een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: oktober 2014

8 oktober: Colsjaal & muts

Het wordt kouder. Na een heeeeeele lange zomer liep ik gisteravond in mijn zomerjasje naar franse les en dat was niet slim. Koud was het. Het waaide hard en ik had mijn winterjas aan moeten doen. Vanmorgen heb ik de winterjas uit de kast gehaald met daarbij het doosje met de sjaals en mutsen. Twee jaar geleden (lange koude winter van 2012/2013) heb ik een colsjaal en een muts gebreid van hele kleurige elastische wol. Die zijn zo warm, die kun je alleen maar aan als het echt hartstikke koud is. Heel effectief dus.

Deze wol kocht ik destijds bij ’t Spinnewiel in Roden en de eigenaresse van het zaakje gaf mij een goede tip: “Niet in boordsteek breien” zei ze “maar met een variant daarop.”

Het gaat zo: je zet een veelvoud op van vier steken + 1.

Dus 81. Of 85. Dan brei je de eerste naald 2 steken recht, 2 steken averecht en zo steeds door. Aan het einde van de toer heb je dan 1 over, die brei je recht. Op de terugweg, de tweede toer, doe je hetzelfde. De derde toer ook. Zo komt er aan elke kant steeds maar één rij “V-tjes” onder elkaar en daar tussenin verspringt het steeds van recht naar averecht. Het was een simpele tip, maar het effect is verbluffend: het geeft een heel ‘los’ effect. Brei je je col dan ook ook nog op een naald groter dan op het papiertje rond de wol is aangegeven, dan wordt het dus een hele warme col.

Vanmorgen heb ik de col en de muts nog maar even terug in het doosje gedaan. Eerlijk gezegd heb ik nog geen zin in sneeuw en ijs.

Reageren

7 oktober: Uiltjes-wanten

Vorig jaar kwam dochter Carlijn met een breiboek waarin gebreide wanten stonden met een uiltje er op. ‘Skattie-wattie”  waren ze volgens haar. Of ik ze kon breien?

Een uitdaging. Want het patroon bleef wat vaag over de dikte van het garen en de grootte van de breipennen. Dus eerst maar wat uitproberen. Deze handschoenen brei je als sokken op vier pennen. En de boordsteek was heel bijzonder, want 1 toer brei je 2 recht 1 averecht en in de volgende toer haal je de tweede rechte steek eerst over de eerste heen en dan brei je hem. Het geeft een heel apart effect en de boord wordt zo heel elastisch.
beschrijving deel 1 >>>
beschrijving deel 2 >>>

Beschrijving deel 3: De duim: Neem 3 steken van de stekenhouder op een breinaald zonder knop en leg de andere 3 steken van stekenhouder op een tweede breinaald zonder knop. Neem met de 3e breinaald zonder knop 3 steken op bij de opening van de duim. Brei nu 5 toeren tricotsteek. Dan steken afkanten.

Afwerking: de zwarte knoopjes bij de averechte steken van de kabels bij het gezicht van de uil vastnaaien. De tweede polswarmer in spiegelbeeld maken, zodat de duim op de goede plaats komt te zitten.

(Opmerking:uiltjes-wanten ik heb de polswarmers met dunner garen gebreid (en dus ook op dunnere pennen) en heb het patroon hier en daar wat aangepast.  De polswarmers gebreid volgens dit patroon zullen er dus iets anders uitzien als op dit plaatje. )

 

De handschoenen zijn bijzonder goed gelukt. Zo goed, dat ik al vier paren heb gebreid voor liefhebbers hier en daar. Onder andere voor mezelf.

Mocht je ze ook willen breien, het patroon deel 1 en 2 vind je op de linkjes boven de foto, deel 3 (de duim) staat beschreven onder de linkjes.

Reageren

6 oktober: Kind maakt muziek (2)

Gisteren vertelde ik over onze muziekmakende kinderen. Vandaag deel 2 van ‘the continuing story’. Door de jaren heen hebben we genoten van alle uitingen op muzikaal gebied van onze kinderen. Maar soms was het wel eens wat te veel van het goede. Drie korte anecdotes.

Frea kon nog maar net fietsen op haar fiets met zijwieltjes toen ze een heel toepasselijk liedje op haar fietsje kon zingen:

“Maak een vrolijk geluid voor de Heer,
Of je thuis bent of buiten op straat.
Maak een vrolijk geluid voor de Heer,
met de bel van je fiets op de maat!”

Luid evangeliserend tetterde ze door de buurt, ondertussen druk bellend met de nieuwe fietsbel. De buren dachten er het hunne van.

Harriët oefende hééél veel op haar saxofoon, uren achteréén. Niet altijd even melodieuze jazz-muziek. Het ontlokte onze toenmalige buurvrouw de uitspraak: “As ze laoter beroemd is, wil ik minstens ien keer gratis kaorten op de eerste rij! Dat heb ik dan wel verdiend……”

Carlijn hield als klein meisje helemaal niet van zingen. Van haar hoefde het niet. Als ze jarig was en wij zongen voor haar, dan zat ze het liefst achter de bank. Maar toen ze naar de basisschool ging leerde ze zingen en dat ging haar goed af. Op een dag zong ze keer op keer een liedje dat wij al genoeg gehoord hadden, dus ik zei: “Carlijn, zing je voor ons? Want dan hoeft het niet.” Hoogst beledigd was ze. “Nou, dan zing ik wel voor God” en ze zong gewoon door.

Vandaag link ik naar een lied dat Frea zingt met haar groep ‘Babelfish’, namelijk Vincent >>>.

Er komt in deze categorie nog een deel drie en dat zal zijn als ik een opname krijg van dochter Harriët. Zij heeft namelijk ook zangles genomen en hoopt binnenkort met een opname daarvan te komen. Wordt vervolgd dus.

Reageren

5 oktober: Kind maakt muziek (1)

Muziek is voor mij een hele grote bron van plezier en ontspanning. Zelf zingen (in een koor of met Gerard), muziek maken met gitaar of accordeon, muziek luisteren op de fiets of tijdens handwerken, even bijkomen en volledig ontspannen met een cantate van Bach: muziek is genieten. Dat hebben we onze kinderen dan ook met de paplepel ingegoten.
Ze hebben alledrie twee jaar Algemene Muzikale Vorming gedaan. Daarna mochten ze op muziekles met het instrument van hun keuze: viool, saxofoon en dwarsfluit.
Middelste dochter Harriët heeft van haar hobby haar werk gemaakt. Zij is afgestudeerd aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen en is ‘uitvoerend musicus’: ze treedt op en geeft les. Bij de andere twee is muziek een hele belangrijke hobby. Carlijn stuurde me deze week een link naar een opname van haar band Hijack. Het is een uitvoering van Eleanor Rigby >>>

Deze uitvoering schalde door ons huis op zaterdagmorgen en ik zei tegen Gerard (aan het ontbijt met thee, beschuit & Sudoku): “Dit is je dochter!”

Hij keek verbaasd op. “Huh?” Luister en oordeel zelf.

Reageren

4 oktober: ‘Oranje” & Blauw Bloed

Vanavond weer gekeken naar Blauw Bloed. Eén van mijn favoriete TV-programma’s.
Ik ben namelijk een ‘volger’ van het Koninklijk huis. Als liefhebber van Geschiedenis kom je bij het huis van Oranje ruimschoots aan je trekken.

Als klein meisje ben ik met dit virus aangestoken door mijn Oma Vrieswijk. Zij was fervent aanhanger van achtereenvolgens koningin Wilhelmina en koningin Juliana. In haar kast stond een boek van Beatrix: Van prinses tot bruid. Ademloos keek ik naar de plaatjes en toen ik later kon lezen heb ik het boek heel vaak in handen gehad als wij bij opa en oma op visite waren. Wat een sprookje! Ik kon er geen genoeg van krijgen.
Het was mijn vader een doorn in het oog. Mijn moeder en hij moesten helemaal niks hebben van ‘de franje van Oranje’ en waren wars van vlagvertoon ter ere van het koniningshuis. “Opvreters” waren het.

Toen ik, vers getrouwd, een vlag kocht voor aan ons huis op Koninginnedag zei mijn broer bozig: “Dat is niet des Vrieswijks!” Ook ten opzichte van mijn echtgenoot en mijn 3 dochters sta ik alleen in mijn Oranje-liefde. Het is dus ook niet des Waninge’s. De enige met wie ik naar hartenlust kan teuten over jurken en tiara’s en vorstenhuizen is mijn tante Trijn: de dochter van oma Vrieswijk. Het is dus des Pasveers! Wij kunnen allebei genieten van een nieuwe Vorsten >>> met prachtige foto’s van Maxima. “Wat doet ze het goed hé?” zeggen we dan tegen elkaar.

Samen hebben we de tentoonstelling “Ingehuldigd”  in paleis het Loo gezien. Met mini-pasjes liepen we langs de vitrine met de blauwe jurk van Jan Taminiau, de schoenen, het pak van Willem Alexander en alle andere sprookjesattributen die lagen uitgestald. We dwaalden door het paleis, bekeken de werkkamer van Wilhelmina en zaten in de hofkapel waar al menig vorstelijk persoon had gezeten. We namen plaats in één van de banken met een orde van dienst van een koninklijke doopviering en vroegen ons af: “Wie zouden hier allemaal gezeten hebben…?” Om vijf uur moesten we weg. Het museum ging dicht. Wij waren nog niet uitgekeken.

Meewarig wordt ik thuis met rust gelaten als Blauw Bloed op de televisie is. Bij een koninklijk huwelijk of ander vorstelijk hoogtepunt zit ik in mijn eentje te genieten op de bank.

Ik heb alleen gezelschap als de oranje tompoezen op tafel komen.

Reageren

3 oktober: Omgekeerde opvoeding

Dochter Frea woont in Engeland, maar is deze periode in Nederland om onderzoek te doen op scholen. In de weekenden is ze bij haar vriend in Alkmaar en door de week woont ze in Roden. Ze heeft haar intrek genomen op de oude kamer van Harriët.

Frea eet veganistisch, dat wil zeggen: in het geheel geen dierlijke producten. Dat is lastig als je een Waninge of een Vrieswijk bent. Maar tot nu toe verlopen de maaltijden in volstrekte harmonie. Hebben wij vlees, dan heeft Frea falafel of iets anders vleesvervangends. Ze koopt haar eigen brood (zonder melk) en haar eigen soja-melk. Eergisteren heeft ze voor ons gekookt. Iets wat we nog nooit hadden gehad: een cous cous salade. Met courgette, lente-uitjes, tomaten (uit Papa’s tuin!) knoflook, kikkererwten en falafel. Het was heerlijk!

En gisteren aten we ‘Zuurkoolschotel-á-la’tante-Trijn’. In plaats van gehakt gebruik je dan rul gehakt van de vegetarische slager en de aardappelpuree maak je niet aan met koemelk, maar met sojamelk. Margarine vervang je door Bertoli voor bakken en braden. Meer weten? Een leuke website volgens Frea is vegetus.nl >>>

Als men ons dit tien jaar geleden had gezegd, dan hadden wij die persoon hartelijk uitgelachen. Maar een mens is nooit te oud om te leren. Sinds twee dochters veganistisch eten en ééntje vegetarisch, eten wij ook al drie keer in de week geen vlees. Het kan best een beetje minder.

Opvoeden kan dus ook andersom. Mijn vader zei daar begin 2004 heel lijdzaam het volgende over:“Een man wordt in zijn leven drie keer opgevoed: door zijn moeder, door zijn vrouw en door zijn dochter. Ik zit al in de fase dat ik door mijn kleindochters wordt opgevoed….!”

Reageren

2 oktober: Borduren in quarantaine?

Vervolg van gisteren: deel 2. Het was dus de bedoeling dat ik vierkanten ging borduren, maar in het boek van José Sterrenburg staan alleen maar rechte randjes. Dus hoe je ‘de hoek om moet’ moest ik zelf bedenken. Meestal liet ik de randjes van twee kanten bi011j elkaar komen en bedacht ik ter plekke hoe ik het in een hoek aan elkaar kon vlechten. Eerst tellen hoeveel hokjes er tussen zitten en dan maar kijken hoe het uit komt.

Soms haalde ik weer uit wat ik zelf bedacht had, dan vond ik iets anders toch mooier. Toen het bijna af was moest ik nog bedenken hoe ik het zou omzomen. Janny Alssema, borduur-collega, liet mij zien hoe je een zoompje kon maken door het naar voren om te vouwen en in de hoek zo in te knippen dat het precies naar binnen valt. Ze had een voorbeeld in papier uitgeknipt, dat heb ik nagemaakt en gebruikt.

009

Gisteren schreef ik al dat ik als het warm is graag onder een boom zit te borduren. In Noord-Duitsland was het plekje onder een boom afgezet met rood lint, omdat dat vrij gehouden moest worden voor een evenement. Toen leek het even alsof ik een enge ziekte had: ik moest ‘in quarantaine’ borduren…!

Het kleed wordt gebruikt op zon- en feestdagen, meestal als ook de dochters, al of niet met aanhang, thuis zijn. Een feest-kleed dus.

Reageren

1 oktober: Geborduurd tafelkleed

Het project waar ik het langst mee bezig ben geweest is een geborduurd tafellaken.
In maart 2007 kocht ik van mijn verjaardagsgeld een heel groot stuk borduurstof bij ‘t Spinnewiel’ in Roden en begon aan mijn “tafellaken-project met randen”. In de winkel adviseerden ze mij om in het midden te beginnen en vandaar uit vierkanten te borduren.

Vijf basiskleuren zocht ik uit: blauw, rood, groen, lila en paars. De randen borduurde ik om en om in de combinaties blauw/rood en groen/lila/paars. Alleen in de buitenste rand gebruikte ik alle kleuren door elkaar in alle mogelijke verschillende combinaties.
De patronen van de randen komen uit het al eerder genoemde boek ‘Randen borduren in kruissteek’ van José Sterrenburg.

geborduurd tafellaken

iets dichterbij

Het heeft al met al tot de zomer van 2013 geduurd tot ik het af had. Het had ook geen haast. Borduren is voor mij pure ontspanning. Het borduurmandje staat altijd onder de plek waar ik zit op de bank in de woonkamer. Zondagmiddagen lenen zich bijzonder goed om je in borduurranden te verdiepen. Verder ging het altijd mee op vakantie: het liefst zit ik dan op een warme dag onder een schaduwrijke boom te prikken met Bach op de oortjes. Ook de periodes dat ik in het ziekenhuis lag, was mijn borduurwerk een welkome afleiding. Het ontlokte een verpleegkundige de opmerking: “Daar zou ik het nou van aan mijn hart krijgen!”

Morgen deel 2: Borduren in quarantaine?

Reageren

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén