Vanmorgen bracht ik dochter Frea en haar vriend Jon naar het station in Groningen; om 12.00 uur vertrok hun vliegtuig vanaf Schiphol naar Engeland.
Dan begint mijn dag niet top. Ten eerste realiseerde ik me dat de week vakantie die zij bij ons doorbrachten is omgevlogen en ten tweede moest ik door de ochtendspits van het Centraal station naar de Laan Corpus den Hoorn.

Van nature ben ik een positief ingesteld mens, dus ik sprak mezelf de hele dag moed in.
Het heeft namelijk ook voordelen dat ze niet bij ons wonen.
– Mijn yoga-matje kan nu weer gewoon op de grote logeerkamer, zodat ik ’s morgens alle ruimte heb om mijn dagelijkse oefeningen te doen.
– Als ik boodschappen doe hoef ik niet meer de etiketten na te speuren of er ook per ongeluk ei, melk of boter in het product zit.
– We kunnen weer gewoon Drents praten en niet een wonderlijke combi van Engels en FreaJonNederlands.
– We gaan niet meer zo idioot laat naar bed ‘omdat het veel te gezellig is’.
– We kunnen weer naar een detective kijken op de televisie omdat er niemand meer vraagt om een spelletje te doen.

Maar het helpt niet. Al die voordelen wegen bij lange na niet op tegen dat ene nadeel: dat ze weer  in Engeland zijn.