Vanmiddag ging ik wandelen. In het kader van de hartrevalidatie ‘moet’ ik iedere dag een half uur flink bewegen. Meestal kost me dat geen moeite. Als ik in het dorp een boodschapje moet doen of iets moet halen of brengen dan doe ik dat lopend. Naar franse les bijvoorbeeld is 20 minuten lopen. Weer terug ook, dat maakt dus 40 minuten. Fietsen doe ik ook graag, na de voorjaarsvakantie pak ik vast weer 2x in de week de fiets naar Groningen. Zwemmen doe ik altijd op maandag met mijn ‘zwemvriendin’ en als het echt pokkenweer is en ik kan niet naar buiten dan is daar altijd nog de hometrainer.

Vandaag was het niet echt aangenaam weer . Koud. Mistig. Danïel Lohues heeft over zo’n dag een prachtig lied geschreven. “Mistig, kold en stille”. Luister maar eens >>>
En dan moet je uit je warme huis. Jas aan. In de familie Waninge zegt men in zo’n geval: “Ik heb net zo veul zin as tiene die gien zin hebt.”
Maar ook zonder zin kun je wel wandelen en de praktijk leert dat je er altijd enorm van opknapt. Zo’n wandeling loopt bijna altijd langs Landgoed Mensinge >> en ik loop ook graag even over het kerkhof. Roden heeft een goed onderhouden kerkhof met prachtige bomen en dus ook heel veel vogels.

Op het pad richting de aula vond ik een paars roosje. Zat waarschijnlijk aan een rouwstuk van een recente begrafenis. Zo’n roosje kan ik niet laten liggen. Vind ik zonde. Op straat wordt het vertrapt, dan neem ik het liever mee. Thuis heb ik hem op een piepklein vaasje gezet. Met een takje elzenproppen die ik ook vond onderweg.
Met een goed gevoel kroop ik om drie uur lekker op de bank.
Met een kop rooibosthee en een borduurwerkje.