De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

20 juli: Sint Margriet

Vandaag is het twintig juli: het begin van de hondsdagen.
Het is de naam van de warmste periode van het jaar in ons land. De naam komt van het sterrenbeeld Grote Hond.

Vanuit mijn jeugd weet ik dat mijn moeder altijd zei dat etenswaren in deze periode minder lang goed te houden waren: toen er nog geen koelkast in huize Vrieswijk was, ging een pan soep die op zaterdag was gekookt voor de zondag naar de vloer van de koele kelder.
“Aans giet de soep mij mij kapot” zei mijn moeder dan.
De soep is mij één keer kapot gegaan, ook tijdens de hondsdagen.
Gewoon op het gasstel laten staan (het zal zo’n vaart toch niet lopen…?) , de volgende was de soep gaan schiften.

20 juli is dus de eerste dag van de hondsdagen, een belangrijke dag in de volksweerkunde.
Naar verluidt is het weer op deze dag bepalend voor het weer in de zes weken die daarop volgen.
Vandaag is de naamdag van Sint Margriet (Margaretha van Antiochië), die ook wel bekend staat als ‘pisgriet’.
Dat komt van een oude legende, waarin wordt verteld dat Margriet een goede daad had gedaan en dat zij als beloning datgene waar zij mee zou beginnen, zes weken ononderbroken vol zou kunnen houden, zonder ook maar een moment moe te worden.
Ze had bedacht dat ze zou gaan spinnen, dat zou veel wol opleveren.
Maar voor ze begon, wilde ze nog even haar blaas legen……en vervolgens bleef ze zes weken plassen.

Een greep uit de weerspreuken die uit deze legende zijn ontstaan:

  • Als de eerste peer komt met St. Margriet,
    dan men overal de oogst beginnen ziet.
  • Als Margriet pist in het riet,
    zes hele weken boerenverdriet.
  • Geeft Margriet geen zonneschijn,
    het hooi zal licht bedorven zijn.
  • Geeft Margriet geen zonneschijn dan zal het een natte zomer zijn.
  • Regen op St. Margriet, dan hebben we zes weken boerenverdriet.

Als we deze oude weerspreuken mogen geloven krijgen we nu dus 6 weken prachtig mooi weer.
Maar de grafieken van Buienradar laten iets anders zien….

PS
Vandaag ook een nieuwe header: een foto van onze zomertuin.

Reageren

19 juli: Gratin met krieltjes en gerookte zalm.

Vrijdag visdag.
Geen idee waarom eigenlijk. Op internet las ik dat het een katholieke traditie is. Het was een vorm van vasten en het heette ‘onthouding’. Onthouden betekende dat het eten van vlees van landdieren op die dag verboden was. Vis viel daar duidelijk niet onder en om toch voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen, at men dan vis. Vandaar.

Er is nog een reden waarom er op vrijdag veel vis wordt gekocht. De meeste – verse – vis wordt die dag aangevoerd. Vissers varen over het algemeen op maandagochtend uit en keren vrijdag vroeg in de haven terug. Daardoor kan de vis nog dezelfde dag bij de visboer liggen.
Vis dus op dit vrijdagse blog.

Vandaag een recept voor een gratin met vis en krieltjes: daarvoor gebruikte ik een recept van Albert Heijn
Er moest 100 gram gerookte zalmblokjes in en 500 gram verse pangasiusfilet.
Het was weliswaar voor 4 personen, maar zelfs als ik de hoeveelheid van alle ingrediënten halveerde vond ik het nog best wel veel vis, dus ik besloot om alleen gerookte zalm toe te voegen en dan 200 gram.
Het was heerlijk; hiernaast zie je schotel zoals hij bij ons op tafel stond.
Meneer Heijn stelde voor om er peultjes bij te serveren en sugarsnaps, maar daar ben ik niet zo dol op.
Ik koos voor ijsbergsla met een komkommerdressing.

Hierbij een link naar het recept van Appie.

Reageren

18 juli: Wollegras & meester Kooi.

