Gisteravond zagen we voor het eerst sinds bijna een jaar mijn broer en zijn gezin weer; hun dochter was jarig. Geen grote visite: alleen wij tweeën waren er voor koffie met een taartje.
Natuurlijk: we skypen regelmatig, we appen en bellen, maar gewoon bij hen op de bank met een glaasje port en uitgebreid bijpraten: het was mijn ‘waarde van de dag’. Heerlijk.

Vandaag mochten we voor het eerst weer met 30 mensen naar de viering in de Catharinakerk.
’s Zondags gaat zij eindelijk weer naar de kerk.
Toen we binnenkwamen door de zijdeur zaten daar al zes leden van onze cantorij.
We mogen met die dertig mensen namelijk nog niet zingen, dus dat ging dit groepje voor ons doen.
We begroetten elkaar en wisselden wat informatie uit.
“We zingen niet heel moeilijk hoor, alles éénstemmig”.
Er was ook nog iets nieuws: dit was een ‘zelfsturende cantorij’.
Met andere woorden: dirigent Karel was er niet.

Vaste lezers weten het al: in het zingen en in de muziek zit voor mij de emotie.
Vanmorgen was er eerst al lied 701  ‘Zij zit als een vogel’ met die bijzondere orgelpartij er bij en later ‘Ere zij aan God de Vader’.
Ben je ook kerkganger, dan weet je dat de laatste regel steeds begint met ‘Halleluja, halleluja…!’
Dat moet met een volle kerk ‘om de gebinten heen schallen’; daar was vanmorgen natuurlijk geen sprake van.
Het vierde couplet werd herhaald op verzoek van voorganger Sijbrand van Dijk; we mochten als gemeente ook meehummen.
Ik heb het wel geprobeerd, maar ik schoot vol bij het ‘Halleluja..’
Er schalde niks en er miste iets, namelijk alle andere gemeenteleden met wie je dit uit volle borst wilt zingen.

Het was vandaag Triniteitszondag.
Op deze zondag ligt de nadruk op de heilige drieëenheid: vader, zoon en heilige geest.
Als voorbeeld ontstak de dominee 3 kaarsen om ze vervolgens tegen elkaar te houden: 1 vlam.
Zelf moet ik dan altijd denken aan wat ik ooit in een preek hoorde: ijs, water en stoom zijn ook een drieëenheid.
We hoorden vanmorgen dat wij als mensen ook de ruimte krijgen om ons in meerdere verschijningsvormen te manifesteren en dat we ons daarbij opnieuw geboren mogen voelen. Je zit niet vast aan ‘hoe het hoort en hoe het altijd was’.

Als voorbeeld noemde hij van zichzelf verschillende kanten; als ik het op mezelf zou betrekken zou ik zeggen: ik ben een moeder, een doener, een zus, een muzikant, een echtgenote, een schrijver, een vriendin, een lezer, een collega en een handwerkster. En dan heb ik nog maar een klein deel benoemd.
Je bent als mens nooit af; we zijn onderweg om nog iets te worden.
Mooi beeld.
Wat wil je worden?