De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

14 december: Ontsnappen uit de stadspoort.

Op 25 november was ik met mijn broer een dag in Kampen.
Toen we onder de Koornmarktpoort doorliepen stond er in de zijmuur een deur open.
Achter die deur was een lange, stenen trap en bovenaan die trap brandde licht.
We vroegen ons niet af of het wel mocht, maar begonnen met het beklimmen van de trap.
Spannend vond ik!
Toen we halverwege de trap waren hoorden we iemand rommelen met materiaal.
“Is daar iemand? Mogen we boven komen?”
Het mocht.
We kwamen op een soort overloop waar iemand dozen versleepte.
“Je mag wel even komen kijken,  hoor. We zijn hier bezig met het inrichten van een escaperoom. Die gaan we volgend voorjaar aan het publiek aanbieden: de basis is nu klaar,  maar nu moeten we het verder vorm gaan geven de de details verder uitwerken.”

Oh mann.
Wát een buitenkans!
Middenin de toren was een compleet ingerichte verdieping met overal zitjes met tafels en stoelen in verschillende stijlen. Er lagen oude kaarten en brieven, aan de muur hingen schilderijen en wapens en er was een geheimzinnige schouw.
Als je verder liep kwam je nog bij een schuifdeur waar een geheime gang achter zat waar mysterieus schijnsel te zien was: flakkerend licht en bewegende schaduwen.
“Gebruik je dan de geschiedenis van Kampen als verhaal voor deze escape room?” vroeg ik de jongeman die daar bezig was. Ja,  dat was wel de bedoeling.

Achteraf was het misschien  niet helemaal de bedoeling dat wij daar kwamen kijken, maar ik vond het fantastisch.
Wanneer krijg je nou de gelegenheid om binnen in zo’n middeleeuwse stadpoort te kijken!
Die ochtend had ik bij de Broederstadspoort nog tegen Henk staan oreren: “Zou je in zo’n gebouw ook kunnen wonen?  Zou het nog ergens voor gebruikt worden?”
Mijn vragen waren met ons onverwachte inkijkje in de stadspoort allemaal beantwoord.
Ik liep nog onderzoekend rond op de ingerichte bovenverdieping toen ik in mijn enthousiasme iets tegen mijn broer riep, maar het bleef stil.
Die was de stenen trap al weer afgedaald;  hij had van de nieuwe escaperoom de uitgang al gevonden.

PS
De ets die Theo van Beijeren beschrijft in zijn reactie stuurde hij me via de mail.
Gaat als bonus bij dit blog:

Reageren

13 december: De Sint en Haandrikman.

Zondagavond 11 december.
We vieren met ons gezin het uitgestelde Sinterklaasfeest, het jaarlijks terugkerende festijn met surprises, gedichten en cadeaus.
Er werden weer speldenprikken uitgedeeld, kleine meningsverschillen uitgevochten en rare gewoonten benoemd.
Eén stel kreeg een deurbel.
Die het deed.
Ze hadden namelijk een scheepsbel bij hun deur hangen (idee van de man des huizes), maar die hoorden ze nooit.
Ook kregen ze een WC-bril met allemaal katten erop, een afzichtelijk, zwart ding, die ze waarschijnlijk gewoon gaan gebruiken*.
Iemand kreeg sokken met tompoezen er op met een gedicht over de barbaarse eetgewoonten in de familie Waninge.
De dichter er van eet tompoezen met een vorkje en haalde op deze manier zijn gram.
Eén schoonzoon kreeg een kookshort met de tekst  ‘You can’t beat my meat’ er op. Dat is een soort familietrofee, die steeds van eigenaar wisselt.
Gerard kreeg eindelijk zijn ‘fish and chips’ waar hij iedere vakantie vruchteloos naar op zoek gaat: een zakje chips en een blikje tonijn.
Met een snerend gedicht over onze avonturen bij McDonalds in augustus van dit jaar.
Eén van ons had zich op deze avond al een half jaar intens verheugd, omdat ze eindelijk haar gelijk kon halen.
Samen met haar zussen zong ze een venijnig lied voor haar vriend, die daar vooral heel hard om moest lachen.

Met deze korte samenvatting heb ik nog niet de helft van de avond benoemd, maar het was weer als vanouds.
Schoonzoon maakte een opmerking over dit feest in combinatie met lijdensdruk, dat zegt al genoeg.
Er waren pepernoten, suikerbeesten, loempia’s en bitterballen en het werd veel te laat.

Maandagmorgen 12 december.
De wekker staat te vroeg voor de intensiteit van de zondag ervoor; als ik de wekker uitzet en op mijn telefoon radio 5 wil aanzetten blijft het stil.
Hè.
Wat nou weer.
Ik sluit de NPO-app af en open hem opnieuw.
Geen geluid. ’s Morgens geen Radio 5 is voor mij geen goed begin.
Gerard gaat weg. ‘DOEG!’

Ik zet Spotify aan met een eigen afspeellijst, doe mijn ochtend rek-en strek oefeningen, maar ik mis het gezellige gebabbel van de ochtendshow van Haandrikman.
Ik open de app nog een keer of vier, maar het blijft stil.
Niks aan.
Ik stuur een berichtje naar de studio in Hilversum in de app: “Ik krijg jullie niet pakken.  Doet de app het niet? Heel mijn dagritme in de war…..”
Ik krijg een berichtje terug: inderdaad, storing.
Ik stap in de auto en rijd naar mijn werk; daar word ik in beslag genomen door de telefoon, een volle mailbox en mijn collega’s en verdwijnt het gemis als sneeuw voor de zon.

Rond vijven zijn Gerard en ik tegelijkertijd thuis.
‘Hoe was je dag? Had je files en kunnen we al haast eten?
“Radio 5 is er vanmorgen even uit geweest” vertelde Gerard.
Hij had in de ochtendshow van Haandrikman gehoord dat er een Ada had gereageerd met ‘Heel mijn dagritme in de war’.
Dat kan in heel Nederland maar één iemand zijn had Gerard gedacht.

Inderdaad.
Wat kent hij mij toch goed.
Al meer dan 40 jaar…..!

* Naschrift.
De WC-bril zit er al op.
“Het is nog lelijker met de tegels erbij” appt zij.
“It’s art!” appt hij.

Reageren

12 december: Vooruitziende blik?

We zijn deze dagen bezig met de laatste blaadjes van de Maarten! scheurkalender.
De inhoud van die kalender is natuurlijk al geschreven in 2021; dat verklaart waarom sommige uitspraken ingehaald zijn door de tijd.

We lezen bijvoorbeeld af en toe een tekst van zijn zus Sis, terwijl die in mei van dit jaar overleed.
Op 30 juni schreef ik daarover al een blog onder de titel ‘Sis en haar broers‘.

Maarten schrijft dingen over de maatschappij, de media en de politiek die anders klinken door wat er is gebeurd.
Denk daarbij bijvoorbeeld aan The Voice of Matthijs van Nieuwkerk.  Twee voorbeelden:

Op vrijdag 7 oktober schreef hij:
Het kan plotseling afgelopen zijn met Poetin.
Rusland wordt schromelijk overschat.
Het is een wrakke economie, er wordt nauwelijks geïnvesteerd en het is een regime van kleptocraten die hun geld beleggen in het Westen.
Dat geeft aan dat zo weinig vertrouwen hebben in hun eigen natie.
Met de kennis van nu kijk je toch met andere ogen naar zo’n uitspraak.

Op maandag 5 december ging het natuurlijk over Sinterklaas. Maarten vertelt dat hij een familieman is die van dit feest geniet samen met kinderen en kleinkinderen.
Zolang er kleine kinderen in de familie zijn, moet je Sinterklaas blijven vieren. Hoe hij aankomt met dat bootje en wat er met de Pieten gebeurt kan me verder totaal niet schelen.
De Sint mag wat mij betreft volgend jaar per vliegtuig aankomen, dat maakt me allemaal niets uit.
En wat gebeurde er dit jaar?
Juist.
Lees voor het hele verhaal van de stoomboot van Sint het blog  ‘Het opgeheven vingertje‘ van 15 november.

Voor 2023 hebben we alweer een nieuwe scheurkalender in huis.
De Historische scheurkalender, een uitgave van het Historisch Nieuwsblad.
En nee, die heb ik niet gekocht, Gerard kwam er mee thuis. Verrassing!
Met deze kalender is er natuurlijk minder kans op teksten en uitspraken die door de tijd worden ingehaald.
De geschiedenis wordt hooguit anders ingekleurd door de blik waarmee we er in deze tijd naar kijken.
Maar de geschiedenis verandert niet, die herhaalt zich alleen maar.

Reageren

11 december: Roder Weihnachtsmarkt.

Afgelopen weekend werd er op de Brink in Roden een Weihnachtsmarkt gehouden, georganiseerd door de Vereniging van Volksvermaken.
Voorgaande afleveringen van dit evenement vonden plaats in het winkelcentrum en op de Albertsbaan, maar de Brink past beter bij het plaatje ‘kerst’.
Ook de kerk past goed in dat plaatje, maar het gebouw was niet meegenomen in de planning van de festiviteiten.
Toen wij ons aanmeldden met het PKN-Christmascarolkoor was er geen plaats voor ons op het podium naast de ijsbaan; als wij wilden zingen dan kon dat misschien wel in de kerk.

Met de koster overlegde ik twee weken geleden of wij de kerk mochten gebruiken voor een zelfbedachte Carols-Sing-In en voorzitter Hidde van de Stichting Hinszorgel, die de openstelling van de Catharinakerk organiseert, regelde een paar vrijwilligers die in de kerk wilden staan om vragen van belangstellenden te beantwoorden. We overlegden met elkaar dat de kerk op zaterdag- en zondagmiddag zou zijn voor bezichtiging.

Op zaterdag zongen we van 14.30 uur tot 15.30 uur met het Carolskoor in het dorp.

Het is best gek om op zaterdagmiddag met een groep mensen ergens te gaan staan en gewoon te beginnen met zingen.
Maar er bleven mensen om ons heen staan, we kregen applaus en zelf genoten we van het zingen van de overbekende carols.
Het laatste stukje zongen we in de Catharinakerk, waar het een drukte van belang was.
We hebben lichtelijk onderschat hoeveel mensen zouden binnenkomen om de kerk te bekijken.
Drommen mensen liepen door de gangpaden en genoten van het historische gebouw; toen wij zongen ontstond er zelfs een opstopping voor de deur.
Na het zingen deed ik mijn naamkaartje op en stapte ik in een andere rol: vrijwilliger in de Catharinakerk.
Het is bijna niet uit te leggen hoe leuk het is als er zoveel mensen in de kerk zijn.
Mensen van de kerk, onbekende mensen, maar ook Rodenaren die anders niet in de kerk komen.
Wat heerlijk om dan te kunnen vertellen over onze eeuwenoude kerk en te zien hoe mensen zich verbazen over het interieur en de sfeer die er hangt.

Er was een mevrouw die vertelde: “Als ik hier al kom, dan is het met een begrafenis; altijd verdrietige bijeenkomsten. Dan vind ik het al een mooi gebouw, maar nu, met die kerstboom en die mooie kerststukken overal: prachtig.” Ook hier schemert weer ‘het plaatje’ door de zinnen heen.

Dat plaatje stond vanmiddag trouwens mooi in de belangstelling: de kerk zat tijdens de Carols-Sing-In helemaal vol!
Het moet allemaal nog een beetje groeien. Het zingen van de bezoekers was nog wat onwennig en de teksten liepen niet altijd synchroon.
Dit werd voor het eerst zo georganiseerd en het liep niet allemaal op rolletjes, maar we hebben wel fijn gezongen met elkaar!
Omdat het uur niet helemaal vol was met 7 carols heb ik tussendoor nog iets verteld over de geschiedenis van de Catharinakerk en ik heb in de streektaal het verhaal van Pieter voorgelezen, waarin de kerstgedachte zo mooi naar voren komt.
Stiekem hoop ik dat duidelijk is geworden dat ‘de kerk’ meer is dan een historisch gebouw en een mooi plaatje.

* Wil je het verhaal van Pieter ook lezen? Hierbij een link naar het blog uit 2014. 

Reageren

10 december: Mistig, kold en stille.

“Ga je dit weekend nog iets leuks doen?” vroegen collega’s van Gerard gistermiddag.
“Ja. We gaan een grafheuvel uitzoeken.”
Dat antwoord had niemand verwacht, maar het leverde wel een gesprek op over ‘later’.

Begin 2020 maakte ik met mijn broer een wandeling in de omgeving van Zuidvelde, daar ontdekten wij toen de Tonckensborg, eeuwenoude grafheuvels en Natuurbegraafplaats ‘de Velden’.
Daarover schreef ik destijds een blog onder de titel ‘Dodenakkers in Zuidvelde‘.
Ik weet nog dat ik daar toen rondliep en dacht: “Als je hier begraven wordt, zal je lichaam op den duur één worden met de natuur in een gebied dat in de oudheid ook al als dodenakker dienst heeft gedaan.”

Toen we vanmorgen wakker werden, was het ‘mistig, kold en stille’ om met de terminologie van Daniël Lohues te spreken.
Rond half 10 reden we door het witte, Drentse landschap; om 10.00 uur hadden we een afspraak met Sytske; zij zou ons een rondleiding geven over ‘de Velden’.
Ze vertelde dat haar partner eigenaar is van het Landgoed Tonckens; één van de onderdelen van dat landgoed is de natuurbegraafplaats.

zicht op de brinkgraven

Ze nam ons mee naar een perceel bos en vertelde dat de weg waar dit aan ligt ‘het Tonckensstraatje’ heet; het wordt al meer dan 500 jaar gebruikt.
Daar zijn de ‘bosgraven’. Her en der stonden houten bordjes met een naam er op.
Daarna zagen we het Schoolveld: een open ruimte met de uitstraling van een oude Drentse brink waar zich de ‘brinkgraven’ bevinden.
(klik op de afbeelding voor een vergroting)
Vervolgens liepen we dwars door het perceel waar de préhistorische grafheuvels liggen, om tenslotte uit te komen bij de velden met de zogenaamde ‘nieuwe grafheuvels’.

We konden al onze vragen kwijt en voordat we weer in de auto stapten kregen we een informatiepakket mee en de plattegronden van de verschillende velden.
Daarop was aan gegeven welke graven nog ‘vrij’ waren.
Toen we rond 11.15 uur weer in Roden aan de koffie zaten, bogen we ons over de plattegronden en maakten een keuze.
“Wat voor boom zetten we daar dan op?” vroeg ik.
Daar hoefde Gerard niet lang over na te denken. Met een knipoog riep hij: “Een treurwilg.”
Nou, dat dacht ik toch niet. Je wilt na je dood toch niet geassocieerd worden met een treurwilg?
Dan past toch helemaal niet bij ons?
We gaan het regelen. Die boom, daar komen we nog wel uit.

Vandaag was het weer niet echt aangenaam, ik schreef het al: mistig, kold en stille.
Danïel Lohues heeft over zo’n dag een prachtig lied geschreven. Luister maar eens >>>
Maar wat een prima dag om een grafheuvel uit te zoeken.
Wat een bijzonder idee dat wij, als verstokte Drenten, na onze dood op zo’n historische plek eeuwige grafrust hebben.
Op het Instagram-account van deze website vind je een foto van ‘ons laatste adres’.

Meer weten over ‘de Velden’?
Hierbij een link naar hun website.

Wil je elke dag een melding als er een nieuw blog verschijnt?
Installeer dan de RSS-feed app op je telefoon of tablet.
Hier lees je hoe dat moet.

Reageren

9 december: Ot en Sien.

Op donderdag 24 november stond er een foto van Roden op de Drentse scheurkalender.
We zien de schoolkinderen Ot en Sien op hun voetstuk op de Brink inRoden.
Deze twee buurkinderen spelen de hoofdrol in de kinderverhalen geschreven door Hindericus Scheepstra en Jan Ligthart; Cornelis Jetses tekende de beroemde plaatjes er bij.
Het dorpje Roden stond destijds model voor het rustige dorpsleven waarin de beide kinderen thuis en op school van alles beleefden.
Het standbeeldje staat al vanaf 1969 op de Brink, het is destijds gemaakt door Suze Boschma-Berkhout.

Roden mag zich sinds 2015 ‘het dorp van Ot en Sien’ noemen.
Aan de andere kant van de Brink, naast de Catharinakerk, staat een standbeeld van Hindericus Scheepstra.
Hij is geboren in het pand naast de kerk; de openbare basisschool in Roden is later naar hem genoemd: de meester Scheepstra-school.
Die school is gelukkig in de loop van de jaren behouden gebleven: het gebouw werd gebruikt als schoollocatie in de serie ‘Bartje’ en tegenwoordig bevindt zich in de oude gebouw het ‘Scheepstrakabinet’, waar je de wereld van meester Scheepstra en Ot en Sien kunt bekijken. Je kunt er zelfs nog met een kroontjespen schrijven!

De beide beroemde schoolkinderen staan in weer en wind op de Brink.
’s Winters staat er een oliebollenkraam naast hen, ’s zomers zitten toeristen graag even op het bankje in hun buurt met een ijsje of een drankje.
Ze passen zich ook altijd aan de omstandigheden aan.
Op Koningsdag is er altijd wel iemand die het stel een oranje plastic kroon op zet of versiert met oranje vlaggetje en tijdens de coronapandemie hadden ze zelfs mondkapjes voor!
In de winter staan de arme kinderen altijd zonder jas: toen er eens een dik pak sneeuw was gevallen maakte ik deze foto.
‘Kold ja!’

Wil je meer weten?
Hierbij een link naar de website van het Scheepstrakabinet, naar de pagina Ot en Sien

Dit blog stond al even klaar en was dus niet de waarde van vandaag.
Dat was een toevallige ontmoeting in Roden vanmiddag. Op weg van de markt naar huis werd ik vriendelijk gegroet door een mevrouw: “Moi! Ja, ik ken jou beter dan jij mij kent. Ik ken jou van de kerk en lees dagelijks je blog; daar geniet ik van. Ik denk, ik spreek haar toch even aan…”
Janny: het was mij een aangenaam genoegen en bedankt voor je aardige complimenten!

Reageren

8 december: Nieuw in Roden – de ‘Carols-Sing-In’.

In november kwamen we voor het eerst bij elkaar: enthousiaste PKN-gemeenteleden die samen met mij Christmas Carols willen zingen.
Daarover schreef ik destijds het blog; “Zou het dan dit jaar…?’

Gisteravond was de laatste repetitie voor de Weihnachtsmarkt. De liederen zitten er inmiddels goed in. Alhoewel…. bij het eerste lied bakten de bassen er niets van.  Dan hebben we probleem, want ik kan die baspartij niet zingen.  Gelukkig was er iemand die het bas-bestandje op haar telefoon had: de bassen humden hun partij nog een keer door met de telefoon aan hun oor en toen …. ging het goed. Toen we gisteravond uit elkaar gingen was ik tevreden. We hebben drie repetities gehad en we hebben met elkaar genoten van het samen zingen.  Want dat is de reden waarom ik dit evenement organiseer: het is zo fijn om samen te zingen!  Neem nou bijvoorbeeld een lied als ‘Silent night’: het is zo bekend en uitgekauwd dat je het eigenlijk niet meer zou moeten zingen.  Maar juist bij dit lied kent iedereen zijn partij en de woorden: het zingen van deze klassieker gaat als vanzelf. Toen we het gisteravond zongen raakte het me van binnen: het oeroude lied veroorzaakte ontroering. Zo mooi. Maar als je er  een opname van zou horen zou het misschien tegenvallen;  het gaat bij dit koor om wat we samen beleven bij het vierstemmig zingen van de overbekende carols. Ben je benieuwd naar ons koor?

Zaterdagmiddag 10 december zingen we om 14.30 uur in het winkelcentrum ‘Molenhof’ in Roden (tegenover  de  ETOS) , daarna zijn we rond 14.50 uur bij de Wereldwinkel ‘Hart & Kado’ en we sluiten ons optreden af  om 15.10 uur in de Catharinakerk.
Op zondagmiddag 11 december houden we een Carols-Sing-In in de Catharinakerk.
Met het PKN-Christmascarol-Koor zingen we de carols die we hebben ingestudeerd.
De liederen worden ook vertoond op de beamers in de kerkruimte, zodat de mensen die in de kerk zitten mee kunnen zingen.
Ook meezingen met ‘Silent night’ en ‘Joy to the world’?
Welkom!

Wil je de flyer wat beter bekijken? Hierbij een link naar een vergroting.

Daarbij wil ik ook nog graag een beetje reclame maken voor onze mooie, oude kerk.
De Catharinakerk is op zaterdag en zondag tijdens de Weihnachtsmarkt open van 14.00 – 17.00 uur. Er zullen dan ook enkele vrijwilligers zijn die iets kunnen vertellen over het historische gebouw. Als ik niet hoef te zingen ben ik er ook: misschien ontmoeten we elkaar.

Kom luisteren.  Of nog mooier: kom meezingen zondagmiddag!

Reageren

7 december: 50 %.

Gistermiddag was ik even bij de huisarts.
Mijn oor zit namelijk dicht; zo’n gevoel dat je hebt als je met je hoofd onder water bent geweest en dat daarna niet al het water uit je oren is gekomen.
Doof aan de rechterkant; ik hoor nog maar de helft.
We dachten dat uitspuiten wel zou helpen, maar dat was niet zo: de gehoorgangen zijn helemaal schoon, er zat geen prop oorsmeer in.
“Het ligt denk ik aan de lichte verkoudheid die je hebt overgehouden van corona. Ik schrijf je een neusspray voor, dan zullen de slijmvliezen slinken. Hopen dat je oor dan weer open plopt.”
Tot zover de oren.

In 2019 ging ik naar Hans voor een nieuwe bril.
Maar Hans vond dat mijn rechteroog wel snel slechter was geworden en verwees me door naar een oogarts.
Dit schreef ik er destijds over:
Ik heb inderdaad een beginnende vorm van staar op mijn ogen.
Die is goed te behandelen. Dat zou nu al kunnen, maar ik heb er eigenlijk nog geen last van en het kan ook heel goed over anderhalf, twee jaar.
Gerard en ik hebben de laatste tijd zoveel ziekenhuis van binnen gezien, dat we dit relatief kleine euvel graag op een later tijdstip laten verhelpen.
(Klik hier om het hele blog te lezen: Beauty is in the eye of the beholder.)
Hans mat mij in het voorjaar van 2020 een nieuwe bril aan en ik dacht: ‘Over twee jaar zien we wel weer.”
Letterlijk en figuurlijk.

Deze zomer verwees de huisarts mij opnieuw naar de oogarts, maar in het Martini was er 7 maanden wachttijd.
Lang ja.
“Dan stuur ik je wel naar Assen” en zodoende zat ik vanmorgen om 08.20 uur in de wachtkamer bij oogarts Van der Kley met Gerard en mijn breiwerkje.
Toen ik werd opgeroepen zat ik net te kleppen met Gerard, dus ik hoorde het niet met mijn 50% oren. (met de rechterkant naar de deur….)
Vervolgens roept men je naam heel hard door zo’n wachtkamer: dan zijn alle ogen gericht op ‘kwatta’, in casu mevrouw Waninge.
Men weet al dat je voor je ogen komt en je ziet de gedachtenwolkjes boven de hoofden  ‘oren bint ok niet meer best….’

50% zicht heb ik met mijn rechteroog.
Dat komt overeen met hoe ik het kijken en lezen beleef; met name kleine lettertjes kan ik niet meer goed lezen.
Dat breekt me nog wel eens op aan het einde van een werkdag op kantoor.
Ik  kan het lettertype op mijn beeldscherm wel groter zetten, maar daarmee schuiven de kantlijnen ook op en moet je vaker en verder naar beneden scrollen.
De operatie gaat door: zoals het er nu uit ziet ben ik in februari aan de beurt.

Op zo’n morgen voel ik me een oude vrouw.
Beetje doof en slechtziend.
Breiwerkje doet ook geen goed aan het totaalplaatje.
En dan is die dokter Van der Kley ook nog een jonge man.
Dat je denkt: “Hoe lang is het geleden dat jij met je rugzakje op naar de brugklas ging?”
Hoe ouder je wordt, hoe jonger de wereld om je heen lijkt te worden.

Gelukkig val ik bij mijn collega-secretaresses (nog) niet uit de toon…….

Reageren

6 december: Scheuvelen

Op zaoterdag 3 december lag de neie Zinnig weer op de mat.
Van te veuren was an de schrievers vraogt of der wat schreven kun worden over het thema ‘Kolde’.
Het eerste wat ik denk bij dat thema is ‘brrrrrr’; ik hol niet van kolde.
Het zal gezond weden en het zal neudig weden dat het nou en dan vrus, maor van mij huuft het niet.
As wij een kwakkelwinter had hebt en ik heb maor een paor mörgens huven krabben, dan bin ik al lang bliede.

Gerard hoopt altied op een stevige winter.
Die genöt van dikke sneibulten, het gebeuren op het ies en ‘lekker buten lopen in de vrieskolde’.
Tuurlijk; ik gao met wandelen, vin het ok wel wat hebben, maor bin veural bliede da ‘k weer thuus bin.
Toen oonze kinder klein waren kun ik mij d’r niet an onttrekken.
Was ik vrijwilliger as der scheuvelt weur met de schoolkinder, maakte ik sneipoppen en waogde mij zölfs nou en dan an een sneiballengevecht.
Maor Gerard is degene die dan echt veur de lol hen buuten giet.
Die genöt as het buuten sneit; die giet rustig ’s aomnds om 22.30 uur nog met twee dochters hen de tuun om een sneipoppe te maken.
Komt ze weer binnen met rooie wangen en handen: “Wij hebt Henk maakt!”
Zo nuumt wij de sneipoppen altied.

De eerste Henk die ik as moeder maakt heb was toen Frea nog maor ien jaor was.
Ik leut heur bij de sneipoppe staon um mien fototoestel op te haolen; maor toen ik weer trugge kwam stun ze te schrowen bij die grote, enge, witte kerel.
Schietensbenauwd was ze der veur…..
Het verhaal wat ik instuurd heb veur de kolde Zinnig en dat ok plaotst is komt je vast bekend veur: het is het blog dat ik begun dit jaor schreef over de eerste scheuvellessen die Frea van oons kreeg.

Dat was in het Nederlands, dus ik heb het vertaold in oonze eigen streektaol.
Het het ‘Scheuvelen’.
Ko’j niet uut ’t Noorden van het laand en wee’j niet wat scheuvelen is? Schaatsen.
En ‘stevelties’ bint kleine laarsjes en ‘haansies’ bint handschoentjes.
Hierbij een link naor mien verhaol: Scheuvelen
Dan snap ie ok waorum dizze foto hier bij stiet!

….Aaltje trök de slee….

Reageren

5 december: Zondagmorgen voor de dienst.

Zondagmorgen 08.40 uur; ik stap de voordeur uit voor een wandeling naar Op de Helte waar ik om 09.00 uur moet zijn voor de generale repetitie van de cantorij, om 10.00 uur zingen we in de 2e Adventsviering.
Het gromt. Dat is streektaal voor hele fijne sneeuw. Er vormt zich een dun wit laagje op autoruiten, maar op de straat blijft het niet eens liggen.
In het centrum is het contrast met zaterdagmiddag groot.
Ik steek een immense, lege parkeerplaats over. In de winkels is het donker, er brandt alleen volop licht bij de Jumbo waar dingen worden ingericht in kerstsfeer, terwijl de goedheiligman officieel zijn verjaardag nog moet vieren. Geen blikkerige sfeermuziek uit de luidsprekers, verder geen mens op straat.
Een wandeling in zo’n leeg, stil dorp vind ik heerlijk op de vroege morgen: dan heb ik gelijk mijn dagelijkse ommetje alweer gehad.

In de kerk begroet ik mijn collega-zangers en zoek mijn plekje op de achterste rij.
Niet alleen wij bereiden ons voor; Joke van het beamteam zet de beamer aan en projecteert alvast wat op het scherm.
Organist Erwin Wiersinga wenst ons goedemorgen en verdwijnt naar boven om achter het orgel plaats te nemen om de cantorij te begeleiden en de koster zet nog wat stoelen recht en steekt alvast de paaskaars aan.
En zet vast koffie voor ons voor straks.

Cantor Karel zingt met ons in en bij het doorzingen van de liederen zet hij de puntjes op  de i.
“Verwacht de komst des Heren”  zingen we.
Karel: “Het wordt KERST mensen, dat moeten we uitstralen: we verWACHTen iets!”
Rond 09.40 uur druppelen de eerste gemeenteleden binnen en even later hebben we even pauze: koffie!
Die koffie op dat moment is puur genieten: koster Gerard, bedankt!

Om 10.00 uur komt de kerkenraad met de voorganger binnen en de ouderling van dienst benoemt de dominee Walter Meijles, de organist Erwin Wiersinga en noemt zijn eigen naam.
Geen woord van welkom voor de cantorij en Karel wordt ook niet genoemd, terwijl hij ook een belangrijke rol speelt in deze viering.
‘Medewerking aan deze viering wordt verleend door…..’ staat kennelijk niet bij het vaste riedeltje bij de afkondigingen.

Had dat invloed op de viering?
Welnee.
De cantorij bestaat uit gemeenteleden en natuurlijk voelen we ons welkom, wij horen er gewoon bij.
Iedereen is welkom, ook de koster, Joke die de beamer bedient, Judith die de kindernevendienst doet, de diakenen die collecteren, de mensen van het liturgisch bloemschikken en de vrijwilligers die koffie schenken na de viering.
Daarom vandaag geen blog over de kerkdienst, maar over de voorbereidingen die eraan vooraf gaan.
Over de mensen die daar hun uren in steken.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over de uren die we op dinsdagavond op de cantorijrepetitie investeren in het instuderen van de liederen voor de zondagse viering waar we aan meewerken.

Bij de afbeelding: het liturgisch centrum met op de voorgrond het adventsstuk, middenin de paaskaars en op de achtergrond de adventsschikking: een boom met wensen.

Reageren

Pagina 63 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén