Kijk dit plaatje nou!
We schrijven vrijdagmiddag 29 juli.
Hoogseizoen in Giethoorn.
Het is de dag van ons jaarlijkse uitje met vrienden Hans en Bea; als we jarig zijn geven we  elkaar geen cadeaus, maar delen in plaats daarvan de kosten van dit jaarlijkse uitje.
’s Morgens namen ze ons mee naar Meppel, de geboorteplaats van Hans.
Hij heeft daar gewoond tot hij trouwde met Bea, dus zijn hele jeugd bracht hij daar door.

Nou ben ik altijd al van de stadswandelingen, maar deze was heel bijzonder.
We kregen een kaartje en een Google-link om de route te kunnen volgen, maar ik heb het kaartje én de link niet bekeken onderweg.
Hans vertelde.
Over de straat waar hij woonde als klein kind.
De steegjes waar hij met zijn vriendjes doorheen rende en wat daar dan achter was.
Over de tuin bij de Katholieke kerk waar ze speelden.
De garage waar ze naast woonden.
Waar hij op school heeft gezeten en waar hij naar catechisatie ging.
“Wat is er na vijftig jaar al veel weg….’
Het kwam er haast een beetje spijtig uit.

Ondertussen waren er natuurlijk ook nog  de gebruikelijke onderdelen van een stadswandeling: oude kerk, haven, pakhuizen, een molen.
Maar wij hoorden van Hans waar  hij had geschaatst.
En waar de melkboer woonde waar hij als kind naar toe moest in een ander deel van de stad omdat zijn vader verzekeringsagent was en ‘voor wat hoort wat’.
De winkels van de ouders van zijn klasgenoten, verspreid over de stad.
Het voelde, net als twee jaar geleden in Frederiksoord, als een kijkje achter de schermen.

In de middag trok de bewolking weg en gingen we met een fluisterboot twee uur varen in Giethoorn.
Ondanks het hoogseizoen was het qua drukte dus heel goed te doen; er waren zelfs hele stukken in de grachten waar geen andere boten waren.
Bea en ik zaten voorop, op bankjes met een rugleuning en een kussen onder het achterwerk.
Twee uur.
Zitten, beppen en genieten van de zon, het water en het landschap dat aan ons voorbijtrok.
Ongekende luxe: midden op de vrijdag twee uur helemaal niks hoeven doen.
Ja, een blikje Radler drinken; af en toe kwam er een hapje voorbij uit de koelbox. Stukje kaas, ananas, dreuge worst.

Het laatste stukje van ons dagje uit brachten we door bij Luining in Ruinerwold: eerst een poosje op het terras, daarna binnen voor een diner.
Een uitje met z’n vieren: wat heerlijk.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over het hazelnootschuimgebak bij de koffie ’s morgens!
En de schnitzel die we eigenlijk niet wilden!
Maar niet alles hoeft op dit blog; wat de waarde van die dag was is al lang duidelijk.