannen.
Het grote feest hadden we begin september al uit ons hoofd gezet en alle sub-feestjes in zaaltjes met aparte groepen familie en vrienden sneuvelden één voor één in de weken hiervoor.
We hebben alles afgeblazen met de belofte: ‘Volgend jaar wordt Gerard zestig en dan geven we in juni een spetterend feest ter gelegenheid van beide verjaardagen. Samen 120, zoiets’.
Maar zelfs met ons gezin uit eten kon niet en we konden onze dochters met hun mannen ook niet thuis ontvangen, want je mag maar 3 personen over de vloer hebben.
Dat vonden we wel heel zuur……

Gerard kwam na de afkondiging van de gedeeltelijke lockdown op een briljant idee.
“Wij huren 4 hotelkamers bij Langewold hier in Roden* . Daar mogen we met toepassing van alle maatregelen wel samen eten in dat restaurant en dan gaan we ’s avonds een potje kegelen.”
Maar o, wat was het nog spannend afgelopen week.
Krijgt niemand corona? Hoeft niemand in quarantaine? Hoeft niemand een test?
Het mocht allemaal doorgaan.

Toen de kinderen aankwamen in het hotel, bleek dat ze allemaal speciale mondkapjes ophadden: zelf versierd met teksten en tekeningen.
Die van Gerard was door Frea gemaakt: “Gefeliciteerd Olle Dakdoeve” (zie Instagram) stond er op met een tekening van een mooie grijze duif.
Verder kreeg ik een rozet met mijn nieuwe leeftijd en een mondkapje met MOI er op.
In het restaurant van Langewold had men een hoek voor ons gereserveerd en mooi versierd met slingers en ballonnen.
Daar konden we met z’n achten genieten van een ‘anderhalve-meter-diner’ en hieven we het glas op mijn 60e verjaardag.
Daarna gingen we een ouderwets potje kegelen; het was spannend, het was leuk en heel gezellig.
Vanmorgen sloten we de feestelijkheden af met een ontbijtbuffet en na een laatste kop koffie zwaaiden we iedereen uit.

Dit weekend werden en bloemen bezorgd, kaarten, een boekenbon en zelfs een flesje port!
Daardoor voelde ik me erg verwend en absoluut niet vergeten.
Verder kreeg ik veel lieve appjes en mails en ik besloot die ook tastbaar te maken door alle namen uit te schrijven op ons ‘whiteboard’.

Zestig worden in coronatijd.
Dan heb je al 59 verjaardagen kunnen vieren zoals je dat zelf graag zou willen, behalve die in 2014  toen ik op mijn verjaardag werd getroffen door een hartinfarct en opgenomen moest worden in het Martiniziekenhuis.
Op het blog van 25 oktober 2015 schreef ik: Vorig jaar grapte de cardioloog na het plaatsen van de stents dat hij mij een heel duur kado had gegeven op mijn verjaardag: drie interne juwelen!
Qua prijs waren de cadeaus dit jaar een stuk bescheidener,  maar het mooiste kado was dat ik mijn verjaardag gewoon kon vieren!

En ook al was het niet zo uitbundig als vooraf bedacht: ook dit jaar was het feit dat ik mijn verjaardag (met de kinderen in ieder geval) kon vieren mijn mooiste cadeau.

* Toen we afrekenden bij het hotel hoefden we geen toeristenbelasting te betalen; we wonen immers in Roden.

Reageren

23 oktober: Te boek….of niet te boek 1 – Wat kleurt mijn dag?

Zoals al eerder aangekondigd: wat ik zou publiceren in het boek dat niet zal verschijnen komt in blogs aan de orde in de nieuwe blogserie ‘Te boek….. of niet te boek’. Nu nog voluit geschreven, maar in de volgende delen afgekort als TBONTB.
Vandaag een blog over het eerste hoofdstuk: ‘Wat kleurt mijn dag?”
Als je in het menu klikt op ‘Home’, dan kun je in het sub-menu naar ‘Wat kleurt mijn dag’.
Op die introductiepagina schrijf ik over de inhoud van mijn dagen; daarbij link ik ook naar vier blogs die een mooi voorbeeld zijn van hoe mijn dag soms wordt bepaald door kleine voorvallen.
Voor dit thema schreef ik ook nieuw blog onder de titel ‘Dagjesmensen’

2020: Dagjesmensen. Wij?

In de zomer van 2020 werden we met z’n allen in de greep gehouden van corona.  Anderhalve meter afstand,  geen handen schudden,  regelmatig handen wassen en/of ontsmetten en hoesten en niezen in je elleboog. Wij gingen niet op vakantie naar Zweden; in plaats daarvan deden we in september een huizenruil met een vriendin in Baarn. Dat betekende een zomer lang doorwerken, maar wij deden iedere week wel één dag iets vakantie-achtigs.  Dagje dierentuin in Emmen met dochters en schoonzonen, een dagje fietsen met een lunch en een terrasje of een dagje uit met neef Cor.

Donderdagavond 13 augustus kwam Gerard ’s avonds thuis om 17.15 uur.
“Zo, mijn weekend is al begonnen, ik heb morgen een vrije dag!”
Het zou mooi weer worden vrijdag en ik had net die week ontdekt dat ik meer vrije dagen tot mijn beschikking had dan ik dacht dus ik zei: “Zal ik morgen ook vrij nemen?”
Vrijdag 14 augustus nam ik dus een snipperdag; die morgen bracht ik door achter mijn computerscherm, bloggen en werken aan het boek en ’s middags was het warm en gingen we fietsen in de buurt van Eernewoude. (Op de afbeelding het pontje bij De Veenhoop). Toen we door een druk en zeer toeristisch deel van Eernewoude fietsten zei Gerard: “Druk man hier. Campinggasten, booteigenaren, huurders van vakantiehuisje en natuurlijk veel dagjesmensen. Dat zijn wij ook.” (Lees meer over deze dag in ‘Omdenken in Friesland‘.)

O? Zijn wij dagjesmensen?  Een oubollige naam vind ik dat.
Wat zijn eigenlijk dagjesmensen? Ik zocht het op.
Mensen die een toeristisch reisje maken zonder overnachting.

Ja,  dat klopt wel. Was ik dus een dagjesmens.
De dagjesmensen sloten hun dagje af in Roden.
We streken neer op het terras van Bella Sardegna waar we genoten van een wit biertje,  knisperkoude zoete witte wijn en een pizza.
Een onverwachte vrije dag die van ons dagjesmensen maakte; we overnachtten immers weer gewoon in ons eigen bed.
Onder ‘Home’ in het menu vind je naast ‘Wie ben ik’ het submenu: ‘Wat kleurt mijn dagen?’
Onder andere dit dus: onverwacht een vrije ochtend om te schrijven en ’s middags zomaar een dagjesmens worden.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van de deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’. 

Reageren

19 oktober: Een nieuwe look!

Het was al een paar keer aangekondigd: vandaag verschijnt ‘de Waarde van de Dag’ in een nieuw jasje; op de header prijkt een foto van de zonnewijzer in onze tuin.

Het lijkt een heel andere website, maar eigenlijk is er qua tekst nog niet eens zo veel veranderd. Wat echt anders is, is dat iedere categorie en iedere rubriek nu een eigen afbeelding heeft. Als je klikt op één van de menuknoppen boven in beeld, zie je dat de afbeelding in de header verandert. Daar vind je allemaal foto’s die ik zelf heb gemaakt bij de betreffende onderwerpen.

Na 6 jaar is de website uitgegroeid tot een soort ‘on-line-tijdschrift’:  iedere dag verschijnt een nieuw artikel/blog over uiteenlopende onderwerpen, er zijn gastschrijvers die af en toe een duit in het zakje doen en ik schrijf reeksen blogs in een bepaalde serie, denk hierbij bijvoorbeeld aan ‘Nederlands, maar dan anders’ of over onze reis naar Marokko in februari 2020.

Bij een nieuwe ‘look’ hoort ook een andere nieuwigheid: een Instagram-account.
Als je op het icoontje klikt onder het zoekformulier aan de rechterzijkant bovenin, dan kom je op het account ‘Waarde van de dag’; het is een open account, je hoeft niet in te loggen. Daar worden af en toe foto’s op geplaatst die niet op de site komen. Misschien ook wel video’s, maar ik weet nog niet hoe dat moet. Wordt vervolgd.
Als je op een foto klikt, komt de tekst ernaast, dan zie je bij welk blog de foto hoort.
Het is een experiment, net als mijn LinkedIn-account dat ik in januari 2019 in het leven heb geroepen. Dat was leuk, maar daar doe ik verder niks mee; eigenlijk hoop ik dat ik aan dit Instagram-experiment meer plezier beleef.

Zoek je iets specifieks? Met de zoekfunctie kom je een heel eind. Wil je bijvoorbeeld weten of ik wel eens iets heb geschreven over een ovenschotel met vis en broccoli? Die woorden  typ je dan in het zoekformulier en komen er 5 blogs in beeld waar die zoekterm in voorkomt. Er zijn dus zelfs meerdere variaties met de combi vis en broccoli. Hoe specifieker de zoekterm, hoe dichter je in de buurt komt van wat je zoekt.

Het doel van deze website is in de afgelopen zes jaren niet veranderd. Alles wat voor mij van waarde is deel ik graag met jou als lezer, zodat meer mensen er plezier aan beleven.
Lees voor de aardigheid nog eens het blog ‘Sharing the joy’  dat ik schreef in 2016 toen de website twee jaar bestond; zo is het nog steeds.
Net als in een papieren tijdschrift spreken niet alle artikelen je aan, je pikt er uit wat jou interesseert. “Die ‘fröbel-blogs’ lees ik allemaal niet hoor” zei laatst iemand, die graag iets leest over geschiedenis.
Snap ik.
Hoeft ja ook niet.

Vijf jaar heb ik de vorige lay-out gehad, maar die is nu weg.
Uit nostalgische overwegingen heb een screenshot bewaard.
Nog even kijken hoe het er uitzag?
Hierbij een link naar een PDF Printscreen oude lay-out

Reageren

18 oktober: We rommelen maar wat aan. Net als de koning.

Vanmorgen keken Gerard en ik thuis samen naar de viering vanuit de Catharinakerk.
Voelt als ’terug bij af’.
Er wordt een heleboel gezegd en geschreven over Corona, maar ik laat het even voor wat het is: stom.
In de kerkdienst ging het er ook even over; kan natuurlijk ook niet anders als je een beetje actueel wilt zijn.
Voorganger Sijbrand van Dijk stelde vast dat er de laatste tijd met betrekking tot het coronavirus steeds maar beschuldigend naar andere groepen wordt gewezen. De jongeren hebben het allemaal veroorzaakt. De ouderen ‘doen ook maar wat’. De regering treft geen goede maatregelen. “Maar eigenlijk doet niemand het goed. We rommelen allemaal maar wat aan, net als de koning”.

Centraal in de viering stond het verhaal waarin de Farizeeërs aan Jezus vragen of je ook belasting moet betalen. Jezus vraagt dan wiens beeltenis op een munt staat. “Dat van de keizer” is het antwoord. “Geef dan aan de keizer wat van de keizer is en geef aan God wat van God is” zegt Jezus dan. Politiek een zeer correct antwoord. Want als hij had gezegd dat men geen belasting hoefde te betalen joeg hij de Romeinen tegen zich in het harnas en als hij had gezegd dat ze wel belasting moesten betalen had hij de Joden op de kast gejaagd.

‘Wiens beeltenis’ was het dragende thema vanmorgen.
Wat mij bijbleef uit deze kerkdienst is de uitleg van de zin ‘Geef aan God wat van God is.’
Wat is dan ‘van God’? In eerdere preken had ik vaak gehoord dat het daarbij ging om de godsdienst, de kerkgang, het geloofsleven of hoe je het ook maar wilt noemen.
Vanmorgen hoorden we een andere zienswijze
De mens is geschapen naar het beeltenis van God; in ieder ander mens zie je God weerspiegeld. Wees barmhartig voor die medemens en stel je dienend op.
‘Geef God wat van God is’ krijgt zo een andere lading.
Wees mild in je oordeel en toon begrip.

Zelf denk ik daar dan bij: Toeter niet steeds zo knetterhard je mening over alles en iedereen naar buiten en kijk eens wat meer naar wat je zelf doet en zou kunnen doen.
Zelfs de koning maakt af en toe een verkeerde inschatting; reken iemand niet zonder ‘wederhoor’ snoeihard af maar probeer een beetje genuanceerd te reageren.

En daarnaast ook gewoon belasting betalen.

Reageren

Pagina 113 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén