“Daarover zou ik nog wel eens met Jezus in discussie willen!” zei voorganger Eelkje de Vries gistermorgen tijdens haar overdenking in de viering in Op de Helte.
We hadden gehoord dat Jezus de mensen voorhoudt dat ze eerst de balk uit hun eigen oog moeten halen, voordat ze zich gaan bemoeien met de splinter in het oog van hun broeder.
En dat de goede mens uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voortbrengt, maar dat een slecht mens uit zijn slechte schatkamer het kwade voortbrengt.

En daar zou die discussie met Jezus dan over moeten gaan.
Want een mens is niet alleen maar goed of alleen maar slecht.
De voorganger vertelde dat ze zichzelf regelmatig tegenviel, omdat je eigenlijk wel weet wat het goede is, maar dat  de hang naar luxe en comfort (die ons mensen zo eigen is) het doen van het goede soms in de weg staat.
Ze haalde twee voorbeelden aan die ons allemaal bekend voorkomen.
1.  een geweldige kinderarts, fantastisch voor zijn patiëntjes en een voorbeeld voor de mensheid, blijkt thuis zijn kinderen te mishandelen.
2. De dochter van een mevrouw komt wegens vervelende omstandigheden op straat te staan en is dringend op zoek naar een huis, maar ze komt niet voor een huis in aanmerking, omdat asielzoekers voorrang krijgen. Die mevrouw was altijd erg begaan met asielzoekers, maar heeft ook heel veel moeite met het feit dat haar dochter nu geen huis krijgt.
‘Het hemd is nader dan de rok’ zei de predikant hierover.

In haar overdenking vroeg de voorganger ons om terug te denken aan twee onderwerpen die de laatste maanden veel media-aandacht hebben gehad.
Het eerste was het kinderpardon en daar aan gekoppeld het vluchtelingen beleid en het tweeede oorzaak&gevolg van de klimaatverandering. Die onderwerpen zijn onlosmakelijk verbonden met belangrijke thema’s uit de bijbel, namelijk het doen van gerechtigheid en het bewaren c.q. herstellen van de schepping.
We staan in het kerkelijk jaar aan de vooravond van de 40-dagentijd, een periode waarin we als christenen bewust en serieus oefenen om zeggen en doen samen te laten vallen.

Welke rol spelen wij in de maatschappij?
Wat zeggen we?
Wat doen we?

Met een hoofd vol ‘dingen om over na te denken’ liep ik na de viering de kerk uit.
Tijdens de koffie sprak ik een mevrouw wier man al een tijdje tobt met de gevolgen van dementie. Ze vertelde dat ze zich daarover soms opstandig voelde.
Zij zou ook wel eens in discussie willen met Jezus en ook met God.
Wie niet?