een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 185 van 265

25 februari: To the market.

In juni van dit jaar waren wij drie  weken in Canada; een geweldige vakantie en een memorabele ervaring.  Voor de thuisblijvers namen we kleine kadootjes mee;  sokken,  een notitieboekje, zulke dingetjes. Mijn moeder was de thuisblijver die de meeste moeite had met onze afwezigheid. Wat zou ik voor haar meenemen?

Ze had alles al. Kopjes,  glazen, sjaals, onderzetters, toen we haar huis leegruimden bleek het nog meer te zijn dan we hadden ingeschat.  Op de laatste dag van onze vakantie in Canada vond ik een toepasselijk souvenirtje: een notitieblokje met een boodschappenlijstje. ‘To the market’ stond erop.  In die tijd deed ik al heel vaak boodschappen met mijn moeder bij Meintjes en wat ze nodig had stond altijd op een oude envelop van een rekening of een bankafschrift.

Ze was verrassend blij met het kleine notitieboekje. Inderdaad, zo’n boodschappenbriefje had ze nog niet. “Wat een goed idee ja. Wat stiet d’r eigenlijk op?” “Naar de markt.”
“Daor gao ‘k niet meer hen, maor die brieffies zal ik wel gebruuken”.

En warempel: ze gebruikte ze.
De laatste boodschappen (foto links) heeft ze niet meer gedaan.
Ze was toen al ziek; we belden de boodschappen toen door naar Meintjes, maar al gauw had ze niet zoveel meer nodig.
Toen mijn moeder overleed lag het notitieblokje nog in het mandje op de keukentafel.
Inmiddels ligt het op mijn aanrecht en gebruik ik het voor de ‘maandagse’ boodschappen.
Voor de donderdag heb ik een uitgebreidere, uitgeprinte lijst, met een een waslijst aan artikelen in de volgorde zoals ze in de winkel staan.

Op maandagmorgen  ga ik dus ’to the market’.
Denk even aan mijn moeder.
En ook even aan Canada.

Reageren

24 februari: STOM! (2)

Het positieve heeft de overhand op deze website, maar er zijn natuurlijk ook wel dingen waar ik me groen en geel aan erger. Heel af en toe mag ik van mezelf mopperen en vul ik een blog met dingen die ik STOM vind. De laatste keer dat ik dat deed was december 2015, het is nu al 2018: dan mag het wel een keertje weer.

Hierbij een kleine opsomming van stomme dingen begin 2018:

  • Dat het ’s avonds na half elf beneden altijd nog zo gezellig is, maar dat de wekker de volgende morgen wel om 06.00 uur staat.
  • Dat we op alle mogelijke manieren werkelijk worden bestookt met reclame. En dan ook nog van die infantiele en irreële reclame.
  • Dat er steeds minder mensen naar de vieringen van de PKN-gemeente komen.
  • Februari.
  • Autoruiten krabben.
  • “Hij weet niet hoe!” van Benny Nijman. De radio gaat uit bij dat nummer.
  • Dat het nog zo lang duurt voor deel 2 van Hendrik Groen op de tv komt.
  • Dat een crimineel als Willem Holleeder zoveel media-aandacht krijgt.
  • Dat Henk Mouwe niet meer op Radio 5 te beluisteren is en dat er daarom steeds minder ‘Henkie’s‘ te horen zijn.
  • De onophoudelijke stroom van goede adviezen, ge- en verboden op het gebied van gezondheid; je mag amper meer genieten van het leven.
  • Dat ik eigenlijk erg van lezen houd, maar dat ik de laatste twee maanden geen boek heb gelezen.
  • Thierry Baudet en Geert Wilders.
  • Syberische kou in aantocht…….met daarbij het onvermijdelijke gemekker over de Elfstedentocht. Ik weet niet wat ik erger vind: de kou of het gezever.

Benieuwd naar wat ik in 2015 stom vond? 30 december 2015: STOM!

In 2021 publiceerde ik STOM! deel 3.

Reageren

23 februari: Mafkees? Revolutionair? Profeet? Messias?

Jozef was ik al eens. En Farizeeër. Ook stond ik al eens als de verschijning van de profeet Eilia op een berg waar ik samen met Mozes aan Jezus verscheen.
Woensdagavond was ik even een Joodse leider. Met onze gespreksgroep hadden we deze avond een keer geen gesprek met elkaar, maar deden we als groep mee aan ‘Bibliodrama’ onder leiding van Bart Elbert.
Centraal stond het verhaal uit Johannes 2:13-25. Jezus komt op het tempelplein in Jeruzalem en wordt zo kwaad over de handel die daar is ontstaan, dat hij de handelaren met hun vee de tempel uitjaagt en de tafels van de geldwisselaars omgooit. (verhaal lezen? klik hier voor dit gedeelte in de basisbijbel)
We beleefden met elkaar op verschillende manieren de vele aspecten van dit verhaal.
We konden vragen stellen aan de spelers in dit verhaal en kregen verrassende antwoorden.
We maakten kennis met een brave geldwisselaar die zich van geen kwaad bewust was; je had nu eenmaal speciaal tempelgeld nodig en hij bewees de tempelgangers een dienst door al hun verschillende muntgeld om te wisselen. Een goede baan. Hij had ook vier bloedjes van kinderen die allemaal gekleed en gevoed moesten worden.
De handelaar was ook goed bezig. Door de het vee bij de tempel aan te bieden, hoefden de mensen van buiten Jeruzalem die naar de tempel kwamen niet met hun eigen vee te zeulen. Ze kochten gewoon een rund of een duif op het tempelplein. En ja, daar verdiende hij wel wat aan: een mens moet toch ergens van leven nietwaar?

De twee Joodse leiders ergerden zich groen en geel aan die mafkees die zo’n chaos veroorzaakte in hun zorgvuldig in stand gehouden domein. Al was één van hen wel danig aan het twijfelen gebracht over hun eigen rol. Daar kon de ander helemaal geen begrip voor opbrengen. Oproer en chaos kunnen leiders zich nu eenmaal niet veroorloven, dus er werd gehandhaafd.

Eén van de toeschouwers gaf de sfeer heel duidelijk weer. Hij durfde zich niet uit te spreken over wat Jezus had gedaan: hij was bang.
De muren hebben oren; voor je het weet wordt je zelf opgepakt!
Een andere toeschouwer vertelde dat hij vegetariër was en zich zorgen maakte om het welzijn van de dieren die geofferd werden. Maar daar hadden de Joodse leiders en de handelaar helemaal geen boodschap aan: het was een offer voor God; voor de goede zaak!
En geheel volgens de regels: het vlees was kosjer, varkens bijvoorbeeld kwamen er niet in.
Andere toeschouwers hadden bewondering voor Jezus. Dat hij dat durfde: zo in opstand komen tegen de gevestigde orde!

Na afloop zaten we in de kring voor een kleine evaluatie.
Iedere keer is het weer verbazingwekkend hoe een verhaal tot leven komt als je er met elkaar zo in duikt. Hoe het voor de verschillende personages in het verhaal geweest moet zijn.  Hoe Jezus zijn zelfbeheersing verloor; hij was tenslotte ook ‘gewoon’ een mens.
Hoe bijzonder het was wat hij deed.
Het deed ons denken aan wat Luther deed in de 16e eeuw: je durven uitspreken tegen de gevestigde orde.
Daarbij ontdekten we hoeveel parallellen er waren met onze huidige maatschappij.
En over rollen gesproken: onze rol daarin.

Op 4 maart zal de ochtend-viering in het teken staan van dit verhaal en zal Ds. Elbert de ervaringen van woensdagavond gebruiken. Altijd bijzonder om dan zo’n viering mee te maken.
Dit seizoen ook nog een keer meedoen? 14 maart en 25 april zijn de data, 20.00 uur in Op de Helte. Nog twee avonden om op verhaal te komen.

Benieuwd naar eerdere bibliodrama-verhalen?
Jozef
schriftgeleerde.
Elia 

Reageren

22 februari: Luisteren luistert nauw.

De 6e Franse les van 2018.
Dinsdagavond wandelde ik zo’n 25 minuten door de vrieskou naar onze lesruimte; deze keer had Piet (Pierre op dinsdagavond ) een spreekbeurt. Hij vertelde ons in het Frans van alles over ons drinkwater. We moesten wel goed opletten tijdens zijn verhaal. Veel specifieke termen had hij keurig vertaald, maar die sloten niet helemaal aan bij onze luistervaardigheid. Maar juf vindt het altijd belangrijk dat we de strekking van het verhaal kunnen volgen; dat is in Frankrijk namelijk ook zo.  Door de snelheid waarmee de Fransen spreken en door het bijna altijd aanwezige accent krijg je nooit alles letterlijk mee. Wat wij van Piet begrepen is dat ons drinkwater spotgoedkoop is en dat het in Nederland op het gebied van drinkwater prima geregeld is.

Hoe moeilijk luisteren naar Frans sprekende mensen is, bleek uit het verhaal dat onze juf vertelde. “Wat is Olympische Spelen in het Frans?” vroeg iemand.
“Les Jeux Olympique” was het antwoord. Ze begon wat giechelig te vertellen.
Bij één van haar examens Frans was destijds ook een luistertoets geweest, onderwerp Les Jeux Olympique. Maar in haar zenuwen had ze dat niet goed verstaan. Zij had gehoord “Les jeux, oh, lui pique!” (vertaling: Oh, wat prikken hem de ogen!”).
Daarna had ze de tekst niet goed begrepen. Ze had geprobeerd te ontdekken waarom die ogen zo prikten, maar ze kwam helemaal niet in het verhaal.
Ze haalde geen goed cijfer….. gelukkig kon ze er achteraf om lachen.

Wij hoeven geen examen meer te doen.
Wij zijn al blij als we het huiswerk redelijk foutloos gemaakt hebben; altijd fijn als je dan weer zo’n mooie krul mag zetten!
Dinsdagavond gingen we cijfers oefenen. Juf zei eerst een cijfer in het Nederlands, dat moesten wij in het Frans opschrijven. Daarna zei ze een cijfer in het  Frans en moesten wij het in het Nederlands vertalen. En weer maakte ik dezelfde fout als vroeger op school: ik haalde vingt quatre (24) en quatre vingt (80) door elkaar.
Een deja vu.
Bij één cijfer werd weer even goed duidelijk dat juf onderwijzer is. Die hebben namelijk altijd gelijk. Drie leerlingen hadden opgeschreven ‘cinq cent quarante sept’ (547). Fout. Juf vond dat ze had gezegd ‘cinq cent quarante cinq’ (545).
Had zij het nou niet goed gezegd?
Of hadden wij niet goed geluisterd…..

Reageren

21 februari: Er zijn is genoeg.

Maandagmiddag fietste ik naar verzorgingshuis Vredewold voor een bezoekje aan mijn ex-buurvrouw Zwanny. Het was al even geleden dat ik haar had opgezocht; dat had alles te maken met de zorg en de aandacht die mijn moeder de laatste maanden van haar leven nodig had. De laatste keer dat ik Zwanny bezocht was mei, toen had ik mijn gitaar mee;  (zie De uil in de olmen) die had ik nu bewust thuis gelaten. Van een gemeentelid van de PKN had ik gehoord dat het niet zo goed met haar ging, ik wilde haar graag nog een keer bezoeken.

Het viel me inderdaad niet mee. Er was geen herkenning meer en ze lag in bed, maar ze deed nog wel haar best om een gesprek te voeren. Dat lukte ook al niet heel goed meer; ze vroeg herhaaldelijk hetzelfde en was voortdurend in de war. Dan is het voldoende om er te zijn. Geruststellend een gesprekje voeren over het weer en het eten. En over haar overleden echtgenoot Jan die ze zich niet meer voor de geest kan halen. Over Roden, waarvan ze niet weet dat ze er ooit gewoond heeft. Of Leek, waarvan ze niet weet dat ze er nu woont.

Er speelde een CD van een Christelijk Mannenkoor op de achtergrond met Johannes de Heer liederen, maar daar hoorde ze kennelijk niks van. Toen ik haar vroeg naar de muziek zei ze dat ze geen muziek hoorde.
“Wat vond jij vroeger een mooi lied”? vroeg ik haar. “De weg was recht, de weg was krom, nooooit kwam Berend Botje weerom!” Ze zong het helemaal helder en keek me stralend aan. “Die ken ik nog wel!” Samen zongen we het hele lied van Berend die naar Zuidlaren ging maar in Amerika terecht kwam. Daarna zongen we De Heer is mijn herder, Ga niet alleen door ’t leven, Welk een vriend is onze Jezus en Scheepke onder Jezus’hoede.

Ze mag dan helemaal in de war en dement zijn, op het moment dat ik iets anders zong dan zij was het weer dezelfde, heel soms een beetje kribbige Zwanny van vroeger. Ze kon heel dwingend zijn als ze het niet met je eens was……ook maandagmiddag kreeg ik commentaar, ik zong per ongeluk wat regels van een eerste couplet van een lied, terwijl zij het tweede zong. “Hij schraagt m’als ik wankel, Hij draagt m’als ik viel!”

Niet meer weten waar je woont en wel discussiëren over een liedtekst; het blijft onbegrijpelijk.

Reageren

19 februari: Onvoorwaardelijke liefde.

Zondagmorgen ‘heel rustig’ betekent vaak ’s avonds een viering.
Dat was vorige week al het geval en ook gisteren zaten we om 19.00 u in de Catharinakerk; maar we waren veel minder ontspannen dan bij Bach.
Met het PJAG-kwartet werkten we mee aan deze viering.

De organist zou Erwin Wiersinga zijn, maar die mailde vrijdag dat hij verhinderd was; hij liet zich vervangen door zijn leerling Matthew Schembri.
Om half zes stond hij ons al op te wachten, minstens zo gespannen als wij.
Matthew studeert aan het Prins Claus conservatorium in Groningen en hij oefent wel vaker in deze kerk met Erwin. Na het inspelen en oefenen waren zowel Matthew als de kwartetleden helemaal gerust gesteld. Toen kregen we van koster Didi een heerlijke kop koffie en aten we een broodje en een mandarijntje.

Het zingen ging  helemaal goed; de liederen met orgel/Matthew en drie liederen die we zelf begeleidden met gitaren. Het thema van de viering was ‘onvoorwaardelijke liefde‘, het thema van ‘Kerk in Actie’ voor de 40dagentijd. Daarom zongen wij o.a. ‘de liefde’, een lied dat Gerard en ik samen ook zingen.
Onderaan dit blog kun je dit lied beluisteren; het is de letterlijke tekst van 1 Corinthiërs 13, wij hebben het lied overgenomen van de gospelgroep ‘Marturion’ uit Beilen, die het eind jaren ’70 uitbracht.

Het was een mooie vesper, waarin de teksten en de liederen goed op elkaar afgestemd waren. We kregen fijne reacties na de viering. Eenmaal thuis kregen we nog een telefoontje van een kerkbezoeker; hij had wel gezegd dat het kwartet mooi gezongen had, maar hij was vergeten om te zeggen dat het zo’n mooie, waardevolle vesper was geweest. Een groot compliment voor de ZWO die deze dienst had voorbereid, die kunnen ze in hun zak steken!

Benieuwd naar  de viering? Je kunt hem terugluisteren op Kerkomroep. 18 februari, Catharinakerk 19.00 u.

‘Maar meeste van die is de liefde….”:

 

Reageren

18 februari: Rommel-zaterdag en ‘rustige’ zondag.

Een weekend met bijna niks.
Een rommel-zaterdag.
De afgelopen week had ik van 16 blauwe rondjes met restanten van handwerkprojecten 16 gekleurde vierkanten gemaakt (zie: Van rondjes naar vierkantjes).
Die bracht ik gistermorgen na de koffie wandelend in de zon naar Hetty.
Als de deken klaar is krijg ik een foto van het resultaat: ben benieuwd!

Inmiddels is ‘mijn’ kamer bijna klaar. Gistermiddag bracht ik al mijn handwerkspullen over naar de stellingkast die daar staat. In de afgelopen week had ik wat opbergdozen gekocht/gemaakt voor die kast en alles heeft een plekje gekregen. We zetten het bed ( dat een lichter kleurtje heeft gekregen) er weer in en hingen wat mooie dingen aan de muur. Klaar! Mooi op tijd want vrijdag komt een logee mijn kamer inwijden.

In de rust van de zondag zaten we aan ons ontbijt met uitzicht op de tuin. Wat kun je dan genieten van de vogels. Het vet-taartje met zaden staat bij de zonnewijzer op een tafeltje en de merels doen er zich te goed aan. Die beesten gunnen elkaar het licht in de ogen niet.
Er mag kennelijk maar één merel tegelijk op het tafeltje zitten, zodra er een ander ook wil gaan zitten ontstaat er een territorium-conflict. Kostelijk om te zien hoe dan een duif bedaard op het cirkeltje van de zonnewijzer neerdaalt en de merels alle kanten opstuiven.
Koolmeesjes, roodborstjes, mussen, zelfs eksters: ze weten onze tuin te vinden. Gerard is qua wintertuin niet heel erg opruimerig en er ligt nog een hoop oud vergaan herfstspul op de zwarte aarde. Dat vinden vogels fijn. Het is prachtig om te zien hoe ze onder de heg scharrelen, met hun snavel een takje of blad wegtrekken en dan de insecten die lekker beschut onder dat blad zaten verorberen. Ze zijn er maar druk mee.

de Nederlandse ‘Zondagswet’ verbiedt  “openbare vermakelijkheden” op zondagen, maar daar trekken de vogels zich niks van aan.
Een kopje koffie, breiwerkje erbij: wij laten ons vermaken.

Reageren

17 februari: Wát voor groet?

Vrijdagmiddag 13.30 uur yoga & pilates: het zit al in mijn systeem (lees hierbij Yoga met een verhaaltje).
Geen les-uur is hetzelfde. Balans oefeningen, spieroefeningen, op de grond, tegen de muur, met een bal of een stok: de keuze is kennelijk reuze, want we doen steeds iets anders.

Sinds vorige week bestaat het lesuur voor de helft uit yoga-pilates en voor de andere helft uit val-training. Het heet ‘Veilig in Beweging’; deze cursus voor volwassenen is ontwikkeld door fysiotherapeute Trijntje Hagenauw van ‘Mens in Beweging’ en judo leraar Michel Nijenhuis van Jiritsu>>>. Tijdens deze lessen (6) gaan de deelnemers aan de slag met spierversterkende en bewegingsvergrotende oefeningen, veilig leren vallen en opstaan.
Dat klinkt spectaculair en in mijn beleving is dat ook zo.

Wat we nu leren is bewustwording: hoe val je? Wat doe je in je eerste reflex?
Vorige week gingen we leren hoe je het beste kunt opstaan als je ruggelings op de grond ligt. En daarna hoe je dat doet als je geblesseerd bent, dus als je één arm of been niet kunt gebruiken. Hééél leerzaam!  De moeilijkheidsgraad wordt langzaam opgebouwd. Op je hurken zitten en achterwaarts op een dikke mat vallen. Je val een beetje breken door met je onderarmen hard op de grond te slaan, net als bij judo ‘afslaan’.

Michel is een hele grote man en toen hij de eerste keer hard afsloeg wipten de dames die het dichtste bij hem zaten van schrik een stukje omhoog van hun matje. BAM!
Wij zijn ook niks gewend…..

Gistermiddag gingen we een stapje verder: we liepen achterwaarts naar een dikke mat toe en bij het kussentje moest je achterwaarts vallen. Tijdens de oefeningen merk ik dat ik ‘een schieterd’ ben. Ik durf me niet gemakkelijk te laten vallen, maai gelijk met m’n armen naar achteren en krijg vervolgens te horen dat je dat juist niet moet doen, omdat de kans op breken dan veel groter is. De val moet je breken met je lichaam en niet met je armen of benen.  (op de foto Trijntje en Michel die een oefening voordoen).

De laatste oefening was zijwaarts vallen. We moesten de arm omhoogsteken van de kant die we opvielen, met de billen naast de voeten gaan zitten en zijwaarts omrollen. Een vreemd gezicht; in mijn ogen leek het of iedereen spontaan de Hitlergroet bracht. Maar dat zag ik verkeerd, het was de beweging die Superman maakt! Dat associeert ook een stuk lekkerder moet ik zeggen.

We lachen wat af met elkaar, want het gaat natuurlijk niet allemaal goed.
Er zijn maar enkele natuur-val-talenten, alle anderen (inclusief ik) moeten heel erg nadenken over de volgorde van wat we moeten doen en als we het ene wel doen, vergeten we het andere. Maar wat is het goed dat we dit doen.
Want vallen valt niet mee. Valt eigenlijk altijd tegen. We leren het nu met vallen en opstaan, want er is zoveel waar je over kunt vallen!
En wat je niet wilt worden: een gevallen vrouw…… Michel en Trijntje behoeden ons er voor.

Reageren

16 februari: 1976

Rond mijn verjaardag in oktober kreeg ik een mailtje van een vriendin van het MAVO-mini-reünie-clubje waar ik wel eens over schrijf.

Dit schreef ze:
Ada, dankzij jouw weblog had ik gisteren een bijzondere ontmoeting. 
Van een medeleerling, met wie ik ooit kort verkering had op de MAVO, kreeg ik een mail binnen op mijn werkadres. Ik was verbaasd en verrast.
Gisteren elkaar ontmoet. Dat was gezellig en bijzonder en voelde heel vertrouwd. Maakt dat er herinneringen naar boven komen. Op mijn vraag hoe hij me op het spoor was gekomen, vertelde hij van jouw weblog en daar stonden die oude foto’s van ons op. Mijn dank.”

Wat  zo’n blog dan teweeg kan brengen.
Niet veel later na bovenstaande mail kreeg ik zelf een reactie van die bewuste leerling.
Was een prachtige tijd op de MAVO in Smilde.
Las dat jullie af en toe nog wel eens bij elkaar komen met 5 dames. Leuk hoor.
Mocht er nog eens een reünie komen dan, ben ik graag van de partij.

We kwamen in contact en spraken af dat we elkaar eens met z’n drieën  zouden ontmoeten. Om 14.00 uur gistermiddag zagen we elkaar bij Van der Valk in Assen.
Wat ontzettend leuk om iemand na zoveel jaar weer te ontmoeten en herinneringen op te halen. “Hoe kwam je nou op mijn blog?” vroeg ik hem. Hij had gezocht naar Christelijke Mavo Smilde en was toen op een blog van mei vorig jaar uitgekomen (zie mini-reunie >>>), met daar onderin links naar vorige blogs over het vriendinnenclubje. En over Schuttrups >>> ,  de onvergetelijke, iconische conciërge op die school.
Al pratend zagen we hem in onze gedachten weer staan in zijn grijze stofjas.

We bespraken alle leraren, we noemden heel veel namen van medeleerlingen en vertelden elkaar hoe onze levens tot nu toe waren verlopen. Hij liet nog wat foto’s zien van de ochtend; samen hadden ze wat herinneringen opgehaald aan hun verkeringstijd en hadden o.a. ‘het Kotje’ opgezocht, waar vroeger wel eens MAVO-feesten werden gegeven.
Dat is nog steeds als feestruimte te huur en toen ontstond heel voorzichtig een plannetje……
Twee uren vlogen voorbij.

Met een hoofd vol herinneringen aan 1973-1977 reed ik weer naar huis.
Op radio 5 kwam heel toevallig Queen met ‘Somebody to love’ voorbij. Uit 1976.
Ik weet nog dat het nummer uitkwam, toen zat ik in MAVO-4.
Toeval bestaat niet.
Ook luisteren? You tube: >>>>
Sweet memories.

Reageren

15 februari: Zuks bedenk ie van te veuren niet.

Een muzikale duuzendpoot, dat is een goeie umschrieving veur Daniël Lohues.
In januari schreef ik al dat ik op 14 februari veur de karke een aomnd zul verzörgen over dizze veulziedige Drent. Dit stun d’r in het activiteitenboekie: 
Graag neem ik je mee op een verkenningstocht naar de duizendpoot Daniël Lohues.

Dat gaan we doen door te luisteren naar zijn muziek en het lezen en bespreken van zijn teksten. (meer lezen: zie: Lohues de…. ).

Lichtelijk gespannen is een understatement; ik haar flink last van ‘kloet’n in de boek’.
Zingen veur publiek: ik drei mien haand d’r niet veur um. Maor dit was een soort lezing en ik haar het zölf bedacht. In november haar ik d’r deur de drokte rondom het overlieden van mien moe nog hielemaol niet over naodacht wat ik zul gaon doen. Pas nao de karstvekaansie kwam d’r ruumte in de kop. En ie kunt het wel mooi bedenken, maor de deelnemers moet het ok een beetie leuk vinden. Niet iederiene is zo wég van Lohues as ik….
As uutgangspunt nam ik alle underdielen die ik nuumt haar in de ankondiging en bij ieder aspect keus ik wat liedties uut. Wij luusterden d’r naor, lazen met (de teksten kreeg iedere aanwezige in een boekie veur zich) en wij preuten in kleine groepies over wat wij heurd hadden en wat dat met oons deu. Zo ontstun d’r vanzölf ‘verbinding’, wat dan weer mooi paste bij het thema van dit seizoen ‘Samen-ver-binden’.

Wat ik, naost de verbinding, graag wol bereiken met dizze aomnd, was het vestigen van de aandacht op de warkelijk prachtige teksten die Lohues schref; dat is prima lukt.
Het kostte mij gien enkele muite om de aomnd an mekaar te praoten, ik heb d’r van geneuten. Nao ofloop was wel duudelijk dat ok de meinsen in de zaal het naor de zin hadden had; complimenten bint altied fijn. Maor het mooiste compliment had een hiel verdrietige achtergrond. D’r was ien oldere mevrouw die ik niet kende. Ze was ok niet hiel prominent aanwezig in de kringgesprekken. Toen ze weggung nam ze mij eem apart: ze wol mij persoonlijk bedanken veur de veur heur betiekenisvolle aomnd.
Heur zeun was vief jaor geleden op 44-jaorige leeftied overleden. Die was hielemaol gek west van Daniël Lohues en luusterde altied naor muziek van hum. Daor haar zij nooit veul van begrepen. Toen de ankondiging veur dizze aomnd in het karkeboekie kwam haar ze dacht: “As ik wat te weten wil kommen over Lohues, moet ik daor hen gaon”.
En ze was d’r; ze vertelde dat ze d’r hiel veul an had had. Het reup hiel veul op an emotie, maor op heur manier had ze z’r van geneuten. Zuks bedenk ie van te veuren niet a’j zo’n aomnd veurbereidt.

Naost zanger is Lohues ok schriever en ien van zien columns uut het Dagblad van het Noorden heb ik gisteraomnd veurlezen. ‘Deurzwemmen’ stiet d’r boven. Klik hier  PDF Doorzwemmen, column 16 december 2017  veur een PDF met de tekst.
Met dank aan de ‘meester himself’.

Reageren

Pagina 185 van 265

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén