Toen Gerard in het UMCG lag kreeg hij een spelletje te leen van een vriendin van Frea. Het heette Twist en was bedoeld om de tijd te doden. Maar het kon Gerards aandacht niet vasthouden en het lag onaangeroerd op tafel.

“Wat is dat dan voor spelletje? ” Ik haalde de onderdelen uit het doosje.
Je kon gekleurde pinnen op een zwart raster zetten en dan moest je alle onderdelen zo op het raster leggen dat de goede kleuren om de goede pinnen vielen en dat alles dan in het doosje past. Er zat een boekje bij met opdrachten en halverwege het boekje stonden de oplossingen. Gefascineerd probeerde ik het uit.

“Wat een gekke vormen ja.”
Ik probeerde de eerste opdracht en zat een poosje te passen en te meten.
Volgens mij kon het niet; het paste er gewoon niet in.
Nou sta ik niet bekend om mijn wiskundig inzicht, dus ik pakte de antwoordkant van het boekje er bij om te zien hoe het dan wél moest.
Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik het met het antwoord erbij bijna nog niet voor elkaar kreeg……

Gerard had geen kind aan mij; die was trouwens toen goed ziek en had niet zo heel veel aandacht voor waar ik mee bezig was.
De dagen daarop liet ik geen moment onbenut om het spelletje weer te spelen.
Als Gerard telefoon kreeg of als een arts of verpleegkundige langs kwam kon ik mooi even met de pinnen en stukjes fröbelen.

Het spelletje is inmiddels weer terug bij de vriendin van Frea.
Op mijn verjaardag kreeg ik van de dochters een eigen exemplaar; het staat nu ‘voor handen’ in het kastje naast de bank.
Het is heerlijk om het spelletje even te pakken.
Tijdens een saai onderwerp in het 8-uur Journaal.
Of een voetbalwedstrijd.
Door mijn gebrek aan inzicht duurt het soms eindeloos voor ik het heb gevonden, maar tot nu toe heb ik de antwoorden-kant van het boekje nog niet nodig gehad.
Oefening baart kunst.
En geduld is een schone zaak.