Aan onze schuttingmuur naast het keukenraam hangt sinds jaar en dag een nestkastje, een beetje verscholen achter de bruidssluier. Toen Carlijn nog thuis woonde (in 2010 was dat)  heeft het vorige kastje op die plek een keer een mezengezin geherbergd. Toen waren we stomtoevallig getuige van het uitvliegen van de jongen. We hadden wekenlang de ouders heen en weer zien vliegen en op het laatst hoorden we de jongen luidruchtig piepen in het kastje. Op een morgen

   verscheen er een pluizig, dik mezenkopje voor het gat, maar het verdween ook weer in het kastje. Als gebiologeerd stonden we voor het keukenraam  te koekeloeren: regelmatig verscheen er een klein meesje dat achterdochtig de wereld in blikte.
Ineens was het blijkbaar ’time to go’, net op een moment dat wij weer in ‘de koekeloerstand’ stonden. Het fototoestel (toen had ik nog geen telefoon die foto’s kon maken…..) lag al op het aanrecht in de aanslag. De meesjes wurmden zich één voor één door het gat naar buiten en vlogen, zo te zien in paniek, de buurt in. Ze klampten zich vast aan een takje van onze jasmijnstruik, zaten bibberig op de pergola of zochten houvast bij een vensterbank van ons huis. Wij verwachtten eigenlijk dat ze nog weer terug zouden gaan naar het nestkastje, maar dat gebeurde niet. De jongen moeten zich kennelijk vanaf dag één redden in de wijde wereld.  De foto’s op deze pagina laten de meesjes zien vlak voordat ze uitvliegen.
Stel je dat eens voor: je hebt een paar weken in een donker kamertje gezeten met boven je een gat met  één streep licht en als je dan voor dat gat zit zie je ineens onze wereld….ik meen aan hun blik te kunnen zien dat ze het hééél spannend vinden.

Zeven meesjes fladderden hun vrijheid tegemoet en wij stonden met open mond aan de andere kant van glas te kijken. Fascinerend. En toen was het ineens gebeurd met de vogeldrukte naast ons huis. We stonden nog wel te kijken maar er gebeurde niets meer.

Inmiddels hangt er een ander nestkastje naast ons huis, maar vanaf 2010 vonden de mezenparen die rond ons huis woonden het niet de moeite waard om in dat gebruik te nemen.
Tot dit voorjaar. Nu ik veel thuis ben na de hartoperatie zit ik regelmatig met een kopje thee voor het keukenraam. Op dit moment vliegen papa en mama mees nog af en aan. Met gifgroene rupsjes, muggen en dikke zwarte torren. Brrrr. Niet te veel bij nadenken.

Ook dit jaar hoop ik getuige te zijn van het uitvliegen van de jongen, maar ik weet van de vorige keer dat het in een oogwenk gebeurd is en ik zit met dit mooie weer niet de hele dag binnen. Gelukkig hebben we de foto’s nog.
(Als je op de foto’s klikt zie je de kleine meesjes nog groter, zo aandoenlijk, die kleine koppies…)