Zondagmorgen.
Niet naar de kerk.
Het ‘slot’ op ons sociale leven houdt ons thuis.
Maar gelukkig leven we in 2020 en kunnen we thuis naar de viering luisteren.
De kerkenraad van de PKN Roden-Roderwolde heeft deze week besloten om de kerkdiensten wél door te laten gaan maar in afgeslankte vorm. Voor meer informatie hierover: hierbij een link naar de PKN-website.

Met z’n tweeën zaten we aan onze keukentafel te luisteren.
Predikant Sijbrand van Dijk hield een indrukwekkende preek die ons behoorlijk raakte.
Twee gedeeltes daaruit wil ik graag belichten.
Daarmee loop ik het risico dat ik die passage’s uit hun context haal, maar de hele preek in dit blog: dat zijn gewoon te veel woorden. Wil je de preek toch graag horen, dan kan dat via Kerkomroep, (Roden, Catharinakerk, 15 maart, 10.26 uur).

De eerste tekst is een heel persoonlijk verhaal van de voorganger:

Wij begroeven deze week een lieve vriend van ons; hij  is veel te vroeg gestorven.
53.  En hij was nog veel te veel vader van zijn kinderen, echtgenoot van zijn vrouw, dorpsgenoot en dominee om nu al te sterven. Hij had nog zoveel te geven, te bieden en te ontvangen, maar hij werd ziek en het was bijna gelijk al duidelijk dat het terminaal zou zijn. Hij was er aangeslagen en verdrietig door,  maar hij zei: “Het gevecht met mijn ziekte ga ik niet aan.”
Hij bedoelde daarmee: ik ga mij niet verliezen in de vragen naar waarom, waarom ik en waarom nu, want die vragen maken mij alleen maar somberder, want het antwoord komt niet.  En ik ga mij ook niet verliezen in de angsten dat het het nog erger kan worden. Ik ga mij niet verliezen in de angst voor wat mij te wachten staat. 

Toen hij had gehoord dat hij ziek was zei hij: “Ik zal in elke dag die er is zegen zoeken. Ik  zal in elke dag die er is de goedheid zoeken en ik zal in elke dag die komt God zoeken.
En zo is hij zijn weg gegaan,  steeds zoekend naar ‘Wat houd mij vast? Wat geeft mij doorgang?  Wat houd mij dicht bij het leven? ‘
Die ziekte is er,
maar ik concentreer mij op het leven, ik doe wat er gedaan moet worden. Ik volg alle kuren ik ga naar het ziekenhuis, natuurlijk, maar hier is het leven.

Toen ik hem een paar weken geleden voor het laatst sprak zei hij: “Ik heb 5 jaar in reserve-tijd geleefd en ik heb zoveel gekregen waar ik alleen maar dankbaar voor kan zijn. Terwijl hij zo jong was, maar hij zocht de weg van het leven,  hij had omgang gezocht met God zelf. Dan gaat het niet meer over of je wel of niet geneest of je wel of niet succes zult hebben met alles wat je onderneemt maar dan gaat het erom: ben ik hier nu ik? Hij had een weg gevonden naar de bron hij putte alleen daaruit.
Ik vind het zelfs soms moeilijk om bij de bron te blijven.
Laat me soms toch weer meeslepen door: “Wat als? Stel nou…. en ‘Wat wacht ons nog?’ maar dan IS er eigenljk al waarik alleen maar bang voor ben.
Ik vind het soms moeilijk om dicht bij de bron te blijven,  maar ik weet:  als ik mijn angsten zoek word ik niet geholpen en als ik voortdurend blijf praten over ‘hoe erg’ ook niet. Ja, het is erg, maar het helpt niet om dat steeds te zeggen.
Naast het erge: zoek de bron.

Aan het eind van de preek vertelde hij over de toestand in Italië.

Er gaan deze dagen filmpjes rond van Italië: mensen die hun huis niet meer uit mogen, de straat niet op mogen; we zien filmpjes van een leeg Rome, Venetië en Milaan.
Maar er gaan ook andere filmpjes rond van mensen die op hun Italiaanse balkonnetjes staan en die naar elkaar zwaaien. voor elkaar zingen en muziek maken voor elkaar.
Er zijn balkons waar mensen op dansen; ieder voor zich en toch met zijn allen.
Zij die daar staan te zingen en te dansen  nemen serieus wat er is gebeurd maar putten tegelijkertijd uit een bron: een bron van leven.
Hierbij een link  naar zo’n filmpje.

Veel te veel woorden.
Maar het moest even.