De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

26 april: Nederlands, maar dan anders. (23)

Nummer 23 alweer.
Nog steeds vind ik dit één van de leukste blogseries in dit digitale tijdschrift.
Alleen al het verzamelen van wat ik krijg toegezonden zorgt voor veel plezier.
Wat kwam er nu allemaal weer voorbij?

Een leuke verspreking uit de tijd dat het OMT onze regering nog van adviezen voorzag.
Eén van de adviseurs in OP1: “Als we drie dagen later hadden ingegrepen dan was het helemaal uit de band gesprongen.”
Een andere deskundige haalt twee uitdrukkingen door elkaar: “Ik heb de waarheid niet in pacht.”

In februari keken we massaal naar de Olympische spelen, in dit geval IJshockey Vrouwen.
Canada en Amerika strijden om goud; de vorige keer wonnen de Amerikanen.
Verslaggever: “Dus zijn de Canadese speelsters geaasd op goud.”

Van Theo van Beijeren kreeg ik deze toegestuurd:
In de krant stond een rouwadvertentie van iemand die deel uitmaakte van een kaartclub.
De kaartclub liet een advertentie plaatsen voor het overleden lid en schreef daarbij:
“In plaats van kaarten”….

Engelse schoonzoon Jon zorgt nog steeds voor mooie zinnen.
Over zijn werk: “Ik moet overal tegelijk zijn, als vliegende kip.”
Verder noemt hij een aalscholver consequent aalschover, een zeester een stervis  en vertaalde hij de Engelse woorden ‘my existence’ met ‘mijn bestanis’.

In het kader van de oorlog in Oekraïne vonden er op 10 maart op hoog niveau besprekingen plaats tussen Rusland en Turkije.
Een verslaggever op Radio 5: “Turkije heeft niet alle schepen met Rusland verbrand….”

Vriendin Irene maakte Carlijn attent op een video die een jongeman op internet had gezet.
“En dan kom je er achter dat die vork toch anders in de ke…..  in de stamppot zit.”

Neef zit te vertellen dat een buurman een infarct kreeg.
“Het was best ernstig; hij is met laaiende sirenes naar het ziekenhuis gebracht.”

Collega vertelt dat je nooit met derden over cliënten mag praten.
“Doe je dat wel, dan kom je van de kouwe koffie thuis.”

Tenslotte nog twee kromme vertalingen die voor een glimlach zorgen.
Vorige week had ik een plaatjesruil-morgen met Diny die ik ken van de kerk.
Zij vertelde dat haar man bij een bedrijf had gewerkt met Amerikaanse banden.
Die Amerikanen kwamen regelmatig langs en begrepen soms niet goed wat er gezegd werd.
Ook al heeft de goede man hun land ontdekt, ze hadden geen idee wat er bedoeld werd met ’the egg of Columbus’.
Ook ‘BELOOK IT BUT!’ kwam niet binnen.
Daar moet je ook als Nederlander even over nadenken.
Er is in Amerika iemand die bij zijn afscheid een Makkummer aardewerken bord kreeg met deze Engelse vertaling van ‘Bekijk het maar’.

Carlijn hoorde iemand een dobbelsteen met een ziekte verwisselen: de tering is geworpen!

Zwager heeft erg genoten van een optreden van een orkest: “Ze speelden het plafond van de hemel!”

Is jou een rare combinatie van uitdrukkingen en spreekwoorden opgevallen? Moet je lachen om een leuke verspreking?
Laat het me weten.
Klik hier voor het blog Nederlands maar dan anders deel 22, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.
Kijk ook nog even op Treintaal
Er is niet veel bijgekomen, maar wel een leuke.
Over slakken.

Reageren

25 april: Moord op de moestuin

Bij Het Goed  kocht ik vorige maand in een opwelling een boek: het kostte maar € 1,85, het was niet een heel dik boek en op de achterflap stonden woorden als ‘gruwelijke vondst’ en ’talloze motieven en evenzoveel vetes’. De titel was ‘Moord op de moestuin’ en schrijver is Nicolien Mizee. Een Nederlandse detective, daar kon ik me geen buil aan vallen.

Het boek las gemakkelijk weg; je leeft al snel mee met hoofdpersoon Judith en haar kersverse man Thijs die een paar dagen na de bruiloft een zware hartaanval krijgt. Het herstel verloopt traag  en ze  besluiten om samen met zus Cora en zwager Ab er een poosje tussenuit te gaan om bij te komen. Ze huren voor een half jaar een boswachtershuis op een oud landgoed; dat landgoed en het bijhorende huis worden beheerd en bewoond door een jeugdvriendin van de beide zussen, Anne, en haar moeder Lidewij. Judith huurt een stuk moestuin om iets te doen te hebben en maakt al tuinierend kennis met de andere huurders van een stukje tuin en hoort allerlei verhalen. Het zijn niet allemaal dikke vrienden zal ik maar zeggen.

Halverwege het boek dacht ik: wanneer wordt er nou eens iemand vermoord? Op het moment dat Judith een schedel vindt dacht ik: o,  dat is die gruwelijke vondst……  maar het was de schedel die tante Lidewij altijd gebruikte bij het schilderen van haar stillevens.  Tenminste, dat dacht Judith. Maar dat bleek toch niet zo te zijn. Vanaf dat moment wordt het een detective en komen de tot dan toe wat warrige verhaallijnen bij elkaar.  Pas in de laatste hoofdstukken kom je er achter hoe het precies zit, maar dan is tante Lidewij al overleden en is er nog een slachtoffer gevallen.

Er wordt in dit boek tussen het verhaal door ook veel verteld over bomen en plantensoorten en over vogels. Vond ik niet altijd van toegevoegde waarde. Ook het uitvoerig beschrijven van het bereiden van gerechten met gewassen uit de tuin vond ik soms wat langdradig en overbodig.  Die woorden en zinnen hadden mijns inziens beter gebruikt kunnen worden voor het iets uitgebreider beschrijven van de andere personen in het boek.  Die kwamen soms zo maar uit de lucht vallen; regelmatig stelde ik mezelf de vraag “Wie is dit nou weer… “.

Ik vond het een onderhoudend boek in een af en toe vermakelijke schrijfstijl. Van mijn eigen dochters herkende ik de  zussenlol en het samenzweerderige gedoe over het gezamenlijke vriendinnenverleden van Judith en Cora  met de twee dochters van Lidewij.

Een zin uit het boek zal me bijblijven.
Anne roept na het overlijden van haar moeder dat ze altijd had gedroomd van lange tafels vol lachende,  pratende en etende mensen. Dat idee wordt onmiddellijk onderuitgehaald door één van de mannen die zegt dat dat beeld alleen maar voorkomt in commercials en niet echt bestaat. Uit ervaring kan ik zeggen: dat klopt niet. Op ons 60-feest in juli vorig jaar voelde ik me de koning te rijk aan de lange tafel in onze tuin samen met lachende, pratende en etende vrienden en familieleden. En dat diende geen enkel commercieel doel.

Het boek gaat in december naar de Roder boekenmarkt.
Woon je in de buurt en wil jij het eerst nog lezen?
Ik hoor het graag.

Reageren

24 april: Geen gehakt?

……heb je de prei schoon…..

Vorige week haalde Gerard alle prei die nog in de tuin stond er uit: een emmer vol kreeg ik.
Daar kon ik mooi een preischotel met gehakt van maken.
Maandag deed ik boodschappen en nam 200 gram gekruid gehakt mee.
Toen ik het donderdag weer uit de koelkast haalde was het verkleurd en het rook zurig.
Dat had even in de diepvries gemoeten; onze koelkast is kennelijk lang niet koel genoeg.

Dan heb je de aardappels gekookt, prei schoon en geen gehakt.
Maar ik ben niet voor één gat te vangen: ik had nog zakjes met shoarmavlees in de diepvries.
Die had ik vlot ontdooid.
Zo ontstond onbedoeld een geheel nieuwe preischotel!
Ook eens proberen?

Dit heb je nodig:

450 gram geschilde aardappels
400 gram prei
1 ui
200 gram shoarmavlees
200 cl kookroom
1 ei
Een kwart ui
Theelepel zout
Platte ovenschaal, oven voorverwarmen op 220 graden.

– aardappels bijna gaar koken
– shoarmareepjes bakken
– prei en de ui in ringen snijden en even met de shoarma meebakken
– ovenschotel invetten met een beetje olijfolie
– bodem  bestrooien met een dun laagje Parmezaanse kaas (uit zo’n busje)
– aardappels in schijfjes snijden, met de helft van de aardappels de bodem dakpansgewijs bedekken.
– hierover de prei met de shoarma verdelen.
–  nu de rest van de schijfjes weer dakpansgewijs over de schotel verdelen.

–  neem een  mixerkom en doe hierin de room, de heel fijn gesneden kwart ui, het ei en het zout en mix dit op hoge snelheid tot een lobbige saus.
– Verdeel deze saus over de laatste laag aardappelschijfjes en strooi er nog dun laagje Parmezaanse kaas over.
– 30 minuten in de oven op 220 graden.

Reageren

23 april: Nieuw fenomeen: klaarovers.

Donderdagmorgen ging ik op de fiets naar mijn werk
Als ik dan om 07.30 uur op de fiets zit, ben ik tegen 08.15 op kantoor; mijn werkdag start om 08.30 uur.
Maar vlak voordat ik op de fiets stapte bleef het snoertje van mijn oortjes achter de klink van de schuurdeur hangen, dus de klink rukte de oortjes uit.
Het linkeroortje was kapot.
Flut.
En ik had me zo verheugd op een leuke podcast…..toch maar even weer naar binnen.
Andere oortjes zoeken, oortjes in en deur op slot; toen ik wegfietste was het 07.43 uur.
Dan ben ik heus nog wel op tijd op kantoor, maar dan kom ik in het ‘school-spitsuur’ voor de klok van half negen terecht.

Na de Onlanden fiets ik in de buitenwijken van Groningen in een wereld die ik niet (meer) ken: ouders die hun kinderen naar school brengen.
Vanuit de nieuwe wijk Eelderwolde en vanuit de wijk ten zuiden van het Martiniziekenhuis stromen de fietsers en auto’s toe.
In de loop van de jaren heb ik de wijk gebouwd zien worden en ook de enorme school zien verrijzen. Vroeger fietste je daar nog door de weilanden, nu in een buitenwijk van de stad.

Tussen een groepje kinderen en wat ouders stuit ik op een voor mij nieuw fenomeen: klaarovers.
Als het verkeer wordt tegengehouden steken we als groep over en voel ik me even erg niet thuis tussen de kwekkende kinderen en ouders met grote bakfietsen, fietshelmpjes, fietsen met aanhangwagentjes  en fietsen met kinderzitjes.
Op mijn oortjes hoor ik ondertussen de Saar podcast, waarin het gaat over het opbouwen van je pensioen na je 50e.
Na de klaarovers ga ik rechts en de rest links richting school, maar nu kom ik een onophoudelijke stroom ‘naar school brengers’ tegen.
Hoe dichter ik bij mijn werk kom, hoe meer haast de ouders hebben…..
Kinderen worden aangeduwd of op sleeptouw genomen. Eén vader verzuchtte: ‘Toe nou, schiet nou op!’

Hoe lang is het geleden dat ik met één kind op de fiets en één kind naast me door Roden fietste?
28 jaar.
Soms heb ik wel eens heimwee naar die periode, maar niet als het gaat om de dagelijkse ceremonie van het op tijd op school krijgen van de kinderen.
Die steeds terugkerende race tegen de klok.
Heb je brood en drinken?
Moeten je gymkleren ook mee?
Ga je nog bij iemand spelen?

Exact om 08.30 uur stap ik mijn kantoor binnen.
“Goedemorgen! Koffie? Lekker gefietst?”
Heerlijk.
Zonder kinderen.

Reageren

22 april: Altijd al molenaar willen worden.

Als je al een tijdje meeleest met dit blog weet je dat ik van 2013 tot 2020 in het Heijmanscentrum heb gewerkt.
In die tijd zat ik ik op de kamer met o.a. Jan Moedt.
Jan is iets ouder dan ik en twee maanden geleden stond er een aankondiging op het intranet van Lentis dat hij met pensioen ging.
Iedereen die afscheid van hem wilde nemen kon dat doen op donderdag 21 april.
Jacquelien, mijn ex-duobaan-collega mailde me diezelfde week al.
“Ga je ook naar dat afscheid van Jan? Zullen we samen gaan? En daarna samen een hapje eten?”
Een wereldidee vond ik het.

Gistermiddag was ik om 16.00 uur bij het Heijmanscentrum.
De mevrouw achter de balie riep gelijk al: “Wat leuk, zo’n afscheid; zie ik al die oude collega’s nog eens weer!”

Jan genoot van het afscheid, van de toespraken en van het weerzien met zoveel oud-collega’s.
Het was leuk om Jan nog even weer te spreken. Die voelde zich wat unheimisch, want het was toch allemaal echt voor het laatst.
Hij had zijn spullen ingepakt, persoonlijke dingen van muur gehaald en zijn plekje waar hij minstens 10 jaar had gezeten ontruimd.
“Het is een rare dag!”
Maar ook leuk!
Met een glas witte wijn en af en toe een bitterbal hadden we een mini-reünie; we haalden herinneringen op en op het laatst deden we iedereen die er niet was de groeten.

Jan is op deze website ook al eens lezer van de maand geweest.
Dat was in juni 2019.
Hij schreef destijds over de tijd die voortschrijdt.
Wil je het nog eens lezen? Hierbij een link naar zijn verhaal. 
Bij de vraag over de levensfase schreef hij destijds: Het idee is om over 2/3 jaar te stoppen met werken. Heb altijd het idee gehad om dan molenaar te gaan worden. We gaan het zien.
Gistermiddag vertelde hij dat hij de opleiding voor molenaar gaat volgen; mijn idee is om hem een keer op te zoeken als hij molenaar is.
Heb ik gelijk weer een mooi onderwerp voor deze website!

Daarna ging ik met Jacquelien een pizza eten bij Il Lago.
Heb je ’t al gehoord van…..
Hoe is het met….
Vakantie naar Noorwegen?
Zullen we nog eens samen lunchen met…..?
Wat een waardevolle dag.

Nog twee links naar blogs waar Jan een rol in speelt:
Ik heb maat 46.
Stemadvies van Jan

Reageren

21 april: Oproep – wie wordt ‘Lezer van de maand’?

Al vier jaar lees je op deze website op de 20e van elke maand een blog dat niet door mij is geschreven, maar door een lezer.
Gisteren las je een blog van Johan, één van de vrienden van de vriendengroep vanuit onze jeugd in Hoogersmilde.
Deze ‘lezer van de maand’ stelt zich voor en schrijft vervolgens een blog over wat hij of zij graag met de lezers wil delen.

Tot nu toe zijn dat steeds mensen geweest die ik ken vanuit één van mijn netwerken; één van de vragen die beantwoord wordt is dan ook : hoe kennen wij elkaar?
Nu kan ik mij voorstellen dat je mij niet persoonlijk kent, maar wel regelmatig een blog van mijn hand leest.
En dat je denkt: ‘Ik zou ook wel eens een blog willen schrijven’.
Dan nodig ik je hierbij uit om contact met me op te nemen; dat kan via ‘een reactie geven’ onderaan dit blog.
Je reactie verschijnt pas in beeld als ik daarvoor toestemming geef, dus je kunt je vrijblijvend aanmelden.
Er is nog een klein voorraadje van lezers, vanaf oktober heb ik geen nieuwe ‘Lezer van de maand meer’.


Hierbij wat suggesties voor zo’n blog van jouw hand:

– Heb je een leuke hobby?
– Weet je een plekje in Nederland waar iedereen heen moet?
– Heb je een verhaal waarvan je vindt dat meer mensen het zouden moeten lezen?
– Is er een recept van iets heerlijks dat je graag met ons wilt delen?
– Spreek/schrijf je geen Drents maar wel een andere streektaal waarin je iets hebt geschreven? Twents, Gronings, Fries: laat ons eens weten hoe jij je eigen streektaal beleeft.
– Word je heel blij of ontroerd van een bijzonder lied?
– Heb je iets moois gehaakt, gebreid of geborduurd?
– Heb je een prachtig bloemschikidee dat misschien veel verder gaat dan de eenvoudige bloemsierkunst die ik op mijn website laat zien?
– Heeft jouw familie een rol gespeeld in een stukje geschiedenis van Nederland? Of van Europa misschien?

Ben je geïnspireerd?
Gebruik dan ‘het podium’ dat ik je bied: een blog van ongeveer 500 woorden. Wees niet bang voor spelfouten of zo: net als op mijn werk redigeer ik je tekst voor het gepubliceerd wordt en gaan we samen kijken of je het eens bent met de aangebrachte wijzigingen.
En ook al zou er een foutje in zitten: taal is communicatie.
‘As ze ’t maor begriept.’ zou mijn vader zeggen.

Ben benieuwd!

Ben je al eens ‘Lezer van de maand’ geweest en wil je nog eens iets publiceren?
Dan kan dat ook als gastblogger: even een mailtje naar mij (als lezer van de maand heb je mijn mailadres…)

Reageren

20 april: Lezer van de maand – Johan Boer

Hoe kennen wij elkaar?
We kennen elkaar uit de plaats Hoogersmilde.
We zaten bij elkaar op de lagere school en we behoren al meer dan 42 jaar tot de dezelfde vriendengroep.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben op 06-04-1962 geboren aan de Beilervaart in Beilen.

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
Ik ben 34 jaar geleden getrouwd met Nelly.
Wij hebben 4 kinderen Jurjen (29), Reinate(27), Martina(27) en Matthijs(22).
Jurjen, Reinate en Martina wonen samen.
Matthijs woont op kamers.

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen?
33 jaar heb ik voor de klas gestaan op een basisschool in Hollandscheveld.
Vanaf 2017 doe ik veel vrijwilligerswerk in Beilen en Assen.

In Beilen ben ik voorzitter van voetbalvereniging CVV Fit Boys. Ik ben actief in twee sportfora: Sportief Beilen en Sportvereniging 2.0.
Verder ben ik initiatiefnemer en voorzitter van de Stichting Midden Drenthe Zomercup, een gemeente-breed voetbaltoernooi voor alle 11 voetbalclubs in de gemeente Midden Drenthe.
Ook zit ik in de Taakgroep Vorming en Toerusting bij PG Beilen-Hijken –Hooghalen.
In Assen ben ik gastheer buitendienst van Wilhelmina Ziekenhuis Assen.

Daarnaast heb ik een kleine baan bij Saar aan huis.
Dit is betaalde mantelzorg.

Wij hebben een B&B

Wat wil je graag met de lezers delen?
Mijn bezigheden als gastheer buitendienst bij het WZA op de golfkar.

De golfkar: meer dan een ‘golfbeweging’.

Sinds 1 mei 2017 is de golfkar -die op het ziekenhuisterrein zijn rondjes maakt – onderdeel van het dienstenpakket van het WZA. De vrijwilligers die hiervoor zorgdragen doen dit met veel enthousiasme. Van maandagochtend tot vrijdagmiddag zijn ze te vinden voor de ingang van het ziekenhuis.

Wat begon als een tijdelijke dienstverlening om bezoekers te halen en brengen van parkeerplaats naar hoofdingang,  is uitgegroeid naar nog steeds het vervoeren van bezoekers. Spontaan zijn hierbij andere diensten ontstaan: het verlenen van rolstoelservice van buiten naar de hal, vraagbaak zijn voor bezoekers, vaak het eerste aanspreekpunt zijn en bezoekers wegwijs maken.

Wat ik vooral ook belangrijk vind is het sociale aspect van onze aanwezigheid. Veel mensen komen met spanning en onzekerheden naar het ziekenhuis. Vaak nemen we in het eerste contact in de golfkar, in de rolstoel, in de loop naar de hal veel spanning weg. Mensen vertellen je soms in dat korte ritje veel over hun spanning over hun aandoening of ziekte. Ze kunnen het “kwijt”. De geruststelling of een simpel hart onder de riem wordt vaak in dank afgenomen. Hier krijg ik  veel voldoening van.

Door COVID kwam hier abrupt een eind in maart.
We konden niet meer rijden.
De golfkar stond stil.
De beweging stokte.
Het hele leven stond stil.
Helaas geen ritjes, geen korte gesprekken, geen ‘hart onder de riem’.
Dat heb ik gemist.

Half september konden we weer beginnen met onze werkzaamheden: we mochten weer!
Niet elke vrijwilliger durft het op dit moment aan om weer te beginnen. Begrijpelijk.
Het is anders: 1,5 meter beperkt de rolstoelservice, beperkt de capaciteit in de golfkar.
Er is minder ‘aanbod’. Tóch ér is weer ‘beweging’.

Bezoekers spreken ons weer aan, vragen weer om hulp, vertellen ons weer hun “ding’, zijn dankbaar.

Ze hebben het gemist.
Ik heb het gemist.
Opmerking van een bezoeker eind september “Bliede daj d’r weer bint”.

De ‘golfbeweging’ werkt weer…………

Reageren

19 april: Sandra, Shanning en een liedje.

Tweede Paasdag stond al een tijdje vast in onze agenda’s: kinderen komen.
Het was een zonnige dag, we konden heerlijk buiten zitten en samen genieten van het goede leven.
Het tweede deel van de paasdag was anders dan anders: we gingen met elkaar naar de bioscoop.
De reden daarvoor lag in het verleden.
Gerard had voor zijn 60e verjaardag van de kinderen als cadeau een ‘belevenis’ gekregen: met z’n achten naar James Bond daarna een borrel met iets lekkers.
Maar vanwege de lockdowns duurde het een eeuwigheid voor James Bond uit kwam en daarna lukte het bijna niet om een datum te vinden met z’n achten.
Vier weken geleden riep Gerard: “Straks draait Bond niet meer, ik ga nu, want ik wil hem persé in de bioscoop zien.”
Dit vanwege het spectaculaire aspect van de Bond-films. Gerard is een fan, ik absoluut niet, dus vier van ons  konden die dag ook en gingen die film zien.

Maar dat was niet de bedoeling van het 60-cadeau.
Toen men terugkwam van Bond was de oplossing voor dat probleem ook al gevonden; in het voorprogramma was er een trailer geweest van ‘The Lost City’,  een komische avonturenfilm met Sandra Bullock en Shanning Tatum. “Dat vinden we allemaal leuk, laten we daar dan met elkaar heen gaan”.
Toen was het puzzeltje gauw gelegd: 2e Paasdag kunnen we allemaal, de film draait dan ook en we vonden ook nog een kroeg in de buurt voor die borrel: Singelier.

Wat een leuk cadeau om te krijgen!
En wat een leuke film!
Een mengvorm van Miss Congeniality en Raiders of the lost ark.
Met een hilarische Brad Pitt met lange blonde manen en met Daniel Radcliff die heel charmant en doortrapt gemeen de rijke slechterik speelde.
Met Bullock en Tatum die overduidelijk een klik hadden en die zelfs in zo’n ongelofelijk verhaal ons er van wisten te overtuigen dat ze een heel spannend avontuur beleefden.
Na de film vroeg één van de dochters: “Wat was je favoriete moment?”
Hoefde ik niet lang over na te denken.
Dat ze met z’n tweeën worden opgesloten in een stenen grafkist bij twee geraamtes en zij zegt: “Ik lig niet goed, het dijbeen van de oude koningin prikt in mijn zij…..o wacht eens, het is een breekijzer!”
Helemaal over de top, maar erg onderhoudend en érg grappig.

Maar er was nog iets anders: een prachtig liedje dat werd gezongen door een zangeres.
Het deed me denken aan de Buena Vista Social club met Ibrahim Ferrer uit Cuba.
Vanmorgen zocht ik het op.
Het stond ook al op Spotify.
Het heet ‘Lagrimas Sin Fin’, uitgevoerd door Cheche Alara & Pinar Toprak.
Hierbij een link naar video op YouTube

Bij Singelier hadden ze een heerlijk glaasje rode port.
En een goed gevulde plank met lekkers.
Het laatste onderdeel van het cadeau was dat we na deze belevenis werden thuisgebracht.
Ik weet al wat ik vraag voor mijn 62e.

Reageren

18 april: Een loei van een koei.

In het blog over ‘de club‘ schreef ik het al: binnenkort weer een feestje in Beilen.
Zaterdagavond zagen we elkaar weer.
En wie weet….nog wat oude koeien? opperde ik aan het einde van dat blog.
Nou, dat is gelukt hoor.
Een loei van een oude koei.

Even een klein stukje geschiedenis van Hoogersmilde.
Het was maar een klein dorp, waar kinderen uit hetzelfde gezin vaak bleven wonen.
Zo hadden we de transportondernemers ‘gebroeders Koers’; die woonden naast elkaar bij hun bedrijf en noemden allebei hun oudste zoon naar hun vader: Klaas Koers.
De jongens scheelden een jaar en dat betekende dat ze op ons kleine dorpsschooltje om het jaar bij elkaar in hetzelfde lokaal zaten.
Heel onhandig.
De meesters en juffen bedachten iets om de twee Klazen uit elkaar te houden: grote Klaas en kleine Klaas.
Precies zo ging het met de zonen van de gebroeders Boer, landbouwers die aan Beilervaart woonden, die hun oudste zoon allebei Johan noemden.
Grote Johan en kleine Johan.

En dan hadden we nog twee jongetjes die bij elkaar in de klas zaten en allebei Jan Visscher heetten.
Groot en klein was hier niet aan de de orde, dus werd er iets anders bedacht.
De ene vader was koster en andere werkte bij de gemeente, dus om ze te onderscheiden werden de jongens Jan G. en Jan K. genoemd.
In onze generatie zijn we die bijnamen altijd blijven gebruiken om aan te geven wie er bedoeld werd en je begrijpt het al: één Johan en één Jan horen bij onze vriendenclub.

Zaterdagavond werd het allemaal even weer benoemd omdat de dochter van Jan K. verkering had met …..ik zal verder niet in details treden, maar dan snap je even hoe zo’n oude koe uit haar sloot komt. Wát een lol kun je dan hebben om zo’n verhaal.
Maar niet alleen om dat verhaal.
Iemand vertelde over een verkeersongeluk dat ze vroeger had gehad omdat ze een briefje van 50 gulden zocht in de auto.
“En toen stak ineens die lantaarnpaal over…….”

Het was weer als vanouds; er kwam weer van alles voorbij.
Wat vinden we van de serie over Pim Fortuyn? Iemand had met terugwerkende kracht medelijden met Pim Fortuyn. Iemand anders had dat juist met Ad Melkert.
Het ‘Verhaal van Nederland’ maakte de tongen ook los, met name het laatste deel over de Tweede Wereldoorlog.
“Met plaatsvervangende schaamte heb ik zitten kijken….”
De kerk.
Een reis naar Portugal,
De kinderen.
Een nieuwe baan, waarbij de nieuwe werkneemster haar auto niet meer kon vinden in de parkeergarage in Groningen en om de klip klap haar collega’s belde waar ze dan toch langs moest…

Zo’n avond vliegt voorbij.
Op het laatst wilden we haast nog de agenda’s trekken om alvast wat verjaardagen vast te leggen, maar één van de mannen sprak zijn VETO hierover uit.
“Nee, nou niet. Anders zit wij hier over een half uur nog.”
Hij kent ons.
Al heel lang.

Reageren

17 april: Met ons.

Toen we vanmorgen aan kwamen fietsen bij de kerk stond er een groepje koperblazers van ‘Oranje’ dat ons verwelkomde met paasmuziek.
Wat een feestelijk begin van de paasviering!

Aan het begin van de viering werd de nieuwe paaskaars binnengedragen.
Vrijdagavond was de oude gedoofd; daar maakte ik toen een foto van voor deze website.
De stomp van de oude kaars gaat altijd naar iemand in de gemeente die het het afgelopen jaar zwaar heeft gehad.
Op de nieuwe paarskaars staat dus het jaartal 2022; die zal dienst doen tot Goede Vrijdag in 2023.  (zie afbeelding).

In de overdenking vertelde voorganger Walter Meijles dat één van de namen van Jezus ‘Immanuel’ is.
‘God met ons’ betekent dat.
We allemaal geneigd om die woorden op onszelf te betrekken.
Met ons. Onze groep, ons land.
Maar God is met de Romeinen en met de farizeeën en schriftgeleerden.
Met Judas en met Petrus.
Met de Russen en met de Oekraïners.
God is mét ons tegen het kwaad; dat kwaad dat er altijd al is geweest en ook altijd zal blijven en dat alleen bestreden kan worden door het goede te doen.
Dat is de opdracht die ik meeneem uit de viering van vanmorgen.

Gerard was vanmorgen ouderling van dienst en gaf de dominee voor het eerst weer een hartelijke handdruk aan het begin van de viering.
De kerkzaal was goed gevuld en we mochten weer uit volle borst zingen.
Aan het eind zongen we ‘U zij de glorie!’; ik zag dat ik niet de enige was die het niet droog hield.
We kregen de zegen mee in nieuwe bewoordingen:

Moge jouw leven anderen tot zegen zijn
dat je ogen met mildheid kijken,
je handen open zijn om op te bouwen,
dat je luistert tot in het zwijgen 
en dat je woorden oprecht zijn en je in je hart en nieren bewogen bent om de mens op jouw weg.
Zo zegent God je levenspad en is je nabij zolang je leeft.

In het collectemandje bij de uitgang deed ik twee collectebonnen.
In de loop van de jaren was dat haast een routinegebaar geworden.
Vanmorgen deed ik de twee collectebonnen in de collecte die ik in maart 2020 in mijn tasje had gedaan.
Twee jaar geleden.
Niet dat we ondertussen niks gaven, we konden gewoon geld overmaken, maar die bonnen bepaalden me bij de onvrijheid van de laatste twee jaar.

Na de viering was er gezamenlijk koffiedrinken en ontmoette ik Matthijs, een basisschoolvriendje van Carlijn.
Ik moest wel drie keer kijken: hij is nu ook achter in de twintig en ‘mooi opdreugd’, zoals we dat in Drenthe zeggen.
Het was fijn om even met hem bij te praten: wat doe je nu, waar woon je nu en weet je nog…..

We hebben elkaar als gemeente de afgelopen dagen weer kunnen ontmoeten en de Stille Week en Pasen kunnen vieren zoals we dat voor COVID gewend waren te doen.
Samen zingen, bidden, luisteren en elkaar ontmoeten.
Dat is niet vanzelfsprekend; dat het voor de meeste mensen weer kan, daar ben ik dankbaar voor.

Reageren

Pagina 128 van 396

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén