In 1986 werd onze eerste dochter Frea geboren.
Een geboren moeder was ik niet, maar in de loop van de jaren heb ik het moederschap op mijn eigen manier vorm kunnen geven en kan ik zeggen dat ik er van heb genoten.
In 1986 werkte ik nog bij justitie in Assen.
In ons milieu was het nog niet echt gebruikelijk dat je als vrouw bleef werken, dus ik bleef thuis bij Frea.
Na de eerste onwennige weken ging het steeds beter en toen ze ging lopen en praten hadden we samen een fantastische tijd.

In 1989 werd Harriët geboren. Vlak na haar geboorte verhuisden we van Smilde naar Roden en daar moest ik erg wennen. Ook toen heb ik geen moment gedacht om weer aan het werk te gaan: met de baby en de peuter had ik het druk zat en er was tijd voor de kinderboerderij en samen koffiedrinken met ‘mama-school’.
Gerard had een baan en we konden ons redden van één salaris.

In 1994 kregen we Carlijn.
Drie dochters, een huishouden draaiend houden, vrijwilligerswerk: ik verveelde me geen moment.
Was er een kind ziek: geen probleem, ik was immers thuis.
Een vriendin die wel werkte vond dat altijd het moeilijkst. Want wat doe je dan als je kind ziek is?

Toen Carlijn in groep 3 zat ging ik 8 uur in de week werken bij Beatrixoord.
Twee jaar later werkte ik twee dagen bij Christine Brons in Groningen en in 2008 begon ik bij Lentis voor drie dagen in de week.
Tegenwoordig worden er in de bladen en  op internet verhitte discussies gevoerd over kinderen en opvoeding.
Wanneer ben je een goede moeder? Een greep uit wat ik zoal lees:
“Als ik alleen maar thuis zou zijn en geen werk zou hebben, dan zou ik diep ongelukkig zijn en dus geen goede moeder kunnen zijn”.
“Altijd dat haasten en rennen, geen tijd, op zo’n manier kan ik geen goede moeder zijn.”
“Je moet je kinderen zelf opvoeden en het niet aan de grootouders of de crèche overlaten”.
“Kinderen van moeders die thuisblijven lopen een sociale achterstand op omdat ze niet met andere kinderen leren omgaan.”
“Kinderen van werkende moeders groeien in een veel te drukke en lawaaierige omgeving op, dat is niet goed voor de ontwikkeling.”
“Moeders die thuis blijven voor de kinderen zijn mutsen.”
“Moeders die werken besteden niet genoeg tijd aan hun kinderen.”

De maatschappij is inmiddels ingrijpend veranderd. Als Gerard en ik nu kinderen zouden moeten opvoeden was ik denk ik ook part-time blijven werken. Had ik vast ook heel leuk gevonden. Wat volgens mij vooral belangrijk is dat je doet waar je jezelf goed bij voelt.
Voornoemde werkende vriendin vertelde dat ze op mooie zomerse dagen wel eens jaloers dacht aan mij: met de kinderen in de tuin met een zeemeermin-zwembadje, een kopje thee en een tijdschrift.
En op druilerige dagen met bergen was en een huis vol rotzooi dacht ik wel eens afgunstig aan haar: lekker op kantoor met een grote stapel administratie om weg te werken.

Er is altijd een ene kant en een andere kant.
Het belangrijkst is dat de kinderen genoeg liefde en aandacht krijgen.
Hoe je dat organiseert is een persoonlijke keuze; gun elkaar daarin de ruimte.