Toen we vanmorgen aan kwamen fietsen bij de kerk stond er een groepje koperblazers van ‘Oranje’ dat ons verwelkomde met paasmuziek.
Wat een feestelijk begin van de paasviering!

Aan het begin van de viering werd de nieuwe paaskaars binnengedragen.
Vrijdagavond was de oude gedoofd; daar maakte ik toen een foto van voor deze website.
De stomp van de oude kaars gaat altijd naar iemand in de gemeente die het het afgelopen jaar zwaar heeft gehad.
Op de nieuwe paarskaars staat dus het jaartal 2022; die zal dienst doen tot Goede Vrijdag in 2023.  (zie afbeelding).

In de overdenking vertelde voorganger Walter Meijles dat één van de namen van Jezus ‘Immanuel’ is.
‘God met ons’ betekent dat.
We allemaal geneigd om die woorden op onszelf te betrekken.
Met ons. Onze groep, ons land.
Maar God is met de Romeinen en met de farizeeën en schriftgeleerden.
Met Judas en met Petrus.
Met de Russen en met de Oekraïners.
God is mét ons tegen het kwaad; dat kwaad dat er altijd al is geweest en ook altijd zal blijven en dat alleen bestreden kan worden door het goede te doen.
Dat is de opdracht die ik meeneem uit de viering van vanmorgen.

Gerard was vanmorgen ouderling van dienst en gaf de dominee voor het eerst weer een hartelijke handdruk aan het begin van de viering.
De kerkzaal was goed gevuld en we mochten weer uit volle borst zingen.
Aan het eind zongen we ‘U zij de glorie!’; ik zag dat ik niet de enige was die het niet droog hield.
We kregen de zegen mee in nieuwe bewoordingen:

Moge jouw leven anderen tot zegen zijn
dat je ogen met mildheid kijken,
je handen open zijn om op te bouwen,
dat je luistert tot in het zwijgen 
en dat je woorden oprecht zijn en je in je hart en nieren bewogen bent om de mens op jouw weg.
Zo zegent God je levenspad en is je nabij zolang je leeft.

In het collectemandje bij de uitgang deed ik twee collectebonnen.
In de loop van de jaren was dat haast een routinegebaar geworden.
Vanmorgen deed ik de twee collectebonnen in de collecte die ik in maart 2020 in mijn tasje had gedaan.
Twee jaar geleden.
Niet dat we ondertussen niks gaven, we konden gewoon geld overmaken, maar die bonnen bepaalden me bij de onvrijheid van de laatste twee jaar.

Na de viering was er gezamenlijk koffiedrinken en ontmoette ik Matthijs, een basisschoolvriendje van Carlijn.
Ik moest wel drie keer kijken: hij is nu ook achter in de twintig en ‘mooi opdreugd’, zoals we dat in Drenthe zeggen.
Het was fijn om even met hem bij te praten: wat doe je nu, waar woon je nu en weet je nog…..

We hebben elkaar als gemeente de afgelopen dagen weer kunnen ontmoeten en de Stille Week en Pasen kunnen vieren zoals we dat voor COVID gewend waren te doen.
Samen zingen, bidden, luisteren en elkaar ontmoeten.
Dat is niet vanzelfsprekend; dat het voor de meeste mensen weer kan, daar ben ik dankbaar voor.