Vandaag mag ik naar huis. “U mag de draad weer oppakken!” De zaalarts gaf mij een krachtige hand en wenste mij succes. Voor iemand die zoveel handwerkt als ik is dat een verheugende mededeling. Met gewone draden red ik mij over het algemeen prima. Maar tegen deze figuurlijke draad zie ik toch wel op.

Het advies is om toch (ondanks mijn ervaringsdeskundigheid)  deel te nemen aan het revalidatietraject. Maandag 10 november is de eerste afspraak. Tot die tijd mag ik alleen maar leuke dingen doen.   Het is dus niet alleen ‘kommer en kwel’.

Toen ik zaterdag werd opgenomen had ik net niks bijzonders onder handen op handwerkgebied. Geen borduurwerk (ik wachtte immers op de maten van de tablet voor een mooi hoesje) en ook geen brei- of haakwerk. Het patroon van de sierbabysokjes had ik nog in mijn hoofd, dus dat ben ik maar gaan doen. Ik ben al met het derde paar bezig… hoogste tijd voor iets anders!

Bij een ziekenhuis opname ontmoet ik altijd bijzondere mensen. In 2009 was dat Willem Roelfsema uit Zuidlaren. Prachtige verhalen, positieve man. We hadden met elkaar afgesproken op de eerstvolgende Rodermarkt en  hebben toen om 8 uur tussen de paarden en de handelaren samen een kop koffie gedronken. Met zijn onverwoestbare  positieve levenshouding leerde hij mij te focussen op wat wel goed gaat.

Bij deze opname maakte ik kennis met een 86-jarige vrouw uit Roden. Binnenkort gaan we samen een kop koffie drinken. Een jonge geest in een oud lichaam. Bijzondere gesprekken hebben we al gevoerd. Ze is ook heel geïnteresseerd in geschiedenis.  Gisteren vertelde ze dat ze ooit met een metaaldetector een kanonskogel uit de 17e eeuw had gevonden. “Ik weet niet hoe een kick voelt als je drugs gebruikt, maar dat komt waarschijnlijk heel dicht bij wat ik toen voelde!” Het kan bijna geen toeval zijn dat ik naast haar op deze zaal ben terechtgekomen.