een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 149 van 263

7 juni: Grensmarkt in Dinxperlo.

…. slagboom altied umhoog….

Op Hemelvaortsdag was d’r  een grensmarkt in Dinxperlo. Dat lig vlak bij Aalten dus daor gungen wij hen met mekaar. Dinxperlo vormt samen met Süderwick een tweelingdörp op de Nederlands-Duutse grens (meer info? zie >>>). Vroeger was daor een douanepost; de slagboom en de borden staot d’r nog. (Op de foto de twee plaotsnaomborden, grensborden en de slagboom die altied umhoog stiet).
Inmiddels loopt Nederlanders en Duutsers vrolijk deur mekaar hen, maor dat was vrogger wel aans. In het Grenslandmuseum ku’j trechte veur alle verhaolen over smokkelen en smokkelroutes. Daor was ik aans netuurlijk wel eem binnen gaon kieken, maor net as op Lanzarote waren d’r niet meer belangstellenden in de groep. Bij de karke stunnen twee hiele olle stienen grenspaolen die bewaard bint bleven, daor he’k nog wel een foto van maakt.

Het was met recht een grensmarkt: de bezuukers weuden tweetalig benaderd.
Cafetaria/Imbiss.
Sokken/Strumpfen.
Kopje koffie/Tasse Kaffee.
Wij boemelden gezellig over de markt; het was net de Rodermarkt maor dan zunder peerdestront.
Wij zöchten een terrassie in de luwte van de markt en geneuten van de verschillende vormen van Nederlands en Duuts die wij um oons hen heurden. En wij preuten ok met mekaar vanzölfs.

In oonze vriendengroep praot wij altied Drents met mekaar.
Sinet, Drentse met  Rotterdamse roots, prat het niet maor verstiet het wel.
Zo nou en dan gooit ze d’r wat dialect tussendeur.
“Kaort of gien kaort: wij gaot d’r hen!”
‘Mmmmhaaaammmmhaaaa…HIETE”
“Dan gaot wij stiengrillen op ’t hunebed”.

Soms wordt het een mengelmoesie, net as in Dinxperloo.
De heren drunken ’s aomnds een glassie Berenburg.
In zu’n blokhut staot vaak maor twee borrelglassies, dus d’r weur nog wat uut de aandere blokhut haalt.
Maor dat was een hiel ander glassie: slank, op een pootie en wat wieder an de bovenkaante, terwijl die aandere glassies een dikke bodem hadden en helemaol recht waren.
“Giet daor niet veul minder in?” vreugen de mannen zich of.
(Daor haar iene in’t verleden namelijk niet zukke goeie ervarings met, maor daor zal ik verder niet over uutweiden.)
Dat mus netuurlijk uutprebeerd worden.
D’r gung net zoveul in, maor de hand waormet het overschunken weur was kennelijk niet zo vaste, want d’r gobbelde wat over de rand.
“Eee jong, wat zit ie ja te motten!” reup iene, waorop Sinet zee: “Heb je weer gemot?”
Dat klinkt dan biezunder komisch, umdat het een samenvoeging is van ‘He’j weer mot?’ en ‘Heb je weer gemorst?’
De tweetaligheid in oonze vriendengroep is vermakelijk en zo nou en dan lacht wij d’r smakelijk um. A’j mekaar maor verstaot; taol is communicatie.
En communiceren hebt wij in het hemelvaortsweekend genog daon.

Reageren

5 juni: Boskamp. Met veel minder ‘bos’….

Gisteren werd door het KNMI code Oranje afgegeven.
Het noorden van het land was laat aan de beurt; toen wij naar bed gingen was het al 23.30 uur. Het flitste in de verte en we hoorden de donderklappen onze kant op komen.
We deden uit voorzorg alle ramen dicht en gingen slapen.
Dachten we. Ineens begon het heel hard te regenen en er was heel veel lawaai.
“Dat giet wel hiel hard!” zeiden we tegen elkaar, wachtten nog even af of er niets ernstigs gebeurde, maar toen het onweer wegdreef vielen we al snel in slaap.

Vanmorgen om 06.00 uur ging mijn wekker en het eerste wat ik hoorde was een kettingzaag. “Wie is er nou ’s morgens zo vroeg al aan het zagen?” vroeg ik me wat mopperig af, maar dacht er verder ook niet over na.
Eenmaal beneden zag ik dat onze tuin en de straat voor ons huis bezaaid lag met takken.
De zaaggeluiden kwamen van voor in onze straat: de oude dikke boom op de hoek van de Boskamp en de Nieuwe Weg was omgewaaid en de hulptroepen versperden de weg.

Bij ons waren er drie pannen van het dak gewaaid die in stukken in de tuin lagen. Achter ons huis was ook een boom omgewaaid en in de plantsoenen bij ons in de buurt waren ware slagvelden ontstaan.
Wat een treurige aanblik. Ons dorp bleek getroffen door een valwind, ook wel een downburst genoemd. Lees meer hierover op Dit is Roden.nl >>>, daar vind je ook een filmpje van de ravage in het dorp.
Vanmiddag sprak ik even met de bewoners van het huis bij de dikke boom; hun huis was beschadigd door de val van de boom, maar er waren gelukkig geen persoonlijke ongelukken gebeurd.
Kijk nou hoe groot en dik die boom was!
  
Op de fiets maakte ik nog even een rondje door het dorp. Toen ik bij een gemeentelid op de

Helemaal uit elkaar gescheurd.

stoep stond foto’s te maken werd ik door haar aangesproken als  ‘ramptoerist’. Nou vind ik dat er voor een ramp wel iets meer moet gebeuren, maar het was inderdaad een gezellige boel in Roden; overal stonden groepjes mensen de toestand te bespreken en ze hadden er mooi weer bij. Er zijn ontzettend veel bomen gesneuveld in het boomrijke Roden. Wat een triest gezicht. Ondertussen waren de hulpdiensten nog steeds in touw om de wegen weer berijdbaar te maken. Wat is het dan goed geregeld in Nederland. Dat vinden we altijd maar heel gewoon, maar dat wil ik in dit blog

Twee oude bomen, gesneuveld aan de Boskamp

toch even benadrukken: hulde voor de harde werkers die de hele nacht en dag in touw zijn geweest om de wegen vrij te maken.

PS Ik stuurde onze kinderen vanmorgen wat foto’s en schreef dat er drie nokvorsten van het dak waren gewaaid.
Van een van onze schoonzonen kreeg ik later een appje terug: “Lief dagboek. Vandaag leerde ik het woord nokvorst.”

Reageren

4 juni: Een nieuw sprookje- Gradus van de Lansbulten.

1. Overwoekerd door struikgewas.

Gisteren schreef ik over onze vriendenvakantie op Camping Lansbulten in Aalten. Het weer viel ontzettend mee gerekend naar wat men voorspeld had en we zaten regelmatig met de hele groep buiten, want we hadden het hele veldje voor onszelf. Tegenover onze blokhut stond een oud schuurtje. Daaraan vast zat een vervallen

2. Agossie…!

stacaravan,  maar die zag je niet omdat hij was overwoekerd door het groen. Af en toe ging één  van ons daar eens kijken.
In het struikgewas ontwaarden wij een eenzame tuinkabouter.
Dat vinden wij dan zielig.
Agossie.
Kijk ‘m daar nou staan in z’n eentje….

3. Welkom!

Vrijdagmorgen ging ik Gradus (zo had ik hem in gedachten genoemd) redden. Ik sloop door het struikgewas en nam hem mee naar onze blokhut.  Hij ging lekker in bad en daarna mocht hij met ons koffiedrinken: welkom Gradus van de Lansbulten.
Gezellig!
Hij werd meteen gebombardeerd tot groepsmascotte en zijn beeltenis prijkt nu als profielfoto op onze groepsapp.

Sinet en ik bedachten dat het voor Gradus net zo moet zijn geweest als voor Jozef toen hij vanuit de gevangenis ineens onderkoning van Egypte

4. Erg gezellig….

werd.  Samen griezelden we nog even door: misschien zat er nog wel een soort Farao in die caravan…..

Gradus vond de barbecue trouwens ook erg gezellig!

 

Reageren

3 juni: Opgepoetst en uitgediept.

Dinsdagmiddag 28 mei wenste ik mijn collega’s alvast een goed weekend, want toen begon mijn hemelvaartsvakantie al.
“Wij gaan dit weekend met vrienden op een camping in een blokhut zitten” zei ik voordat ik weggging.
“Klinkt deprimerend” vond Menco.

Maar het was natuurlijk geenszins deprimerend.
Hemelvaartsdag is sinds 1980 ‘Vriendendag’; het ene jaar één dag, het andere jaar een heel weekend.  Dit jaar hadden we blokhutten gehuurd op camping ‘de Lansbulten’ in Aalten.  Oplettende lezers zullen weten dat Gerard en ik daar al eerder waren (zie Aaltje in Aalten >>>).

Vier blokhutten op een rij en een veldje voor ons alleen.
De hele dag vogelgezang en veel vrije tijd. 
Tot een uur of elf gaat ieder in zo’n weekend z’n eigen gang en daarna is er altijd wel iemand die appt dat de koffie klaar is en maken we een kring.
Er was zelfgemaakte cake, appeltaart en hartige taart en op zaterdag hebben we dan alle restjes bij koffie.

We hebben allemaal een druk bestaan met werk, vrijwilligerswerk en huishouden en doen zo’n weekend niet heel spectaculaire dingen: we gingen naar de grensmarkt in Dinxperlo en maakten een wandeling in Bredevoort. Daarover meer in volgende blogs.
In zo’n ‘koffiekring’ zitten we genoeglijk bij elkaar, vertellen elkaar de laatste ontwikkelingen in onze levens, halen herinneringen op (het worden er steeds meer…) en zeuren wat af.
Hoogtepunt was voor mij het moment waarop het ging over speciale geluidjes die je kunt toevoegen aan je app-contacten, zodat je aan het geluidje weet wie je appt.
“O, kan dat dan?”
“Hoe moet dat dan?”
Dan zit je naast iemand die die geluidjes op haar telefoon gaat uitproberen.
Hanengekraai.
Carillongeluiden.
Hawaigeluiden.
Pong pong pong.
“Nee deze niet.”
Ping ping ping.
Kling klang…

Ondertussen gaat iemand anders zitten vertellen over fluitketelgeluidjes.
Dat ze ooit met haar moeder (die slechthorend was) een fluitketel ging kopen en dat ze op alle doppen floten om te horen of het gefluit wel hard genoeg was.
Dan moet iemand anders weer denken aan André van Duin als Flip Fluitketel die de ketel liet fluiten door hem op z’n hoofd heen en weer te bewegen.

Toen de geluidjes waren toegevoegd aan de app-contacten bleek dat onze vriendengroep-app geen geluidje had gekregen.
“Wij zijn kennelijk niet belangrijk genoeg….”

Vier dagen.
Wat een zaligheid.
Helemaal uitgerust en uitgezeurd.
Op 15 mei 1980 was onze eerste vriendendag; volgend jaar vieren we, als het ons gegeven is, ons 40-jarig jubileum.
Een waardevolle vriendschap die dit weekend even weer is opgepoetst en uitgediept.

Trouwens: het werd zelfs even sprookjesachtig op de Lansbulten.
Meer hierover in het blog van morgen: ‘Een nieuw sprookje – Gradus van de Lansbulten’.

Lees voor het ontstaan van deze vriendengroep het blog ‘Antiek netwerk en gevulde eieren’ >>> 
Klik hier voor een link naar de website van Camping Lansbulten >>>

Reageren

2 juni: ‘Iet ies Carnaval!’

Toen wij met onze kinderen op Lanzarote op zaterdagmiddag (rond een uur of half vijf) even naar Playa Blanca wilden vonden we het wel heel druk op de parkeerplaatsen rondom de stad. Wat een mensen. En allemaal verkleed? Vijf mannen in knalgele pakken met glitters en grote trommels? Overal zagen we mensen in kostuum richting het centrum wandelen en in de straten stonden dranghekken klaar.

Nieuwsgierig als ik ben liep ik het plaatselijke VVV-kantoor binnen.
Tussen de rekken met folders en kaarten zat een stralende mevrouw.
Ik vroeg haar wat er aan de hand was in Playa Blanca.
Met een glimlach van oor tot oor riep ze in haar Spaanse Engels: “Iet ies CARNAVAL!!!”
Huh?
Iet ies carnaval?
Het was 1 april.
Carnaval is toch overal in de wereld op dezelfde datum, namelijk 40 dagen voor Pasen?
Dat was bij ons in het weekend van 3 en 4 maart.
“Tonight iet ies GRANDE PARADE!”
De mevrouw zat zich ontzettend te verheugen op de komende gebeurtenissen, maar ik, calvinistisch als ik ben, wilde toch wel even van haar weten hoe dat dan zat met die data.

Ze legde het uit.
Het echte carnaval werd gevierd in de hoofdstad Arrecive op de datum dat het overal in de wereld wordt gevierd. Dat was dus begin maart. Heel veel inwoners van Lanzarote gaan daar dan heen om het carnaval te vieren.
“Wiet BIG FAIR (kermis) and GRANDE PARADE!”
Daarna hebben ze ieder weekend in een andere stad carnaval, waar dan ook veel bewoners van het eiland weer naar toe gaan.
Dat weekend was de beurt aan Playa Blanca.
‘Wiet BIG FAIR and GRANDE PARADE!’
Je moet het katholisicme en de bijbehorende vastentijd op Lanzarote kennelijk ruim zien.

Toen ik die zondag met mezelf de stadswandeling door Playa Blanca deed, wilde ik ook even naar de kerk die in het ANWB-boekje beschreven stond.
Op het kerkplein was de kermis en toen ik om de hekken heen de deur van de kerk had gevonden was die op slot. Een meneer die mij aan de deurklink zag rommelen gebaarde ‘you want inside?’ Op mijn bevestigende knikje wees hij om zich heen op de kermis en wees met zijn vinger naar zijn voorhoofd. Hij hoefde niet uit te leggen wat hij bedoelde.
Iet ies CARNAVAL!
In zijn beleving had dat helemaal niets met de kerk te maken.

Reageren

1 juni: Geef ons heden……. maar vroeger dan?

In juni 2018 brachten wij onze zomervakantie door in Ferch, een dorpje ongeveer 30 kilometer onder Berlijn; daarover schreef ik destijds al een aantal blogs (vanaf 6 juli 2018).
Bij mijn concepten voor het blog op deze website stond nog steeds de aantekening: ‘brood bakken oven Ferch’.

Midden in het dorp stond namelijk een ouderwetse ‘gesämtliche backofen’ waar vroeger door families gezamenlijk brood in werd gebakken. Families of leefgroepen hadden in voorgaande eeuwen in de dorpen en steden een gezamenlijke oven, die vaak wat verder van de huizen afstond wegens het brandgevaar. Die oven werd op bepaalde tijden opgestookt; ieder gezin legde zijn eigen brooddeeg daarin. Zo hoefde je maar één keer te stoken en hadden meerdere gezinnen brood.
In Ferch had men van dat ‘sämtlich brot backen’ een traditie gemaakt.
Eén keer per jaar organiseerde het Kulturforum Schwielowsee een broodbakfeest, waarbij de oude oven nog werd gebruikt.
Bij de oven stond een informatiebord over brood bakken waar ik las hoe het brood zich door de eeuwen heen heeft ontwikkeld.

Brood is er namelijk niet altijd al geweest.
In de prehistorie maakten de mensen in Europa een soort brij van gemalen graan en water. Dat aten ze dan in die vorm, maar later ontdekte men dat je het ook warm kon maken en dat het dan lekkerder werd.
Het deeg werd iets dikker gemaakt en dat legde men dan in flarden op hete stenen in hete as, zodat een soort koek ontstond. Dat moest je dan wel warm eten, want koud was het heel hard en niet meer te kauwen.
De Egyptenaren ontdekten rond 2300 voor Christus het zuurdesem, waardoor je het deeg kon laten rijzen en het brood dus luchtiger werd van structuur.
Dit bereidingsproces verspreidde zich heel langzaam via Griekenland en Rome over Europa, maar het duurde nog tot de 8e eeuw na Christus voor in Noord- en Midden Europa de graan-brij door brood werd vervangen.

Helaas hebben wij in 2018 het brood-bak-feest gemist, maar ik nam het verhaal toch mee voor mijn blog. Je staat er toch nooit zo bij stil hoeveel eeuwen het heeft geduurd voordat brood werd wat het nu is?
Lekker vers brood, zo uit de oven.
Heel gewoon voor ons, maar ook heel lekker.
Beslist de moeite waard om één keer per jaar een feest voor te organiseren.

Reageren

31 mei: Nederlands maar dan anders (11)

In de media hoor ik regelmatig dingen waarvan men niet meer weet dat het fout is.
Bij de metro-aanslag in Utrecht pleitte men voor ‘open transparantie’ bij de berichtgeving over de dader.
Over diezelfde dader werd gezegd dat hij op vrije voeten liep.

Bij Jinek ging het er over of iemand nou wel of niet beledigd was.
“We moeten gewoon niet zulke lange vingers hebben.”

Uitslaande brand, de vlammen slaan je uit, het vuur grijpt om zich heen: brand kun je op veel verschillende manieren omschrijven.
Volgens een verslaggever van de NOS ‘slaan de vlammen om zich heen’ bij de brand in de Notre Dame.

Jeroen van Inkel is er ook weer bij deze keer.
Op een morgen riep hij “Dat gaat helemaal  uit de klauwen escaleren in Amsterdam!’

Vriendin van Carlijn verzon onbedoeld een geheel nieuwe  variant van op een houtje bijten: “Toen moest ik van nood op een takje knagen.”

Collega Jacquelien vertelde een mooi verhaal over het lied ‘mien toentje’ van Ede Staal.
Hij zingt daarin ‘Mien waikschildebonen dei kommen zo slecht op”
Tuinbonen bedoelt Ede.
Maar een vriend van de familie die niet uit het Noorden kwam dacht te horen “Mien waif schilt de bonen!”en zong dat ook luidkeels met Ede mee.

Via internet volg ik het twitteraccount van Merel Morre ( zie >>>)
Zij benoemt soms zulke leuke dingen:
“Homosexuele priester op non-actief.
Verwarrend…..totdat je het koppelteken ziet.”

Op de cantorij hoorde ik dit verhaal van collega-alt Ilse. Haar dochter had vroeger toen ze nog thuis woonde het gevoel gehad dat de andere gezinsleden haar uitlachten.   “Jullie lachen achter mijn vuistje! ”

Van Harriët hoorde ik dat Cees van het woord ‘krochten’ hele enge wezens had gemaakt.
“Ik heb dit uit de gedrochten van de kelder gehaald.”

Jon maakte een prachtig nieuw Nederlands woord.
Hij vertaalde het Engelse apparently (in het Nederlands klaarblijkelijk/blijkbaar ) als apparentelijk.

Soms wordt iets zo vaak verkeerd gezegd dat het een ‘running joke’ wordt.
Bij tapas ligt de klemtoon op de eerste lettergreep.
Tápas moet je zeggen.
Maar ik zei het steeds fout toen we bij ‘Bodega-Y-Tapas‘ gingen eten met de Franse les.
En natuurlijk werd ik voortdurend verbeterd, eigenwijs als we allemaal zijn.
Inmiddels weet ik het.
Tápas.
Maar tegenwoordig zeg ik het expres verkeerd om een reactie uit te lokken.

Dit weekend nog zei ik tegen Harriët en Cees: “Gaan jullie tapás eten, leuk!”
“Tápas” riep Jon.
“Weet ze wel ‘ riep iemand landerig.
Jon: “O. Dat is dan nu een lopend grapje”.

Heerlijk.
Nederlands, maar dan anders.

Klik hier >>> voor het blog Nederlands maar dan anders deel 10, daar vind je ook linken naar de delen 1 tm 9. Kijk ook nog even op het instagram-account Treintaal. We moesten hardop lachen bij een prachtige verbastering van een spreekwoord: ‘” Ze hebben het in de stoofpot gestopt!”

Reageren

29 mei: Boswandeling.

….. in een weiland naast het bos….

Als je in Roden woont hoef je niet lang te zoeken naar een bos.
Gisteravond na de stamppot zuurkool met worst fietsten we naar de Brink, zetten de fietsen naast de Winsinghof en wandelden we een uur door het Sterrebos.

Detail van foto links.

(zie Wandelen rond Roden >>) 

We zochten de vistrappen in het Lieverse Diepje op en genoten van de avondzon die door de oude bomen scheen.  Zo’n  boswandeling  is natuurlijk niet spectaculair, maar er valt veel te zien en te horen.   Twee kleine pony-veulentjes in een weiland naast het bos, luidruchtige kikkers in de gracht om de Mensinge, nestelende ooievaars op de Mensinge,  een gat in een boom waar gepiep uit kwam (spechtennest?) en het onophoudelijke fluiten van de vogels.

Na een dag op kantoor is zo’n boswandeling een feest voor de geest.
Hiernaast een foto van het Lieverse Diepje.
In de omgeving van het riviertje zijn wilde zomerbloemen gezaaid, het ziet er lieflijk uit.
Je kunt daar niet met de auto komen, maar het is beslist de moeite waard om daar eens te gaan kijken.
Zet de auto op de parkeerplaats aan de Mensingeweg en maak eens een boswandeling: gisteren de waarde van mijn dag!

 

Reageren

28 mei: Ik wens u een mooi netwerk toe.

Als donateur van de stichting Alzheimer Nederland krijg ik drie keer per jaar het magazine ‘alz….’ in de bus. Een leuk blad vind ik, dat ik weliswaar niet helemaal spel, maar toch wel even aandachtig doorblader en echt interessante artikelen lees ik.

Zo kwam ik bij een column met de titel ‘Ik wens u een mooi netwerk toe’ van de 82-jarige Yvon; in juni 2018 kreeg ze te horen dat ze alzheimer heeft. Ze begon columns te schrijven om haar belevenissen over deze veel voorkomende hersenziekte te delen. Ze schrijft dat ze zich door haar ziekte genoodzaakt ziet om hulp te vragen. Dat valt haar moeilijk, want tot vorig jaar was ze gewend om haar eigen boontjes te doppen.

Ze had een goede vriendin die haar geholpen heeft om die benodigde hulp te inventariseren en te structureren.
Even een stukje uit haar column:
Als ik ergens mee zit kan ik een beroep doen op mensen uit mijn naaste omgeving. 
We hebben een ‘wensenlijstje’ opgesteld van wie wat op zich zou kunnen nemen. 
Om een indruk te geven van wat u zoal van naasten kunt vragen, maak ik u deelgenoot van mijn wensen. 
– meegaan bij doktersbezoeken
– oproepbaar zijn bij calamiteiten
– één keer per week bij mij koken en eten.
– samen uitstapjes maken, musea en voorstellingen bezoeken
– hulp bij het beheren van de financiën, de administratie doen 
– hulp bij computer/tablet/telefoon
Iedereen heeft naar eigen smaak gekozen. Toen dat rond was heeft iemand in een leuke tekening verwerkt wie wat op zich neemt. Daar heb ik veel steun aan. 
Ik beschouw dit als een grote luxe en kan het iedereen aanbevelen. 
Veel mensen zijn bereid hulp te bieden, maar weten vaak niet waarbij.
Dan gebeurt er niks en dat is jammer.

De laatste twee zinnen heb ik vet gemaakt; dat is namelijk de reden dat ik dit blog schrijf.
Er zijn vaak in de omgeving van mensen die even hulp nodig hebben genoeg helpende handen, maar als er niemand is die het coördineert, dan gebeurt er niets.

Hoe vaak zeggen we niet tegen anderen “Kan ik iets voor je doen?”
“Trek maar aan de bel als je me nodig hebt!”
Maar vaak gebeurt er niets omdat er geen concrete dingen gevraagd worden.
De vriendin uit bovenstaand verhaal speelt een cruciale rol.
Inventariseren & coördineren, dat is het begin van gestroomlijnde hulp uit een behulpzaam netwerk.

Maar niet iedereen heeft zo’n goede vriendin.
Ken je iemand of ben je iemand die hulp nodig heeft bij het ‘inventariseren en coördineren’? Wijs hem of haar dan eens op Team290.
Team290, onderdeel van Lentis, begeleidt mensen met dementie en hun mantelzorgers.
Casemanagers regelen de zorg die nodig is. Zo kan men langer thuis blijven wonen.
Hierbij een link naar hun website >>>.

Reageren

26 mei: Vorsten 1973.

In april kreeg ik van Louisa, sopraan bij de cantorij,  een plastic tasje met oude tijdschriften die nog van haar moeder waren geweest.  Ze had aan mij moeten denken,  want het waren oude nummers van ‘Vorsten’.
Mooi man; dankjewel!
Het waren nummers uit 1973, in dat jaar werd ik 13.

Tot mijn stomme verbazing zag ik in één van de nummers staan: ‘Eerste jaargang,  nummer 1. Er zat een brief bij in waarin werd uitgelegd dat dit een nieuw blad was dat voortkwam uit het blad ‘Koninklijk Journaal’.

Al bladerend kwam ik in een andere wereld terecht.
Koningin Juliana viert haar 25-jarig regeringsjubileum; ze maakt een rijtoer in een open rijtuig dat helemaal vol zit met kleinkinderen.
Koning Karl Gustaf is nog vrijgezel en ik zie foto’s van een schuchtere Sylvia Sommerlath: wordt zij koningin van Zweden?
Prinses Ann is nog vrijgezel en gaat binnenkort trouwen met Mark Philips.
In deze “Vorsten’ zijn nog ettelijk pagina’s afgedrukt in zwart-wit, kleur was nog duur denk ik.

“Wordt Irene koningin van Spanje!?!”

Het bleef bij bladeren en plaatjes kijken, want wat je leest is oud nieuws; 46 jaar oud maar liefst.
Wat me opviel is dat het toen nog helemaal niet ging om wat de dames en heren aan hadden en ook niet welke tassen, schoenen en sieraden ze bij zich droegen.
GEEN WOORD!
De manier waarop wordt geschreven over het koningshuis getuigt van een lichte devotie en er worden ook geen kritische kanttekeningen geplaatst.

Zwart-wit met lichte devotie….

In bijna een halve eeuw is onze maatschappij kennelijk erg veranderd; daar ben ik zelf getuige van geweest en toch zie ik pas bij het doorbladeren van deze tijdschriften hoe groot die verandering is geweest.
In dat kader is het ook wel eens leuk om te kijken hoe de zetelverdeling in de tweede kamer was in 1973.
Hierbij een link naar de Tweede Kamer-verkiezingen in 1972 op Wikipedia >>>
Toen hadden de KVP 35, de ARP 13 en de CHU 10, dat is samen 58 zetels en de PvdA 39. De VVD had toen 16 zetels.

Deze bladen komen nu in ‘het Royalty-circuit’ (tante en twee schoonzusjes) waarin de ‘Vorsten’ en andere bladen met koninklijk nieuws worden geruild, gelezen en soms besproken. Kunnen zij ook even terug in de tijd; de tijd dat Prins Berhard nog bejubeld werd……

Reageren

Pagina 149 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén