Op 12 juni van dit jaar deelde ik met mijn lezers de lol die ik met mijn dochters heb om verhaspelingen van onze Nederlandse taal.
Amper 3 maanden verder heb ik al weer zoveel taal-dingetjes verzameld dat ik wel weer een blog kan vullen.

Van Carlijn krijg ik het vaakst een app.
Dit is wat ze zoal om zich heen hoorde in Leeuwarden:
– Dan sla ik de boel kant en klaar!
– Ik heb haar laatst flink de pan uit geveegd!
– Dat is er met de paplepel ingeslagen.
– Ze had het schaamhaar op de kaken.
– … dat ze nu haar leven op een ritje heeft.

Maar er vallen mij zelf ook dingen op in het taalgebruik van alledag.
Een collega kreeg promotie en zei: “Ik ga er financieel beter op vooruit.”
Iemand van het knutselteam van de Rodermarktwagen merkte op: “We kwamen er met een sisser van af.” Ook had ze ergens een onderwerp ter sprake gebracht. Ze zei: “Ik heb die avond even een balletje laten vallen.”

Op de radio hoorde ik een Rode Kruis medewerker in een interview zeggen: “Er zijn heel veel mensen die dat project een warm hart toedienen”

Op Radio 5 wilde Wilfred Genee tijdens een voorbeschouwing heel duur doen met de Latijnse term contradictio in terminis. Hij zei dat iets een ‘contaminatie in terminis’ was .
Een andere collega had familieleden die getroffen waren door het fipronilschandaal rondom de eieren in augustus. “Nu moeten ze 10.000 kippen de nek om leggen.”

Ook heel grappig was het taal-misverstand van schoonzoon Jon. Hij was een weekje met Frea in Nederland.
In de supermarkt vroeg hij zich af: “Why is that sugar called ‘BASTERD’-sugar?”

Om de laatste quote van dit blog moest ik vandeweek hardop lachen.
Op de radio vertelde iemand dat zijn moeder vroeger wat ziekelijk was en dat hij voor haar naar de HEMA moest om een BH te open. Bij de kassa vroeg de juffrouw: “Is het voor Sinterklaas?” “Nee! Voor mijn moeder…..!”
Klik hier 12 juni >>>  voor het blog ‘Nederlands maar dan anders’ deel 1