een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Kerk & gemeente Pagina 29 van 50

Kerkdiensten, bijeenkomsten van de PKN-gemeente Roden-Roderwolde

24 oktober: Waldorf & Statler?

Zondagmorgen had Gerard dienst als ouderling, dus ik zocht alleen voor mezelf een plekje in de kerk; ik schoof aan naast een jarige Dick (Lezer van de maand!) en Janny.
Altijd gespreksstof genoeg.
Eerst liet ik hem even het lied ‘O eeuw’ge Vader, sterk in macht’ zien dat ik achter in mijn liedboek heb geplakt. Het lied waarvan we het zo jammer vonden dat het niet in het nieuwe liedboek staat (zie ‘Lied gemist’ van 14 augustus 2016 >>>).

Voor de kinderen vertelde voorganger Walter Meyles het verhaal van Jean Claude le Dieu die tijdens een zware storm geen afstand kon doen van het prachtige marmeren beeld van Maria dat hij had gemaakt en vervolgens mét het schip én het beeld ten prooi viel aan de zee. Een legende volgens de dominee; een legende die ik niet op internet heb kunnen vinden, zelfs niet met de zoekterm ‘La pointe du sculpturist’, zoals de plek waar het schip verging sindsdien door de Fransen wordt genoemd. Maar de herkomst van het verhaal is in dit geval niet belangrijk, dat was juist de essentie van de legende: wij mensen kunnen maar moeilijk iets loslaten.

‘Waar heb jij je hoop op gevestigd in deze wereld?’ was de vraag die ons zondagmorgen werd voorgelegd. Die vraag hoorde bij de opmerking van Jezus dat het gemakkelijker is voor een kameel om door het oog van de naald te gaan, dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.
Spaargeld? Auto? Baan? Wat is het belangrijkst voor je?
Wie ben je zonder huis, geld en aanzien van de mensen?
Kun jij alles loslaten op het moment dat het er op aan komt?
Of ga je, net als Jean Claude, mét je prachtige beeld ten onder in de golven…..

We kregen vanmorgen geen antwoord. Sterker nog, de predikant nam ons mee in zijn eigen beleving van dingen loslaten en vertelde dat hij zich niet kon voorstellen dat de discipelen zelfs hun kinderen hadden achtergelaten om Jezus te volgen. Dat zag hij zichzelf nog niet doen. Een ander voorbeeld was dat je soms als gelovige moet toezien dat iemand die zich van God noch gebod ooit iets heeft aangetrokken aan het eind van zijn leven tot geloof komt. Kijkend naar ons eigen leven dat van kinds af aan in het teken van kerk en geloof heeft gestaan vinden we dat oneerlijk. In ónze beleving. Maar wij hebben niks te vinden, we zijn allemaal afhankelijk van Gods genade, er bestaat niet zo iets als ‘recht hebben op’ in geloofzaken.

Ons slotlied was zondagmorgen “O Heer, die onze Vader zijt” , net zo’n prachtige Engelse hymne als het lied uit de eerste alinea.
“Maar” bromden Dick en ik voor het zingen tegen elkaar “ze hebben het op een andere melodie gezet. Zonde!”
En inderdaad, het was niet meer de oude vertrouwde melodie die we zongen.
Maar het was ook niet heel verkeerd.
Best mooi eigenlijk.
We leken een beetje op die twee oude mannetjes op het balkon van de Muppetshow (Waldorf & Statler) die altijd alles afkraken en dat wil je niet….. dus we zongen de nieuwe melodie van harte mee op de één na achterste rij!

Reageren

8 oktober: De Zandprinses.

We hadden het als PKN-gemeente overal rond geroeptoeterd: zondag 7 oktober geeft de Zandprinses een voorstelling in de ‘Ik zie jou viering’ in Op de Helte.

We waren gistermorgen al voor half tien in de kerk, maar toen zaten er al mensen.
Om tien uur was de kerk afgeladen vol: de kinderen kwamen op lage bankjes voor de gemeente te zitten. De viering begon zoals altijd met afkondigingen en een lied, maar daarna was de Zandprinses aan de beurt: zij tekende met zand op een grote lichtbak die was aangesloten op de beamer en in de kerk zagen we wat ze tekende.

Ze tekende de schepping. We zagen licht en donker, water en land, vissen, vogels, landdieren en tenslotte mensen. En een slang en een appel. Geboeid zaten we allemaal te kijken. Af toe riep er een kind wat we zagen “Hé een boom!”
Benieuwd naar de foto’s? Op onze PKN-site >>> zijn ze te bewonderen.
Wat was het prachtig! Een ‘zandverhaal’ met een boodschap.
We zongen vanmorgen mooie, lichte liederen en wat is dat een feest met zo’n volle kerk!

Maar wat raakte mij nou het meest in deze viering?
Niet de mooie zandtekeningen, niet het zingen, maar een klein meisje op de eerste rij dat spontaan ging dansen. We zongen staande als slotzang het lied ‘De Heer van de dans’ en bij het refrein deed ze een stapje naar voren en danste blij een paar keer rond. Daarna keek ze om en zag dat

‘Dansje in de kerk’. Website: Marius van Dokkum

niemand meedanste, maar het deerde haar niet.
Steeds als we het refrein zongen deed zij haar danspasjes.
Wij zijn dat verleerd, mensen. Als wij dansen lijkt het op de Engelse premier May die houterig beweegt op Dancing Queen.
Het ontroerde me, dat onbevangen kind voor bij het podium.
Het deed me denken aan die tekening van Marius van Dokkum, zie de afbeelding hiernaast.
Hierbij een link naar de website van Marius van Dokkum >>>

Een onvergetelijke viering.
Dankzij het meisje maar natuurlijk ook dankzij de Zandprinses, hierbij een link naar haar website.
De Zandprinses >>>
Kijk op die site bij ‘Galerij’ eens naar de video “Oosterscheldekering”.
Wat een kunstenares!

Reageren

1 oktober: Een tussenzang.

Als ik als kind klaagde over de lengte van een preek op zondagmorgen, dan placht mijn vader te zeggen dat dat reuze meeviel. Nee, dan vroeger in zijn jeugd! Vroeger waren de preken zo lang, dat er halverwege een ’tussenzang’ werd ingelast om eventeel aanwezige dufheid te verdrijven. Als je zingt wordt je als gemeentelid immers zelf weer even actief!

Gistermorgen moest ik even aan de jeugd van mijn vader denken.
Onze voorganger Astrid Mekes gebruikte een (voor mij) geheel nieuwe vorm van een overdenking. We lazen een gedeelte uit Nummeri (waarin Mozes 70 oudsten aanstelt) en het gedeelte uit Marcus, waarin Jezus in gesprek gaat met zijn discipelen over wie het belangrijkst is. (Klik hier voor het gedeelte in de Basisbijbel>>>)

De predikant behandelde een klein gedeelte uit de voorgelezen bijbelgedeelten, waarna we steeds één vers zongen van het lied “Laat ons bidden uit gemis” uit de bundel Tussentijds.
Indringend was het.
Omdat je steeds na een paar minuten luisteren weer een toepasselijk couplet gaat zingen, ben je sterk betrokken bij wat er wat wordt gezegd en wat er daarna wordt gezongen.

Eén strofe licht ik er uit:
Jezus neemt bij de vraag over wie het belangrijkst is een kind bij zich en zegt: ‘Als je de belangrijkste wil zijn, moet je de minst belangrijke worden. Je moet een dienaar worden van alle anderen.”
Daarna zongen we het lied:
Laat ons bidden voor het kind
dat zijn leven pas begint;
voor de kind”ren aller landen
van wie God de namen weet,
dat hun toekomst niet zal stranden
op de klip die oorlog heet.

Wat mij betreft blijft het niet bij dit ene experiment!
Er zit wel een klein, triviaal nadeel aan. Als je gewend bent om aan het begin van de preek een pepermunt in je mond te doen, zit je na drie minuten te zingen met die pepermunt tegen je wang aan gedrukt…………

Tijdens de collecte trakteerde organist Arjan Schippers ons op een fantastisch orgelstuk. Na afloop vroeg ik of de titel van zo’n stuk ook op de beamer geprojecteerd kan worden, dan weten de mensen ook waar ze naar luisteren. Het antwoord was: “Ik bereid dat niet voor…. liederen, sfeer en thema willen het stukje nog weleens veranderen.”
Wat een kunstenaars zitten er toch op die orgelbankjes bij ons in de kerk; koesteren die mannen. 

Reageren

24 september: Werkwoord vervoegen.

Zondagmiddag zaten we in de kerk in Beetsterzwaag in het Friese land. We waren daar met een aantal mensen uit Roden omdat Bart Elbert daar zijn intrede deed, een  ‘viering van verbintenis’. Het is altijd een vreemde gewaarwording om je eigen predikant in een andere kerk te zien. Voor de mensen in Beetsterzwaag helemaal nieuw,  voor ons nog zo vertrouwd. Het was goed om er te zijn en het was leuk om het enthousiasme van zijn nieuwe gemeente te zien: iedereen heeft er zin in. Vanuit Roden zat ik daar met de gedachte: ik weet wat ze krijgen, wij missen hem nu al….Tegelijkertijd was ik in mijn hoofd ook al bezig met: “Wie zouden wij weer krijgen? Misschien zitten wij over een aantal maanden ook weer zo enthousiast en benieuwd in een intredeviering.”

Terug naar Bart.  Naast de lezing van psalm 139 en een gedeelte uit Marcus liet hij ook een video zien van Frank Boeyen ‘Op zoek naar de verloren tijd’. Hij vertelde dat die tekst veel voor hem betekende, met name de zin “Ik zal op zoek zijn.”
Het leven is een reis, een zoektocht, die Bart nu in Beetsterzwaag voortzet.

Wat mij uit de preek zal bijblijven is de zin: wij moeten dat werkwoord vervoegen.
De naam van God is ‘Ik zal er zijn’. Zijn is een werkwoord. Als je dat vervoegt doe je dat met verschillende persoonsvormen. Ik ben. Jij bent. Hij is. Wij zijn. Jullie zijn. U bent.
Wij als gemeenteleden moeten dus het werkwoord vervoegen. Er zijn voor ‘jou’, voor ‘hem en/of haar’, voor ‘hen’, voor ‘ons’ en voor ‘elkaar’.
Dit heeft Bart niet gezegd, dat heb ik er in mijn hoofd van gemaakt.
Zelfs als je niet goed bent in grammatica kun je dit werkwoord vervoegen!

Uit de activiteitengids van Beetsterzwaag

Wij kregen nog een kop koffie/thee met een klein stukje Friese oranjekoek. Dat Fries is nog wel even een dingetje. Bart probeerde ‘mienskip’ te zeggen (gemeenschap), maar zei ‘menskiep’. Geen Fries die dat woord begreep. Wij wel. Zoals wij ook wel begrepen dat Bart in zijn laatste viering Ernie nadeed voor de kinderen, terwijl de kinderen geen idee hadden wie hij imiteerde. Als je hem beter leert kennen begrijp je hem volkomen.
Wij laten Bart met een gerust hart achter in Beetsterzwaag.

Reageren

17 september: We zijn begonnen!

In september vieren we met onze PKN gemeente altijd het begin van het nieuwe kerkenwerkseizoen onder de naam ‘Startzondag’. Gistermorgen kon je vanaf 09.30 uur Op de Helte binnenlopen voor een kop koffie/thee en hier en daar een praatje maken. Ondertussen kon je een workshop kiezen die we daarna gingen doen. Net als vorig jaar (zie Niet zingen) ging ik ook deze keer niet zingen bij de cantorij-workshop, omdat ik na een paar dagen verkoudheid en keelpijn een stem had als een cokesklopper; als het had gemoeten kon ik met de bassen meezingen.

Keuzestress is niet het goede woord, maar ik vond het wel moeilijk wat ik moest kiezen; het werd bibliodrama. Tot mijn verrassing zat Gerard daar ook al in de kring!
Alle keren dat ik bibliodrama heb gedaan was het met Bart Elbert, nu gaf Walter Meijles leiding aan de bijeenkomst. We behandelden het verhaal uit Lucas 14 (klik hier >>> voor het bijbelgedeelte in de basisbijbel, even een stukje naar beneden scrollen)  van de heer die een feestmaal aanricht en daarvoor allerlei mensen uitnodigt, maar iedereen verzint uitvluchten en niemand komt naar het feest. Dan ontsteekt de heer in woede en stuurt zijn dienaren op pad om buiten de stad de lammen en blinden uit te nodigen.

We speelden naar aanleiding van het verhaal verschillende situaties uit: iemand uitnodigen om mee te gaan die vervolgens mee gaat, maar ook iemand uitnodigen die de uitnodiging afwijst. We beeldden teleurstelling uit, woede en spraken af welke dingen we zouden uitbeelden bij het verhaal.
Walter las later tijdens het vervolg van de viering het verhaal uit Lucas voor.
Samen met Zwanet beeldde ik een kreupele uit die een blinde hielp. Daarna nodigden we gemeenteleden uit om mee te komen, we lieten teleurstelling en woede zien en liepen aan het eind van verhaal de zaal uit om buiten de kerk mensen uit te nodigen. Grappig was wel dat sommige gemeenteleden wél meeliepen op onze uitnodiging…….dat past dan wel weer bij één van de uitgangspunten van bibliodrama: laat gebeuren wat gebeurt.

Het workshop koor (van ongeveer 70 mensen!) zong prachtig, er was een mooie ‘Toren van Babbel’ gebouwd, meneer Vos had de bijbelquiz gewonnen, er waren kleurige papieren bloemen en kaarten gemaakt, gedichten geschreven en er waren gesprekken gevoerd over Jezus. Iemand zei vooraf daarover: “Ik ga met Jezus aan de bar zitten…. ”

We zijn begonnen.
Goed begonnen.
Er zijn naast de vieringen heel veel activiteiten in onze PKN gemeente waar je aan mee kunt doen. Mijn tip: 4 woensdagen begin 2019 staan gepland voor ‘Bibliodrama: met bijbelverhalen spelen’. Doe eens mee, het bijbelverhaal komt veel dichterbij dan met lezen alleen.

We sloten de viering af met een broodjesbuffet en hadden het nog heel gezellig met elkaar.
Sommigen vroegen naar het recept van de hartige taart: hierbij een link naar het blog waar het wordt beschreven: Hartige taart >>>

Reageren

9 september: Afscheid na veertien jaar.

Toen ik in maart in het ziekenhuis lag kreeg ik een paar keer bezoek van onze dominee’s.
Die gesprekken zijn waardevol en helpend voor mij geweest.
Eén van die bezoeken was na de operatie toen ik nog behoorlijk labiel was.
De Turkse mevrouw die naast mij lag (zie 2 april)  sloeg het allemaal gade en vroeg toen de predikant weg was: “Wasj goede vriend?’
Dat zegt iets over hoe voorgangers en gemeenteleden met elkaar omgaan tegenwoordig.

Dit weekend namen we afscheid van Bart Elbert; veertien jaar was hij dominee in Roden; op 23 september wordt hij bevestigd in Beetsterzwaag.
Vrijdagavond was het informele afscheid en o, wat heeft de gemeente hem geplaagd.
Met z’n stiltemomenten, de jaren ’60 muziek, het mediteren, met de Tenach en onnoemelijk veel andere puntjes van milde kritiek die behoorlijk wat lachsalvo’s opleverden. Het programma was rond 21.30 uur aflopen, zodat er nog ruim tijd was voor een gezellig glaasje en de lekkere hapjes waar we op werden getrakteerd.
Je kunt de hele avond terugluisteren via Kerkomroep: 7 september 19.00 u Op de Helte.

Vanmorgen was de afscheidsviering.
Gemengde gevoelens.
Ik was niet de enige die schielijk een traantje wegpinkte.
Bart heeft veel betekend voor onze gemeente en voor Gerard en mij. In moeilijke tijden was hij er ter ondersteuning en in goede tijden zongen we samen de sterren van de hemel.
Frans, voorzitter van de kerkenraad, vatte in zijn afscheidstoespraak de veertien jaar die Bart in Roden heeft gestaan samen: met open mond luisterde ik naar wat Bart allemaal tot stand heeft gebracht, altijd met aanstekelijk enthousiasme. (ook de viering (9 september, 09.30 uur Op de Helte) én de toespraak zijn terug te luisteren op Kerkomroep).
Vanmorgen na de zegen ontroerde hij menigeen door het solo zingen van het lied ‘Vrede wens ik je toe’. Al zingend wenste de gemeente dat ook hem toe en natuurlijk ook elkaar.

Wat een warmte en genegenheid straalde van het afscheid vrijdagavond en van de viering vanmorgen af.
Bart was namelijk niet zomaar een dominee.
‘Wasj goede vriend’.

Reageren

3 september: Pepernoten in september.

Gistermorgen ging ik niet naar de kerk. Er stond mij een drukke dag te wachten met ’s middags en ’s avonds iets op het programma; dus om 09.30 uur zat ik achter mijn computer te luisteren naar de viering vanuit de Catharinakerk.
Meestal doe ik dan ondertussen een spelletje of werk wat ideetjes uit voor mijn blog, maar deze keer lukten die neven-activiteiten niet.

De voorganger begon met de constatering dat er al weer pepernoten te koop zijn.
“O, kom er eens kijken, wat er al weer in de schappen ligt!” en dat daarmee op de achtergrond de ‘Zwarte Pieten-discussie’ ook al weer op de loer ligt. Een discussie waar ik al jaren heel verdrietig van wordt en waar ik eigenlijk zelf geen raad mee weet.
Dit blog ga ik vandaag gebruiken om de woorden van predikant Walter Meijles over dit onderwerp letterlijk weer te geven. Dit is maar een klein gedeelte van zijn verhaal en ik doe hem eigenlijk te kort, want de hele overdenking verdient een plaats in mijn Top Tien van beste preken ooit. Mijn advies: ga naar Kerkomroep >>> en luister naar deze kerkdienst.
Catharinakerk Roden, 2 september 09.30 uur.

Ik citeer:

Ik ga het hebben over pepernoten.  “Oh kom er eens kijken wat er alweer in de schappen ligt.” De eerste Sinterklaas producten liggen alweer in de winkel,  de taai-taai en de pepernoten en dat roept meteen ook alweer de voorafschaduwingen op van de inmiddels 5 jaar durende discussie over wel of niet Zwarte Piet.
De voor-  en tegenstanders lopen zich alvast weer warm.
Waar gaat het in deze discussie uiteindelijk om?  Over de vraag: “Is de waarheid dat het een onschuldig kinderfeest is of is de waarheid dat er verhuld racisme ingebakken zit in dit volksgebruik.”

Inmiddels zijn we met elkaar de vanzelfsprekendheid wat voorbij omdat deze vraag toch voortdurend in de samenleving wordt opgeworpen en je moet er iets mee of je wilt of niet.
Weet je wat ik denk?  Dat het hele punt niet de zwartheid van Zwarte Piet is, maar dat er een laag onder ligt, namelijk dat als je een kleurtje hebt of een andere herkomst je onze Nederlandse samenleving toch wel op een andere manier beleeft dan hoe ik dat bijvoorbeeld heb gedaan toen ik opgroeide als Hollandse jongen met blond haar en blauwe ogen. Hoe ziet jouw leven eruit als Nederlander als je een eerste,  tweede of derde generatie Chinees bent? Of Surinamer? Turk of Marokkaan?
Of zoals nu met al die Syriërs of Eritreeërs?

Het is niet allemaal koek en ei. Er gebeuren ook nare dingen, maar als je daarover in gesprek gaat of dat naar voren brengt en dat gaat meteen onder de vlag van ‘slachtoffers en daders’ van ‘schuldig en onschuldig’,  van ‘goed en fout’, dan garandeer ik u: dan slaat ieder gesprek per direct op slot dat is wat gebeurd is in die Zwarte Pieten discussie.
Wat zou er gebeurd zijn als we eerst waren begonnen met te luisteren naar elkaar?
Wat is dat dan voor verhaal van jou? En hoe is het dan voor jou dat Sinterklaasfeest?
Wat zou er dan zijn gebeurd? Want daar ligt denk ik de pijn: dat er in ons land niet veel ruimte is geweest voor een klacht over discriminatie, want dat kon toch niet waar zijn! Dat wij een land zijn dat discrimineert; we zijn Amerika niet! We zijn geen Zuid-Afrika! Die hebben wij juist geboycot!

Het is niet allemaal koek en ei mensen. Het verwijt dat mensen van een andere afkomst maken dat er discriminatie plaatsvindt hier in Nederland schuurt. Het irriteert ook,  helemaal als het ons aangewreven wordt en dat maakt ongemakkelijk.
Wat is gezeur en wat is reëel? Hoe maak je onderscheid tussen die twee?
Hoe weten wij dat hoe wij het zien de waarheid is over wat er speelt?
Hoe bepalen wij hoe het echt zit voordat wij een eindoordeel geven over dit soort zaken?Want voorstanders die kijken naar een optocht van Sinterklaas zien en andere optocht dan de tegenstanders die diezelfde optocht aan zich voorbij zien komen.
Een andere blik; ze zien er iets anders in en dan gebeurt iets anders van binnen.
Wie van beiden is nu blind voor de waarheid? Wie van beiden ziet het belangrijkste over het hoofd?  Wat volgens mij iedereen over het hoofd ziet is de heilige opdracht die wij hebben gekregen van God om je naaste lief te hebben als jezelf en die vaardigheid zie ik aan beide kanten niet veel tevoorschijn komen……

Einde citaat.
Nooit gedacht dat ik nog eens zou linken naar een video-clip van de 3J’s:  Mensen >>>

Reageren

27 augustus: Kijken naar wat er wél is.

Drie dagen reizen gaan een mens niet in de koude kleren zitten. Dan is uitslapen op zondagmorgen wel erg verleidelijk, maar in Op de Helte ging Bart Elbert voor,  één van de laatste keren voor zijn vertrek naar Beetsterzwaag dit najaar.
We hadden het niet willen missen.

De woorden van het gebed voor de opening van de schriften raakten me, omdat het een korte samenvatting is van de reden dat ik naar de kerk ga. Via kerkomroep heb ik het teruggeluisterd, hierbij de letterlijke weergave van het gebed:

Gezegend is uw naam Heer God. 
U biedt ons uw woord aan om te horen, om te zingen, om tot ons te nemen, om er blij van te worden.
Woorden als brood voor het leven, opdat we ons ermee mogen voeden, ook vanmorgen. Dat we ons mogen openen, omdat verhalen van toen ons inspireren tot geloof en vertrouwen in het nu en ons moed geven voor daden van liefde, hoop en vertrouwen. 

We zongen gistermorgen bekende, toepasselijke liederen en zittend/zingend in het grote gemeentekoor liet ik de woorden op me inwerken. Af en toe kon ik zelfs een bijna vergeten altpartij meezingen, opgediept uit het Cantorij-geheugen.

Onderwerp van deze viering was de wonderbaarlijke spijziging. In de overdenking besteedde de voorganger aandacht aan het veertigjarig jubileum van de wereldwinkel en maakte de vergelijking met het bijbelverhaal. De vrijwilligers die destijds begonnen met de wereldwinkel hebben niet gekeken naar wat er niet was, maar hebben zich met hart en ziel ingezet voor de goede zaak met de middelen die er wél waren. Ze hebben zich niet laten ontmoedigen, hebben steeds gedacht in mogelijkheden en niet in moeilijkheden. Een voorbeeld van hoe het kan, ook als kerk. Niet bij de (uitgebluste) pakken neer blijven zitten, maar actief blijven met daden van liefde hoop en vertrouwen. God heeft beloofd: ik zal er zijn. 

Organist Gerhard speelde tijdens de collecte een mooie bewerking van een lied dat ik kende maar niet herkende. Er speelden flarden van zinnen door mijn hoofd, maar ik kon de melodie niet te pakken krijgen. Iets met geboortepijn? Kriegel word ik daar altijd van, het bleef maar in mijn hoofd zeuren; pom pom pom pom du du du du.. …
Na de viering vroeg ik Gerhard naar de herkomst, maar die gaf niet meteen uitsluitsel
“Het is iets van Vogel, achterin het oude liedboek ergens.”
Thuis aan de koffie zocht ik het op, bladerend achter in mijn oude liedboek.
Het bleek lied 489 te zijn van Huub Oosterhuis.

Een mens te zijn op aarde,
is eens voorgoed geboren zijn
is levenslang geboortepijn
een mens te zijn op aarde
is leven van de wind.

Even de melodie geneuried en de tekst bij de noten gezongen: toen waren de flarden tekst en het po-pom-du-du weg uit mijn hoofd.
Je kunt je het misschien niet voorstellen, maar op het moment dat ik het goede lied had gevonden, was de viering voor mij pas afgerond.
Na drie dagen reizen was deze kerkdienst een eindpunt en een nieuw begin: dankbaar zijn we dat de hele onderneming vanuit Engeland goed verlopen is en met de woorden van gistermorgen kunnen we vol goede moed de nieuwe week weer in.

Reageren

19 augustus: De hele wereld.

Jaarlijks werken Gerard en ik één zondag mee aan de tentdienst in de bossen van Norg, georganiseerd door de Protestantse Gemeente de Edenhof van Een onder de naam IKR>>>.
Vanmorgen was het een ‘Roder-onderonsje’ zoals Martje, ouderling van dienst, opmerkte.
Voorganger was Ds. Harm Jan Meijer en organist Ubo Jan Bolt.

Centraal stond vanmorgen het bijbelgedeelte uit Handelingen, waar Paulus in Athene op de Areopagus oog in oog staat met de wereld van de Griekse goden. De Grieken vinden Paulus maar een praatjesmaker. Dan sluit hij aan bij hun wereld en vraagt aandacht voor hun beeld van de onbekende God.  “En dat is nu uitgerekend de God die ik ken en over wie ik ga vertellen”, zegt Paulus.
Aan het begin van zijn overdenking vroeg de voorganger wie niet bij de Edenhof in Eén hoorde. Vele vingers gingen omhoog. Wie hoort er niet bij een PKN-gemeente? Nu waren er ook nog verscheidene vingers van mensen die bij navraag bij andere kerkgenootschappen hoorden, zoals de Pinkstergemeente en de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt.

De strekking van de overdenking was dat we over onze kerkmuren heen moeten kijken.
Dat we Gods allesomvattende liefde niet voor onszelf kunnen claimen en dat we open moeten staan voor de ander. Het gaat om het verbond, tussen God en de mensen en tussen de mensen onderling.
Ds. Meijer had over dit thema een gedicht geschreven, hij droeg het vanmorgen voor:

Ik –Jij – Wij?
Soms denk ik, God, wat blijft er van jou over
als ieder
jouw drie letters voor zich claimt….
mijn God, wat valt er dan nog
te geloven,
als ieder mensenlied weer anders klinkt?

Er dolen velen op de weidse vlakte als sterren in een onmetelijk firmament.                          Wat ken ik jou,  wat ken jij mij als elk solo-gelovend ronddraait,  mensenkind?                  

Is er rondom mij dan alleen maar leegte,
of zweeft er
ergens nog iets in het rond dat mij met jou verbindt,
ons samen
bindt tot een verbond?

Aan het einde van de dienst kreeg Martje het woord. Zij bedankte iedereen voor zijn of haar inzet het afgelopen seizoen (vanmorgen was de laatste viering in de bossen) en vertelde even tussendoor dat zij, toen zij belijdenis ging doen, bezwaar had tegen het woordje ‘alhier’ in de belijdenisvraag waar ze ja op ging zeggen. Zij geloofde dat God niet exclusief ‘alhier’ in de Gereformeerde kerk aanwezig was, maar ook in de andere kerken waar ze kennis mee had gemaakt. Op haar verzoek werd ‘alhier’ uit de tekst gelaten, zodat ook zij ‘Ja’ kon zeggen.
Martje bepaalde de waarde van mijn dag; wat ze vertelde kwam recht uit haar hart en ze raakte me met haar oprechte woorden. De viering van vanmorgen samengevat in een paar zinnen.

Het laatste lied dat wij zongen vanmorgen was een compilatie van een aantal Negro Spirituals, o.a. “He’s got the whole world in his hands!”
De hele wereld. En niet alleen de Hervo’s. Of de Grefo’s. Of de Bapto’s……..

Reageren

6 augustus: Zingen tussen de Shakespeare-coulissen.

…….. tussen de coulissen…….

Gistermorgen werkten Gerard en ik mee aan de openluchtviering in het Shakespeare-theater in Diever. Om 09.00 uur stonden we met een auto vol boxen, microfoonstanders en andere apparatuur voor de ingang om het spul op te zetten en daarna in te zingen.
Maar dat was geenszins de bedoeling, de spullen konden in de auto blijven staan.
Er stond een aantal mannen klaar die vroegen wat we nodig hadden en in no time stonden er twee microfoons, werd de gitaar versterkt en zat iemand aan de knoppen van een mengpaneel te draaien om de sterkte van onze stemmen en de gitaar op elkaar af te stemmen. Wat een ongekende luxe! Om 09.30 uur hadden we al ingezongen en zaten we met Aartje van de organisatie en de dominee aan de koffie; gezellig.

Meestal schrijf ik een blog met een korte impressie van de viering, maar deze keer licht ik er één aspect uit. Wat deze openluchtdienst voor mij heel bijzonder maakte was de aanwezigheid van Hilly. Dat behoeft enige uitleg.
Hilly komt net als wij uit Hoogersmilde, ze zat vroeger op de lagere school  bij mijn broer in de klas.  Later maakte ze deel uit van ons jeugdkoor Hosanna (zie 21 juli 2017 >>>). Ze was een sterke sopraan en we zongen graag samen een tegenstem. Nadat wij naar Roden verhuisden spraken we elkaar nog heel soms en af en toe was er een reünie van Hosanna waarbij we even weer heerlijk konden uithalen.

Toen ik maart in het Martiniziekenhuis belandde werd ik de hele dag aangesproken als ‘mevrouw Waninge’, tot die ene morgen dat ik wakker werd gemaakt door iemand die zachtjes in mijn oor zei: “Ada… “. Het was Hilly,  nachtverpleegkundige in het Martini. Wat heerlijk om elkaar even weer te zien. Wat kun je dan veel informatie uitwisselen in 20 minuten.

Gistermorgen zag ik haar in het publiek zitten. Heel even schoot het ziekenhuisbed van onze laatste ontmoeting door mijn hoofd, maar we moesten ons concentreren op het zingen,  dus ik parkeerde die gedachte. Het laatste lied dat we zongen was ‘Welk een vriend is onze Jezus’, waarbij we graag wilden dat de mensen meezongen.  “Hierbij zing ik een tegenstem” legde ik het publiek uit. “Ik weet dat er ieder geval één iemand aanwezig is die die stem met mij kan meezingen”.

Het was een ontroerende ervaring gistermorgen daar in Diever. Samen zingen met zoveel mensen is sowieso al heel bijzonder,  maar samen met Hilly de tegenstem zingen gaf een extra dimensie aan het lied. Na de viering ontmoetten we elkaar en konden we onze ervaringen even samen delen. Toen bleek ook dat er meer Hoogersmildigers waren, het leek wel een mini-reünie. En Gerards tante Hennie was er ook.  En ex-collega Piet. Dan kom je amper aan koffiedrinken toe… ..

Reageren

Pagina 29 van 50

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén