Voor de tweede keer las ik een boek van David Nicholls.
Het eerste boek van zijn hand dat ik las, ‘One day‘(De eerste dag) was een bijzonder boek. Dat heb ik onthouden, omdat het steeds maar één dag van een jaar beschrijft, zodat je in 15 hoofdstukken 15 jaren aan je geestesoog voorbij ziet trekken.
Dit schreef ik destijds aan het einde van dat blog:
Mooi boek. Nicholls schrijft onderhoudend en humoristisch. En realistisch.
Een ander boek van hem heet ‘Wij’.
Binnenkort maar eens op zoek in de bibliotheek.

Niet uit de bibliotheek, maar gekocht van boekenbonnen, het stond al een tijdje op mijn lijstje.
Ook dit was een onderhoudend boek, maar heel anders dan de vorige.
Het boek is geschreven in de ik-vorm; Douglas Petersen is de hoofdpersoon.
Je stapt in het verhaal op het moment dat zijn vrouw Connie tegen hem zegt dat ze er over denkt om van hem te scheiden.
Hij zit daar behoorlijk mee in zijn maag.

Maar….. er staat nog een grote gezinsreis gepland door Europa met hun zoon Albie (17) en Douglas neemt zich voor om alles in het werk te stellen om Connie weer voor zich te winnen. Verder wil hij ook proberen om de problematische band met zijn puberende zoon te verbeteren.
De reis wordt beschreven van stad tot stad en tussendoor kom je in flashbacks het hele verhaal van Connie en Douglas te weten,
Hoe hun relatie begon in hun studententijd.
Hoe hij haar ten huwelijk vroeg en dat ze later ouders werden.
Je leest dan ook hoe ontzettend veel Douglas van vrouw en zijn zoon houdt, maar dat heeft hij niet altijd laten merken; hij is een beetje een onhandige, verstroode man die opgaat in zijn werk en vooral bezig is geweest met het onderhouden van zijn gezin. Verder legde hij in de opvoeding vooral de nadruk op wat moest, wat nodig was en wat in zijn ogen belangrijk was.
Tijdens de Europa-reis wordt duidelijk hoe de relationele vlag er bij hangt.
Ik kreeg steeds meer sympathie voor Douglas, maar vond het ook wel een beetje een oliebol.

De schrijfstijl van Nicholls is typisch Engels. Met onderkoelde humor vertelt hij met de nodige zelfspot een mooi liefdesverhaal met hoogte- maar ook dieptepunten.
Soms moest ik hardop lachen, maar soms was ik ook ontroerd.
Hilarisch is zijn omschrijving van ‘fietsen in Amsterdam’: Als je je een waarlijjk onverschrokken moraalridder wilt voelen gaat er niets boven het rijden op een fiets door Amsterdam. Daar is de traditonele machtsverhouding met de auto omgekeerd en maak je deel uit van een enorm volksleger, hoor je bij het peloton en kijk je neer op de motorkappen van mensen die zo dom of zwak zijn om auto te rijden.
Mensen fietsen hier al bellend ontbijtend met een roekeloze zwierigheid.
Herkenbaar.
Ik fiets ook wel eens in Groningen.

Het is een fijn boek.
Over idealen die geen stand houden, over liefde die niet altijd wordt begrepen, over de dilemma’s in het ouderschap en over de dood.
Kortom: een niet alledaagse roman over het leven.