Een kerkdienst is een kwestie van beleving. Dat hoor ik soms terug van mensen die met mij in een viering hebben gezeten en daarna het blog lezen dat ik over de dienst heb geschreven. Dan blijkt dat ik iets heb benadrukt dat hen niet was opgevallen.  Of dat ik geëmotioneerd was over iets waar zij zich aan geërgerd hadden.  Of andersom.

Gistermorgen kon ik mijn aandacht niet goed bij het verhaal van de voorganger houden. Misschien was het ook wel een onderwerp waar mijn interesse niet echt naar uitgaat.  We lazen het eerste hoofdstuk van Mattheüs, waarin wordt verteld over de zwangerschap van Maria en de reactie van Jozef daarop. In het hoofdstuk daarvoor wordt het hele geslachtsregister van Jezus benoemd, daarmee wordt Jezus neergezet als afstammeling van koning David. Maar dat register eindigt met Jozef: die was toch niet de vader van Jezus?  Dat was toch de heilige geest?

Predikant Walter zette het biologieboek naast de bijbel. Wat geloven wij?  Over dit soort kwesties had ik vroeger al discussies met mijn vader, waar wij nooit uitkwamen.  Zelf heb ik veel gehad aan gesprekken met voorganger Hotske Postma daarover in de jaren 90. Zij vertelde dat de evangelisten hun verhalen opschreven toen Jezus al dertig jaar dood was en dat zij hun geschiedschrijving aanpasten aan de toenmalige manier van geloofsverhalen vertellen.  Daarbij linkten ze hun evangelies aan oude profetieën om ze aan te laten sluiten bij wat er in de geschiedenis gebeurd en gezegd was.  Hotske vertelde ook over de rol van vrouwen in de bijbel,  die in de vierde eeuw door de mannen die de bijbel destijds samenstelden gemarginaliseerd werd: het evangelie van Maria Magdalena en andere vrouwen werd er niet in opgenomen.  Geloven was een mannenzaak.  Maar ik dwaal af.

Waar mijn vader en ik het over eens waren,  was dat de bijbel een geloofsboek is en geen geschiedenisboek.
Dan zijn vragen over maagden die kinderen krijgen niet zo interessant.
Veel interessanter zijn de vragen waar de dominee zijn preek mee afsloot.
Hij wees op het wiegje dat als symbool van de ‘verwachting van advent’ bij het adventsbloemstuk stond.
Hij stelde daarbij de vraag: “Wat zien wij liggen in die kribbe? Een pop? Een mythe? Is het Jezus? Is het uw verlosser? Als het onze verlosser is, waar wilt u dan van bevrijd worden?”
Dan hoor ik mijn vader in mijn achterhoofd zeggen: “Denk daor maor ies over nao!” Ga ik doen.

Waar kon ik mijn aandacht wel bij houden?
Bij het ‘Largo’ van Georg Friedrich Händel, gespeeld door onze organist Ad van Nes.
Ook even luisteren?
Hierbij een uitvoering op You Tube vanuit the Albion Church in Ashton-under-Lyne, United Kingdom.

Bij de afbeelding: op de voorgrond het adventsbloemstuk, daarachter de boom en het wiegje met kant.