Op de lagere school in Hoogersmilde kregen we in de zesde klas, ons laatste jaar, les van meester Kooi.
Dat was niet zo’n aardige meester.
Hij was streng en onberekenbaar.
Als hij vond dat je je vak niet netjes had opgeruimd werd de inhoud daarvan zonder pardon onder het bord uitgestort en moest je het uitzoeken en je vak weer netjes inrichten.
Ik was een sloddervos; zo noemde meester mij soms ook.
Geknoei in mijn schriften, ezelsoren in mijn boeken en inktvlekken op mijn handen.
Zucht.
De inhoud van mijn vak lag regelmatig verspreid onder het bord en op mijn rapport had ik nooit een 8 voor netheid; een 7 was het hoogst haalbare.

Maar het was niet allemaal kommer en kwel, hoor.
Meester Kooi hield van muziek en ik mocht mijn gitaar meenemen naar school om met de klas te zingen.
Geschiedenis was mijn lievelingsvak en hij kon mooi vertellen.
En hij hield van aanschouwelijk onderwijs, dus wij liepen soms de natuur in om bladeren, boomvruchten, bloemen en onkruid te plukken, waarvan we dan eenmaal terug in de klas de naam van probeerden op te zoeken.
Zo weet ik nog steeds hoe Blauwe Hondsdraf er uit ziet. En de Smalle en de Breede Weegbree.

Afbeelding: Wikipedia

Wat ik ook nog weet is wat hij vertelde over wollegras.
Dat was een plantje dat niet veel voorkwam, dat groeide alleen maar in moerasachtige gebieden.
Bij een vennetje in het bos in Hoogersmilde ontdekten we met de hele klas van die witte pluimpjes en meester vertelde dat dat wollegras was. Wordt ook veenpluis genoemd.
Dat wollegras zeldzaam was in Nederland en dat de mensen vroeger dachten dat het dwaallichtjes waren, kleine witte wieven.

Toen we tijdens onze ‘Happen en Trappen‘ dag bij Gasteren door een veenachtig gebied fietsten zag ik ineens een heleboel wollegras!
Dan moet ik even van de fiets af.
En heb ik meester Kooi weer in mijn hoofd met zijn aanschouwelijk onderwijs.

Het plantje heeft eigenlijk Eriophorum, een geslacht uit de cypergrassenfamilie en het komt alleen maar voor op het het noordelijk halfrond.
De naam is afgeleid van het Grieks: erion=wol en pherein= dragen, dus het is een woldragende plant.

Reageren

17 juli: Muismat – notitieblok

Bij onze computer lag sinds jaar en dag en muismat van Plint (Poëzie en beeldende kunst), een combinatie van een muismat, een notitieblokje en een gedichtenbundel.  Zo af en toe schreef ik iets op dat notitiegedeelte en als het vol of vies was dan scheurde ik het blad eraf. Met zo’n blokje van 50 pagina’s doe ik rustig  6 jaar; over de dag dat ik mezelf verwende met de laatste muismat/notitieblok schreef ik destijds, in 2017, het blog  Schriftjes, boekjes en schrijfmateriaal
Daarin lees je meer over mijn ’tic’ als het gaat over ordenen en schrijven.

Eind vorig jaar scheurde ik het laatste blaadje eraf en wilde een nieuwe bestellen bij Plint, maar…… die hadden ze niet meer.
Nou ja, zeg.
Ik legde een A4-schrijfblok naast het toetsenbord, maar dat was te groot.
Bovendien zat ik steeds met de muis tegen de bovenste rand aan.
Toen legde ik er een A5-schrijfblokje neer, maar dat was te klein: de muis schoof er steeds naast.
Wat ’n boudel.
Toen bedacht ik dat ze misschien ergens anders ook wel van die dingen verkopen, dus ik ging op zoek op internet.
Bij Bol.com stonden ze wel in het assortiment, maar ze waren niet leverbaar.
En bij Amazon waren ze ook wel, maar die waren lelijk en veel te duur.

Gerard ging zich er mee bemoeien; die was het gezeur erover wel zat denk ik.
Hij kwam uit op de website van Bekking & Blitz.
Daar heten die dingen ‘Deskplanner’ en je had ze in verschillende uitvoeringen.
We hebben er gelijk drie besteld: één voor mij, één voor Gerard en één op reserve.
Gisteren werd het pakje bezorgd; er zat zelfs een klein cadeautje bij in: een mapje luxe kaarten.
Met deze nieuwe muismat kan ik dus weer 6 jaar vooruit.
Dan ben ik bijna 70!
Niet te geloven.

Reageren

16 juli: Zomer in zeegeluiden.

Binnenkort gaan Gerard en ik een weekendje naar de Noordzee: mijn verjaardagscadeautje voor hem.
Het mooie is dat ik zelf ook mee mag.
Vandaag kom ik al een beetje in de stemming met een heel kort, Frans liedje.
Het is geschreven en gezongen door Yves Duteil en ook de zee doet letterlijk een duit in het zakje.

Die Fransen kunnen de dingen zo mooi zeggen; alles klinkt in het Frans zachter en poëtischer dan in het Nederlands.
‘Coucher de soleil’ is de Franse uitdrukking voor ons begrip zonsondergang.
Letterlijk vertaald betekent het: het slapen gaan van de zon.
Hierbij een link naar het lied Coucher de soleil.

Je kunt meeluisteren met de tekst hieronder.
Ben het Frans helemaal niet machtig, dan vind je daaronder de vertaling.

Dans les eaux de la mer, on voit des reflets d’orQuand le soleil s’endort dans les bras de la mer.Et le ciel se repose, la mer est un miroirOù son bleu devient noir et ses nuages roses.Quand le soleil s’éteint, les étoiles de la merFont un ciel à l’envers où dorment les dauphins.Dans les eaux de la mer, on voit des reflets d’orQuand le soleil s’endort dans les bras de la mer.

In het water van de zee zien we weerspiegelingen van goud
Wanneer de zon in slaap valt in de armen van de zee.
En de hemel rust, de zee is een spiegel
Waar het blauw zwart wordt en de wolken roze.
Als de zon ondergaat, maken de sterren van de zee
Een omgekeerde hemel waar dolfijnen slapen.
In het water van de zee zien we weerspiegelingen van goud
Wanneer de zon in slaap valt in de armen van de zee.

Mooie herinneringen: coucher de soleil in Gotland.

Zomer in zeegeluiden.
De beelden mag je er zelf bij bedenken.
De temperaturen ook…..

Reageren

15 juli: Monchou taart á la Bea

In april waren we bij vrienden Hans en Bea voor een verjaardag.
Of we ook gebak bij de koffie willen?
Jazeker!
We kregen monchou-taart, die Bea zelf had gemaakt.
Nou vind ik monchou-taart altijd al erg lekker, maar deze was super-lekker!
“Mag ik het recept?”
Een week later had ik het in huis: een handgeschreven brief met ingrediënten en werkbeschrijving.

Dit weekend kregen wij de vriendenclub Hoogersmilde op bezoek en ik ging die monchoutaart maken.
Het begon niet goed.
Er stond ‘koekjes verkruimelen en mengen met 200 gram gesmolten boter. Ik gebruik altijd Bertoli.’
O, die had ik nog wel in de koelkast staan: Bertoli vloeibaar. Die is al gesmolten.
Dat dacht ik echt.
Toen ik de koekkruimels en de Bertoli had vermengd en in de koelkast zette om op te stijven dacht ik: deze smurrie gaat nooit van zijn leven opstijven.
Ik belde Bea.
‘Kloppen die ingrediënten wel?”
En toen viel het kwartje: Bea gebruikte altijd Bertoli boter.
O.
Is dat er dan? Wist ik niet.
Smurrie belandde in de vuilnisbak, Gerard haalde boter en nieuwe koekjes en ik begon opnieuw.

Dit heb je nodig:
– 200 – 250 gram koekjes (ik gebruikte Bastogne)
– 100 gram boter (roomboter of margarine)
– 1 vel bakpapier
– 125 gram witte basterdsuiker
– 2 zakjes Klop Klop
– 160 ml melk
– 2 pakjes Monchou
– blikje taartkersen

Dit moet je doen:
– koekjes verkruimelen. Dit kan met een keukenmachine of staafmixer. Maar dit is ook een leuke manier: koekjes in een diepvrieszakje doen, een theedoek dubbelvouwen, zakje daarop leggen en daar met een deegrol op slaan.
– Boter smelten en vermengen met de koekkruimels.
– Bodem van springvorm bedekken met bakpapier. Zijkanten invetten. Koekjesbrij op de bodem uitspreiden en in de koelkast laten opstijven. Sinet zei zaterdagavond dat ze die bodem in de diepvries zette om op te laten stijven, dat kan dus ook.
– Suiker en monchou met een mixer smeuïg roeren.
– Klop Klop: de twee zakjes met de melk stijf kloppen en dan vermengen met het monchou-mengsel.
– Dit mengsel op de koekjesbodem uitsmeren en weer in de koelkast laten opstijven.
– Inhoud van het blikje taartkersen verdelen over de taart.

Even voor de goede orde: Bea gebruikte Bertoli omdat er onder haar gasten iemand was die koemelkallergie heeft. Ik gebruikte ongezouten roomboter.

PS voor Bea.
Namens de vrienden: bedankt voor het recept, het was heerlijk!

Reageren

14 juli: Schuld.

“Vanmorgen doe ik het anders dan anders, ik wijk af van de orde van dienst die we op andere zondagen volgen.”
Dat zei Geertje van der Meer, onze pastoraal werker ouderen, die vanmorgen voor het eerst voorging in Op de Helte.
Ze had gekozen voor het thema ‘schuld’ en liet ons vanmorgen als gemeente een schuldbelijdenis uitspreken.
Vroeger in de kerkdiensten in Hoogersmilde hoorden we die iedere zondag, evenals de tien geboden.
In onze moderne liturgie heeft die traditionele schuldbelijdenis zijn vaste plaats verloren en wordt bij de verschillende andere onderdelen (zoals gebeden) soms wel genoemd.
In de katholieke kerk, waar Geertje ook af en toe kerkt omdat veel vrienden/familieleden katholiek zijn, is de schuldbelijdenis wel vast onderdeel van de orde van dienst.
“Ik schiet altijd vol bij de woorden ‘Mijn schuld, mijn schuld, mijn grote schuld…” vertelde ze.

We kennen allemaal het schuldgevoel dat mensen nu eenmaal hebben.
Te veel vlees eten bij de barbecue, te weinig bewegen….. ik hoef het vast niet uit te leggen.
Maar in deze viering ging het om wat anders.
Geertje legde in haar overdenking heel duidelijk uit waar het probleem zit:

Wij mensen zijn heel goed in het afschuiven van de schuld.
We geven de migranten de schuld van onze problemen.
Of we verwijten het de media/de journalisten.
Je hoeft maar terug te kijken naar het eerste openbare debat van onze nieuwe regering en je weet precies hoe het tegenwoordig in onze maatschappij gaat: de ander doet het fout, de ander ziet het verkeerd, de ander heeft het gedaan.
Maar bij schuld gaat het er volgens Geertje om dat je niet naar de ander wijst, maar naar jezelf.
Een klein stukje uit haar verhaal:

We moeten iets doen met schuld of vermeende schuld als je dat in weg zit, anders kom je als mens geen steek verder.
We moeten ons van onze schuld bewust worden en aanvoelen waarin we de ander of onszelf te kort doen.
Die schuld moeten we erkennen door excuses te maken, door mensen uitleg te geven, te vragen, door iets proberen heel te maken.
Alleen dan kun je vrij staan tegenover andere mensen en tegenover God; dan kunnen we ons met elkaar verbinden, kunnen we verder. Constructief omgaan met schuldgevoel: je verstopt je niet, je moffelt het niet weg, je neemt de verantwoordelijkheid en grijpt het aan als uitdaging om het leven beter te maken en daarmee de samenleving.

Gerards buurman zei vanmorgen na de preek tegen hem: “Ik heb in mijn leven heel wat preken gehoord waar ik na een uur al niks meer van kon navertellen, maar deze zal ik onthouden.”
Ik ook.

Benieuwd naar Geertjes hele verhaal?
Je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk.

Reageren

13 juli: Naar binnen.

De ‘Oranje-vlag’ werd woensdagavond al weer binnengehaald.
Donderdagmiddag haalde Gerard de vlaggetjes-slingers weer weg en borg de Oranje-tas op in de kast.
Vrijdagmorgen, toen ik Nederland in Beweging aan het doen was, waren er twee ogen op mij gericht vanaf het de televisie.
Het oranje beessie zat nog op de rand van het TV-scherm.
En toen ik de gordijnen open deed zag ik nog veel meer in de vensterbank staan/liggen….
Na de Nederlandse beweging verzamelde ik het spul en legde het op het aanrecht.
Voor in de tas.
Voor over twee jaar.
Als ‘we’ ons plaatsen.

Inmiddels staat er iets anders op het aanrecht: het multifunctionele kerstpakket dat ik in 2019 kreeg.
Het is een fesztoon: een metalen rekje met verschillende maten glaasjes dat je op tafel kunt zetten en dat je voor van alles kunt gebruiken.
Benieuwd naar wat er zoal in zat? Hierbij een link naar het blog dat ik in 2020 schreef.
De naam fesztoon is afgeleid van het woord ‘festoen’, dat staat voor feest- of bloemenslinger.
In de loop van de jaren heb ik het ding al voor van alles en nog wat gebruikt, maar gisteren haalde ik een paar een paar bloemen uit de tuin en maakte op die manier van de fesztoon een echte bloemenslinger.

Gisteren, vrijdag, regende het vanaf 11.30 uur.
De tuin, die donderdagmiddag nog zo straalde in de zomerzon, lag er gisteren aan het einde van de dag sjompie-nat en troosteloos bij: de gootjes naast het pad slicht vol water en plassen tussen de struiken.
De zomerbloemenslinger fleurde ons huis van binnen gelukkig wat op.

Reageren

12 juli: Wintersprookje in de zomer.

‘The winter’s tale’ heet het stuk eigenlijk dat Shakespeare schreef in 1610/1611.
Klinkt als ‘lang geleden’ en ‘moeilijk’, maar als je naar het openluchttheater in Diever gaat heet het stuk ‘Een wintersprookje’ en geniet je van een heerlijke theateravond met toneel, muziek en dans.
Wij hadden kaarten via het Dagblad van het Noorden en 986 krantenlezers met ons: het was een besloten voorstelling, één van de laatste try-outs en we werden toegesproken door hoofdredacteur Evert van Dijk himself.

Het stuk dat Carlijn, Wim, Gerard en ik donderdagavond zagen is een verdrietig verhaal, dat na 20 jaar een vrolijk sprookje wordt.
Op dit blog ga ik het hele verhaal niet vertellen: kijk op de website van het Shakespearetheater, daar vind je alle informatie en een aantal mooie foto’s.

Wat maakte indruk op ons?

– Hoofdrolspeler Floris Albrecht die de onsympathieke koning Leonides zo menselijk neerzet: je houdt van hem en je haat hem. Hij leeft zich zo in in zijn rol, dat hij bij een tirade letterlijk het schuim op de mond had staan: er ontsnapte een kloddertje spuug aan zijn lippen.
– Het muziekorkestje met de bijzondere combinatie van instrumenten (gitaar, saxofoon, accordeon sousaphone) dat samen met de twee zangeressen o.a. het oorstrelende ‘Parole’ zong. Het bandje heet Billy and the blue Boar.
– De hilarische vertolking van de rol van Autolycus (liefhebber van oplichterij) door Inge Wijers die als een soort marskramer met een koffer vol zooi op het op het podium komt, waar tot groot plezier van het publiek zelfs warme rookworsten uitkomen. Ook zit er een hengel in, die ze er in een slap-stickachtige setting uithaalt en waar dan een mensenhand/arm aan vast zit die gedecideerd de koffer weer dichtklapt.
In het tweede deel wisselen Autolycus en de zoon van de koning van Bohemen van kleren. Dat moet op het podium gebeuren, dus het publiek moet witte doeken omhooghouden, waarachter de toneelspelers zich kunnen verkleden. Dit gaat niet zonder slag of stoot. Op een gegeven moment riep één van de toneelspelers tegen een doekophouder die het allemaal best lastig vond: “Nou kom op, je hebt maar een tientje betaald, doek ophouden!” Toen de prins was omgekleed hield de buurvrouw van een doekophouder hem een bakje voor: “Wil je nog een stukje worst mee?” “Ja, TOP!”
Dat kan alleen in Diever.
– De ondertitel van deze voorstelling is ‘De tijd zal het leren’. ‘De tijd’ had ook een rol in dit toneelstuk; acteur Dick van Veen gaf onnavolgbaar gestalte aan de tijd: zette het stuk soms stil, draaide de tijd terug en nam zo het publiek mee door de tijd.
– Erg grappig: dat de baby niet een broertje, niet een zusje, maar in het kader van de genderdiversiteit een brusje werd!

En net zoals voorgaande keren genoot ik ook nu weer van het sfeertje in het theater: altijd weer bijzonder om te zien hoe duizend mensen rustig van en naar de in/uitgang gaan en hoe gemoedelijk het er aan toe gaat. Wij hadden natuurlijk wel ontzettend geluk met het weer: droog en niet koud.
Het trouwe publiek is altijd welwillend; ook gisteravond veranderden de toeschouwers ogenblikkelijk in blatende schapen toen hen dat werd gevraagd.
Wat een feestje was het weer.
Nog nooit bij Shakespeare in Diever geweest?
Foei.

Op het Instagramaccount van deze website vind je nog wat  foto’s van deze avond.

Deze voorstellingen hebben wij in de tijd dat ik deze website heb bezocht:

september 2014 Love’s Labour’s Lost
augustus 2017 De getemde feeks
augustus 2021 Mac Beth in het bos

Reageren

11 juli: Veur oons.

Al ies eerder schreef ik over de podcast ‘De Nedersaksen’.
He’j dat toen niet metkregen? Hierbij een link naor dat blog uut 2021.
Het mooie van een podcast is, da’j trugge kunt luustern; ik haar naomelijk hielemaol niet metkregen dat der al weer wat neie ofleverings waren die ik nog niet beluusterd had.
Vandage, op fietse hen Grunn’n, luusterde ik naor oflevering 25 uut november 2023.
Die oflevering was live opnummen in Raolte in de Plaskerk ter gelegenheid van het 900-jarig bestaon van Raolte.
Te gast waren een amateur archeoloog en een echte archeoloog en het was warkelijk een ontzettend interessant gesprek over de geschiedenis van dat gedielte van Nederland.

Gerard Oosterlaar was ok te gast; dat zeg joe misschien zo niks, maor dat is ien van de leden van Höllenboer, de band die ooit ‘Busje komt zo’ zung. Ken ie vast wal.
Dat die band niet allennig van die onzinmuziek uutbrengt bleek uut het liedtie dat op verzuuk van Gerard draaid weur.

Het was een vassie over vrijwilligers, over hoe dat giet op een dörp a’j allemaole de scholders der under zet as der wat gebeuren möt.
Clubgebouw bouwen bijveurbeeld veur de voetbalclub.
Het lied het ‘Veur oons’ met as subtitel: Niet veur mij, niet veur oe, maor veur oons.’
Luuster maor ies; veur oons.
A’j uut een klein dörp komt, komp het je vast bekend veur: de trommel vol stoete, een liedtie van Skik op Radio Oost en Annie en Mans die gebak komt brengen.
De wonderlijke mengeling van harde warkers:  schoelmister, huisarts, Anton en Riek, zomaor vrijwillig, iederiene is geliek en natuurlijk: de slager die halverwege de middag warme gehaktballegies komt brengen.

Niet veur mij, niet veur oe, maor veur oons: het plattelandsbegrip ‘naoberschap’ hiel mooi weergeven in een lied.

Beneid naor de podcast?
As bonus bij mien blog vandage een link naor de website van ‘de Nedersaksen‘.

Reageren

Pagina 12 van 358

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén