De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

21 juni: Een andere invulling.

Gisteren kon je op deze website de bijdrage lezen van Frits Bosman; zijn verhaal ontroerde me.  Ook ik verzucht wel eens: “waarom zingen we nog steeds van die achterhaalde,  oude psalmen”. Frits benoemde wat bepaalde psalmen voor hem betekenen. Ook deed zijn verhaal me denken aan mijn vader  (vier jaar ouder dan Frits) die de oorlog ook als kind meemaakte, maar dan in Coevorden; hij vertelde dezelfde verhalen.

Gistermorgen in de viering zongen we geen psalmen; we konden als gemeente zachtjes meezingen met opnames van liederen uit de Dorpskerk van Eelde.
Het thema van de kerkdienst was ‘die ons in ruimte heeft gezet’.

Als je wilt weten waar de preek over ging verwijs ik naar kerkomroep,  ik houd het bij twee dingen die mij bijbleven.

Het eerste was de introductie op het thema.
De zin ‘die ons in ruimte heeft gezet’ komt uit Psalm 68, in de liedboekversie couplet 7: ‘Hij is het die ons heeft  gered, die ons in ruimte heeft gezet en leidt met vaste schreden.
De introductie begon met de zin: Welke ruimte? Waar ligt het speelveld waarop geloven werkelijkheid mag worden?
Nu citeer ik voorganger Harm Jan Meijer:

Vroeger bleven we liever onder elkaar; óns soort mensen, een eigen zuil.
Zeker: al zo lief heeft God de wereld gehad dat hij zijn enige zoon gezonden heeft om de wereld te  redden, maar dat was dan wel ónze wereld.
En zo trokken we, met de beste bedoelingen overigens,  het zendingsveld op om anderen te bekeren tot onze manier van leven en geloven.

Intussen zijn de mensen uit Afrika, Syrië en Afghanistan zo ongeveer onze dorpsgenoten geworden en dringt langzaam het besef door: God bezielt niet alleen protestanten. De christelijk traditie. Niet alleen de westerse wereld.
God bezielt de hele wereld, al wat leeft. Het gaat om het geheel.

Bij deze woorden van de predikant moest ik weer denken aan wat Frits had geschreven over de psalmen die ik niet meer van deze tijd vond.
Iedere tijd heeft zijn eigen omstandigheden die maken dat er steeds een andere invulling wordt gegeven aan bijbelteksten en liederen.

Het andere onderdeel dat ik hier wil benoemen was het gedicht dat de dominee voorlas vlak voor de zegen.

binnen de ruimte van God noemen wij geen vooruitgang waar anderen aan ten onder gaan
binnen de ruimte van God noemen wij geen groei waar een ander minder  van wordt
binnen de ruimte van God noemen wij geen vrijheid wat een ander het recht ontneemt om zich zelf te zijn
binnen de ruimte van God vormen wij een gemeenschap waar de minste de meeste aandacht krijgt
binnen de ruimte van God proberen wij zelf de verandering te zijn die we graag bij de ander tot stand zien gebracht
binnen de ruimte van God proberen wij te beseffen dat veranderen begint bij jezelf.

Doe daarbij wat mogelijk is en laat het onmogelijke rusten.
Wat dit te maken heeft met thee, een theekopje en een meer hoor je als je de hele viering beluistert.
(Kerkomroep: 20 juni, 09.30 uur, Op de Helte)

Reageren

20 juni: Lezer van de maand – Frits Bosman

Hoe kennen wij elkaar?
We zitten samen in de websitegroep van onze Protestantse Gemeente. Ook delen we liefde voor de cantorij. En onderling spreken we algemeen beschaafd ‘plat’…

Waar en wanneer geboren?
Geboren in De Krim, was gemeente Gramsbergen, nu gemeente Hardenberg op 22 juli 1936.

Eens getrouwd.
Met mijn lief Henny Wolters uit Valthermond. Ze is mij helaas ontvallen in 2002.

Levensfase
Is af te lezen uit mijn leeftijd en ik voel me een YEP. Naast het dagelijkse huishouden worden mijn dagen zomaar gevuld met zaken dicht bij het kerkelijk bedrijf. Ook is er de orgelstichting. (Hierbij een link naar de website van het Hinszorgel in Roden.) Muziek is altijd in de buurt met orgelspel, een Bachcantate en zo meer. Als corona niet meer plaagt, hoop ik weer volop mee te doen met de cantorij en wenkt de schaakclub.

Wat ik wil delen.
Zie het stuk hieronder met de titel ‘Briesend paard’ .
Maar wat me vanwege de oorlog het meest bezig  houdt, is mijn verbijstering over de holocaust. Graag deel ik met de lezer in dit verband de volgende boeken:

  • ‘In de schaduw van een nachtvlinder’ van Ivar Schute; een archeoloog op zoek naar sporen van de holocaust; ik beveel het aan als ‘verplichte’ lectuur
  • “De draad en de vliegende naald” en ‘Het meisje en de geleerde’, beide van Gerdien Verschoor; zij is de directeur van Herinneringscentrum ‘Kamp Westerbork’.
    Nadere informatie over deze boeken is op internet te vinden.

Het briesend paard

In Trouw kwam het voorbij: niets is zo actueel als het verleden (Akkerman).
Bij mij loopt het met me op en haakt aan me vast in mijn fascinatie voor ‘de oorlog’.
“Wat heb je toch met die oorlog”, vraagt Henny mij met een lichte irritatie in haar stem, jaren geleden.
Een passend antwoord? Ho maar. Dé oorlog kleeft aan mij. Ik ben van ‘voor’, dus van de categorie die het nog heeft meegemaakt…

De Krim, 10 mei 1940.
Ik zie ‘ze’ komen, een groen lint langs het kanaal in de zon. Sta tussen hen in als ‘ze’ bij opoe in ’t achterhuus hun veldflessen vullen.
Als ‘ze’ uit Bosman’s ‘holtstek’ hout opladen voor een noodbrug om de in de buurt opgeblazen draaibrug over het kanaal te vervangen.
Wat een contrast met het tafereel op een grauwe dag, ergens maart ’45, als ik met ome Willem door een kier tussen de deuren van het ‘holtstek’ koekeloer.
Een vanuit Coevorden komend zooitje ongeregeld dat zich met paard en wagen, opgetast met van alles, voortsleept.
De kleur van die uitgetelde grauwgrijsgroene bende staat me nog bij.

Ik ontwikkel een grote angst voor alles wat vliegt. Schrik voor laag over denderende bommenwerpers.
Nog jankt in mijn oren een salvo’s afvurende Engelse jager, Pinksteren 1944; doelwit een schip in de Fabriekswieke.
Schippersdochter Janny ter Steege overleeft het niet. Wat een indruk maakt dit op me. Op weg naar school, de bommenwerper die vlak achter ons nog net in het kanaal een bom dropt. Die exploderend een gigantische fontein omhoog spuit. Het bombardement in Enschede, als we logeren bij oom Henk en tante Mien.

Een sprongetje heen en terug… Weer Trouw; van 21 mei ‘21, de ‘Wraakpsalm’ van columnist Akkerman.
Hij beleefde de woorden als zwevend in een wereld die weinig met de zijne te maken had. ‘t Godd’loze volk wordt haast tot as, ’t zal voor Uw oog vergaan als was… Ja, zo ervaar ik dat tegenwoordig ook. Maar in ‘de oorlog’ wordt het even anders beleefd!

Vroeg in het voorjaar van 1945, bij juffrouw Booij in klas 2 van ‘Rehoboth’. Schrik! De sirene bij de fabriek, gejank dat nooit went: onheil in aantocht! Wetend wat me te doen staat, duik ik meteen onder de bank; de roep van de juffrouw is overbodig.
Van haar hebben we psalmen geleerd. Ze probeert de schrik weg te zingen en we zingen met haar mee:

Het briesend paard moet eind’lijk sneven,
Hoe snel het draav’ in ’t oorlogsveld;
’t Kan niemand d’ overwinning geven;
Zijn grote sterkte baat geen held.
(enzovoort, Psalm 33: 9, o.b.)

De Krim, 6 april ’45, vanuit Coevorden komen rupsvoertuigen onze kant op met de Canadezen.
Op mijn netvlies mijn vader die dolblij ons huis in rent  en weer uit stuift met de vlag.
We vieren de ‘verlossing uit de tyrannie’ in een afgeladen kerk. Ik zit naast mijn moeder.
Luidkeels zing ik op hele noten Psalm 124 (o.b.) mee:

Dat Israël nu zegge, blij van geest:
Indien de HEER, die bij ons is geweest,
Indien de HEER, die ons heeft bijgestaan,
toen ’s vijands heir en aanval werd gevreesd,
Niet had gered, wij waren lang vergaan.

Zo eigenen we ons psalmen toe, als het ‘nieuwe’ Israël, dat zijn wij toch, dachten we… toen.

Het briesend-paard-ras? Zal het uitsterven? Als het stil wordt misschien…

Zachtjes roept een stem om vrede,
Zo zacht dat ’t haast wordt gesmoord.
Dat is niet zonder reden:
Het woord wordt in de stilte pas gehoord. 

Reageren

19 juni: Honderd keer……

In ‘De Krant’ (een huis-aan-huisblad in de gemeente Noordenveld) van deze week was weer plaats ingeruimd voor de rubriek ‘Moi Noordenveld’; deze keer mocht ik het vullen.
Woon je niet in de buurt en wil je de inhoud toch even lezen?
Hierbij een link  2021.05.17 Meelij Jet   naar een pdf met de tekst van de column.

Het is een verhaal vanuit de periode dat mijn schoonmoeder nog in het Beurtschip zat.
Het is een samenvoeging van een tweetal blogs die ik in 2015 schreef over de gebeurtenissen in het verzorgingshuis aan de koffietafel met de andere bewoners van de afdeling.
Die blogs waren geschreven in het Nederlands, dus ik moest het eerst vertalen.
Dan kan het gebeuren dat je een woordje overslaat ……. het had ‘veurbij’ moeten zijn.

Honderd keer lees ik zo’n stukje na en honderd keer lees ik  er over heen.
Döt ok niks.
Er heeft nog niemand iets over gezegd……

Reageren

18 juni: “U bent er weer…”

Die time-out kwam wel  goed uit: met zulke warme dagen ben ik nooit op mijn best en ik vond het wel even lekker rustig.
Heel langzaam gaat de wereld weer open na alle coronabeperkingen.  Zwemmen en FysiYoLates doen we nog niet,  maar zingen met de cantorij heb ik al wel weer gedaan: met z’n zessen werkten we mee aan de PKN-viering van 13 juni. Onze cantor Karel wilde eigenlijk dat we alles één-stemmig zongen, maar daar waren we het niet mee eens.
Er was een lied dat we vierstemmig konden dromen “Wie in de schaduw Gods mag wonen” (melodie licht dat ons aanstoot in de morgen). Het vertrouwen moet kennelijk eerst weer worden opgebouwd: “Dat wil ik dan eerst even horen”.
Wat een sensatie om na zoveel  maanden weer vierstemmig te zingen! En Karel vond het ‘acceptabel’,  dus ook in de viering mocht het vierstemmig.

Dertig mensen mochten de kerkdienst bijwonen.  De mevrouw met wie ik na het inzingen even een praatje ging maken, zei: “Ik was hier veel te vroeg,  maar ik wilde zo graag wat mensen zien en spreken.”
Ik zag haar ontroering en het raakte me.
Wat hebben we ‘elkaar’ gemist.
Een knipoog, een praatje,  een handdruk of een arm om de schouder: samen kerk zijn is zoveel meer dan de preek op zondagmorgen.

Niet alleen kerkgang is weer mogelijk, ook naar het werk in Groningen en bezoekjes brengen aan anderen behoort weer tot de mogelijkheden.
Eerlijk gezegd: ik moet er nog aan wennen.
Het mondkapje, anderhalve meter afstand en geen lichamelijk contact: inmiddels ben ik daar zo aan gewend dat ik er amper meer bij nadenk.
Mensen die onverwacht dichtbij komen staan veroorzaken een kleine schrikreactie; verder ben ik eerder moe van de reuring die alles weer teweegbrengt.
En ja, dat heeft enerzijds natuurlijk te maken met mijn leeftijd, maar ik moet ook weer wennen aan het communiceren en meer bezigheden buitenshuis.

Met dit nieuwe blog komt er een eind aan mijn eerste time-out van 2021.
“U bent er weer!”
Dat roept de mevrouw van de fietsknooppunten-app altijd als we even van de route zijn afgeweken en daarna de knooppunten weer oppakken.
Ze is altijd blij als we er weer zijn.
Een paar mensen in mijn omgeving zijn ook blij dat ik er weer ben.
Hier en daar kreeg ik al voorzichtige aansporingen: “Wanneer begin je weer? Ik mis je dagelijkse ‘stukje’….”
Fijn om te horen; vanaf vandaag weer iedere dag artikel in dit digitale tijdschrift!

Reageren

15 juni: Gastblog Lianne – Yes!

Toch een blog vandaag!
Nicht Lianne Polling-Waninge is leerkracht op CBS De Hoeksteen in Roden en moeder van twee zoontjes van 6 en 4  jaar.
Ze neemt ons mee in de wereld van de schoolreisjes.

Yes, we mochten weer op schoolreisje!

Vorige week was het dan zover. Jongste zoon riep al een paar dagen van te voren: “Dit wordt mijn eerste schoolreis!’’. Wat was hij blij dat hij heen kon.
Het schoolreisje was niet ver weg gepland, het uitje ging naar Roderesch. Jongste is 5 jaar oud en kreeg een school t-shirt met logo erop aan.
De ouders brachten zelf de kinderen naar Roderesch en daar stonden de kleuterjuffen de kinderen al op te wachten.
De Zwerfsteen bood verschillende onderdelen aan en zo konden de kinderen in groepjes; dansen, klimmen en klauteren en een heus bootcamp parcour afleggen.
Dit schoolreisje werd pas compleet toen ze cake en ranja kregen en later bij de lunch patatjes met een waterijsje.

Ik mocht een paar kinderen, waaronder mijn eigen zoon ophalen en weer naar school brengen.
In de verte hoorde ik hem al roepen: “Mama kijk ik heb een lekker ijsje!”
En natuurlijk moest ik erbij komen zitten. Want wat was het een leuke dag. Allemaal kleutertjes om me heen met energievolle verhalen.

Een paar dagen later mocht oudste zoon op schoolreis. Hij was al eens vaker geweest en herinnerde zich dat nog wel. Maar dat betekende nu natuurlijk niet dat hij er niet klaar voor was. Want oudste is van het vragen stellen zodat hij weet wat er gaat komen. “Euhm mama, is het ver? Wat gaan we daar doen? Krijgen we daar ook patat? Kom je ook kijken?”

Zonder teveel te verklappen, ging hij die ochtend met zijn vader naar De Zwerfsteen. Papa zwaaide nog even op afstand en kon weer naar huis.
Door corona toch nog een paar regels, maar daar merkte je nog maar weinig van, éénmaal daar aangekomen.
Ze konden heerlijk in de buitenlucht spelen en na de ranja en cake begon het eerste onderdeel.
De kinderen van groep 3 en 4 werden in verschillende groepen verdeeld en deden; pijl en boogschieten, dansen en ook het uitdagende bootcamp parcours.
De foto’s s avonds op het ouderportaal spraken boekdelen. Allemaal vrolijke rode koppies en prachtig weer!

Ik herinner mij schoolreis van een paar jaar geleden. Toen werkte ik op een basisschool in Assen. Schoolreisjes gingen toen anders, luxer! We werden dan met een touringbus opgehaald en reden dan bijvoorbeeld naar attractiepark Slagharen of Walibi. Allemaal een stuk duurder en langer van huis.
Ik stond er even bij stil, want mijn kinderen werden zo blij van dit schoolreisje.

Zelf mocht ik met groep 5 mee op schoolreisje. Nu als leerkracht van deze gezellige groep.
Groep 5 mocht samen met groep 6 op de fiets naar De Zwerfsteen.
Dit lukte prima, in een lange colonne en gele hesjes her en der, reden we door Roden en Nieuw-Roden.

We kregen allereerst onze eigen plek aangewezen, daar konden we onze tassen neerleggen en drinken pakken als we dorst hadden. Na eerst even in de speeltuin te mogen spelen, werden we meegenomen om te gaan mountainbiken. We werden allemaal voorzien van een helm en een bidon. Wat een goede organisatie, want die fietshelmen moeten op maat gepakt worden en goed zitten. Toen iedereen een fiets had aangemeten gekregen, ging we op pad. En natuurlijk ging ik ook mee. Ik vond dit net zo leuk als de kinderen! We leerden verschillende houdingen en remtechnieken. Na een aantal oefenrondjes, werden we meegenomen om een parcours te rijden in het bos. Gelukkig had ik anti-mug/teek meegenomen. De kinderen riepen om beurten; ‘juf wilt u mij ook insmeren? ‘ Gelukkig had ik zon roller bij me en liep langs alle kinderen om benen en armen in te rollen. Wat een grappig gezicht moet dat zijn geweest. En die juf maar smeren. Enkele minuten later konden we weer door op de fiets.

Na een korte pauze waren we nieuwsgierig naar het volgende onderdeel.
We moesten naar de andere kant van het complex en daar zagen we een groter bootcamp gebied. Met allemaal grote houten hindernissen.
In groepjes van 7 moesten we over alle hindernissen heen klimmen en klauteren. Terwijl we dat deden, moest je samenwerken en een stuk touw en een korte balk meenemen over de hindernissen. Ik mocht als juf een groepje begeleiden. Het was fantastisch om te zien hoe gemotiveerd de kinderen waren en hoe ze om elkaar dachten. Soms moeilijk en angstig, maar ze sleepten elkaar er door heen. Omdat kinderen in groep 5 waarschijnlijk de jongste deelnemers waren voor dit onderdeel, besloot ik af en toe mee te helpen. Vooral wanneer ze weer naar beneden moesten klimmen van een hindernis. Ik kon dan mooi een been aanpakken en mijn schouder als stoeltje aanbieden. We deden het vooral samen! Het bracht een geweldig gevoel van overwinnen.

Net zoals we afgelopen jaar door moesten zetten na weer een paar weken thuisonderwijs en alle coronatesten die we met elkaar moesten ondergaan.
Nee het viel soms niet mee, er kon veel niet doorgaan afgelopen jaar. Maar dit schoolreisje pakt niemand ons meer af.

Terugkijkend op een week vol met schoolreisjes, besef ik dat wij niet veel nodig hebben om blij van te worden.
Het idee dat het schoolreisje door mocht gaan was al een cadeautje.
En éénmaal op locatie realiseerde ik mij dat we veel geleerd hebben en bovenal…….hoe erg we hebben genoten die dag!

Meer weten over ‘de Zwerfsteen’? Hierbij een link naar hun website.

Reageren

8 juni: Dat soort gedachten…..

Iedere dag staat er een nieuw blog op deze website; bijna tien maanden achtereen heb ik dagelijks iets gepost, ook tijdens de kerstvakantie.
Van 10 tm 15 augustus 2020 dateert mijn laatste reces.
Vanmorgen dacht ik: “Het is een drukke week en waar moet ik het op mijn blog over hebben?”
Als ik dat soort gedachten krijg moet ik een time out; zodra ik het gevoel heb dat het dagelijkse blog me op de nek gaat zitten moet ik even afstand nemen.

Zomaar een paar dagen niet bloggen is niet zo aardig voor mijn vaste lezers; die maken zich dan zorgen.
Een mens kan zomaar in het ziekenhuis belanden, niet waar?

Geen zorgen dus.
Ik ben even een paar dagen off-line: werken, huishouden en lekker in de zon zitten met een borduurwerkje.
En even weer een ‘buffertje blogs’ opbouwen.

Heb jij nog een verhaaltje liggen?
Wil je de leegte deze week een keer vullen?
You’re welcome!

Reageren

7 juni: Mit toeters en bellen….

Sinds ik actief ben op Spotify heb ik al heel wat muziek gedownload en heb ik ook al heel wat afspeellijsten gemaakt.
Die zijn voornamelijk voor eigen gebruik, want het is mijn smaak.
Doen we een spelletje en willen we er gezellige achtergrondmuziek bij, dan zoek ik een random lijst van iemand anders.
Via de zoekterm ‘Jaren 70’ bijvoorbeeld.
Of ‘Balads’ of een ander genre.
Of “Evergreen Top 1000 Radio 5′.
Dan krijg je over het algemeen leuke muziek.
Hier en daar geef ik dan een nummer een hartje mee; dat betekent ‘Favoriet’.
Laatst kwam ik tot de ontdekking dat je die favorieten ook als ‘lijst’ af kunt spelen en dat leverde verrassende combinaties op.

Bij één nummer dacht ik bij het intro “Is dit ook een favoriet van mij?”
Toen ik het verder afluisterde wist ik het weer.
Het was het nummer ‘Blaosmuziek’ van Gé Reinders.
Het lied beschrijft een Limburgs dorpje op een zondagmorgen met een café, een kerk en een spelende fanfare.
Hij legt in het nummer uit welke instrumenten in zo’n orkest worden gebruikt en de genoemde instrumenten zetten vervolgens stuk voor stuk in.
Hij zingt het in zijn eigen taal, het Limburgs.
Het bijzondere is: de plaat heeft niet in de Top 40 gestaan, maar staat steevast in de Top 2000 van Radio 2 en de Evergreen Top 1000 van Radio 5.

Op internet vond ik een video uit 2019 die Reinders zelf heeft gedeeld ter gelegenheid van het feit dat het 20 jaar geleden was dat ‘Blaosmuziek’ werd opgenomen.
Hierbij een link naar die video op YouTube.
Drie en een halve minuut genieten.

Blaosmeziek op eine sjone zondigmorge
Blaosmeziek bleust mich omver
Mit toeters en bellen ’n sjoon verhaol vertelle
Zondigmorge blaosmuziek blaos mich riek.

Met recht een favoriet.

Reageren

6 juni: Vrolijk en chaotisch.

Vanmorgen was er een bijzondere ‘Ik zie jou viering’ in Op de Helte.
Dit schreef voorganger Sijbrand van Dijk er van te voren over: “Het thema is: ik ga op reis en ik neem mee. Dit thema verbindt alle onderdelen. Dolly, Noach, de overstap uit de kindernevendienst, de uitslagen van de fietstocht en de dropping. Het wordt een vrolijke en waarschijnlijk ietwat chaotische ochtend.”

Vrolijk en chaotisch zijn geen woorden die gelijk in je brein opkomen als je denkt aan een kerkdienst en toch had Sijbrand groot gelijk.
Vanachter mijn computerscherm heb ik genoten van deze viering, die zo anders was dan anders en daardoor heel verfrissend en veelzeggend.
Bij het eerste onderdeel kon je thuis ook meedoen: een quiz! Leuk! Ik haakte onmiddellijk aan en noemde mezelf Aoltje.
Toen de deelnemers later werden benoemd wist Walter niet wie Aoltje was….. nou ja zeg. Aoltje van Geert natuurlijk!
Verder met de viering. Dit hele  weekend stond in het teken van gezellige activiteiten: een gezinsfietstocht op vrijdagavond en een spannende ‘Travel Quest’ op zaterdagavond.
Vanmorgen zagen we het weekend in foto’s voorbij komen.

Ronduit spectaculair was het afscheid van Dolly de Logeerduif; die werd samen met Janny de kerk ingereden in een antieke MG!
De opbrengst van haar logeeravonturen was meer dan € 1.300,= voor het ZWO-project ‘Straatkinderen in Oeganda’.
Er werd door de kindernevendienst ook afscheid genomen van de kinderen die dit jaar de overstap maken van de basisschool naar het middelbaar onderwijs; de kinderen werden naar voren geroepen en kregen een knapzak mee als aandenken.
Wat ik altijd erg kan waarderen zijn jongeren die iets doen in een viering: vanmorgen zong Daphne twee liederen en Alyke speelde twee stukken voor ons op haar viool.

De schriftlezing werd vanmorgen niet uit de bijbel voorgelezen, maar het verhaal van Noach werd verteld door Janny.
Daarna kreeg Sijbrand het woord voor de overdenking; hij had in zijn koffer drie basiselementen uit het verhaal van Noach meegenomen.
1. De ark. Daarvoor gebruikte hij zijn schoen. Met een beetje fantasie kon je daar wel een grote boot van maken, te meer omdat het maat 46 was.
De ark staat voor je basis: je leefomgeving, je ouders, je vrienden, de plek waar je je thuis voelt. Mensen kunnen ook als een ark voor je zijn, waarbij je je vertrouwd voelt en waar je kunt schuilen.
2. Een oude knuffelhaas, destijds nog gemaakt door Sijbrands oma. De haas stond voor alle dieren en al het groen op de aarde. Het verhaal van Noach wil ons vertellen dat we de aarde delen met alle dieren, bomen, bloemen en planten. Leef dus met de aarde en zorg er voor.
3. De regenboog, die ons wil zeggen “Er is hoop, het komt goed.” Misschien niet zoals je had gedacht of gehoopt, maar God zoekt altijd naar manieren om nieuwe wegen in te slaan met de mensen.

Wil je de MG van Gerard Smit mét Janny en Dolly de kerk in zien rijden?
Benieuwd welke kinderen een rugzakje meekregen en wat Annelies hen toewenste?
Wil je weten hoe de moeder van logeerduif Dolly er uitzag die haar aan het einde van de viering kwam ophalen?
Je kunt de hele viering terugzien op kerkomroep : 6 juni, Op de Helte, 09.30 uur.

Reageren

5 juni: Klooster Yesse – een buitenkans!

De dochter van mijn broer studeert archeologie aan de Rijks Universiteit in  Groningen.
Vorige week was ze jarig: toen we gezellig aan het gebak zaten vertelde ze dat ze nog één week fieldwork ging doen bij voormalig vrouwenklooster Yesse.
Daar had ik al eens wat over gelezen en ik ging wat rechter op zitten.  “Mag je daar ook gasten ontvangen?” Dat mocht.
Toen liet ik er geen gras meer over groeien.  “Ok!  Dan kom ik vrijdagmorgen bij jou en je team kijken”.
Wat een buitenkans voor Aaltje!

In de buurtschap Essen (vlakbij Haren) stond van 1215-1594 het cisterciënzer vrouwenklooster Yesse.
Het was in trek als bedevaartsoord. Er hadden zich daar namelijk wonderen voltrokken, bijvoorbeeld een kaars die niet wilde doven en de kroon van het Mariabeeld, die door Jezus tijdens een mis op zijn eigen hoofd gezet werd. Helaas, er is niks meer over van die bloeiende abdij, alleen wat sporen in het landschap.
De RUG doet sinds 2017 onderzoek op het terrein. Ieder voorjaar zoekt een groep studenten Archeologie in de grond naar sporen van Yesse.

Waar kijk ik nu naar?

Gistermorgen om 09.30 uur zette ik de auto aan de kant van de weg en liep het laatste stukje naar het bezoekerscentrum.
Daarachter stond een grote witte tent en zag ik een omgewoeld terrein. Ik mocht me melden bij de projectleider en die stelde voor dat Coby mij zou rondleiden.
“Waar kijk ik nu naar?”
Het waren ‘putten’;  uitgegraven sleuven van een meter diep, anderhalve meter breed en ongeveer 5 meter lang.  Pin me niet vast op de afmetingen.
De grond wordt daar minutieus afgezocht. In die sleuven zaten witte papiertjes met letters er op en in de aarde waren cirkels en strepen getekend.
“Wat betekent dat? ” Het waren sporen in het zand: verkleuringen etc. waaraan men kan zien dat daar iets heeft gestaan.

…..zand weggespoeld…..

Het is de bedoeling dat de studenten hier leren wat er allemaal in de grond zit, dat ze onderscheid leren maken tussen de verschillende materialen.
Wat is interessant en wat kan weg? Hoe herken je die sporen in het zand? Waaruit bestaan de aardlagen die de wand van de putten vormen?
Een groepje studenten was bezig met het ‘zeven’ van de berg zand die uit de putten is gegraven.
Er werden een paar scheppen zand op een rooster gegooid; met een waterstraal uit een soort douchekop werd het zand weggespoeld en bleven er stenen en ander grof spul op het rooster liggen.
Er werd een klein stukje gekleurd glas gevonden dat rechtstreeks aan het klooster gelinkt kon worden: ik stond er op de neus bij en bedacht dat ik bij deze werkzaamheden in een permanente staat van opwinding zou verkeren. Wat vinden we?  Stukjes muur? Stukjes raam? Aardewerk?  Gereedschap?
Inmiddels zijn er in de loop van de jaren al veel bijzondere vondsten gedaan: beeldjes, stukjes glas en aardewerk en  een sleutel.
Kleine brokstukjes geschiedenis die samen een mooi beeld geven van dit vrouwenklooster.
Wil je meer weten over het vrouwenklooster Yesse?
Klik hier voor een link naar hun website. Daar vind je een interessant filmpje en kun je naar een presentatie van topstukken van de opgraving.

Na een half uur dwalen over het terrein waren al mijn vragen beantwoord, ging de groep koffiedrinken en werd tante Ada uitgezwaaid.
Over drie weken gaan deze tweedejaars studenten naar Noord Italië om onderzoek te doen naar sporen van de Griekse beschaving die daar voor Romeinen  was.
Daar zou tante Ada ook best even willen komen kijken…

Reageren

4 juni: Nederlands, maar dan anders (19)

Er is weer genoeg binnengekomen voor een nieuwe verzameling in deze serie.
Als eerste de reactie van Louisa op het vorige blog in deze serie:
“Gisteravond hoorde ik een mevrouw op tv zeggen over haar dochtertje dat nu al te zwaar was: “Ze zal altijd op haar hoede moeten letten.”

Van vriendin Gineke kreeg ik ook nog een reactie via de mail:
“Net je blog gelezen over de versprekingen. Hoor ik Twan Huijs aan Henk Krol vragen of Henk misschien te veel naar ‘Jan Hagel’ geluisterd heeft…
Jan Nagel natuurlijk 🙂 Het blijft lachen.

Onze dominees zijn natuurlijk regelmatig lang aan het woord, dan hoor je wel eens iets anders dan de bedoeling was.
Deze app kreeg ik van een gemeentelid na een zondagse viering: “Hoorde jij gisteren in de kerk ook dat er romgetroffel gevraagd werd inplaats van tromgeroffel?”

Een neefje moest eigenlijk huiswerk maken, maar in coronatijd viel het niet mee om hem aan het werk te krijgen.
Mijn schoonzusje: “En dan weet ik van te voren al hoe het gaat; hij heeft er geen zin in en zet de hakken in de sloot!”

Gerard voert op zijn werk een gesprek over samenwerking met een andere collega.
Die vindt dat ze elkaar niet in de weg moeten zitten en zegt: “We moeten elkaar niet in het zeewater zitten…”

Collega Jacquelien stuurde ook weer een geweldige bijdrage.
Zij had zitten kijken naar een kookprogramma en wat men daar bereidde zag er heel lekker uit.
Een van deelnemers merkte op “Ik krijg er nu al watertanden van!”

Tijdens onze fietstocht in Heerde zetten wij onze fietsen even weg bij een leegstaand gebouw.
Mocht je je afvragen waar het ‘Cosmedisch Centrum’ in Heerde tegenwoordig zit: ze zitten gevestigd……
(zie foto links).

Al eerder constateerde ik in een blog op deze website dat het Nederlands snel verandert.
Tegenwoordig communiceert men met afkortingen; soms duurt het maanden voor ik door heb wat het betekent.
LOL bijvoorbeeld staat voor Laugh Out Loud en YOLO betekent You Only Live Once.
Met WTF bedoelt men ‘Asjemenou’; de letters staan voor iets anders, maar dit is een keurig blog.
Tijdens het pinksterweekend ontstond er spontaan een nieuwe uitdrukking.
We hadden twee huisjes voor 4 personen en als we met z’n achten in één huisje waren hadden we te weinig borden enzo.
Dan werd er geappt: BYOB – Bring Your Own Bestek.

Jon spreekt inmiddels vloeiend Nederlands. Hij maakt zelfs grapjes met bestaande spreekwoorden.
De foto links kregen we vorig week met het volgende bijschrift: Als je naar buiten gaat – hou altijd een slak om de arm.

Hoor je een leuke verspreking. Of gooit iemand wat uitdrukkingen door elkaar? Meld het even.
Klik hier voor het blog Nederlands maar dan anders deel 18, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.
Vergeet ook niet te kijken op het instagram-account Treintaal.
Daar las ik deze verspreking: ‘Het was een ‘ver-van-mijn-bed-droom’.
Als je het zo leest is het een prachtige woordspeling.

Reageren

Pagina 116 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén