Mensen die niet van zelf zingen houden en die niet in een koor zingen, zullen misschien niet begrijpen waarover ik schrijf in dit blog, maar ik ga het toch proberen uit te leggen.
Woensdagavond zaten we met z’n vijven in onze woonkeuken met minstens anderhalve meter tussen ons in: Monique met haar dwarsfluit, Piety (sopraan) en ik (alt) met onze gitaren en/of blokfluiten, tenor Gerard en bas Jaap.
A.s. zondag werken we met dit kwintet mee aan een zomeravond-vesper in Roderwolde;
deze viering wordt gehouden in het Openluchttheater.

Het was onze tweede repetitieavond. Vorige week was het nog hopeloos geklungel en gezoek naar noten en akkoorden, maar iedereen had afgelopen week flink geoefend, dus gisteravond klonk het al heel behoorlijk. We zongen vierstemmig, éénstemmig, met en zonder dwarsfluit en met en zonder gitaar. Door corona heb ik de gitaar zo weinig in mijn

handen gehad dat de eeltkussentjes op mijn vingers (iedere gitarist heeft dat) al bijna weg waren. Dat heb ik vanaf mijn 12e niet meer gehad; kun je nagaan.

Het samen zingen en musiceren veroorzaakte een trilling van binnen.
Een emotie die van uit je buik omhoog kruipt en een tinteling achter in je keel geeft.
Het was niet eens allemaal heel zuiver en perfect uitgevoerd, maar samen zingen/musiceren geeft een extra dimensie in je lichaam.
Na een lied hoefden we elkaar alleen maar aan te kijken.
“Fijn hè, dat dit weer kan!”
“Wat genieten is dit.”

Zo is het mensen.
Wat fijn dat dit weer kan.
We blijven afstand houden, maar buiten durven we het dit weekend wel aan: in het openluchttheater in Roderwolde is ruimte genoeg.
Kom je ook meezingen met dwarsfluit en gitaar a.s. zondag?
Misschien voel jij die bijzondere trilling van binnen dan ook wel.
Het begint om 19.00 uur en het belooft prachtig weer te worden.