Het avondmaal dat we op Witte Donderdag vieren in de kerk is voor mij bijzonderder dan op een zondag.
Het is de viering waarin we het laatste avondmaal herdenken dat Jezus met zijn discipelen hield op de avond voordat hij gevangen werd genomen.
Donderdagvond voelde het nog specialer, omdat we de afgelopen twee jaar alleen digitaal de vieringen konden meebeleven.

Voor COVID dronken we om de beurt een slokje wijn uit de mooie, zilveren bekers van het avondmaalservies dat bij de Catharinakerk hoort.
Na iedere gebruiker werd de bekerrand afgeveegd met een doek.
Donderdagavond had men gekozen voor iets anders.
Er stonden dienbladen met hele kleine bekertjes met een beetje avondmaalswijn er in;  iedereen kon na het stukje brood zo’n klein bekertje nemen en een paar meter verderop op een dienblad wegzetten.
Natuurlijk begrijp ik het en het is een goede oplossing, maar voor mijn gevoel ontstaat er iets meer afstand: je drinkt niet meer uit één beker.
“Een kniesoor die daor op let!” zou mijn vaders tekst zijn in dit geval. Waar zeur je over? Wees blij dat je weer met elkaar live avondmaal mag vieren.

Nog iets om over te zeuren: de Cantorij Roden zong en ik stond er niet bij.
Dat had ik zelf zo geregeld en toch voelde het stom.
Een schrale troost was dat ik niet van toegevoegde waarde was geweest als ik had meegezongen, want ik ben nog steeds licht verkouden en mijn stem is nog niet weer op orde. Maar naast deze twee pietluttigheden was het een mooie en indringende viering, waarbij ik vooral genoot van het feit dat we dit weer samen met zoveel gemeenteleden  mochten beleven.

Gisteravond was de Goede Vrijdag viering; die staat in het teken van de kruisiging en de dood van Jezus.  Deze keer lazen we dat gedeelte uit Johannes met op de beamer afbeeldingen van de kruiswegstaties van Ted Felen.
Als we de passage lezen dat Jezus sterft wordt de paaskaars gedoofd,  gevolgd door stilte. Altijd een indrukwekkend moment.  Gisteravond nog versterkt door wat organist Arjan Schippers daarvoor speelde: het gedeelte uit de Mattheüs Passion bij die verzen,  gevolgd door het koraal ‘Wenn ich  einmal sol scheiden’. Mijn oren horen de noten van het overbekende recitatief en mijn hoofd zet daar onmiddellijk de woorden bij. Voor mij was het een ontroerend moment in de viering.

Daarna kregen we de gelegenheid om een witte  bloem te leggen bij een bloemstuk, opgebouwd rondom een kruis. (klik op de afbeelding voor een vergroting)
Het zijn de rituelen die je stil laten staan bij wat er vroeger gebeurd en de impact daarvan in onze tijd.  Toen ik mijn bloem legde was ik met mijn gedachten bij de toestand in Oekraïne: het onrecht dat mensen wordt aangedaan, de schijnprocessen tegen tegenstanders van Poetin,  het lijden dat mensen overkomt en de machteloosheid die je soms aanvliegt.

Met de melodie van het laatste lied in ons hoofd gingen we naar huis.
Nu valt de nacht.
Het is volbracht:
de Heer heeft heel zijn leven
voor het menselijk geslacht
in Gods hand gegeven.