De Rodermarkt ligt weer achter ons.
Naast de optocht van zaterdag, muntjes schuiven op de kermis en even over de markt op dinsdag hebben we maar weinig ‘geparticipeerd’.

Wat niet wil zeggen dat we er weinig van meekregen.
Ons huis staat namelijk in het centrum van Roden en als de wind verkeerd staat, zoals dit weekend, dan worden we het hele weekend geteisterd door loeiharde muziek en geschreeuw van diskjockeys.
Rampestamp.
Vrijdagavond en nacht, zaterdagavond en nacht, zondagmiddag en maandagavond en nacht. Toen we dachten dat het klaar was bleek woensdagavond er ook nog bij te horen.
Was het vroeger nog één tent waar de muziek zo hard stond, tegenwoordig horen we soms vier soorten muziek door elkaar heen.

We hebben ons er bij neergelegd.
Het hoort er bij.
Er zullen vast meer mensen zijn die er last van hebben, maar het moet kennelijk zo hard en protesteren helpt niet.
Zo is het namelijk ook in Zevenhuizen en Leek tijdens de feestweken.
Als de wind dan niet goed staat horen we die muziek trouwens ook……
Bij de drogist verkopen ze oordopjes en die helpen goed.

Gelukkig al schoongemaakt…..

Maar de Rodermarkt brengt veel meer positiefs dan negatiefs, dus dit blog sluit ik af met iets leuks.
Gerard ging dinsdagmorgen al op tijd naar de markt en nam twee heerlijke dingen mee.
1. Puddingbroodjes. Die heten eigenlijk roombroodjes, maar bakker Punter die naast de MAVO in Smilde woonde noemde ze puddingbroodjes.
Die had ik echt jaren niet meer gehad!
Verrukkelijk! 
Puddingbroodje in de mond, MAVO in het hoofd.
2. Gerard vertelde over zijn bezoek aan de markt en zei dat hij iets had gekocht ‘in de traditie van mien Va’.
O? Wat is dat dan? ‘Makreel’. Als Gerards vader naar de Dwingelermarkt ging nam hij altijd makreel mee.
Een traktatie voor het hele gezin.
Gerard had de vis ook al schoongemaakt; gelukkig maar.
Nu hebben we lekker brood met makreel.

Erg leuk dat ‘de traditie van mien Va’ deze keer over mijn schoonvader gaat!