een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Lezen Pagina 14 van 17

27 juni: Ooievaars op de Mensinge

ooievaarIeder jaar broedt er een ooievaarspaar op de schoorsteen van havezate Mensinge in Roden.
Bij de ingang van de havezate  staat een informatiebord met alle ins en outs van het hele broed-gebeuren in het voorjaar.
Dat was eerst niet zo.
Bij de Mensinge was men in het begin niet zo blij met de ooievaars. Ze scheten namelijk de schoorsteen en het stuk dak daaronder helemaal vol.
Men bedacht dat de ooievaars wel welkom waren, maar niet daar, dus er werd een hoge paal geplaatst 50 meter verderop in een stuk grasland, waar ook alvast een nest op werd  geplaatst. Dat zouden de vogels vast wel op prijs stellen.

Het voorjaar daarop kwamen de ooievaars terug en inderdaad: het nest werd erg op prijs gesteld. Ze gebruikten het materiaal voor hun eigen nest, dat ze bouwden op de schoorsteen van de Mensinge.
Een wereld-verhaal vind ik het.

In mijn jeugd waren er geen ooievaars in ons deel van het land. Ze waren immers bijna uitgestorven. Ik kende de vogel alleen uit een boek van Dik Trom (zie >>>)  en uit het sprookje ‘Kalif Ooievaar’, een spannend verhaal uit een dik sprookjesboek uit mijn jeugd. Ieder jaar spot ik tegenwoordig de ooievaars die gelukkig weer terug zijn. Ze zijn te zien op de Mensinge en op vele andere plaatsen in onze omgeving. Even zo vaak zie ik dan in mijn hoofd de Kalif met zijn grootvizier giechelend in het weiland staan. Ook benieuwd naar het oude sprookje? zie>>>

Reageren

17 mei: Ie lacht je de buuze uut.

Drentse vlagOp 22 meert schreef ik dat ik met daon haar met een schriefwedstried van het Huus van de Taol. De opdracht was een veurleesverhaol veur volwassenen.
Inmiddels is de uutslag binnen en ik heur nie bij de prieswinnaars.
Dit stiet d’r over op de website van het Huus van de Taol >>>

Nou bin ik netuurlijk wel slim beneid naor de aandere verhalen. Ik kun niet hen de priesuutreiking, want die middag mus ik hen ’t ziekenhuus.
Ik weet niet of ze d’r nog wat van publiceert, ik wacht het wel eem of.
Het verhaol dat ik instuurd haar publiceer ik vandaag zölf: dat is het mooie a’j zölf een website hebt. Hierbij dus een link naor  ’t  Veurleesverhaol – Ie lacht je de buze uut.
A’j al een poossie met mij metleest op dit blog, dan komt sommige passage’s je vast wel bekend veur. Veul leesplezier!

Reageren

22 april: Guus en Lienke.

Voor mijn verjaardag kreeg van vrienden uit Peize een boek.
Het heeft een lange titel: “Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd” en het is geschreven door Charles den Tex en Anneloes Timmerije.

vergetenHet boek vertelt  het verhaal van Lienke en Guus Hagers; ze hebben in elkaar de liefde van hun leven gevonden. In Nederlands-Indië zijn ze gelukkig, tot ook daar de Tweede Wereldoorlog doordringt. Hij is gevechtsvlieger van de Indische luchtmacht en wordt voor een korte missie naar Australië gestuurd. Voor hij terug kan, valt Japan Indië binnen en wordt Lienke gevangengenomen.

Drie jaar lang vecht de vliegenier om te kunnen terugkeren naar Java, naar zijn vrouw. Alles wat hij doet, doet hij voor haar. Tot zijn eigen verbijstering raakt hij daardoor verstrikt in een vuil politiek spel. Na de oorlog worden Guus en Lienke op een hartverwarmende manier herenigd.

Het is een mooi verhaal. Voor mij was het vooral een kennismaking met de geschiedenis van Nederlands Indië en hoe het er aan toe ging in de Jappenkampen. Omdat de mensen hier in Nederland ook erg hadden geleden onder het Duitse bewind in de Tweede Wereldoorlog was er na de oorlog heel weinig aandacht voor de verhalen van de mensen die uit Nederlands Indië kwamen en onder de Japanse overheersing hadden geleden.
Want dat was het: lijden.
Het boek had wat mij betreft wel honderd pagina’s korter gekund. Het vliegen, de vliegtuigen, de plaatsnamen van alle vluchten: het was allemaal wel heel gedetailleerd beschreven. Maar ondanks dat was het een onderhoudend boek en heb ik de laatste honderdvijftig bladzijden in één avond uitgelezen.

Reageren

28 februari: De mooiste vis van de zee.

lunaVanmiddag gingen we op kraambezoek bij Luna en haar ouders.
De moeder van Luna is de dochter van een zus van Gerard en woont in Enschede.
Luna is al 9 maanden. Normaal gesproken gaan wij eerder op kraambezoek, maar door Gerards ziekte werd het iets later.
Links een foto van Luna: ze speelt met een ballen-apparaat terwijl wij een kop thee dronken met mama en papa.
Wij nemen als kado altijd een zelfgebreid vestje mee én een mooi prentenboek.
Eén van de beste prentenboeken voor kleine kinderen vind ik ‘De mooiste vis van de zee‘.
Ook vanmiddag nam ik dat boek weer mooi ingepakt mee.

Toen Carlijn klein was, was het nieuw, het kwam uit in 1998, het is geschreven door Marcus Pfister. Carlijn was er helemaal gek van. Ze was als vijfjarige furieus toen we het boek niet voor de tweede keer konden verlengen in de bibliotheek, omdat het gereserveerd was  voor een ander kindje.

RegenboogHet boek speelt zich af in de zee. Hier leeft Regenboog, een vis met kleurrijke, glanzende zilveren schubben. Regenboog is verreweg de mooiste vis van de zee, maar is zich daar ook goed van bewust. Hij doet hooghartig en schept op over zijn mooie schubben.
Als een klein visje aan hem vraag of hij één van de zilveren schubben van Regenboog mag hebben, lacht die hem heel hard uit. Maar daarna wil geen enkele vis in de zee nog met Regenboog spelen.

Een zeester adviseert hem naar de oude Octopus te gaan om hem om raad te vragen. Die zegt tegen Regenboog dat hij alle vissen die erom vragen een van zijn schitterende schubben moet geven. In het begin wil Regenboog dit niet, maar als hij eenmaal begint met het uitdelen van de zilveren schubben wordt hij steeds vrolijker. Regenboog leert dat hij ook zonder zijn schubben gelukkig kan zijn en alle vissen willen weer met hem spelen!

De hoofdgedachte van dit verhaal is dat je gelukkiger wordt van het delen van mooie en fijne dingen met elkaar.  Dat had Carlijn als vijfjarige nog niet helemaal begrepen……

Reageren

7 februari: Opa Toetoet raakt de kluts kwijt

Gisteren had ik de jaarlijkse winkeldag met mijn tante.
De eerste zaterdag in februari doen we altijd  met z’n tweeën een dagje Emmen.
Het is de bedoeling dat we shoppen, maar er gaat ook veel tijd op aan koffiedrinken, bijpraten, lunchen, bijpraten, theedrinken en bijpraten.

Voor mijn tante worden deze dagen samen steeds belangrijker.
Mijn oom heeft namelijk de ziekte van Alzheimer en zij is zijn mantelzorger.
Heel geleidelijk sloop de ziekte binnen in hun leven.
Het proces is al jaren aan de gang en steeds moeten er kleine stukjes ‘samen’ worden ingeleverd. Niet meer autorijden. Niet meer fietsen.
Afgelopen week werd een nieuw hoofdstuk aan het trieste verhaal toegevoegd: niet meer alleen thuis. Tot voor kort kon ze nog wel even het dorp in fietsen voor een boodschap of een bezoekje, maar deze week liep hij twee keer van huis en kon hij de weg terug niet meer vinden. Zoon en buren hielpen zoeken en hij werd weer gevonden, maar als ze nu weg wil moet er iemand komen oppassen. Opa Toetoet
Hij heeft de ziekte van Alzheimer, zij lijdt eraan.

Het stel heeft twee kleinkinderen: een meisje van 6 en een jongetje van 2.
Voor hen kocht mijn tante vorig jaar het boek: Opa Toetoet raakt de kluts kwijt >>>
van Chris Veraart. Het is een helpend boek. Het vertelt het verhaal van opa die in het begin af en toe wat in de war is, die later met een busje wordt opgehaald voor de dagbesteding/dagopvang en die tenslotte woont in een beschermde woonvorm.
Het is een aanrader voor iedereen die met deze problemen kampt.

Tante liet mij foto’s zien die ze had gemaakt van het kleinzoontje van 2 jaar. Hij zit alleen in een grote stoel en heeft het boek van Opa Toetoet op schoot. Aandachtig bekijkt hij de plaatjes en benoemt wat hij ziet. ‘Opa bus’.  ‘Opa feest’.
Wat een mooie manier om zulke jonge kinderen te leren omgaan met die moeilijke werkelijkheid.

Reageren

12 januari: Hier. In Roden. Maar dan 5000 jaar geleden.

In de kerstvakantie kregen we bezoek van ‘meester Henk’, de onderwijzer van groep 3 / 4 van basisschool ‘de Haven’.
Hij kwam een bloemetje brengen en even horen hoe het met Gerard was.
We dronken genoeglijk koffie en we kregen het over de Rodense Boekenmarkt, waar Henk sinds jaar en dag vrijwilliger is.
Hij was inmiddels gepromoveerd tot ‘zaalhoofd’ vertelde hij trots.

“Heb je mijn boek al eens gelezen?” vroeg hij.
Nee, daar was het nog niet van gekomen, al had ik er wel van gehoord toen het uitkwam.
Het boek heet “Dricka en de nomaden op de kwelder” (zie meer info >>>).

hunebed Steenbergen

Hunebed D1 bij Steenbergen

Het speelt zich af in en om Roden, Borger en Texel, maar dan 3000 jaar voor Christus.
We lezen over ‘ons’ hunebed bij Steenbergen, over het grote hunebed bij Borger, over het dagelijkse leven in de dorpen Rona, Borga en het kamp Tesla en we volgen de levensloop van het steentijd-meisje Dricka.
Het heeft wel wat weg van de boeken van Jean M. Auel in de serie De Aardkinderen (deel 1 ‘de stam van de Holebeer’) over het meisje Ayla.

Het is een jeugdboek, maar ook als vijftig-plusser kun je er nog erg van genieten.
Wil je weten wat ik er van vond? Klik dan hier Dricka voor een recensie van het boek.

Reageren

6 oktober: Ziekenhuislectuur

kankerVanmorgen hadden we om 08.15 uur afspraak voor een beenmergpunctie in het UMCG.  Zo’n punctie is nodig om te bepalen hoe de conditie van het beenmerg is en of er stamcellen uit ‘geoogst’ kunnen worden. Gerard had in maart ook al eens zo’n beenmergpunctie gehad en dat viel hem toen erg tegen. “Het is beslist geen feest” zie hij daarover. Hij keek er dus ook niet naar uit, maar deze keer viel het hem minder zwaar. “Je weet wat er komt, je bent beter voorbereid op de pijn.” Na de behandeling moest hij nog een kwartiertje plat liggen en vervolgens mochten we weer naar huis. Om 10.15 uur zaten we samen aan de koffie. A.s. vrijdagmiddag hebben we het volgende gesprek met de hematoloog, dan horen we wat de uitslag van de punctie is en horen we ook hoe de eiwitwaarden zijn. Een spannende dag.

Tijdens het wachten in het UMCG lazen we om de tijd te doden wat van die bladen die altijd in de ziekenhuiswachtkamers liggen. Een Libelle uit februari met zelfgemaakte paastafel-versieringen. Een Story van begin mei met een verslag van Koningsdag.
Mijn oog viel op een Quest. Dat blad kende ik eigenlijk niet, maar ik vond het erg leuk. Zo leuk, dat ik niet eens weet van welke maand het was, dat maakt bij zo’n blad helemaal niet uit. Er stond een lezenswaardig artikel in over zitten. Vanmorgen leerde ik dat zitten heeeeel slecht is voor een mens. Toen had ik er net anderhalf uur opzitten in het ziekenhuis. Voor de reis naar m’n werk ging ik in de auto zitten, op m’n werk ging ik achter de computer zitten en vanmiddag zat ik gezellig op de verjaardag van mijn vriendin. Ben je blij dat je van het roken af bent en dat je je overgewicht wat hebt teruggedrongen, moet je je weer zorgen gaan maken over dat je te veel zit.
Want vanavond zit ik weer een uur op Franse les. Maar daar ga ik lopend naar toe. 20 minuten heen en 20 minuten terug. Dan kan ik daarna weer fijn op de bank zitten met een breiwerkje.

Dit is dus een duidelijk verbeterpunt. “Minder zitten” wordt één van mijn goede voornemens voor 2016. En daar ga ik niet mee wachten tot 1 januari.

Reageren

3 september: Eén ding tegelijk a.u.b.

In augustus keek ik naar een uitzending van Nieuwsuur.
Er was een item over ‘multitasken’.
De boodschap was dat we dat niet kunnen.
We kunnen het wel, maar het kost meer tijd en energie dan nodig is.

De test was eenvoudig maar zeer doeltreffend.
Opdracht 1: schrijf op een whiteboard het woord MULTITASKEN
Zet hieronder de cijfers 1 tot en met 11.
Het uitvoeren van deze opdracht kostte 15 seconden.
Opdracht 2: schrijf weer hetzelfde woord en dezelfde cijfers op, maar nu tegelijkertijd.
Dus eerst de M, dan de 1, dan de U, dan de 2 enz.
Nu kostte het uitvoeren van de opdracht 25 seconden.
Met hetzelfde resultaat. Nou, eigenlijk ook niet, want het was slordiger geschreven.

Daarna kwam er een communicatiegoeroe die vertelde dat het er bij alles wat we doen hetzelfde aan toe gaat. Als je geconcentreerd met één ding bezig bent en niet wordt afgeleid door van alles en nog wat dan kun je meer doen, dan wanneer je om de klip-klap je aandacht verliest aan een app, een mailtje, een telefoontje of noem maar op.
Twee weken geleden stond er een column van René Diekstra in het Dagblad van het Noorden met ongeveer dezelfde strekking. Hierbij een link >>> naar zijn verhaal.

Voor mij waren het nieuws-item en de column een eye-opener. Sinds ik kan appen en mijn mail kan bekijken op mijn telefoon ben ik veel meer afgeleid dan voorheen. Vanaf het moment dat ik de column van Diekstra las probeer ik ‘de douche van afleiders die over onze hoofden wordt uitgestort’ (zoals hij het zo mooi zegt) wat in te dammen. Het kost me meer moeite dan ik dacht…..

Reageren

21 augustus: Een Heer van stand

Tot mijn grote genoegen staat er in het Dagblad van het Noorden tegenwoordig op vrijdag een vervolgverhaal van Marten Toonder. Het heet “Tom Poes en de pijpleider” >>>.
Als je van de Nederlandse taal houdt is het smullen.
Mijn favoriet in de verhalen van Tom Poes is professor Prlwytzkofski. Hij spreekt eigenlijk Duits, maar het wordt letterlijk in het Nederlands vertaald, wat een heel komisch effect heeft. “Dat is alles ja gans onwetenschappelijk!” Als hij ergens wordt uitgenodigd dan is hij “ingeladen”. En bij grote ontsteltenis roept hij uit: “Praw! Der hemeldonnerweder!”

Vroeger stond er altijd een vervolgverhaal van Ollie B. Bommel in de Donald Duck. Als kind lees je dan alleen het spannende avontuur en ontgaat je volledig de onderliggende humor van het verhaal. Alleen de namen al: de ambtenaar heet Dorknoper, de corpulente burgemeester heet Dickerdack, naar het Groningse “dikkedakken” (veel en lekker eten) en de journalist heet Argus. (die met die ogen….)

Als ik op vrijdagmorgen het volgende deel lees word ik weer bepaald bij de tijdloosheid van het werk van Toonder. Het verhaal van de Pijpleider stamt uit 1971 en heeft als onderliggend thema ‘leidinggeven’. Ambtenaren die alleen maar naar de letter der wet kijken. Burgemeester en politie die alleen maar in actie komen als de pers zich er mee bemoeit en hun eigen hachje in gevaar komt. De doorzichtige gewichtigdoenerij van de hooggeplaatsten. Joost, de bediende, die van alles roept en vindt maar daar altijd “als ik zo vrij mag wezen….” achteraan zegt. Of “met Uw welnemen. Tussen de regels door schemert de maatschappijkritiek van Toonder. Vervolgens zijn die regels geschreven in prachtig Nederlands, kortom: wat fijn dat deze grote schrijver nog eens voor het voetlicht wordt gehaald.

Op internet vond ik de site “Toonder Compagnie BV”>>> waar werkelijk alles over Toonder en zijn oeuvre te vinden is.
Vandaag lees ik de krant weer met groot plezier.
Als u begrijpt wat ik bedoel…..

Reageren

12 augustus: Licht en loom

Zo af en toe moet ik het er even over hebben: Daniel Lohues. Afgelopen zaterdag had hij weer een prachtige column in het Dagblad van het Noorden over de grote vakantie. Hierbij een link naar zijn verhaal >>>.

Nu het zo warm is moest ik denken aan zijn lied ‘Onder de bome’. Hij beschrijft daarin hoe fijn het is om onder een boom te zitten als het heet is. ‘Een parasol van holt en blad’ zingt hij.
Niet alleen de tekst beschrijft een warme dag, ook de sfeer van het lied is erg goed getroffen. ‘Onder de boome’ ademt een zwoele zomerdag: licht en loom.

Het bijzondere is dat hij dagelijkse dingen heel lyrisch bezingt.
‘Karnemelk, water of thee, dat helpt het best.
Allent maor meer dőst krie’j van ranja en van de rest.’
Verzin het maar.
Luister naar het lied >>> met je ogen dicht: midden in de winter waan je je nog onder een boom op een boerenerf op een warme zomerdag.

Reageren

Pagina 14 van 17

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén