Van het mooie weer van vorige week kreeg ik bitter weinig mee; de week stond helemaal in het teken van het afscheid van mijn moeder en dat speelde zich voornamelijk binnen af. Dondermiddag hadden we één verloren uur en ik vroeg Gerard en Carlijn of ze met me gingen voor een boswandeling in het Sterrebos.

In de late middagzon liepen we zonder jas in het herfstig kruidig ruikende bos.
Heerlijk rustig. Tot we bij de vistrappen kwamen.
Het bankje zat vol, het bruggetje stond vol en de beekwal aan de overkant zat helemaal vol.
Huh?
Het leek alsof er zo een bootje langs zou komen met Maxima er in.

Ik ging naast een meneer op het bankje zitten en vroeg hem wat al deze mensen bij onze anders zo vredige vistrappen deden.
Het bleek dat ze allemaal zaten te wachten op de verschijning van de waterspreeuw.
De meneer naast mij merkte ironisch op: “Het is een wat schuwe vogel die alleen voorkomt bij snel stromend, ondiep water. Hij loopt dan door het water en zoekt op de beekbodem naar insecten. Die hele batterij fotografen met hun kanonnen (hij bedoelde hun grote telelenzen) schrikt het beestje vast af, want we hebben hem nog niet gezien.”

Wij ook niet. Wij gingen daar ook niet op wachten. Ik zie de foto’s wel.
Even verderop zagen we een prachtige paddestoel. Heel bijzonder. Geen camera in de buurt, dus ik maakte deze foto. Misschien wel helemaal niet zeldzaam maar wel heel mooi.

Bij het zien van al die mensen rondom het kleine beekje in het Sterrenbos moest ik denken aan een quote in een MAVO-agenda  van vroeger:
‘Een natuurliefhebber is iemand die honderd plantjes vertrapt om bij ‘die ene’ te komen.’

Op internet heb ik gezocht naar de naam van deze zwam, maar dat kon ik niet vinden.
Iemand enig idee?