Met mijn neef Jan en zijn vrouw Janny  spreken Gerard en ik twee keer per jaar een zondag af: in het voorjaar bij hen en in het najaar bij ons, dus wij zaten gistermorgen rond negenen in auto op weg naar Epe.
Het zijn van die mensen die je een half jaar niet spreekt en met wie je zo weer verder praat waar je de vorige keer was gebleven.
Die vorige keer was in oktober, toen waren ze te gast in Casa Grada. Janny’s moeder was toen ziek en ze zaten in een periode van veel heen en weer reizen naar het ziekenhuis.
In november is haar moeder overleden. We hadden elkaar al wel weer even via Skype gesproken, maar gisteren konden we het er even uitgebreid over hebben: het afscheid, de crematie en over hoe het nu met haar en met haar vader gaat. We keken samen met hen naar de diapresentatie die ze hadden gehouden tijdens de plechtigheid; daardoor kwam het allemaal nog even weer terug.
En ook al hebben wij haar ouders nooit ontmoet: het is goed om dit samen te delen.

Neef en nicht zijn van een vrijstaand huis in Apeldoorn verhuisd naar appartementencomplex Waayenberg in Epe.
Geen tuin meer, maar twee ruime balkons.
Het complex ligt zo’n drie kilometer van Epe af in een landelijk gebied.
Na het eten stelde Jan voor om nog even een wandeling te maken: “Niet zo lang, we kiezen deze middag het hazenpad’.
De betekenis van dat spreekwoord is: ‘Op den vlucht slaan, den weg van een haas gaan. De haas is gehouden voor het type van een vreesachtig dier en zijn naam is gegeven aan enen lafaard…..’
Dat klonk dus niet heel heldhaftig.

Het had achteraf niets met heldhaftigheid te maken: een paar minuten later liepen we op de Hazenweg. (klik op de foto’s voor een vergroting)
Het was een heerlijke wandeling.
We kwamen geen hazen tegen, maar we zagen wél de eerste lammetjes van dit jaar.
De boer maakte even een praatje met ons over de heg. De beestjes waren al 6 weken oud, maar moesten ’s nachts nog wel naar binnen.
En we hadden een ontmoeting met een koe.

Wat zijn de beesten groot van dichtbij….

Eenmaal weer in hun woonkamer aan de thee zagen we toch nog die haas.
Maar die kwam helemaal niet van dat pad, die kwam van de warme bakker.
Een paas-haas-petitfourtje; lekker!
Het haasje was al op voordat de koe hem kon vangen.