een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Lezen Pagina 8 van 17

2 september: De vijfde zus en de Flamenco-danseres.

Al weer een deel uitgelezen van de Zeven Zussen-reeks van Lucinda Riley: deel 5 getiteld ‘Maan’ over de vijfde zus Tiggy.
Bij dit boek had ik een beetje last van het feit dat er in ieder deel een prachtig historisch verhaal wordt verteld over de voorouders van één van de zussen,  maar dat dat steeds gebeurt met op de achtergrond een liefdesgeschiedenis van de betreffende zus.
Bij dit boek met een hoog kasteelroman-gehalte.
Was het romantische verhaal van de vorige vier zussen goed te lezen, bij deze vond ik het niet meevallen: een Lord die ongelukkig getrouwd is en helemaal verliefd wordt op een gevoelig Zwitsers meisje dat op zijn landgoed werkt. Het kabbelde maar door en daardoor kwam ik in het begin niet echt in het verhaal. Ik zal eerlijk zijn: de kasteelroman zou ik niet hebben uitgelezen als het een op zichzelf staand boek was.  In combinatie met de historische roman moet je hem wel uitlezen om te weten hoe het afloopt.

Het verhaal van het voorgeslacht van Tiggy was onderhoudend en interessant. Het boek nam me mee naar Granada, want deze zus  heeft haar roots in de zigeunerscene in deze Zuid Spaanse stad; de buurt waar ze opgroeit heet  Sacromonte. Die buurt grenst aan de oude Arabische wijk El Albaicín. Het is de plaats waar in de 15e eeuw een grote groep Spaanse zigeuners (ook wel gitano`s of Roma genoemd) ging wonen.
In een interview met schrijfster Lucinda Riley  las ik dat ze een biografie van een bekende  flamencodanseres, Carmen Amaya,  heeft gebruikt voor haar verhaal.
In dit boek heet ze Lucia Albaycin . We maken kennis met haar als ze nog maar een kind is; op jonge leeftijd kan ze al uitzonderlijk  goed  dansen. Haar vader neemt haar mee naar de grote stad, ze krijgt een steeds groter publiek en wordt op den  duur wereldberoemd.
Daarnaast lees je over de burgeroorlog  (1936-1939) die Spanje  verscheurde en waarbij hele families werden omgebracht.

Halverwege het boek was ik nieuwsgierig of ik nog iets kon vinden over die danseres Carmen Amaya en tot mijn verbazing ontdekte ik foto’s en video’s waar ze ‘alive and kicking’ te bewonderen is. (hierbij een link naar een YouTube-video)
Verder lees je in dit boek veel over de cultuur van de gitano’s.
Kennis over geneeskrachtige kruiden wordt binnen de familie doorgeven en binnen bepaalde families zijn er mensen met ‘de gave’: zij kunnen de toekomst voorspellen omdat ze dingen ‘zien’ en aanvoelen.

Met deze vijfde zus heb ik al een groot deel van het pleeggezin van Pa Salt leren kennen.
Je hoort af en toe iets van de andere zussen waar je het verhaal al van kent en tweede zus Ally krijgt zelfs een rol in dit verhaal van Tiggy.
Ook worden er steeds meer vragen opgeworpen over de overleden vader: is hij wel overleden?
En wat is er toch steeds met die Zed?

Benieuwd wat ik vond van de andere delen?
Hierbij een link naar een overzichtspagina: ‘De zeven zussen-serie’ met links naar de afzonderlijke blogs.

Reageren

24 juli: ‘Wij’ – David Nicholls.

Voor de tweede keer las ik een boek van David Nicholls.
Het eerste boek van zijn hand dat ik las, ‘One day‘(De eerste dag) was een bijzonder boek. Dat heb ik onthouden, omdat het steeds maar één dag van een jaar beschrijft, zodat je in 15 hoofdstukken 15 jaren aan je geestesoog voorbij ziet trekken.
Dit schreef ik destijds aan het einde van dat blog:
Mooi boek. Nicholls schrijft onderhoudend en humoristisch. En realistisch.
Een ander boek van hem heet ‘Wij’.
Binnenkort maar eens op zoek in de bibliotheek.

Niet uit de bibliotheek, maar gekocht van boekenbonnen, het stond al een tijdje op mijn lijstje.
Ook dit was een onderhoudend boek, maar heel anders dan de vorige.
Het boek is geschreven in de ik-vorm; Douglas Petersen is de hoofdpersoon.
Je stapt in het verhaal op het moment dat zijn vrouw Connie tegen hem zegt dat ze er over denkt om van hem te scheiden.
Hij zit daar behoorlijk mee in zijn maag.

Maar….. er staat nog een grote gezinsreis gepland door Europa met hun zoon Albie (17) en Douglas neemt zich voor om alles in het werk te stellen om Connie weer voor zich te winnen. Verder wil hij ook proberen om de problematische band met zijn puberende zoon te verbeteren.
De reis wordt beschreven van stad tot stad en tussendoor kom je in flashbacks het hele verhaal van Connie en Douglas te weten,
Hoe hun relatie begon in hun studententijd.
Hoe hij haar ten huwelijk vroeg en dat ze later ouders werden.
Je leest dan ook hoe ontzettend veel Douglas van vrouw en zijn zoon houdt, maar dat heeft hij niet altijd laten merken; hij is een beetje een onhandige, verstroode man die opgaat in zijn werk en vooral bezig is geweest met het onderhouden van zijn gezin. Verder legde hij in de opvoeding vooral de nadruk op wat moest, wat nodig was en wat in zijn ogen belangrijk was.
Tijdens de Europa-reis wordt duidelijk hoe de relationele vlag er bij hangt.
Ik kreeg steeds meer sympathie voor Douglas, maar vond het ook wel een beetje een oliebol.

De schrijfstijl van Nicholls is typisch Engels. Met onderkoelde humor vertelt hij met de nodige zelfspot een mooi liefdesverhaal met hoogte- maar ook dieptepunten.
Soms moest ik hardop lachen, maar soms was ik ook ontroerd.
Hilarisch is zijn omschrijving van ‘fietsen in Amsterdam’: Als je je een waarlijjk onverschrokken moraalridder wilt voelen gaat er niets boven het rijden op een fiets door Amsterdam. Daar is de traditonele machtsverhouding met de auto omgekeerd en maak je deel uit van een enorm volksleger, hoor je bij het peloton en kijk je neer op de motorkappen van mensen die zo dom of zwak zijn om auto te rijden.
Mensen fietsen hier al bellend ontbijtend met een roekeloze zwierigheid.
Herkenbaar.
Ik fiets ook wel eens in Groningen.

Het is een fijn boek.
Over idealen die geen stand houden, over liefde die niet altijd wordt begrepen, over de dilemma’s in het ouderschap en over de dood.
Kortom: een niet alledaagse roman over het leven.

Reageren

7 juli: Zus vier en de vervloekte parel.

Er zit steeds minder tijd tussen de blogs over de delen van ‘de Zeven zussen’-serie die ik aan het lezen ben.
Dat komt deels omdat het gewoon een erg leuke serie is, maar ik heb ik door de coronacrisis ook veel meer tijd gehad om te lezen; zondagmiddag 21 juni las ik deel vier uit. Het boek heet Parel en gaat over de vierde zus Cécé, genoemd naar de ster Celaeno van het zevengesternte ‘de Pleiaden’.

Net als bij de vorige zussen gaat Cécé op zoek naar haar afkomst.
En net als in de vorige boeken is er nu ook weer een verhaal van ongeveer 100 jaar geleden dat de afkomst gaat onthullen. We lezen over Kitty, die in 1906 vanuit Schotland naar Broome in Australië gaat en een rijke familie van parelhandelaren ontmoet.
Daarna maken we o.a. kennis met Camira, een Aboriginal-vrouw, die door Kitty wordt gered door haar en haar ongeboren kind in huis te nemen. Uit dankbaarheid blijft Camira met haar dochtertje bij haar wonen en wordt haar dienstmeisje.

Het was bijzonder om dit boek te lezen in een tijd dat er onophoudelijk werd gedemonstreerd voor ‘Black lives matter’. Het lot van de Aboriginals zoals het wordt beschreven in dit boek is godgeklaagd. Ze werden als derderangsburgers behandeld (en volgens mij is het nog steeds niet veel beter) en er werd over hen beslist en over hen geheerst door de blanke burgerij, die de touwtjes in handen had.
Je leest hoe de families van Kitty en Camira met elkaar worden verweven en hoe dat eigenlijk niet kon. Blanken konden gewoon niet op gelijke voet omgaan met aboriginals en als halfbloed had je niet eens bestaansrecht.

Ook Cécé  komt terecht in Broome, Australië. Ze ontmoet daar haar grootvader en ontdekt ondertussen ook wat ze zelf met haar leven moet gaan doen.
Schrijfster Riley laat in haar boeken historische feiten een rol spelen, zoals het vergaan van een luxe stoomschip in 1912 (niet de Titanic) ), zodat je heel sterk het gevoel krijgt dat het zomaar eens echt gebeurd zou kunnen zijn.
Zo komt ook de Roseate-parel voorbij, een beroemde parel die echter voor de eigenaar ervan altijd dood en verdoemenis betekende.

Ergens las ik dat de kenners van literatuur hun neus ophalen voor deze populaire reeks; er is nog niet één serieuze krant waar een recensie in is verschenen.
Eigenlijk kan me dat niet zoveel schelen; ik schreef al eens eerder over literatuur versus lectuur.
Ieder boek in deze serie brengt me naar een ander land.
Toen Kitty naar Australië afreisde heb ik het eerst maar eens opgezocht op de kaart.
Waar ligt Broome dan?
Verder kom je veel te weten over het klimaat, de lange periodes van droogte afgewisselend met zware regenval en de kunstvorm die de Aboriginals beoefenen.

Nu eerst weer even wat anders lezen en daarna ben ik benieuwd  wat er gebeurt met Tiggy de vijde zus in deel 5 van de serie ‘Maan’.

Benieuwd wat ik vond van de andere delen?
Hierbij een link naar een overzichtspagina: ‘De zeven zussen-serie’ met links naar de afzonderlijke blogs.

Reageren

6 juni: Queen of crime (2)

Van mijn boekenvriendin kreeg ik het boek  ‘Het genootschap’ van Ruth Rendell; wij houden allebei van Rendells psychologische thrillers. Het zijn spannende boeken, ze schrijft prachtig,  maar je moet je kop er wel bij houden.
In terloopse zinnetjes staat soms cruciale informatie, als je even niet oplet heb je zomaar een belangrijke aanwijzing gemist.
Bij Rendell moet je ook zelf nadenken.
Wat past bij dit karakter?
Waarom doen die mensen zo?

Bij dit boek heb ik een kladbriefje gemaakt.  Het gaat over een straat in Londen waar rijke mensen wonen die allemaal personeel hebben: chauffeurs, tuinlieden, kindermeisjes, schoonmakers, au pairs en gezelschapsdames. Na twee hoofdstukken heb je iets gelezen over alle bewoners, maar ben je het overzicht helemaal kwijt. Op het kladbriefje zette ik wie bij wie hoorde, wie waar woonde en wie tot hun personeel behoorden.

,,,kladbriefje….

De titel van het boek ‘Het genootschap’ slaat op de groep personeelsleden die af en toe samenkomt in de plaatselijke pub om hun frustaties te uiten.
Mensen met uiteenlopende karakters die een mening hebben over hun  rijke bazen en die elkaar allemaal in de gaten houden.
Een losse trapleuning speelt een belangrijke rol in dit verhaal.
Was het een ongeluk? Of was het moord? Halen we de politie er bij? Of toch maar niet?

Als deze vragen aan de orde zijn ben je razend benieuwd naar hoe het afloopt.
Rendell weet de spanning goed vast te houden en op de laatste bladzijde weet je al dat het met één van de rijken niet goed afloopt, maar dat wordt niet meer uitgeschreven.
Wat me wel opviel dat de mensen die het boek bevolken vrij ‘plat’ blijven.
Het Pakistaanse kindermeisje bijvoorbeeld is wel heel erg braaf, de buurvrouw van het homostel cijfert zichzelf wel heel erg weg en Dex, de tuinman, zou zich in onze maatschappij niet staande kunnen houden. De karakters zijn net een beetje ’té’ voor echte mensen, terwijl Rendell juist bekend staat om haar goed uitgewerkte personages.

Rendell’s eerste boek verscheen in 1964; ze overleed in 2015.
Het genootschap was haar voorlaatste boek, het is het 2012 gepubliceerd, haar laatste boek verscheen in 2013. Hierbij een link naar een artikel over haar op Wikipedia.
Daar vind je ook een volledig overzicht van haar boeken; ik heb ze nog niet allemaal gelezen……

Hierbij een link naar het blog Queen of crime (1).

Reageren

29 mei: De derde zus en de dikke koning.

Vorige week ging ik een avond pas om 01.30 uur naar bed.
Dat is natuurlijk wel heel laat, maar het boek moest uit.
Deel 3 van de Zeven Zussen, ‘Schaduw’.

Deze keer kwamen we terecht in Engeland, begin 1900.
De toenmalige koning Edward VII (de oudste zoon van de beroemde queen Victoria) speelt een rol, zijn maitresse Alice Keppel en Beatrix Potter.
De dochter van Alice, Sonia, is de grootmoeder van Camilla Parker Bowles, die bij haar eerste ontmoeting met prins Charles zinspeelde op de relatie die haar familie had met het koningshuis.
Als ik zo’n naam voorbij zie komen dan is mijn interesse al gewekt.
Je leest hoe dat toen in z’n werk ging met de koning en Alice.
Dat hun relatie een publiek geheim was, een algemeen aanvaard verschijnsel.

Ook krijg je een kijkje achter de schermen bij de eigenaren van grote landgoederen, de oude adel, die in die jaren hun macht en rijkdom kwijt raakten en moeite hadden om het hoofd boven water te houden.
Trouwen met een goede (lees rijke) partner was dan soms een uitkomst.

Bovenstaande figuren spelen allemaal een rol op de achtergrond; de hoofdrol in dit verhaal is weggelegd voor Flora MacNichol
Deze naam kreeg het derde zusje Star na de dood van haar vader als aanwijzing voor haar afkomst. Ook kreeg ze een klein, zwart beeldje van een panter met edelstenen als ogen.
Star gaat op onderzoek uit; ze begint bij een oude boekhandel in London en ontmoet daar Orlando, zoon van een verarmde tak van een adellijke Engelse familie.

Gedurende het boek leert ze rest van de familie kennen en komt er achter hoe de vork in de steel zit.
Wie het beeldje van de panter ooit heeft gekregen en van wie, wie de ouders zijn van Rory, hoe de familie eigenaar werd van de boekhandel in Londen en, niet onbelangrijk, wie haar ouders zijn.

Een paar weken geleden sprak ik iemand uit onze kennissenkring met wie ik het had over deze boekenserie.
“Dat deel wat zich in Engeland afspeelt vond ik het minste” vertelde ze.
“Die koning werd volgens mij helemaal verkeerd afgeschilderd, helemaal niet conform het beeld dat ik van hem had uit ‘The Kings Speech”.
Dat klopt, want de koning in dit boek is de grootvader van de stotterende George, die de vader is van de huidige koningin Elizabeth.

Heel terloops komt de geschiedenis van de andere dochter van Alice, Violet, aan de orde.
Zij viel op vrouwen en dat was in die tijd absoluut niet gebruikelijk.

Drie delen heb ik nu van deze serie gehad.
Iedere keer weer word ik meegenomen naar een andere tijd en een ander land.
En ja…..de flashbacks zijn brieven of dagboeken, dat is iets dat steeds terugkomt in deze boeken, maar voor mij is dat niet storend.
Mijn nieuwsgierigheid maakt dat ik ontzettend benieuwd wordt naar wat er is gebeurd en dan wordt het dus 01.30 uur.

Benieuwd wat ik vond van de andere delen?
Hierbij een link naar een overzichtspagina: ‘De zeven zussen-serie’ met links naar de afzonderlijke blogs.

Reageren

12 mei: Het meisje op de rots

Toen ik begon aan de serie ‘De zeven zussen’ kreeg ik van een vriendin een ander boek van dezelfde schrijfster, Lucinda Riley, met de titel ‘Het meisje op de rots’.
Zo op het oog zeer geschikt voor mij: een verhaal dat zich uitstrekt over 3 generaties,  een vleugje geschiedenis,  een beetje mysterieus en romantisch, kortom,  450 pagina’s  leesplezier. “Twee families,  voor altijd verbonden door een noodlottig verleden.”

Grania Ryan verlaat na een miskraam haar parter in New York en gaat terug naar het afgelegen, Ierse dorp waar ze vandaan komt.
Eenmaal weer bij haar ouders komt ze wat tot rust; op een dag ziet ze een jong meisje op een rots: Aurora.
Als ze het kind wat beter leert kennen, gaat haar leven stap voor stap steeds meer veranderen. Het kleine meisje vraagt veel aandacht vanwege het overlijden van haar moeder en het feit dat haar vader weinig tijd voor haar heeft.
Aurora en Grania krijgen een steeds hechtere band. Door oude geheimen binnen hun families, blijkt dat ze meer raakvlakken hebben dan ze op het eerste gezicht hadden gedacht.

Binnen een week had ik het uit. Ik bleef achter met het gevoel: het was wel heel veel.
Er gebeurt van alles in dit boek, in vorige generaties en in de huidige generatie. Aurora, het meisje dat het verhaal aan ons vertelt, vindt dat kennelijk zelf ook, want halverwege het boek krijgen we een stamboom. Daar heb ik onmiddellijk  een bladwijzer  bij gelegd en ik ben nog vaak teruggegaan naar die pagina.
Wie is dat dan? Z’n  broer?  O, die hadden ook al een kind? Stiefkind. O ja.

Verder kan ik er slecht tegen als verhalen in boeken onwaarschijnlijk zijn.
Een kind van 8 kan niet alleen een vliegticket boeken en van Ierland naar New York vliegen.
Zo’n jong kind voert ook geen volwassen gesprekken over verdriet,  verlies en/of lastige karaktereigenschappen.
Dit soort passages las ik met  kromme tenen. “Ja hoor,  ja!” denk ik dan.

Maar als je je daar overheen kunt zetten is het een mooi boek.  Er worden nogal wat vragen opgeworpen waar je niet direct een antwoord  op krijgt.  Waarom laat Grania na haar miskraam zonder iets te zeggen haar partner in de steek?  Wie zijn de biologische ouders van Anna?  Waarom heeft die halfbroer van Lily als bijnaam Gruwelijke  Gerald? Wat zit er in dat koffertje uit het begin van het verhaal?

Als je het boek uit hebt zijn alle vragen beantwoord. Daar hou ik van: ordnung muss sein. Dan heb je schrijnende verhalen gelezen uit de Eerste Wereldoorlog 1918, je weet een beetje over het decadente leven in New York tien jaar geleden,  hoop je dat niet alle Ieren zo bespottelijk koppig zijn als Grania en weet je dat levensverhalen zelden eindigen met “en ze leefden nog lang en gelukkig.”
En je weet wat er in dat koffertje zat.
Het boek gaat over (stief)moeders, dochters, zonen en over het maken van beslissende keuzes: blijf ik in deze situatie omdat dat nou eenmaal zo hoort of volg ik mijn hart en maak ik mijn eigen keuze.

Ondanks de tijdelijke kromme tenen heb ik genoten van dit boek.
Een aanrader.
Kromme tenen voor lief nemen.

Reageren

4 mei: Verzwegen verleden.

Er is al mooi wat opgeruimd aan de Boskamp.
Vorige week nam ik op onze slaapkamer mijn nachtkastje onderhanden.
In een mandje liggen altijd mijn dikke sokken en een paar reserve oortjes.
Tot mijn grote verrassing lag er onder dat mandje nog een boek.
Een boek dat nog van mijn vader was geweest en dat hij aan mij had gegeven in 2007 (!) om naar de Roder-Boekenmarkt te doen. Hij had het stickertje met zijn naam er al uit gehaald, dat lag als klein bladwijzertje tussen de bladzijden.

“Verzwegen verleden” geschreven door Piet Terlouw in 1984.
13 jaar lag het in mijn nachtkastje, binnen drie dagen had ik het uit.
Ik werd meegezogen in een verhaal over het samengestelde gezin van vader Has en moeder Hanneke uit Rhenen.
Eén van de kinderen is een vondeling, de moeder is de tweede vrouw van de vader.
Als de oorlog begint wordt iedereen uit Rhenen geëvacueerd en als ze na de capitulatie terugkomen is hun huis platgebombardeerd. In het laatste oorlogsjaar moet het gezin vanwegen de gevechten rond Arnhem weer worden geëvacueerd en lopen ze naar tante Klazien in Doorn, waar hen een warm welkom wacht. Maar het valt natuurlijk niet mee, met z’n zessen in een huisje in de hongerwinter.
Tot overmaat van ramp raakt de vader in 1945 vermist.

Het boek is eigenlijk een lange brief die de tweede vrouw, Hanneke, schrijft aan het kind Pieter dat als vondeling in het gezin is opgenomen.
Ze beschrijft haar lotgevallen in de oorlog, wat er daarvoor en daarna met haar gebeurde;  als lezer krijg je stukje bij beetje het hele verhaal te horen.

Vandaag herdenken we de doden.
In dit boek wordt beschreven hoe het is als iemand niet terugkomt uit de oorlog.
Je leest over de wurgende onzekerheid.
De afgunst als andere vaders en zonen wél terugkomen.
Hoe de hoop heel langzaam minder wordt maar nooit helemaal uitdooft.
Het verdriet, dat nooit meer over gaat.

Na zo’n boek weet je het even weer:
Vrijheid is niet vanzelfsprekend.
Sta daar maar eens twee minuten bij stil.

Reageren

23 april: Hemelse vaders.

Deze week is het een jaar geleden dat we afscheid  namen van Gerards broer Jan.
Daarover schreef ik destijds een blog onder de titel: een ‘Opa-Knuffel’ .
Een jaar.
We hebben al weer een aantal verjaardagen gevierd,  familiedag gehad en steeds is er weer het gemis.
Tenminste: zo ervaren we het als broer en schoonzus.
Zijn vrouw en kinderen kunnen zich amper voorstellen dat het al weer een jaar geleden is.
Voor hen is het verlies dagelijks voelbaar en aanwezig.

Vorig jaar verscheen het boek ‘Hemelse vaders’ waarin een stuk of dertig dochters vertellen over hun band met hun overleden vader.
Lianne,  de oudste dochter van Jan,  heeft in dat boek ook een hoofdstuk verzorgd.
Het is een bijzonder boek geworden met heel verschillende verhalen.
Hardwerkende vaders, vaders op afstand, vaders die oud werden, vaders die jong stierven, vaders met een oorlogsverleden die getraumatiseerd als ze waren, geen liefde konden geven en vaders die hun eigen dochter ‘niet moesten’.
Beroemde vaders en anonieme vaders.

En midden tussen al die verhalen van voor mij vreemde dochters en vaders stond ineens onze eigen Jan.
Met zijn door Lianne geschreven  verhaal, dat ik al kende.
Kippenvel kreeg ik er van, vooral omdat het bekend was. En wat een liefde voor haar vader straalde me uit het boek tegemoet.  Trots op zijn trouw, zijn vasthoudendheid, de warme gezinsband,  trots  op het feit dat deze Jan haar vader was.  Over wat hij door het eenvoudig voor te leven zijn kinderen heeft meegegeven  als levenslessen.
Het glas is altijd halfvol; het motto van de ‘Waninge-power’.
Ik herkende in haar verhaal onze eigen achtergrond.
Een hechte familie band,  een warm gezinsleven, doodgewone ouders in een doodgewoon Drents dorp en een leven waarin het geloof/de kerk een grote rol speelt.

Niet iedere vader heeft een dochter, maar elke dochter heeft wel een vader.
Door het lezen over overleden vaders kwam ook mijn eigen vader weer in beeld.
En ook het feit dat hij, ondanks dat hij er niet meer is, doorleeft in mijn leven net als bij Lianne.

Zij sluit haar verhaal af met deze zinnen:
Vaak denk ik terug aan alle adviezen, opmerkingen, zijn houding in moeilijke tijden.
Dit wil ik onthouden, hier wil ik op bouwen.
Het glas is halfvol, niet andersom,

Haal uit het leven wat mogelijk is, blijf trouw aan jezelf en zit niet bij de pakken neer.

Het hadden mijn woorden kunnen zijn.
Toen ik het boek uit had prees ik me, net als Lianne, gelukkig met mijn vader.

Reageren

16 april: Toneelstukje in Schotland.

Van Nettie Kramer kreeg ik al maanden geleden een boek waarvan ze zei: “Als je van Downton Abby houdt,  dan is dit echt wat voor jou!”

Het boek is geschreven door Josephine Rombouts,  een Nederlandse vrouw die met  haar gezin naar Schotland verhuisde en die om de kost te verdienen aan het werk ging op een oud kasteel voor een adelijke familie.  Zij schrijft op een vermakelijke manier over haar belevenissen op het kasteel en in het gehucht waar ze zijn gaan wonen.

Het is wennen, voor beide kanten.
Van dochter Frea (die 7 jaar in Engeland woonde) weten we al hoe moeilijk het is om je als Nederlander aan te passen aan Engeland en haar inwoners, voor Josephine zijn het ook nog eens adellijke Engelsen op een Schots kasteel en ze wonen zelf tussen de Schotten in.  Allemaal met hun eigen gebruiksaanwijzing.

Het boek las ik met veel plezier.  Het verschil met Downton Abby is dat dit verhaal zich in de 21e eeuw afspeelt en niet 100 jaar geleden. Daarom veroorzaakte het bij mij soms opgetrokken wenkbrauwen; hoe is het mogelijk dat zo’n adellijke familie in deze tijd nog zo kan leven. Dat er nog zulke grote verschillen  zijn tussen de upperclass  en andere bevolkingsgroepen.

Erg grappig zijn de verhalen over het poetsen van het oude familiezilver, over de bijtgrage teckel die in het huis kwam wonen, over  de nieuwe kok Earnest en natuurlijk over de Engelse kerstrituelen in Schotland. En niet te vergeten: het ondoordacht met de auto rijden over het gazon. RIJDEN! OVER HET GAZON!

Tijdens het lezen dacht ik: “Waar staat dat kasteel dan?  Wie zijn die bewoners? Hoe heet dat dorpje?”
Zoekend op internet naar deze gegevens kwam ik er achter dat Cliffrock Castle een verzonnen naam is. Het gaat om het verhaal en niet waar het zich afspeelt.
Het kasteel en zijn familie bestaan wel,  maar worden op deze manier behoed voor nieuwsgierige (Nederlandse) toeristen.
Josephine Rombouts is overigens ook niet haar echte naam.

Al lezend bekroop mij het gevoel: de mensen die een rol spelen in dit boek voeren op en rondom dat kasteel de hele dag een toneelstukje op. Ze zeggen dingen die ze niet bedoelen en ze doen dingen omdat het zo is afgesproken. Of omdat dat nu eenmaal de regels zijn.
Of de gewoonte is.
Het duurt echt wel even voordat de schrijfster met haar Nederlandse achtergrond (lees botheid) zich heeft aangepast aan de omstandigheden.

Tussen de regels door lees je over het klimaat aan de Schotse westkust.
Veel regen en altijd koud.
En áls het eens mooi weer is heb je gelijk last van kleine steekmugjes.
Overstromingen bij overvloedige regenval.
Het is een mooi avontuur en het zal een verbijsterend mooie omgeving zijn.
Ergens las ik dat er inmiddels een tweede boek is van Josephine’s hand: ‘Terug naar Cliffrock Castle”.
Ze is dus teruggegaan.
Had ik niet gedaan.
Maar ik was er ook niet heengegaan……..

Reageren

31 maart: Sanne en een andere tijd.

Mensen, wat heb ik nu door de Corona-crisis een tijd over.
Natuurlijk: voor Lentis ben ik gewoon thuis aan het werk en dan hebben we het over 16 uur in de week en natuurlijk kost het huishouden ook tijd.
Maar daar houdt het dan ook mee op!
Geen cantorij, geen overleggen, geen visites, geen kerkdingen, kortom: geen sociale verplichtingen. En wat heb ik dan veel sociale dingen, daar kom ik nu achter.
Veel tijd betekent voor mij onder anderen: lezen.
Heerlijk. Opgekruld op de bank met een boek.
Heel ouderwets een écht boek, dus niet digitaal.

En niet alleen het lezen op zich was ouderwets, het boek dat ik las viel ook in die categorie.
We hebben het over Sanne van Havelte en het boek heet ‘de Rozen van Hofwijck’.
Het is onderdeel van een romantische verhalen omnibus; drie boeken in één dus.
Ik zal eerlijk zijn: ik heb het bij één gehouden.

De eerste druk van dit boek verscheen in 1949.
70 jaar geleden.
Toen zag de wereld er heel anders uit.
Een korte inhoudsbeschrijving:
De oorlog is voorbij en heeft in het land diepe sporen achter gelaten en het leven krijgt weer  langzaam aan zijn normale gang terug.
Op Hofwijck woont het gezin Van Heijningen; vader is klokkenmaker en dochter Annemarie helpt hem daarbij.
De Friese Doede Huizinga heeft in de oorlog een tijdje ondergedoken gezeten op Hofwijck, maar is later opgepakt en gevangen gezet in de Duits kamp. Hij kan na de bevrijding zijn draai niet vinden en zwerft rusteloos langs kennissen. Uiteindelijk gaat hij wonen in een keet op landgoed Hofwijck.
De goede afloop laat zich raden: Doede vindt ten langen leste rust en durft zijn leven met het leven van Annemieke te verbinden.

Het boek beschrijft een oorlogstrauma in een tijd dat men nog nooit van psychiatrische hulpverlening heeft gehoord. Het valt in de categorie romantische verhalen, maar dat is een miskleun van de bovenste plank: het is een zwaarmoedig boek en met de kennis van nu denk je al na vijftig bladzijden: “Ga hulp zoeken!”
Maar dat gebeurt natuurlijk niet.
Wat een geworstel van de hoofdpersonen met dat oorlogsverleden.
En je realiseert je tegelijkertijd: dat was voor iedereen in die tijd zo.
Er werd niet gepraat; nergens over.

Toen ik het uit had dacht ik: “Eén zo’n boek is wel even genoeg. Er liggen nog een paar andere boeken op me te wachten waar ik nu meer zin aan heb’.
Dit boek kreeg ik te leen omdat ik nog nooit een boek van Sanne van Havelte had gelezen, dat hoorde volgens mijn boekenvriendin net zo bij mijn opvoeding als Joop ter Heul.

Zeventig jaar is lang geleden.
In het boek worden onophoudelijk pijpen aangestoken, sigaretten opgestoken en uitgedrukt; men is voortdurend aan het roken.
Dat hoorde toen bij het dagelijkse leven.
Net als aan het roken zijn we nu ook niet meer gewend aan de toenmalige omgangsvormen en sociale toestanden.
Vervreemdend, dat ervoer ik bij dit boek.

Over zeventig jaar lezen mensen in boeken over de Coronacrisis in 2020.
Stel je voor….zouden ze zich er iets bij voor kunnen stellen?

Reageren

Pagina 8 van 17

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén