De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

10 september: Hier ligt mijn voorvader!

Zaterdag was het open monumentendag.
’s Morgens ging ik met Frea, Jon en Carlijn naar de Mensinge.

Landgoed Mensinge Roden

We liepen door de mooie kamers, waar overal attributen stonden die vroeger door het keukenpersoneel werden gebruikt. Er liepen mensen rond in oude kleding die door de dienstbodes en het andere personeel werden gedragen en er waren foto’s uit die tijd.
Een vrijwilliger liet ons een paar bijzonderheden zien en vertelde ons van alles over de Mensinge. In de keuken trof ik Gerrit Warmelink, collega-vrijwilliger bij de Catharinakerk, maar zaterdag druk met zijn andere vrijwilligers-klus. Op de website van het landgoed vond ik een filmpje waarin Gerrit aan het woord komt. Hij vertelt in het kort de geschiedenis van het huis en zijn bewoners. Hierbij een link naar die website Landgoed Mensinge >>>.

’s Middags was ik zelf vrijwilliger in de Catharinakerk. Ook een monument dus ook de hele dag open. We hadden het er maar druk mee, de belangstellenden liepen af en aan!
Er waren twee jonge kinderen die wat verlegen achter mama stonden. Ik maakte een opmerking over de prachtige glitterschoenen van één van hen; toen vroeg ze mij naar het orgel. Ging er nog iemand op spelen? “Weet je wat? Ik ga de organist even vragen.” Ad wilde wel even wat spelen, ik mocht ook wel met de kinderen boven komen kijken. Hij liet hen zien hoe het geluid van het orgel tot stand komt, liet verschillende onderdelen zien en vroeg toen of ze ook een liedje kenden. Oma stelde “Op een grote paddestoel’ voor. Ad speelde en wij gingen met elkaar het liedje zingen. Beneden stond men gek te kijken:
“Met de beentjes in de lucht!”

Even later kwam er een mevrouw met een stapeltje papieren. Zij had haar stamboom meegenomen, ze stamde af van Deodatus. “Als het goed is, is hier in de kerk zijn grafsteen.” O ja? Zo goed ben ik nou ook weer niet op de hoogte van die stenen……
Maar we vonden zijn grafsteen en we vonden zijn naam op het predikantenoverzicht. Hij was predikant in de Hervormde Kerk van 1647 tot 1696. Bijna vijftig jaar! Daar vallen Theo van Beijeren en Harm Jan Meijer bij in het niet 
De mevrouw was heel erg enthousiast over het resultaat van haar zoektocht. Ze maakte foto’s en vond het heel bijzonder om sporen van één van haar voorouders te vinden.

Rond kwart over drie kwamen er ineens héél veel bezoekers. Dachten wij. Maar het waren allemaal leden van de Cantorij Roden. Wat heerlijk, die gingen een paar liederen zingen.
Sommige bezoekers bleven wel rondlopen en dingen bekijken, maar ook een heel aantal ging even zitten. Luisteren. Ook daar is de kerk voor bedoeld; het is niet alleen maar een prachtig historisch gebouw, maar ook een plek om te zitten, te luisteren en te zingen.
‘Toevallig’ had ik een handwerkje in mijn tas; daar zat mee in mijn handen naast een eeuwenoude pilaar.
Zaterdagmiddag, kwart over drie, haakwerkje, mooie muziek, even een moment van bezinning.

Wat zijn het leuke middagen en wat geniet ik van de gesprekken met belangstellenden en toevallige voorbijgangers. Te weinig was ik er dit jaar bij als gevolg van de nasleep van de by-pass. Volgend jaar draai ik weer gewoon mee in het vrijwilligers-rooster.
Deo volente.

Reageren

9 september: Afscheid na veertien jaar.

Toen ik in maart in het ziekenhuis lag kreeg ik een paar keer bezoek van onze dominee’s.
Die gesprekken zijn waardevol en helpend voor mij geweest.
Eén van die bezoeken was na de operatie toen ik nog behoorlijk labiel was.
De Turkse mevrouw die naast mij lag (zie 2 april)  sloeg het allemaal gade en vroeg toen de predikant weg was: “Wasj goede vriend?’
Dat zegt iets over hoe voorgangers en gemeenteleden met elkaar omgaan tegenwoordig.

Dit weekend namen we afscheid van Bart Elbert; veertien jaar was hij dominee in Roden; op 23 september wordt hij bevestigd in Beetsterzwaag.
Vrijdagavond was het informele afscheid en o, wat heeft de gemeente hem geplaagd.
Met z’n stiltemomenten, de jaren ’60 muziek, het mediteren, met de Tenach en onnoemelijk veel andere puntjes van milde kritiek die behoorlijk wat lachsalvo’s opleverden. Het programma was rond 21.30 uur aflopen, zodat er nog ruim tijd was voor een gezellig glaasje en de lekkere hapjes waar we op werden getrakteerd.
Je kunt de hele avond terugluisteren via Kerkomroep: 7 september 19.00 u Op de Helte.

Vanmorgen was de afscheidsviering.
Gemengde gevoelens.
Ik was niet de enige die schielijk een traantje wegpinkte.
Bart heeft veel betekend voor onze gemeente en voor Gerard en mij. In moeilijke tijden was hij er ter ondersteuning en in goede tijden zongen we samen de sterren van de hemel.
Frans, voorzitter van de kerkenraad, vatte in zijn afscheidstoespraak de veertien jaar die Bart in Roden heeft gestaan samen: met open mond luisterde ik naar wat Bart allemaal tot stand heeft gebracht, altijd met aanstekelijk enthousiasme. (ook de viering (9 september, 09.30 uur Op de Helte) én de toespraak zijn terug te luisteren op Kerkomroep).
Vanmorgen na de zegen ontroerde hij menigeen door het solo zingen van het lied ‘Vrede wens ik je toe’. Al zingend wenste de gemeente dat ook hem toe en natuurlijk ook elkaar.

Wat een warmte en genegenheid straalde van het afscheid vrijdagavond en van de viering vanmorgen af.
Bart was namelijk niet zomaar een dominee.
‘Wasj goede vriend’.

Reageren

8 september: Het geheim van Methusalem

Donderdagavond begon op NPO 2 een nieuwe, drie-delige serie met Eric Scherder.
Het geheim van Methusalem>>>.  Dit zegt de EO zelf over het programma:
Zo oud als Methusalem’, zoals het gezegde luidt, worden we weliswaar niet. Feit is wel dat we steeds langer leven. Maar willen we dat wel, zo oud worden? Of zijn we toch bang voor de onvermijdelijke aftakeling? Prof. dr. Erik Scherder gelooft echt dat oud worden én gelukkig zijn, samen kan gaan. Maar blijft zijn wetenschappelijke overtuiging overeind als hij geconfronteerd wordt met de dagelijkse werkelijkheid?

Iedereen wil oud worden, maar niemand wil het zijn.
Een greep uit wat er in de eerste uitzendig voorbijkwam:
– Scherder blijft zelf werken na zijn pensionering, maar een huisarts van 51 was er nu al van overtuigd dat ze dat beslist niet ging doen. Allebei gebruikten ze steekhoudende argumenten.
– We zagen een vrouw van 91 die nog iedere dag achter de bar stond in haar eigen café en een imker van 86 die nog gewoon meewerkte op het bedrijf van zijn kinderen.
– Scherder ging op bezoek bij een echtpaar dat 6 maanden per jaar op een camping zat en er daar een druk sociaal leven op na hield.

Wat mij trof was de constatering van de voornoemde huisarts: “In deze tijd worden we almaar ouder en men beweert dat ouderen steeds fitter worden. De waarheid is dat we wel ouder worden, maar dat er veel mensen daarbij chronisch ziek zijn. Met medicijnen zijn mensen gewoon langer chronisch ziek. Maar wat is dan de kwaliteit van leven?”

Wat ik heb onthouden: blijf moeite doen voor dingen. Daag jezelf uit en leef vooral niet naar je leeftijd. Spring eens uit de band en doe af en toe iets geks: je knapt er van op en het houdt je geest in beweging. Rustig aan doen kan altijd nog: leef je uit.

Ik kijk graag naar Erik Scherder op de televisie.
Hij is een aangenaam spreker en wat hij zegt is soms best moeilijk, maar goed te volgen.
Anders is dat bij zijn boeken.
Van vriendin Sinet kreeg ik ‘Singing in the brain’ en ik heb het half uitgelezen.
Muziek is ontzettend belangrijk voor het menselijk brein, dat weet ik uit ervaring.
Maar erover lezen is iets anders dan het in de praktijk brengen.

Dit boek valt volgens mij onder de categorie ‘vakliteratuur’ en wat Scherder beschrijft is bere-interessant; maar wat er precies in de hersenen gebeurt en welke kwabben worden geactiveerd vind ik niet interessant om te lezen.
En hoe de verschillende hersendelen met elkaar communiceren: het is allemaal veel te moeilijk. Voor mij dan hé?

Dus ik hou het bij zijn uitzendingen. Er komen nog twee afleveringen van Methusalem: op de donderdagen 13 en 20 september.

Reageren

7 september: Literatuur of lectuur?

Op aanraden van een vriendin waagde ik mij aan het boek ‘de Heilige Rita’ van Tommy Wieringa. Het boek valt onder de categorie ‘literatuur’.
Nou lees ik heel veel, maar voornamelijk lectuur en heel weinig literatuur; volgens vriendin was het een prachtig boek dus ik ging overstag.

Wat is eigenlijk het verschil tussen literatuur en lectuur? Dit staat er over op Wikipedia:

Literatuur is de verzamelde schriftelijke neerslag van een land of van een periode, voor zover het geschriften betreft die hun waarde ontlenen aan veronderstelde vormschoonheid of emotioneel effect. Het gaat dus om geschriften die gewaardeerd worden als kunstwerken, met name fictie, drama en poëzie. Daarnaast wordt de term gebruikt in de betekenis van vakliteratuur: alle geschriften die over een bepaald onderwerp zijn verschenen. Als dat onderwerp de literatuur zelf betreft, heten de literaire werken primaire literatuur en de vakliteratuur daarover de secundaire literatuur.

Lectuur in de ruime betekenis verwijst naar alles wat gelezen kan worden. Het is dus een verzamelnaam voor boeken, stripboeken, pamfletten, tijdschriften en kranten.  Lectuur in de strikte betekenis is de lagere, populaire vorm van geschreven fictie.

Tot zover de wetenswaardigheden over literatuur en lectuur; dan nu over de heilige Rita.
Op internet kun je heel veel recensies  lezen, dus ik ga het niet allemaal nog eens breed uitmeten.
Het was een prachtig boek. Het was herkenbaar, heel mooi geschreven, er gebeurde van alles en ik las het met veel plezier.
Ondertussen werd ik aan het denken gezet over mijn eigen leven: de relatie met mijn ouders, de invloed van hun ervaringen op mijn leven. de plek waar ik opgroeide, de invloed van anderen op mijn leven, de betekenis van het Christendom en de impact van criminaliteit in onze maatschappij.

Maar.
Met mijn hang naar orde en structuur bleef ik met veel te veel vragen zitten.
Bijna geen enkele verhaallijn werd afgemaakt. Hoe ging het verder met die moeder en heeft hij haar nog terug gezien? Wie spookte er op zolder? Wie waren de overvallers van Hedwiges? Kregen de rechthebbenden de erfenis nou wel of niet? Komt die vader nog weer uit het ziekenhuis?
En dan het laatste hoofdstuk: hoe loopt het af? We weten het niet.

Mensen, ik kan daar niet tegen.
Een open einde en 83 vragen waar ik mee blijf zitten.
Ben ik dan meer van de lectuur? Wat ik zelf iedere dag op mijn website publiceer valt in ieder geval wel onder die categorie.
Lezen is voor mij ontspanning en ik kan ontzettend genieten van boeken waarin je op het laatst te weten komt ‘wie het heeft gedaan’ bijvoorbeeld. Of een historische roman.
Of een ‘Vorsten’. Een ‘Zinnig’ van de Drentse Taol. De krant. Een Linda.
Niet heel intellectueel allemaal, maar dat ben ik ook niet.

Af en toe een literair boek: prima! Geert Mak wordt ook onder de literatuur geschaard en zijn boeken vind ik fantastisch. Maar als je mij in december ziet terugkomen van de Roder Boekenmarkt zal ik toch weer voornamelijk ‘lectuur’ in mijn tas hebben, inclusief een paar fotoboeken van ‘de Royals’.
Voor mij maakt het niet uit of ik literatuur of lectuur lees, het gaat er gewoon om of het onderwerp mijn interesseert en de schrijver mij kan boeien.
Literatuur of lectuur?
Boeien!

Reageren

6 september: Easy and sad

Soms ben ik niet in de gelegenheid om naar Radio 5 te luisteren; als ik niet in mijn eigen auto zit bijvoorbeeld. Als ik dan zelf een andere zender mag bedenken dan wordt het Radio 1 of Radio 2, maar qua muziek voel ik me daar niet meer thuis.  Als vijftig plusser hou ik het meest van de muziek uit mijn jeugd,  (jaren 70) maar ik kan ook erg genieten van ouder materiaal. Afgelopen week  kwam in de Arbeidsvitaminen Frank Sinatra voorbij met ‘One for my baby and one more for the road’.  Zo worden ze toch niet meer gemaakt?

Frank zingt over het desolate gevoel dat je hebt als je relatie net is verbroken. Je ziet hem in gedachten zitten aan de bar ’s nachts om kwart voor drie. Hij drinkt glas na glas en hij vertelt de barman hoe beroerd hij er aan toe is en vraagt om de muziek wat aan te passen.  “Make the music easy and sad…..”

Easy and sad is wat je hoort als je dit lied beluistert. De ‘vlam’ die hij heeft gevonden moet gedoofd worden, anders explodeert die misschien nog,  dus hij drinkt er nog een voor zijn liefje en één voor de reis.

But this torch that I found
It’s gotta be drowned
Or it soon might explode
So make it one for my baby
And one more for the road

Aan het einde bedankt hij de barman voor zijn luisterend oor.
I hope you  didn’t mind my bending your ear.. .
Wat een melancholie; ik mag er graag naar luisteren.
Het lied is al geschreven in 1943 en door eindeloos veel artiesten gezongen; voor mij is dit de mooiste uitvoering.

Luister naar Sinatra’s versie >>>, hij zingt het ‘easy and sad’….

Reageren

5 september: Hoch und weit (1)

Vorig jaar hebben Gerard en ik meegedaan aan het projectkoor Agioso van Wim Opgelder in Zuidlaren.
Daarover schreef ik blogs in de serie “Wa-ha-ha-hachet auf!” (zie >>>)

Dit jaar hebben we ons aangemeld voor een vervolg op dit project, dat nu wordt uitgebreid met drie andere stukken, o.a. ‘Machet die Tore weit’ van Telemann.
Halverwege de zomervakantie kregen we de stukken al met de bijbehorende CD: alle partijen afzonderlijk ingezongen door Wim, zodat je kunt oefenen.

yoga met Wim

Alle alt-partijen zette ik op mijn telefoon; iedere dag beluister ik ze in ieder geval één keer, te weten ’s morgens vroeg tijdens de dagelijkse yoga/pilates-oefeningen.
Wim zingt opwekt: “Mache die Tore weit, und die Türen in der Welt hoch, hoch, hoch dass die König der Ehre einziehe!” Bij de rek- en strekoefeningen (ander woord voor yoga/pilates) steek ik precies bij het ‘hoch, hoch’ beide armen in de hoogte en rek me helemaal uit. Op de maat van de muziek werk ik de verschillende oefeningen af.  Op deze manier komt de altpartij dagelijks voorbij en dat vergemakkelijkt het instuderen enorm.

Zondagavond was de eerste repetitie. Tot mijn spijt was Wilma, mijn zangmaatje van de vorige keer, er niet bij, maar aan de andere kant naast mij zat Saakje, vorig jaar nog bij de sopranen, nu gepromoveerd tot alt.
Het ging (voor een eerste keer) heel behoorlijk, de eerste delen konden we in ieder geval al vierstemmig zingen. Het laatste deel “Nun danket alle Gott” stierf in schoonheid. Thuis had ik al moeite om de nootjes eruit te krijgen, maar ik hoopte dat de anderen het wel zouden kunnen, dan slepen we elkaar er wel door. Maar er viel niets te slepen: niemand kon het zingen.

Na afloop meldde ik ons af voor de volgende repetitie (want feestje) en vroeg Wim of hij het huiswerk dan kon doormailen.
“Dat ga ik niet doen, je moet voor alle volgende keer gewoon alle stukken kunnen zingen.”

Dat is dan ook maar weer duidelijk.
Niet zeuren, aan het werk. Hoch, hoch….!

Reageren

4 september: Cornelis-Clan

Sinds mijn vader is overleden ontmoeten wij als “Cornelis-Clan” (zo noemde hij zelf zijn kinderen en kleinkinderen) elkaar rond zijn verjaardag, 16 augustus. Dit jaar hebben we die bijeenkomst een beetje uitgesteld, omdat Frea en Jon uit Engeland terug zouden komen. Afgelopen zondag 2 september was de hele clan aanwezig, iedereen was er.

Het was een beetje vreemd om bij elkaar te zitten zonder mijn moeder, zij was er tot vorig jaar nog bij, al ging het toen qua gezondheid al slecht met haar.
Mijn broer en ik zijn nu de oudste generatie en dat is op z’n minst wennen.
We stonden er even bij stil, maar niet te lang, want toen was er koffie of thee met wat lekkers. We zaten lekker buiten onder de grote parasol op Waninge-Plaza en hebben een heel gezellige middag gehad.

We deden spelletjes die je met een grote groep kunt doen: UNO, sjoelen en spieker houw’n. Dat laatste is een geliefde bezigheid bij de familie Waninge, vorig jaar oktober schreef ik er ook al eens over, zie Spiekerhouw’n.
Al deze spellen veroorzaken een hoop burengerucht, de hele buurt weet denk ik wie er zondagmiddag heeft gewonnen. Wil je het ook weten? Klik op de foto voor een vergroting van het ‘Cornelis-Clan-Scorebord’.

We sloten de dag af met een Chinese maaltijd: ettelijke witte bakjes stonden opgesteld op onze keukentafel en via zelfbediening kon iedereen zijn bordje volscheppen.

Cornelis zou het een fantastische middag gevonden hebben.
Klik hier voor het verslag van de Cornelis Clan van 2017.

Reageren

3 september: Pepernoten in september.

Gistermorgen ging ik niet naar de kerk. Er stond mij een drukke dag te wachten met ’s middags en ’s avonds iets op het programma; dus om 09.30 uur zat ik achter mijn computer te luisteren naar de viering vanuit de Catharinakerk.
Meestal doe ik dan ondertussen een spelletje of werk wat ideetjes uit voor mijn blog, maar deze keer lukten die neven-activiteiten niet.

De voorganger begon met de constatering dat er al weer pepernoten te koop zijn.
“O, kom er eens kijken, wat er al weer in de schappen ligt!” en dat daarmee op de achtergrond de ‘Zwarte Pieten-discussie’ ook al weer op de loer ligt. Een discussie waar ik al jaren heel verdrietig van wordt en waar ik eigenlijk zelf geen raad mee weet.
Dit blog ga ik vandaag gebruiken om de woorden van predikant Walter Meijles over dit onderwerp letterlijk weer te geven. Dit is maar een klein gedeelte van zijn verhaal en ik doe hem eigenlijk te kort, want de hele overdenking verdient een plaats in mijn Top Tien van beste preken ooit. Mijn advies: ga naar Kerkomroep >>> en luister naar deze kerkdienst.
Catharinakerk Roden, 2 september 09.30 uur.

Ik citeer:

Ik ga het hebben over pepernoten.  “Oh kom er eens kijken wat er alweer in de schappen ligt.” De eerste Sinterklaas producten liggen alweer in de winkel,  de taai-taai en de pepernoten en dat roept meteen ook alweer de voorafschaduwingen op van de inmiddels 5 jaar durende discussie over wel of niet Zwarte Piet.
De voor-  en tegenstanders lopen zich alvast weer warm.
Waar gaat het in deze discussie uiteindelijk om?  Over de vraag: “Is de waarheid dat het een onschuldig kinderfeest is of is de waarheid dat er verhuld racisme ingebakken zit in dit volksgebruik.”

Inmiddels zijn we met elkaar de vanzelfsprekendheid wat voorbij omdat deze vraag toch voortdurend in de samenleving wordt opgeworpen en je moet er iets mee of je wilt of niet.
Weet je wat ik denk?  Dat het hele punt niet de zwartheid van Zwarte Piet is, maar dat er een laag onder ligt, namelijk dat als je een kleurtje hebt of een andere herkomst je onze Nederlandse samenleving toch wel op een andere manier beleeft dan hoe ik dat bijvoorbeeld heb gedaan toen ik opgroeide als Hollandse jongen met blond haar en blauwe ogen. Hoe ziet jouw leven eruit als Nederlander als je een eerste,  tweede of derde generatie Chinees bent? Of Surinamer? Turk of Marokkaan?
Of zoals nu met al die Syriërs of Eritreeërs?

Het is niet allemaal koek en ei. Er gebeuren ook nare dingen, maar als je daarover in gesprek gaat of dat naar voren brengt en dat gaat meteen onder de vlag van ‘slachtoffers en daders’ van ‘schuldig en onschuldig’,  van ‘goed en fout’, dan garandeer ik u: dan slaat ieder gesprek per direct op slot dat is wat gebeurd is in die Zwarte Pieten discussie.
Wat zou er gebeurd zijn als we eerst waren begonnen met te luisteren naar elkaar?
Wat is dat dan voor verhaal van jou? En hoe is het dan voor jou dat Sinterklaasfeest?
Wat zou er dan zijn gebeurd? Want daar ligt denk ik de pijn: dat er in ons land niet veel ruimte is geweest voor een klacht over discriminatie, want dat kon toch niet waar zijn! Dat wij een land zijn dat discrimineert; we zijn Amerika niet! We zijn geen Zuid-Afrika! Die hebben wij juist geboycot!

Het is niet allemaal koek en ei mensen. Het verwijt dat mensen van een andere afkomst maken dat er discriminatie plaatsvindt hier in Nederland schuurt. Het irriteert ook,  helemaal als het ons aangewreven wordt en dat maakt ongemakkelijk.
Wat is gezeur en wat is reëel? Hoe maak je onderscheid tussen die twee?
Hoe weten wij dat hoe wij het zien de waarheid is over wat er speelt?
Hoe bepalen wij hoe het echt zit voordat wij een eindoordeel geven over dit soort zaken?Want voorstanders die kijken naar een optocht van Sinterklaas zien en andere optocht dan de tegenstanders die diezelfde optocht aan zich voorbij zien komen.
Een andere blik; ze zien er iets anders in en dan gebeurt iets anders van binnen.
Wie van beiden is nu blind voor de waarheid? Wie van beiden ziet het belangrijkste over het hoofd?  Wat volgens mij iedereen over het hoofd ziet is de heilige opdracht die wij hebben gekregen van God om je naaste lief te hebben als jezelf en die vaardigheid zie ik aan beide kanten niet veel tevoorschijn komen……

Einde citaat.
Nooit gedacht dat ik nog eens zou linken naar een video-clip van de 3J’s:  Mensen >>>

Reageren

2 september: Nederlands maar dan anders (7)

Vandaag deel 7 in de serie ‘Nederlands maar dan anders’.

Op Radio 5 hoorde ik iemand drie spreekwoorden combineren: flink je best doen, een stapje harder lopen en je beste beentje voorzetten. Hij maakte er van: “We zullen een flink stapje harder moeten zetten!”

Bij Jinek zat in juli iemand die niemand in de weg wilde staan maar ook niemand wilde kwetsen. Hij combineerde het prachtig: “Ik wil daarbij niemand voor de voeten stoten.”

Een collega van Carlijn werd verrast door een actie van iemand anders.
“Dat komt je rauw op je bord vallen.”

De kapper waar ik om de zes weken in de stoel zit had met afgrijzen zitten luisteren naar een verhaal dat iemand vertelde. Ze paste het bijbehorende spreekwoord aan aan haar beroep: “Dan zit je toch met gekrulde tenen.”

Een collega van Gerard had een verhaal van een vrouw die zich staande moest houden op een kantoor tussen voornamelijk mannen.  Toen ze haar weer eens voor het lapje probeerden te houden riep ze: “Hou maar op,  ik laat me niet op de kast naaien.”
Zoiets moet je dan jaren nadien nog aanhoren.

De streektaal geeft soms ook aanleiding tot verwarring.
Een Waninge-neef met een eigen bedrijf werd gevraagd om een klus te doen.
Hij zei: “Dat kan ik nou eigenlijk niet wachten”  waarop de vrager antwoordde: “O, maar je hoeft niet te wachten hoor, je kan gelijk beginnen!”
Iemand uit het westen van ons land was in het noorden komen wonen en dat was niet helemaal vlekkeloos verlopen. Toen een Drent aan hem vroeg: “Mag je hier een beetje wonen?” stoof hij gelijk op “Waarom zou ik hier niet mogen wonen, van wie zou dat niet mogen!”

Voor buitenlanders is Nederlands ook moeilijk.
Collega Jacquelien tekende uit de mond van een collega op, dat ze een nieuwe splinter auto had gekocht.

Sinds eind augustus wonen Frea en Jon bij ons in huis.
Jon is een echte Engelsman, maar spreekt al een behoorlijk mondje Nederlands.
Af en toe is er even een misverstand of moeten we erg lachen om een ’taal-grapje’.

Een vaatwasser is het Engels een dishwasher. Frea zegt afwasmachine en wij zeggen vaatwasser  of mevrouw Bosch. Jon raakte daarvan in de war.
Hij kwam bij me staan, wees op de vaatwasser en zei: “Hoe heet deze ding noe!”

Afgelopen donderdag hadden Frea en Jon heerlijk voor ons gekookt.
Jon stelde voor om dat vaker te doen en ik vond dat een heel goed idee.
“Ik ben benieuwd wat er onder je koks-muts vandaan komt!” zei ik enthousiast.
Jon verslikte zich in zijn lasagne en moest vreselijk lachen.
Dat snap je ook wel als je weet wat ‘cock’ in het Engels betekent…..

Klik hier >>> voor het blog Nederlands maar dan anders deel 6, daar vind je ook linken naar de delen 1 tm 5. En vergeet ook niet om af te toe te kijken op het instagram-account Treintaal, heerlijk om te lezen hoe sommige mensen de dingen door elkaar husselen. De mooiste? Ze was in geen landen of weiden te bekennen!

Reageren

1 september: Vervlogen tijden.

Gisteravond fietste ik na het eten nog een rondje Leek.
Als ik wandel loop ik graag even langs de Mensinge, als ik fiets gaat mijn voorkeur uit naar Nienoord of het hunebed, het is maar net hoe het uitkomt.
Toen ik richting Nienoord fietste kreeg ik in de gaten dat er daar ‘iets te doen was’: horden mensen en harde muziek. Daar ben ik niet zo van, dus ik fietste er met een grote boog omheen. De boog bracht mij in Midwolde, waar ik afstapte bij de oude kerk aan de rand van het dorpje. Het hek naar het kerkhof stond open en ik liep een rondje om de kerk.
Daar stuitte ik op de sluitsteen van een grafkelder met het opschrift ‘NIENOORD’  met daarnaast de graven van de familieleden van Van Panhuys, die omkwamen bij een koetsongeluk in het begin van de vorige eeuw.

Stenen getuigen.

Op 6 november 1907 raakte de koets waarin de familie Van Panhuys zat in het water van het Hoendiep toen ze onderweg waren van Groningen naar Leek. Het was erg mistig die avond. Treurig detail is dat de deuren van de koets op slot zaten, omdat de familie die dag een groot bedrag bij de bank had opgenomen. Johan van Panhuys, zijn echtgenote, hun zoon Hobbe en hun schoondochter Elske verdronken die avond, evenals hun huisknecht Meindert Van Wijk. De koetsier, Wouter Meier,  overleefde het ongeval.
(Meer weten? Klik hier Van Panhuys voor de informatie die er over op Wikipedia staat.  Op internet vond ik ook nog een pagina van de Historische Kring Leek e.o., waar uitgebreid verslag wordt gedaan van de gebeurtenissen.)

Ik stond bij de graven en realiseerde me wat voor impact het ongeluk gehad moet hebben op de mensen uit die tijd.
Precies honderd jaar later, op 6 november 2007, werd bij het Hoendiep in Hoogkerk het monument ‘De verdronkenen van Nienoord’ onthuld.
Vervlogen tijden; de stenen getuigen liggen verstild op het kerkhof in Midwolde.

In de late avondzon fietste ik terug naar Roden. Er stond een ree tegen een bosrand aan te grazen. Er zwom een paar zwanen statig onder het fietsbruggetje door waar ik op stond; koeien, schapen en paarden stonden bedaard in de weilanden en ik genoot.
Wat wonen we in een prachtig deel van Nederland.

Reageren

Pagina 255 van 396

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén