een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Lezen Pagina 8 van 15

17 oktober: De eerste van de zeven.

Twee weken geleden schreef ik al: ik ga beginnen in het eerste deel van de succesvolle boekenreeks ‘De zeven zussen’ van Lucinda Riley. Van verschillende  bloglezers kreeg ik op voorhand al reacties:
“Wat leuk dat je aan die serie gaat beginnen!”
“Ben benieuwd wat je er van vindt.”

622 bladzijden.
Uit in anderhalve week.
Oeh wat een mooi boek. Op dit blog ga ik niet beschrijven waar het over gaat: het internet staat vol met recensies en boekverslagen.
Ik volsta met een link naar een recensie op Hebban >>>

Waarom vond ik het een mooi boek?

– de schrijfstijl van Lucinda Riley is erg aangenaam.

– het is een pakkend begin (haar vader overlijdt plotseling), waardoor je gelijk wilt weten hoe het verder gaat.

– het verhaal van de oudste zus Maia in dit eerste deel van de serie neemt je mee naar het Brazilië van de jaren 20 van de vorige eeuw.  Een wereld waar ik helemaal niets van wist en het lezen daarover heeft me veel geleerd. Over het grote Christusbeeld bijvoorbeeld en de kunstenaar die het gemaakt heeft. Over de omgangsvormen van die tijd en de rol van de vrouw en ook over hoe anders het destijds al was in Parijs, waar ook een deel van het boek zich afspeelt.

– het mooist vind ik het gegeven dat er in het verleden iets gebeurd is wat invloed heeft op het heden. Een familiegeheim dat zich heel langzaam ontvouwt.  Zulke verhalen kunnen me altijd boeien; een vleugje geschiedenis en  een beetje mysterie maken me nieuwsgierig.

– Maia beleeft zelf ook een romance in de periode dat ze in Rio op zoek is naar haar roots.
Dat zie je als doorgewinterde romanlezer al mijlenver aan komen en dat vond ik ook niet het meest spannende deel van het boek.

Het laatste hoofdstuk is gelijk het eerste hoofdstuk van het boek over de volgende zuster.
Wat een slimme cliffhanger, want dat boek wil je dan onmiddellijk lezen!
Het was maar goed dat ik het niet tot mijn beschikking had; dat bood de mogelijkheid om eerst het bibliotheekboek te lezen dat ik nog thuis had.
Scheelt weer een boete.

Benieuwd wat ik vond van de andere delen?
Hierbij een link naar een overzichtspagina: ‘De zeven zussen-serie’ met links naar de afzonderlijke blogs.

Reageren

27 september: Pessimisme kun je leren.

De titel van dit blog past niet bij mij.
Toch ga ik daar vandaag over schrijven en dat komt door mijn collega Jan Moedt.

Jaren heb ik tegenover Jan gezeten in het Heymanscentrum. Als lezer van mijn blog heb je al eens een verhaal van hem >>> gelezen in de rubriek ‘Lezer van de maand’.
Op een dag gaf hij mij een boekje met bovenstaande titel; het was verzameld werk van de dichter Lévi Weemoedt. Ook met dt, net als bij Jan. Er is nog een overeenkomst: ze wonen allebei in Assen. “De titel van het boekje klinkt negatief, maar eigenlijk is het dat niet, lees het maar eens. Hij is erg leuk.”

De dichter Lévi Weemoedt kende ik nog niet.
Het boekje nam ik mee en legde het op de tafel in de woonkeuken.
Af en toe las ik een paar bladzijden en het bijzondere is: het zijn trieste gedichtjes, maar je moet er wel om lachen. Tragikomisch is het woord dat daar bij hoort.

Zijn gedichtjes lezen is aangenaam, maar hem zelf uit zijn eigen werk te horen voordragen is nóg leuker.
Op internet vond ik een fragment van ongeveer 10 minuten. Het is opgenomen in de Nacht van de Poëzie in 2015 en het is een YouTubevideo van de VPRO.
Hierbij een link naar dat fragment>>>.


Gisteravond gaf ik het boekje weer terug aan Jan. Du0-baan collega Jacquelien en ik hadden een etentje georganiseerd bij Il Lago in Groningen aan het Hoornse Meer (dat ik nu niet meer bij zonsopgang zal zien) als afscheidsfeestje bij ons vertrek uit het Heymanscentrum.

Het was leuk en gezellig.
We vinden onze draai wel weer.
Maar dit afscheid vervult ons met weemoed.
Dit keer zonder t.

Reageren

18 september: De moord op Harriët Krohn.

Toen ik vorig jaar in het ziekenhuis lag las ik voor het eerst een boek van de Noorse schrijfster Karin Fossum; het boek heette ‘Veenbrand’. Daarover schreef ik destijds het blog ‘Net als vroeger stiekem lezen>>>

Uit de bibliotheek haalde ik een andere misdaadroman van haar: de moord op Harriët Krohn.
Inspecteur Sejer, om wie de verhalenreeks van deze schrijfster draait, ontmoeten we pas na twee-derde van het boek.
Je weet namelijk al vanaf het begin wie de moord op Harriët Krohn gepleegd heeft.
We volgen de moordenaar al voordat hij de vrouw doodt en we gaan met hem mee naar huis. Je leest ook wat hij denkt en hoe het verder met hem gaat.

Net als hij ben je dan benieuwd wanneer de moord ontdekt wordt en wat er over in de media verschijnt. Staat het al in de krant? Is het al op de radio?
Als het dan bekend is komen de volgende vragen.
Wat weten ze al?
Weten ze om welke auto het gaat?
Staat die auto hier niet wat vaak in de straat?
Wordt ik nu al in de gaten gehouden? Of niet?

Het boek had me zo te pakken dat ik ’s nachts droomde dat ik zelf iets op mijn geweten had, waardoor men naar mij op zoek was. Zoals dat gaat in dromen: ik wist niet wat ik had gedaan, maar ik werd er paranoia van; achterdochtig bij alles en constant achterom kijken of er niet iemand iets van me wilde.
Wat een onbeschrijfelijke opluchting toen ik ’s morgens wakker werd.

Het idiote is dat je tijdens het lezen van het boek sympathie krijgt voor de dader.
Dat je hoopt dat het die inspecteur deze keer niet gaat lukken om de misdaad op te lossen.
Of Sejer de moordenaar opspoort ga ik op dit blog natuurlijk niet vertellen: daarvoor moet je het boek zelf gaan lezen.

Zelf ga ik een heel ander boek lezen dat ik te leen kreeg van mijn boekenvriendin: De zeven zussen, deel 1. De verhalen die ik er over hoor zijn enthousiast en volgens de kenners is het smullen. ‘Een boek dat je meeneemt naar de WC’ is voor mij een goed criterium.

Reageren

10 september: LEES VOOR!

Deze week is het de week van de alfabetisering.
De Stichting Lezen en schrijven zet zich van 9 tm 15 september in voor een samenleving met ruimte voor een leven lang leren en ontwikkelen.
Overal in het land worden initiatieven genomen; ook bij ons in Roden?
Op de website stond een kaartje waarop je kon zien wat er bij jou in de buurt gedaan werd en ik vond dit:

In Roden is er op donderdag 12 september een voorlees-marathon van 08.00 – 23.00 uur in de bibliotheek in Roden.

In de gemeente Noordenveld is er op donderdag 12 september een Voorlees-estafette in de bibliotheek in Roden met bekende Noordenvelders, artiesten en mediakenners. Wat te denken van Jacques d’Ancona, Femke Wolthuis, René Karst, Anne Doornbos en vele anderen. Om acht uur in de ochtend zal wethouder Alex Wekema de aftrap van de Voorlees-estafette geven. Daarna zal elk uur een andere lezer het stokje overnemen. In de regel wordt er 20 minuten voorgelezen op het hele uur. Burgemeester Klaas Smid zal om 22.00 uur het afsluitende verhaal voorlezen. Wie wil komen luisteren is van harte welkom!

Voorlezen stimuleert de taal- en spraakontwikkeling en verhoogt de concentratie, daar heb je een leven lang plezier van. 
Als ik terugkijk op mijn leven als moeder, dan constateer ik dat ik de zwemlessen één van de vervelendste onderdelen vond, maar één van de mooiste dingen aan opvoeden vond ik het voorlezen.

Ik heb me er echt op gestort. Wat helpt is natuurlijk dat ik zelf erg van lezen houd.
In deze week van de alfabetisering schrijf ik dit blog met het dringende advies: LEES VOOR! Je kinderen, je kleinkinderen, je buurkinderen, neefjes, nichtjes: pak een boekje, ga naast ze zitten op de bank en lees voor. Je kunt een kind niet te veel voorlezen. Het is zo belangrijk voor de ontwikkeling van een kind om voorgelezen te worden. Daar komt bij dat voorlezen ook één op één aandacht betekent. Twee vliegen in één klap dus. Onze dochters hebben we bij het naar bed gaan voorgelezen tot ze naar de middelbare school gingen. Best lang dus. En nog vonden ze het jammer dat we er mee stopten. Frea en Harriët schurkten nog innig tevreden tegen ons aan als ik Carlijn voorlas uit het oude, rode sprookjesboek…….

Doe dit nooit, dit is verkeerd!

Eén van de boeken die alle drie de dochters zich nog herinneren is het boek van de Berenstain’s.
Een klein beertje leert fietsen van zijn vader, maar de vader doet alles verkeerd.
Hilarisch om voor te lezen.
Uit dat boek is een quote blijven hangen in ons gezin: “Doe dit nooit, dit is verkeerd, ik hoop dat je hiervan iets hebt geleerd!”
Onder dit blog vind je een afbeelding waar de dames altijd onbedaarlijk om moesten lachen.
“Kijk die koe!”
Dat bedoel ik.
Hilarisch.

Reageren

5 september: Lot – Tineke Beishuizen

Vorige maand nam ik van de bibliotheek een boek mee van Tineke Beishuizen.
Die ken ik nog van vroeger. Van de Libelle.
Ze was toen best wel bekend: ze had een vaste column in Libelle, schreef interviews en korte verhalen en was ook tekstschrijven voor o.a. Rob de Nijs.

Sinds ik de Libelle niet meer lees (twintig jaar al niet) is Tineke een beetje op de achtergrond geraakt. Toen ik haar boek zag staan dacht ik gelijk: “O, die schrijft altijd heel fijn!”
Was ook zo.

Het begin is al intrigerend.

“Die vrouw in de kist is mijn moeder. Uit dat tengere, bijna breekbare lichaam ben ik geboren,”
Verder lezend kom je er achter dat dochter Lot, de hoofdpersoon in dit boek, al een tijdje geen contact had met haar moeder. De reden daarvan was, dat de moeder niet wilde zeggen wie de biologische vader van Lot was.

Na het overlijden van de moeder begint Lot aan de zoektocht naar haar vader.
Ze gaat graven in het verleden en ontmoet mannen die een rol speelden in het leven van haar moeder toen ze zwanger van haar werd.

Het is een spannend boek dat met recht de naam ’thriller’ draagt; vooral op het laatst is het spannend.

Wat heel duidelijk wordt in dit boek is dat het heel belangrijk is dat je weet wie je ouders zijn. Daar werd ik in de afgelopen weken nog weer eens met de neus opgedrukt door het televisieprogramma ‘In de beste families’, gemaakt door Coen ter Braak. Het gaat over de verhouding tussen broers en zussen in één gezin en ik heb geen aflevering gemist.
BERE-INTERESSANT!
Niet gezien? Hierbij een link naar de website van de NTR>>> met informatie over het programma en de mogelijkheid om de afleveringen terug te kijken.

Reageren

17 augustus: Wat is ‘zich encanailleren’?

Op advies van mijn boekenvriendin las ik Joop ter Heul, een boek dat geschreven is door Cissy van Marxveld in het begin van de twintigste eeuw.
Honderd jaar geleden.
Dan zou je denken: ouderwets! Was ook zo.
Het speelt in een tijd die zelfs mijn moeder niet heeft meegemaakt, maar de schrijfstijl is beslist niet antiek. Het leest heel gemakkelijk weg,  vooral het eerste deel heb ik met veel plezier gelezen; soms moest ik zelfs hardop lachen!
Het speelt zich af in deftige kringen.  Er zijn dienstmeisjes, Joop (die eigenlijk Josephine heet,  maar nooit zo genoemd wordt) gaat naar de HBS, kleding, etikette en mode zijn erg belangrijk,  gewone mensen zijn ‘inboorlingen’ en die doen het zware werk.

In dit boek met verhalen van een eeuw geleden staan woorden die wij al lang niet meer gebruiken.
Julie (Joops getrouwde zus) heeft een dienstmeisje waar ze op een gegeven moment over zegt: “Ik kan me met Hillegonda toch niet encanailleren!”
Hé?
Zo’n woord zoek ik  dan op.
Dit staat er over op de website van Genootschap Onze Taal:
Zich encanailleren is een zeventiende-eeuwse vernederlandsing van het Franse s’encanailler, dat ‘zich inlaten met het gepeupel’ betekent.
Of, in de nettere omschrijving van Van Dale Frans-Nederlands: “zich bewegen in kringen van twijfelachtig allooi, zich afgeven met mensen van twijfelachtig allooi, een vleugje couleur locale opdoen”.

S’encanailler is afgeleid van canaille, wat ‘gepeupel’ betekent’.
Dus.
Die Julie.

De man-vrouw verhouding van honderd jaar geleden zoals die in het boek wordt beschreven vond ik stuitend; niet te geloven gewoon!
Als negentienjarige is Joop al getrouwd met de gewichtige Leo, die dan  halverwege de twintig is. Hij spreekt zijn vrouw soms aan met ‘kindje’ en noemt haar een onverstandige kleuter.
Op een dag heeft Joop de aardappels bij het afgieten per ongeluk in de gootsteen laten vallen, maar ze dient ze zonder blikken of blozen op; de gootsteen was immers brandschoon.
Echtgenoot Leo raakt er danig van uit zijn humeur.
”s avonds  heeft Leo me op zijn knie gezet en gezegd: zullen we nog even over vanmiddag praten, vrouwtje?’
Brrr.
Mede daardoor heb ik het derde en het vierde deel van deze serie wat vluchtiger gelezen: het was me gewoon te gortig af en toe.

Vaak moest ik trouwens ook denken aan mijn oma’s; net zo oud als Joop, want allebei geboren rond 1900. Die hadden geen weet van de wereld waarin Joop opgroeide; Joop zou hen geen blik waardig gekeurd hebben. (Meer lezen over mijn oma’s? Zie Oma Vrieswijk >>> en Oma Boelen >>>)
Joop leefde met haar kwijnende zus Julia en haar vriendinnen in een bubbel, een eigen wereldje boven de maatschappij waarin Jan met de Pet soms maar net het hoofd boven water kon houden. Het 19e eeuwse standsverschil sijpelt tussen de regels in dit boek door, al is Joop dan wel weer degene die zich bekommert om Hillegonda, het dienstmeisje van Julie.

Maar mijn vriendin had gelijk: dit moet je gelezen hebben, dit hoort bij je opvoeding.
Je hoort te weten wat de Jopopinoloukico-club is.
Net als bij het boek van Pip leer je meer over de gang van zaken in een ander milieu dan waar je zelf uit komt.  Joop was namelijk geen kerkmens: op zondag gingen ze luieren, uit rijden of op visite.  En ze was niet zo superbraaf , degelijk en vroom als Goud-Elsje van Max de Lange Praamsma.

Gewoon,  een leuk kind van 17 dat het zwaar heeft met een strenge vader en het land heeft aan leren.
Eigenlijk net als ik in 1977.
Alleen was zij een bakvis en ik was een puber.

Reageren

8 augustus: Mijn Ierse dochter – Roisin McAuley

In april schreef ik een blog over een boek van Roisin McAuley ‘Het huis in de vallei’ >>>.
Mooi boek, vond ik; op de achterflap van dat boek las ik dat de schrijfster internationaal ws doorgebroken met het boek ‘Singing Bird’ in Nederland uitgebracht onder de titel ‘Mijn Ierse dochter’. Toen ik twee weken later bij Het Goed op zoek was naar een leuk glas, zag ik dat boek rechtop in een boekenstelling staan.
€ 1.99.
Voor mij.
Inmiddels heb ik het uit.

De hoofdpersoon is Lena Molley.
Het boek begint met een telefoontje.
Het is de non uit Ierland die 27 jaar geleden de adoptie regelde van Mary, de enige dochter van Lena en Jack.
De non belt omdat ze naar eigen zeggen op haar oude dag nog wat losse eindjes aan elkaar wil knopen.
Maar bij Lena is de onrust gezaaid.

Hoezo losse eindjes?
Is er soms een enge ziekte bij de echte ouders van Mary geconstateerd?
Waarom wil die vrouw dat nu ineens weten?
Wil iemand iets van Mary?
Heeft het te maken met een erfenis of zo?
Lena wordt zo nieuwsgierig dat ze afreist naar Ierland en op zoek gaat naar de biologische ouders van Mary.

Je wordt als lezer meegenomen op een zoektocht vol ontdekkingen, teleurstellingen en verdrietige ervaringen. Ondertussen kom je meer te weten over Mary, die inmiddels een succesvol zangeres is en over Jack, de man van Lena. Ook zijn er mooie beschrijvingen van het Ierse landschap en de bijbehorende bevolking.
Maar toen ik aan het einde van het boek was las ik daar wat vluchtig overheen, want ik was veel te nieuwsgierig hoe het verhaal afliep!
Toen ik het uit had heb ik de laatste hoofdstukken nog een keer gelezen; je bent als lezer net zo verrast als Lena.
Meer verklap ik niet: dit was een boek zoals ik ze graag lees.
Ben je ook nieuwsgierig geworden?
Op naar Daan Nijman.
Of de bibliotheek.
Of even wachten: rond kerst en oud en nieuw is er weer een Roder Boekenmarkt >>>.
Woon je in de buurt? Kom dan maar langs, mag je het van me lenen.

Reageren

4 augustus: Dagen van schaamte – Lieneke Dijkzeul

Je moest je schamen!
Schaam je je niet?
Een beschamende vertoning.
Zomaar wat zinnen met schamen er in.
Wanneer schaam je je?  Het is een veel gebruikt Nederlands woord en iedereen kent wel eens gevoelens van schaamte.

Dit boek van Lieneke Dijkzeul beschrijft schaamte op een expliciete manier. De hoofdpersoon wordt ontvoerd en heeft geen idee waarom. Losgeld lijkt niet het motief te zijn,  maar wat wel? Hij wordt in een toestand gebracht waarin hij zich schaamt. Waar is dat voor nodig?

Zijn toestand en zijn gedachten daarover worden uitvoerig beschreven.  Je wordt er als lezer ongemakkelijk van en na honderd bladzijden denk je: waarom zou je iemand dit allemaal aandoen?

Halverwege zwenkt de aandacht van het boek van het slachtoffer naar de daders.
En dan gaat het langzaam dagen. Oooh…… zit het zo?

Dijkzeul snijdt een maatschappelijk probleem aan.  Wat dat probleem is ga ik op dit blog niet bespreken, want daarmee zou ik te veel van het verhaal weggeven.
Wil je het boek niet zelf lezen?  Klik dan hier >>> voor een artikel over de onderliggende thema’s op de website Info.nu.nl, in de categorie ‘boekverslagen’.

Ik vond het een spannend boek.
Je krijgt begrip voor het slachtoffer en voor de ontvoerders.
De frustratie die bij beide partijen werkelijk de oren uit komt wordt treffend beschreven.  Het boek schuurt; ik liep er nog dagen mee in mijn hoofd te malen.
Dat is wat een goed boek moet doen: het moet je aan het denken zetten.
Ruimschoots gelukt.

Reageren

4 juli: Rug-Urken

Op 2e Pinksterdag zaten we met ons gezin bij elkaar aan de thee.
Het was mooi weer, we zaten buiten op het terras en de dames haalden herinneringen op aan vroeger tijden. Dat kwam omdat we ’s morgen een oude video hadden gekeken van onze gezinsvakantie naar Hamelen in 2003.

Carlijn (toen net 9 jaar): “Ik weet nog dat ik toen een Donald Duck-vakantieboek kreeg waar een verhaal van Douwe Dabbert in stond. Dat ging over een land waar ze veel augurken aten. Maar ik las dat woord de eerste keer niet goed, want de A in dat lettertype leek wat op de R.
Ik dacht dat er rug-urken stond, dus het hele verhaal las ik rugurken.” Op de foto links zie je dat plaatje, daaronder zie je een
uitsnede van de tekst; daar zie je heel duidelijk dat de a en r erg op elkaar lijken….
Carlijn vertelde verder:
“Pas bij het laatste plaatje schreeuwde iemand heel hard AUGURKEN en in kapitalen was het duidelijk dat het geen r maar een a was.”

Hilarisch vind ik zo’n verhaal, daar moet ik echt onbedaarlijk om lachen.
Het ging om het verhaal ‘Douwe Dabbert en de verwende prinses’ , dat herinner ik me

Douwe Dabbert en de verwende prinses gaan op pad….

omdat het in de jaren ’70 in de Donald Duck als vervolgverhaal stond.
Geweldig verhaal, dat wist ik nog. Mijn broer en ik lazen die Donald Ducken meerdere malen en bij mij op zolder staan nog complete jaargangen.
Op internet vond ik informatie over de verhalen van Douwe Dabbert; er stond zelfs bij dat ‘Douwe Dabbert en de verwende prinses’ in 1975 in de Donald Duck had gestaan.

……eeeeh……zou die jaargang misschien bij ons….? Jaaah!

Toen ik de letters in de tekstballonnetjes las snapte ik precies wat Carlijn bedoelde.
(de foto’s op deze pagina’s heb ik gemaakt uit de oude Donald Ducken met mijn telefoon)
De jaargang van 1975 ligt nu beneden op de bank.
Het verhaal van Douwe Dabbert heb ik al weer gelezen.
Sweet memories.

Reageren

27 juni: Stemmen in de bibliotheek

Voor de Europese Verkiezingen moesten we onze stem uitbrengen in de bibliotheek.
De vorige keer, bij de Provinciale staten, was dat ook al zo. Toen dacht ik: “Wat ben ik hier lang niet geweest. Waar heb ik mijn abonnement eigenlijk?”
Dat zat nog gewoon met een magneet aan ons whiteboard geplakt, dus mét de Europese stemkaart nam ik ook mijn bieb-abonnement mee.

Twee boeken zocht ik uit.
Of liever gezegd: liep ik tegen het lijf.
Ze stonden rechtop op zo’n stelling en ze leken me wel leuk, maar het viel een beetje tegen.
Van ‘De erfgename’ van Ellen de Vriend (echtgenoot verdwijnt spoorloos tijdens een romantisch weekendje weg) heb ik het eerste kwart en het laatste kwart gelezen. Haar schrijfstijl sprak me niet zo aan, maar ik wilde wel graag weten hoe het afliep……. ik heb niet het idee dat ik door het niet lezen van het middelste deel iets gemist heb.
‘Het victoriaanse huis’ van John Boyne (gouvernante van twee kinderen in een oud landhuis wordt lastiggevallen door geesten van vroeger) had wel een setting die me erg aansprak, de manier van schrijven was ook wel aangenaam, maar het was voor een spookverhaal veel te weinig subtiel.
De geesten die spookten bij de hoofdpersoon bevochten elkaar, veroorzaakten hele enge ongelukken en braken tegen het einde van het boek zelfs het hele huis af.
‘Suspense’ is het Engelse woord voor ‘onzekere spanning’.
Dat woord past niet bij de inhoud van dit boek; het was niet meer geloofwaardig wat er gebeurde en dan wil ik nog wel eens afhaken.
Dat dat nu niet gebeurde kwam gewoon omdat het zo spannend was, maar het valt beslist niet onder het kopje ‘literatuur’.

Kan gebeuren. Soms begin je aan een boek en dan pakt het je niet.
Of je ergert je.
Of het is niet wat je er van verwacht had.
Jammer dan.

Na drie weken leverde ik mijn boeken in en nam twee nieuwe mee.
Deze keer van schrijvers die op mijn ‘favoriete-schrijvers-lijstje’ staan: Lieneke Dijkzeul en Peter Robinson. (zie blog van 18 april 2015 >>>).
Wie weet schrijf ik er binnenkort een enthousiast blog over!

Reageren

Pagina 8 van 15

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén