Twee dingen stonden op mijn vakantielijstje tijdens onze vakantie in Baarn: Naarden Vesting en Bunschoten-Spakenburg.  Bij de naam van dat dorp had ik associaties met klederdracht, vissersdorp en kerk; wat ik in mijn hoofd had klopte helemaal.  We zetten onze fietsen tegen een muur in de oude haven en mijn oog viel op een waterpeilbordje: zo hoog stond het water in 1916. O dus! Nu begreep ik ook wat ik op de foto’s op het informatie bord op de dijk had gezien, (zie blog gisteren)  dat de vissersboten tegen de huizen waren stukgeslagen. (links het bordje op de muur ten opzichte van de haven, rechts een uitsnede van het bordje).

Met de aanleg van de Afsluitdijk in 1932 verloren de havenplaatsen aan de Zuiderzee hun functie als zeehaven. Dat had nogal wat gevolgen voor de plaatselijke economie: anderhalf jaar na de sluiting van de Afsluitdijk was het zilte water helemaal zoet geworde en er waren maar weinig vissoorten die stand hielden in zoet water. In Spakenburg zijn tegenwoordig geen vissers meer, maar er is nog wel een scheepswerf  voor bruine botters.  Begin jaren ’80 was de werf bijna ter ziele, maar juist toen kwam er weer veel belangstelling voor oude bruine boten.  De werf heeft nog steeds genoeg werk,  omdat de bruine boten die er zijn voor onderhoud naar Spakenburg gaan.  Mooi verhaal.

Mooi stadje ook.  We zagen nog twee mevrouwen in de traditionele klederdracht met zo’n opvallende gesteven kraplap. Volgens Gerard leek het op een harnas.  Als je alles van deze klederdracht zou willen weten kon je terecht in het Klederdracht-en Visserijmuseum, maar het was erg mooi weer en wij kozen voor een gebakken visje met patat in het avondzonnetje bij de oude haven die vol lag met bruine boten. Wat een mooi gezicht!
En die kerken? Veel. Heel veel.