een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 154 van 264

1 april : Omleidings-border

Wat is een omleidings-border.
Niet veel mensen zullen er één hebben; ik kan het uitleggen.
Vorig jaar op  28 maart onderging ik een omleidingsoperatie aan mijn hart.
Een ingrijpende en spannende gebeurtenis die mijn leven heeft gered maar die ook behoorlijk veel impact heeft gehad op mijn leven.
In dat voorjaar kreeg ik heel veel bloemen: boeketten van snijbloemen, maar ook bakjes met voorjaarsbloemen: narcissen, hyacinten en blauwe druifjes.
Daar hebben we destijds erg van genoten.
Toen alles was uitgebloeid heb ik de bollen bewaard in een mandje achter ons huis.

Toen we voor de winter onze tuin opruimden en het terras aanveegden kwam ik de mand weer tegen.
In januari, eigenlijk al wat te laat, plantte ik de bollen die in het mandje zaten in een stuk zwarte grond naast de jasmijn. ‘Mischien komt er straks nog wel wat van op en anders volgend jaar wel’ was de achterliggende gedachte.
En kijk nou wat er inmiddels staat: mijn ‘omleidingsborder’ is een lust voor het oog!
(klik op de foto voor een vergroting).

Een jaar verder.
Het litteken trekt soms nog wat en ontsiert mijn borstkas.
Maar fysiek ben ik alweer bijna een half jaar op mijn oude niveau.
De omleidingsborder herinnert me aan vorig jaar, maar doet me ook denken aan het leven dat doorgaat en dat ik weer heb mogen oppakken!

Reageren

30 maart: Sint Juttemis.

In het weekend van 9&10 maart zaten Gerard en ik een paar dagen in Breda.
Tijdens de stadswandeling die we destijds deden maakten we een selfie met een klein, raar beeldje. In de tekst die we hadden van ‘de Historische kilometer’ in Breda stond het volgende optekend over dit ietwat vreemde beeldje:

Begin deze eeuw werd het carnavalsfeest door de Katholieke
Kerk verboden. Wanneer de Kielegatters, zo heten de Bredanaars
tijdens carnaval, vroegen naar de terugkeer van hun carnavalsfeest,
was steevast het antwoord: “Met St. Juttemis.” Nooit dus.
Gelukkig 
konden in 1936 de feestmutsen weer uit de kast gehaald worden.
Jaren later ontstond het idee om ieder jaar een gedenktegel voor
Prins Carnaval te leggen. De winkeliers uit de Ridderstraat,
tijdens carnaval Prinsenstraat, hebben de handen ineengeslagen
en dit project gezamenlijk gefinancierd. In 1991, toen het Bredase carnaval 55 jaar bestond, heeft de Stichting ter bevordering van Carnavalsviering (BCV) het
opmerkelijke beeldje van St. Juttemis aan de inwoners van Breda
geschonken.

Hmmm. We liepen over een soort ‘walk of fame’ van koperen gedenktegels die dus waren aangebracht in het wegdek voor Prins Carnaval. Ieder jaar een koperen tegel met alleen een ander jaartal.
Wij zijn dan te veel Noordeling om daar het nut van in te zien.
Zo’n beeldje, daar kunnen we dan nog wel in komen, maar al die tegels…?!?
Het eeuwige verschil tussen een Noordeling en een Zuiderling.
Een inwoner van Breda zal zeggen: “Wie heeft gezàgjd dat het núttigj moet zijn?
Is toch gjewoon leuk?!”

Hiernaast de selfie met de potsierlijke Sint Juttemis.

Hij had nog rode vlekken van het laatste carnavalsfeest…… dat was tenslotte in dat weekend nog geen week geleden!

Reageren

29 maart: “Wat kan ík daar nou aan doen?”

Bij ons hangt in het kleinste kamertje een scheurkalender, waar ook iets op te lezen valt. Je zit er de ene keer iets langer dan de andere keer, niet waar?
Dit jaar hebben we ‘de Almanak 2019’;  voor mensen die nog weten dat The Beatles met vier waren en dat er ook een tijd was dat Facebook niet bestond – maar ook wie een muisduim van het scrollen heeft, is van harte welkom. Eke dag brengt de samensteller aparte feiten en weetjes samen die je kijk op de dingen wat meer kleur geven, of het nu gaat om een historische figuur, een recept of het verhaal achter een beroemd citaat.
Net iets voor mij dus; ik voldoe aan alle criteria.

Enkele weken terug was er blaadje met de titel:
“Wat kan één persoon op z’n eentje doen om klimaatverandering te remmen?”
Dit waren de mogelijkheden:

  1. Eet minder vlees. Enkele dagen per week geen vlees eten kan de planeet al heel wat vooruit helpen.  20% van de broeikasgassen wordt veroorzaakt door veeteelt.
  2. Eet lokale groenten en fruit volgens de seizoenen. Lokaal voedsel eten betekent minder ver transport. Kijk dus nauwgezet naar de verpakkingen en eet groente en fruit uit Nederland en het  liefst volgens de seizoenen
  3. Neem wat minder de auto ga zoveel mogelijk te voet of met de fiets.
    Dit is meteen ook een zegen voor je lijf en je brein.
  4. Rijd wat rustiger en ruim je auto op. Al het overtollige gewicht en een hogere snelheid vragen meer brandstof.
  5. Neem een kortere douche.  Het douchewater is al snel 10% van ons water gebruik.
  6. Kook met minder water
  7. Droog de was op een wasrek en je bespaart veel energie. Was minder vaak en op een lagere temperatuur.
  8. Zet je elektrische toestellen ’s nachts uit. 65% van hun energie wordt verbruikt als er niet mee gewerkt  wordt.,
  9. Haal de borstel door je mailbox Er worden in ons land miljoenen junk mail rondgestuurd wereldwijd ontelbaar veel. Het versturen en de opslag van al die mails kosten massa’s energie. Door je uit te schrijven uit databanken die e-mails versturen die je toch niet leest help je mee dat enorme nutteloze energieverbruik wat te minderen.

Sommige dingen doe ik wel, andere niet. Ik maak me vooral schuldig aan het kopen van fruit dat niet uit Nederland komt. Bananen en mandarijntjes groeien hier niet.
Toch leuk om eens te lezen wat je in je eentje al kunt doen; we wijzen al genoeg naar anderen.

Reageren

28 maart: ‘Laban & Jacob’-schapen.

Stond er zomaar een hele kudde schapen in de Onlanden tussen Peize en Groningen woensdagmorgen!
Daar ben ik maar even voor van de fiets afgestapt.
Lammetjes vind ik altijd onweerstaanbaar, daar kan ik wel naar blijven kijken, maar meestal zijn ze te ver weg om ze goed te kunnen zien. Nu stonden ze pal naast het fietspad. 
Hier links zie je een foto met een deel van de kudde, met op de achtergrond de mooie ochtendlucht in wit-blauw-grijze tinten; de zon was al een uur op toen ik daar gistermorgen langs fietste. (klik op de foto voor een vergroting).
Rechts  zie je een uitsnede van het midden van deze foto waarop je drie lammetjes ziet.

De schapen stonden vredig bij elkaar en straalden een enorme rust uit.
Heerlijk om daar op de vroege morgen even bij te staan.

Meestal zijn lammetjes wit of zwart, maar deze zijn gespikkeld.
Als vanzelf gaan mijn gedachten dan naar het bijbelverhaal over het gestreepte en gespikkelde vee dat Jacob van zijn oom Laban als loon kreeg.

Laban vroeg aan Jacob „Wat zal ik U geven?” en Jacob antwoordde: “Uit uw kuddes al het gespikkelde en geplekte vee, al het bruine vee onder de lammmeren en het geplekte en gespikkelde onder de geiten.”
Jacob past dan een kunstgreep toe. Hij neemt roeden van groen populierehout en van hazelaar en kastanje; en hij schilt daarin witte strepen. Deze geschilde takken legt hij in de drinkbakken van het vee. Na het paren lammerde de kudde gesprenkelde, gespikkelde en geplekte dieren. Zo deed Jacob telkens weer en werden zijn kudden steeds groter.
Je vindt het hele verhaal in het bijbelboek Genesis, hoofdstuk 30. Hierbij een link naar dat gedeelte in de basisbijbel >>> Het verhaal over het vee begint bij vers 25.

Jacob zou handenwrijvend bij deze kudde hebben gestaan.
“Allemaal voor mij!”
Gek toch dat zo’n eeuwenoud verhaal meteen in mijn hoofd opplopt bij het zien van gevlekte lammetjes.

Achteraf is dat helemaal niet gek.
Er is zelfs een gevlekt schapenras dat ‘Jacob-schaap’ heet.
Echt waar.
Hierbij een link naar een website over schapenrassen>>> met meer informatie.

Reageren

27 maart: Een (voor mij) nieuw koor.

Van de kerk en via de Cantorij Roden en het ‘Af&Toe-koor’ ken ik Tom en Willemien al sinds wij Roden wonen. Het zijn goede en fervente zangers, die bij meerdere koren zingen. Al een paar keer eerder hadden ze gevraagd of Gerard en ik mee konden zingen met het Vocaal Ensemble Roden, maar onze redelijk drukke agenda liet dat steeds niet toe.

Dit jaar had ik ook eigenlijk al weer ‘Nee” gezegd, maar toen ik alle oefen-data op een rijtje zette vond ik dat het eigenlijk moest kunnen.
Maandagavond was ik om 20.00 uur in het Akkoord aan de Klimop in Roden.
Het is een klein koor en eigenlijk waren het allemaal mensen die ik al kende van mijn omzwervingen langs verschillende koren en koor-projecten.
Het is de bedoeling dat we gaan zingen bij een herdenking bij ‘Appelbergen’ in Haren.
Meer hierover in een volgend blog.

Het Vocaal Ensemble Roden staat onder leiding van Viola Land, een dame met roots in Rusland. In vergelijking met de goedlachse en immer enthousiaste Thysia van de Cantorij Roden komt ze haast wat gereserveerd over, maar daar wen je snel aan. Bij het inzingen testte Viola de hoogte en laagte van onze stemmen. In de hoogte haak ik vaak al snel af: de ‘d’ komt er nog mooi uit, daarna moet er geld bij.  In de laagte kon ik helemaal mee tot het laatste oefenriedeltje; de dirigente keek me veelbetekenend aan: “Dit is toon van bassen!”
Daarom zing ik ook altijd bij de lage alten.

Tot mijn grote genoegen schoof ook collega-alt Ilse aan als gastzangeres; maar veel tijd voor onze gebruikelijke ‘opmerkingen en lol’ tussen de noten kregen we niet. Er werd namelijk hard gewerkt; je moet gewoon je best doen en goed opletten! Dat kunnen we natuurlijk ook wel, dus wij deden goed mee. “Is bekend?” vroeg de dirigente bij het zingen van een lastig lied? Nee, eigenlijk niet bekend, maar wel geoefend.

Om kwart voor negen was het al tijd voor koffie; toen mochten de gastzangers naar huis en praatten Ilse en ik bij de fiets nog even na. “Zo zingen we wel veel samen, hè”?
Naast de cantorij Roden en het Af&Toe-koor zien we elkaar dus nu ook bij het VER.
Eigenlijk zouden we ook nog mee kunnen zingen met een gezamelijk koor van verschillende kerken op Kerkendag op 5 mei, maar dat wordt net iets te veel van het goede. Je kunt ook overdrijven.

Reageren

25 maart: Een vervelend jongetje.

Zoekend naar een oude foto van Carlijn om haar verjaardagscadeautje mee op te leuken, kwam ik in het fotoboek van 1995 een uitgeknipt artikeltje tegen uit de schoolkrant van basisschool ‘de Haven’. Er was ons als ouders gevraagd om herinneringen op te schrijven aan de kleuterschool/basisschool in onze jeugd. Een herinnering van mij was in die bewuste schoolkrant gepubliceerd.

Je kunt op de foto klikken voor een vergroting om de tekst te lezen, maar op sommige schermen zal dat niet groot genoeg zijn, daarom heb ik de tekst hieronder uitgeschreven.

Toen ik in augustus 1967 in de eerste klas van de lagere school kwam waren er niet zoveel kinderen die ik al kende van de kleuterschool.
Er was namelijk maar één kleuterschool in het dorp en daar gingen ook de kinderen naar toe die later naar de openbare lagere school gingen. Het was toen nog niet vanzelfsprekend dat iedereen naar de kleuterschool ging,  dus sommige kinderen in mijn klas waren voor het eerst op school.
Wat ik heel leuk vond was dat ik leerde lezen want ik was nieuwsgierig wat er in boeken zonder plaatjes stond. Later in de hogere klassen vond ik geschiedenis het allerfijnste vak. Gymnastiek vond ik het vervelendst (dat kwam omdat ik dat niet zo goed kon).
Bij mij in de klas zat ook een jongetje dat ik toen nog niet zo aardig vond maar waar ik later mee getrouwd ben.”

Dat laatste is vandaag 36 jaar geleden.

Nooit spijt van gehad.

Andere blogs over deze dag:

‘Ja!” 25 maart 2015
Hier wordt gewacht 25 maart 2017

Reageren

24 maart: Vrucht dragen.

Vanmorgen hoorden we in de Catharinakerk de gelijkenis over de vijgenboom die in een wijngaard staat en geen vrucht draagt. De eigenaar is er na drie jaar flauw van en wil dat de boom wordt omgehakt, maar de tuinman vraagt de eigenaar om nog wat geduld te hebben.
Hij zal de boom wat extra mest geven en heel goed verzorgen, misschien dat die vruchten er volgend jaar toch komen.

Dominee De Poel (uit Drachten) vertelde ons vanmorgen dat wij die vijgenboom zijn.
En dat de vruchten die van ons verwacht worden niet rijkdom, aanzien en macht zijn, maar de vruchten die door Paulus worden genoemd in Galaten 5:

Liefde
Vreugde
Vrede
Geduld
Vriendelijkheid
Goedheid
Geloof
Zachtmoedigheid
Zelfbeheersing.

Door deze vruchten kunnen wij Gods aanwezigheid in deze wereld laten zien.
Ze liggen in ieders bereik; om Gods aanwezigheid in deze wereld te laten zien is een christelijke levensovertuiging of een  kerkdienst geen voorwaarde.

Zo.
165 woorden.
Hier wou ik het voor vandaag maar bij laten.
Genoeg te doen.

Reageren

23 maart: Dun laagje.

Vorig jaar om deze tijd lag ik in het Martiniziekenhuis onzeker te wachten op de uitkomsten van de onderzoeken van die dagen daarvoor.
Die weken van wachten, de hartoperatie daarna en de revalidatieperiode houden me deze dagen behoorlijk bezig. De verjaardag van Carlijn (a.s. zondag) en onze trouwdag (a.s. maandag) vierden we toen in het ziekenhuis.
Ogenschijnlijk heb ik het allemaal redelijk verwerkt, maar vrijdagmiddag kwam ik er achter dat het nog dicht aan de oppervlakte zit.

We stonden in een kring op FysiYoLates en Trijntje liet ons ‘kraai-oefeningen’ doen.
Best pittig; na vijf keer bukken en flink met de armen bewegen kwam ik licht duizelig weer omhoog. Mijn maag speelde op, ik was licht in het hoofd en ik zweette; bekende symptomen…..
“M’n hart!” flitste het door me heen en op dat moment golfde er zo’n paniek door me heen, dat mijn ademhaling op hol sloeg en ik nog misselijker werd.
Maar het was m’n hart niet, het was gewoon het gevolg van die oefening.

Ziek van de angst stond ik tegen de muur; mensen praatten tegen mij, maar het drong amper tot me door. Ik kreeg een stoel en een glas water; toen ik kreeg mijn ademhaling onder controle en werd weer rustig.
Een kwartier later, na de heerlijke ontspanningsoefening op het matje, was alles weer als vanouds. “Kun je wel naar huis fietsen?” Ja hoor. Na de les kon ik namelijk weer normaal denken en was ik eigenlijk verbaasd dat mijn lichaam en geest zo met me op de loop gingen.

Angst is een slechte raadgever.
Tijdens de revalidatie ben ik vooral bezig geweest met het overwinnen van angstgevoelens; want ik heb wel een omleiding gekregen, maar de vaatziekte is er nog wel.
Vandaag heb ik geleerd dat die angst onder een heel dun laagje vernis zit. Er hoeft dus maar íets te gebeuren wat lijkt op een infarct of de paniek slaat toe.
Wat dan helpt zijn lieve mensen om je heen die je helpen.
Je hartslag controleren en geruststellen.

Toen we na het aankleden aan de thee zaten kreeg ik een klein cadeautje van Trijntje: een doosje chocoladebloemen. Omdat ik in mijn ‘nieuwe leven’ nu bijna 1 jaar was en voor onze trouwdag. Wat een lief gebaar.
De chocolaadjes gingen gelijk de kring rond, lekker bij een kop thee; wat over was nam ik mee naar huis.
De rest van de vrijdagmiddag heb ik achter ons huis in de zon gezeten; bijkomen en nadenken.
Net als op de verkiezingsdag gingen mijn gedachten naar pa.
Ook hij heeft zo’n operatie ondergaan, maar bij hem ging het om het aanbrengen van een nieuwe hartklep.
Hem hoorde ik nooit over angst.
Hij ging rustig door met leven en genoot er van.
“Er zijn zo veel leuke dingen!” riep hij altijd.
Daarin lijk ik op hem.
Maar wat had ik hem vanmiddag in de lentezon graag even naast mij gehad om hem te vragen naar zijn gevoelens achter die opgewektheid.
“Was het bij jou ook maar zo’n dun laagje?”

Meer lezen over de avonturen bij Trijntje?
Hierbij een link naar het vorige blog over FysiYoLates >>>
Onderaan dat blog staat weer een link naar voorgaand verslag.

Reageren

22 maart: Voor de klas.

“Maart is meertmaond – dialectmaond. Wil jij dan een gastles geven in mijn klas?”
Deze vraag kreeg ik van nicht Lianne; zij is onderwijzeres op basisschool ‘Het Krijt’ in Assen.
“Kind: met alle soorten van genoegen!”

Wat doe je dan? Daar moest ik eerst over nadenken, Er zijn bestaande lesprogramma’s, maar ik ben geen juf, ik ben ambassadeur voor onze streektaal, dus ik besloot dicht bij mezelf te blijven. Een verhaal voorlezen, Daniël Lohues, een woordenspellletje met korte anekdote’s en natuurlijk: zingen!
Gistermorgen werd ik om 11.30 uur verwacht.

Voor mij zat een groep 6 met ongeveer 25 kinderen.

Nedersaksisch taalgebied.

“Wie van jullie kan Drents praoten?”
Niemand. Ik was al blij met een kind dat vertelde: “Papa praat Fries met zijn ouders en mama praat Grunnings met haar ouders.”
“Kunt jullie mij zo wel verstaon?”
O ja hoor, geen probleem.
Eerst vertelde ik iets over het Nedersaksisch, de taal van het Hanzeverbond uit de 13e, 14e en 15e eeuw. Meer weten over Hanzesteden en dit verbond? Klik hier voor een link naar de website van de canon van Nederland: ‘de Hanze: handel en samenwerking>>>”

Daarna las ik het kerstverhaal voor van Pieter. Als je dit verhaal aan volwassenen voorleest ontlokt het altijd een glimlach aan het eind, maar kinderen reageren anders.
Die weten hoe het is om in zo’n toneelstukje te spelen en als iemand dan opeens iets heel anders zegt dan wat is afgesproken is dat heel vervelend.
Menig gezichtje gleed dan ook uit ‘Oooh…!’
Maar ze hadden het allemaal, op een paar specifieke woorden na, goed kunnen volgen.

Het taalspelletje dat ik had bedacht pakte goed uit. De klas werd verdeeld in twee groepen. De ene groep kreeg een briefje met Drentse woorden, de anderen kregen de vertaalde Nederlandse woorden. Een leerling uit de Drentse groep riep bijvoorbeeld: “slieve”; dan zochten de kinderen in de andere groep uit hun lijstje het goede woord er bij. Als het woord dan geraden was probeerden we er een zin van te maken.
“Siepèls”  werd er geroepen, met de klemtoon op pèls. De anderen dachten dat dat aardappels waren. Uien lijkt natuurlijk ook helemaal niet op siepels…..
Bij het woord ‘knieperd’ bedacht een jongetje dat oom Dagobert er één was.
Gloepens, oelegie, krooje, skutteldoek: het was vermakelijk om de combinaties die de kinderen bedachten te horen.

Vervolgens liet ik een foto van Daniël Lohues zien.
“Wie is dit?”
Ik kwam tot de onthutsende conclusie dat niet één kind wist wie dat was.
Een voetballer misschien?
Toen ik vertelde dat hij vroeger de zanger van Skik was keken ze me bevreemd aan.
Skik? Toen ik zong ‘Wie döt mij wat, wie döt mij wat, wie döt mij wat vandage….” kwam het de kinderen vagelijk bekend voor en de tweede keer zongen ze allemaal mee: “Ik zol haost zeggen, jao, het mag wel zo!”

Als dank: tulpen en  ‘Krijt’-drop. Zeer toepasselijk!

We sloten de les af met het lied ‘Hier kom ik weg’,
Er staat een zin van dit lied op een viaduct in Assen. Klik hier >>> voor een link naar een artikeltje in het Dagblad van het Noorden uit juni 2009.
We vertaalden het lied en daarna zongen we het met de hele klas.
“Hier kom ik weg, veur mien hiele leven. bin’k met dizze horizon verweven…”

“Wat heb je geleerd van deze gastles?” vroeg juf Lianne na afloop aan de klas.
“Ik heb Drentse woorden geleerd.” zei de één.
“Ik heb een Drents lied geleerd.” zei de ander.
“Ik heb geleerd dat je trots kunt zijn op waar je vandaan komt.” zei een meisje.
Missie geslaagd.

Reageren

21 maart: Die ouwe zuil….

Gistermorgen dacht ik regelmatig aan mijn vader. Dat kwam omdat het gisteren ‘verkiezingsdag’ was en ik met mijn vader altijd zo heerlijk kon zeuren over politiek. We waren het natuurlijk nooit eens, maar hij bleef ijzeren-heinig zijn stemadvies doorgeven.
Toen was ik er wel eens flauw van en wilde ik het er met hem niet meer over hebben, gistermorgen bedacht ik met weemoed hoe graag ik nog eens met hem zou willen bekvechten.
Ook ik geef een stem-advies aan mijn kinderen, dat wil zeggen, ik stuur de club een app-je met GA STEMMEN! Eén schoonzoon reageert dan bijdehand: ‘je bent drie letters vergeten’ omdat hij vindt dat we allemaal op de VVD moeten stemmen.
Hij lijkt in meerdere opzichten op mijn vader.

Gistermorgen op kantoor noemde ik bij mijn collega’s het gemis van pa op dit soort dagen en als vanzelf ontstond er een gesprek over politiek. Ik vertelde dat ik de stemwijzer had gedaan en dat ik uitkwam op Groen Links, maar dat ik eigenlijk vind dat je als christen op een christelijke partij moet stemmen. Nou, dat hoefde volgens Jan helemaal niet.
“Als je je kunt vinden in hun ideeën en zij staan niet afwijzend tegenover jouw geloofsbeleving, dan kun je toch rustig een linkse stem uitbrengen?”

In mijn gedachten zag ik beelden uit mijn jeugd. Wij waren hervormd dus wij stemden CHU. Geen idee wat dat voor partij was? Hierbij een link naar meer informatie >>>.
Mijn vader was actief voor die club, dus wij kregen stickers en folders om rond te brengen in de buurt. Dat was in de tijd dat Nederland nog onderverdeeld was in zuilen: een protestants-christelijke, een rooms-katholieke, een socialistische (sociaal-democratische) en een liberale zuil. De CHU-ers vielen onder de eerstgenoemde, maar die waren onderling ook nog weer zeer verdeeld qua geloofsopvatting.

Dat hervormde CHU-meisje huist nog altijd ergens diep in mij, maar de vrouw die ik inmiddels ben geworden denkt al lang niet meer zo; voortschrijdend inzicht heet dat.
Het gesprek met de collega’s hielp mij om de standpunten op een rijtje te zetten.
Gistermiddag stond ik in het stemhokje en mede door het gesprek op kantoor in de ochtend aarzelde ik niet.

Reageren

Pagina 154 van 264

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén