een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Kerk & gemeente Pagina 9 van 50

Kerkdiensten, bijeenkomsten van de PKN-gemeente Roden-Roderwolde

25 november: Vrijwilliger.

Onze maatschappij drijft op vrijwilligers: bijna de helft van de Nederlanders van 15 jaar en ouder doet een vorm van vrijwilligerswerk.
Daarvoor geven mensen verschillende redenen aan: staat goed op je CV, het is gezond, je blijft actief en voelt je nuttig, je hebt sociale contacten en  vrijwilligerswerk is onmisbaar in onze samenleving. 
Ook ik doe wat kleine vrijwilligersklusjes; ik ben o.a. webmaster in de websitegroep van onze kerk.
Iedere week vul ik op de website van onze kerk de gegevens in van de dienst van a.s. zondag en hou die rubriek actueel: hierbij een link naar die pagina.
En ja…. zondag is het alweer 1e advent! 

Twee keer per jaar zie ik de andere vrijwilligers van het website-groepje; gistermorgen hadden we weer een vergadering.  
We doen ons best om ons aan de agenda te houden, maar we moeten ondertussen ook nog veel andere dingen bespreken, zoals daar zijn de coronaperikelen, de isolatie van onze huizen, al dan niet zonnepanelen, het nieuwe elektronische patiëntendossier van mijn werk en de tandarts die er meer was gestopt. 
Voorzitter Frits houdt ons bij de les. 

Collega Zwanny doet verder alles op het gebied van het bijhouden/actueel houden van de site; zij bracht een lastig onderwerp in.
Zij is het meest ‘ingewerkt’ in de achtergronden van onze website.
Zij weet hoe het allemaal werkt met de pagina’s, de menu’s, de linken en aan de website hangende mailboxen. 
“Het is nog goed te doen, maar het is heel veel. Ik realiseerde me laatst dat het lastig wordt om mijn kennis straks over te dragen aan iemand anders.”
Zwanny is vanaf het begin bij de website betrokken en is dus in die jaren in kennis en ervaring ‘meegegroeid’.
Ook Theo, de man die alles weet van Joomla, het systeem waarmee onze website is gebouwd, constateerde dat hij de enige is die dit werk kan doen binnen onze club. 
Ik vertel geen geheim als ik zeg dat de meesten van ons de zeventig gepasseerd zijn.: het wordt tijd dat wij rond gaan kijken naar jongere ‘webmasters’ die te zijner tijd het stokje van de mensen van het eerste uur gaan overnemen. 

Ben jij iemand of ken jij iemand die ons team zou kunnen versterken?
Welkom!
Als ik even voor mezelf spreek: dit vrijwilligerswerk past mij als een handschoen. Ik draag de kerk een warm hart toe en ik hou van ‘prutsen op de computer’.
Het meeste werk kan ik doen op momenten dat het mij het beste uitkomt en ondertussen leerde ik werken met Joomla.

Toen ik gistermorgen wegging waren de gesprekken kennelijk nog niet af: met de jas aan stonden we nog te praten.
Want ook dat hoort er bij: even horen hoe het met iedereen is.
En dan mag het ook best even over de tandarts en zonnepanelen gaan.
Vrijwilligerswerk is niet alleen maar ‘werk’.

Reageren

14 november: Maak ruimte.

Zondagmorgen ging in de PKN-viering een gastpredikant voor: Monica Schwarz.
Dan wil de gemeente eigenlijk wel weten wie dat is ( Waor is dat iene van..?) en dat vertelde ze gelijk aan het begin.
Ze heeft haar jeugd doorgebracht in Roden en ging vroeger met haar ouders naar de Catharinakerk op de Brink.
Ze was predikante geworden omdat ze zo onder de indruk was van hoe dominee Jager destijds (jaren ’80) vorm gaf aan een moderne manier van kerk zijn.
De Catharinakerk was voor haar altijd DE kerk gebleven.
“Als ik naar het noorden ga dan weet mijn man het al: dan moet ik altijd even naar de Catharinakerk.”
Daar stond iemand te vertellen wat ik ook voel en wat ik wel eens probeer uit te leggen aan mensen.
Dat een gebouw iets met je kan doen.
Het ‘eeuwen zien op u neer’-idee.

De viering had ‘de stilte’ als thema.
Twee weken geleden hadden we ook al een viering met dat onderwerp (zie ‘de stilte aan het woord‘), maar deze viering was geen herhaling van zetten.
Voor de viering zagen we een afbeelding waar bij stond:
“De stilte is een tweestemmig lied waar God en de mens elkaar raken.
(afbeelding: Wikipedia)
In de overdenking kwam de afbeelding weer voorbij.
De predikant legde uit dat het een middeleeuwse miniatuur is, gemaakt door Hildegard von Bingen* .
We zien een heel groot engelenkoor (in de buitenste rand zijn de vleugels nog te onderscheiden) in het midden een lege ruimte; een beetje geel, alsof er licht schijnt.
Het lege midden in het symbool van de eeuwige.
Niet de mens staat centraal, maar God.

Ruimte maken voor de stilte, de eeuwige.
Dat kan in jezelf, maar dat doen we ook met elkaar iedere zondagmorgen in de kerk.
Voor mij een moment van reflectie: we sluiten de week af en beginnen met een nieuwe.
Wat is er gebeurd? Wat is er allemaal gezegd? Welke rol speelde ik?
Zaterdagavond hadden we een indringend en emotioneel gesprek met een echtpaar uit Roden en gistermorgen zat zij ook in de kerk.
Het ontroerde me. De viering completeerde het gesprek en gaf mentale verbinding tussen ons.
Dat kan een kerkdienst met mensen doen.

Tenslotte kom ik even weer terug op het begin van dit blog: het gebouw.
Gistermorgen was Erwin Wiersinga organist.
Als hij op het historische Hinszorgel speelt in de Catharinakerk is mijn kerkdienst  op voorhand al geslaagd met de armen van het oude gebouw om me heen en zijn virtuoze orgelspel in mijn oren.
Gistermorgen was weer zo’n viering waarvan ik alleen maar kan zeggen: ga hem terugluisteren via het YouTubekanaal van onze PKN-gemeente.

Tijdens het koffiedrinken vertelde Monica Schwarz nog hoe heerlijk het was om even weer terug in Roden te zijn.
Fietsen door de Onlanden.
Even naar ‘de ijzerwaren-winkel van De Wit’ om herinneringen op te snuiven.
“Dat is de enige winkel in Roden waar het er nog precies zo uit zien als toen ik hier weg ging.”
Als je uit deze omgeving komt weet je precies wat ze bedoelt……

* Meer weten over Hildegard? Lees dan nog eens het blog ‘Zes gouden regels uit de 12e eeuw  

Reageren

10 november: Zou het dan dit jaar….?

Kerst en zingen zijn voor mij onlosmakelijk met elkaar verbonden; twee coronajaren werd dat tot een minimum beperkt.
Vorig jaar was ik hoopvol begonnen met het bij elkaar roepen van een ad-hoc carols-koortje van onze PKN-kerk.
We zouden zingen op de Roder Weihnachtsmarkt, maar we zijn niet eens bij elkaar gekomen voor de eerste repetitie: half november werd de Weihnachtsmarkt al afgeblazen.
Dit schreef ik toen aan de deelnemers:
Het behoeft vast geen nadere uitleg dat me dit heel erg spijt.
Er waren zulke enthousiaste, blije reacties, dus ik verwacht dat het ook voor jullie erg teleurstellend is.
Maar het idee blijft overeind: volgend jaar hopen we bij de Roder Weihnachtsmarkt carols te zingen.
Houdt moed.

En daar stonden we dan gisteravond in zaaltje 4 in Op de Helte: meer dan 25 zangeressen en zangers met hun geprinte Carols-partituren.
“ZINNAN!” stond in de tekstwolkjes boven hun hoofd te lezen.
Een groot deel van hen zong de vorige keer (in 2019) ook al mee, maar ook een aantal niet.
Halverwege de middag werd ik wat nerveus, want het is toch altijd weer spannend.
Komt iedereen?
Krijgen we de partijen een beetje ‘onder elkaar’?
Zo’n eerste bijeenkomst is voor mij een soort uitprobeer-repetitie.
Er staan zeven liederen op het programma; aan iedere carol besteed ik tien minuten.
Wat zit er al in?
Waar moeten we extra aandacht aan besteden?
We beginnen steeds met de sopraanpartij en ik vraag de andere stemmen dan alvast ter oriëntatie mee te neuriën.
De bassen hadden kennelijk flink geoefend, want die humden in hun enthousiasme al boven de sopranen uit.
Iedereen mag zich er mee bemoeien.
“Bij dat glohoria moeten we niet de sopranen mee” merkte een alt op.
De sopranen waren het nog niet eens over hoe dat ‘gloria’ gezongen zou worden….

We werken nog niet aan ‘zachter en luider’, niet aan de uitspraak en ook niet aan solo’s o.i.d.: eerst maar eens zien dat de afzonderlijke stemmen er goed in zitten.
Het resultaat van deze eerste repetitie kan ik ‘geruststellend’ noemen.
“Silent night’ en ‘Joy to the world’ stonden in 2019 ook op ons repertoire; werden gewoon vierstemmig gezongen.
Op de andere liederen moeten we wat meer ons best doen: de koorleden hebben beloofd dat ze hun huiswerk gaan doen.

Van te voren is het altijd best een gedoe, zo’n koor.
Leden bij elkaar sprokkelen, mailgroepen maken, liederen mailen aan iedereen, zaaltje regelen, je snapt het wel.
In zo’n proces komt er dan altijd wel een moment waarop ik met de voornoemde zenuwen in mijn lijf denk: “Waarom doe ik dit eigenlijk.”
Op het moment dat we gisteravond aan het eind van de repetitie ‘Joy to the world’ zongen weet ik het weer.
Dan zijn de zenuwen weer tot bedaren gekomen en krijg ik kippenvel  bij het vierstemmig zingen met allemaal mensen die er ook van genieten.
Daar doe ik het voor; dat bepaalt de waarde van mijn dag.

En natuurlijk sta ik er niet alleen voor.
Jelle heeft van alle liederen oefen-files gemaakt voor alle afzonderlijke stemmen (het huiswerk) en alle deelnemers zijn zeer gemotiveerd om er iets moois van te maken.
Wat zal het heerlijk zijn als we dit jaar in de kerstperiode weer naar hartenlust en uit volle borst mogen zingen!

Reageren

7 november: Een protestants ritueel.

In de nacht na mijn bezoek aan de Inspiratiebeurs die ik gisteren beschreef droomde ik over begrafenissen, grafheuvels en routes naar kerkhoven.
Inspiratie genoeg opgedaan.
Gistermorgen bleven we nog even in dezelfde sfeer. Het was gedachteniszondag: dan herdenken we alle gemeenteleden die dit jaar overleden zijn.
Onze cantorij werkte mee aan deze viering, dus om 08.45 uur stond ik naast Saakje en Klaas in te zingen.

Zulke vieringen zijn altijd beladen.
De kerk zit vol familieleden die de naam horen van hun dierbare voor wie een kaars wordt aangestoken; het verdriet is voelbaar in deze viering.
We hoorden vanmorgen de gelijkenis van de zaaier, die handenvol graan zaait, maar het graan komt niet altijd goed terecht.
In de overdenking hoorden we een diepere laag in dit verhaal: in een mensenleven zijn er verschillende periodes.
Zit je leven in de fase van ‘de goede aarde’, dan kun je tot bloei komen en van grote waarde zijn voor de mensen die aan jou zijn toevertrouwd.
Maar er zijn ook moeilijke tijden: als verdriet over je heen valt en je voedingsbodem rots blijkt te zijn.
Of als je levensomstandigheden beroerd zijn en je het gevoel hebt dat je wordt overwoekerd door onkruid.
Of als je je buitengesloten voelt en je leeft alsof je naast de akker bent gezaaid.

Wat weer een bijzondere kijk op dit overbekende verhaal.
Troostrijk vond ik.
Vooral omdat de voorganger benadrukte dat we niet te veel moeten stilstaan bij het graan, maar vooral moeten kijken naar de zaaier, die met gulle hand en brede gebaren het graan overal strooit.

Het leven wordt niet bepaald door wat nuttig is of wat functioneel is, het leven word bepaald door de eindeloze gulheid en grootheid van de zaaier.
Die oogst wanneer het tijd is en waar opnieuw  gezaaid kan worden in opengescheurde grond.
Lieve mensen: ontvang dan wat er opkomen kan in uw leven.

Het is voor mij altijd lastig om na zo’n verhaal gelijk weer ‘aan te staan’ voor het volgende lied, waarvan wij als cantorij het eerste couplet zongen.
Hoe ging die melodie ook maar weer?
Dat gold ook voor het lied ‘Vrienden die zijn overleden’ dat we a capella zongen.
Dan is er geen voorspel van de organist, je krijgt alleen een begintoon.
Het duurde even voordat ik er helemaal in zat;  gelukkig zijn er meer alten die het goed oppakten.

Er was een heel mooi, ingetogen bloemstuk gemaakt bij deze viering.
Je ziet het op de afbeelding hiernaast: een bloemenhart met in het midden de veldkeitjes waar de namen van de overledenen op staan.
Op de achtergrond de kaarsen die één voor één worden aangestoken bij het noemen van de namen.
Een mooie viering.
En een protestants ritueel dat naadloos aan zou sluiten bij de Inspiratiebeurs van zaterdagmiddag.

Reageren

3 november: Steken & draden.

“Dames, wie wil er koffie?”
Koster Gerard had de vraag net zo goed aan de tafels en stoelen kunnen stellen, want  niemand luisterde.
Op de 1e dinsdag in november zaten we met een hele groep vrouwen in een grote kring in de hal van Op de Helte: Holy Stitch.
Van onwennigheid is inmiddels helemaal geen sprake meer: men komt binnen, zoekt een plekje, de brei-, haak- en borduurwerkjes worden opgepakt en al gauw is net zo gezellig als op een verjaardag bij de familie Waninge; er zijn alleen geen mannen.

Maar we kunnen niet steeds maar doorkleppen en beppen: een vast onderdeel van een Holy Stitch-middag is ‘het rondje’.
Je noemt je naam en vertelt waar je op dit moment mee bezig bent.
Of je vertelt waar je naar op zoek bent: dinsdagmiddag zocht iemand breipatroontjes voor barbiekleertjes voor haar achterkleindochter!
Dan is er wel weer iemand die zegt: “O, daar heb ik nog genoeg van liggen” en worden er afspraken gemaakt voor de uitwisseling.
Er stonden een aantal dikke truien op de pennen (nr. 7!) voor de koude wintermaanden, er werden sokken gebreid, iemand haakte een pannenlap, er werden borduurwerkjes geshowd en ondertussen genoten we van de chocoladepepernoten die op tafel stonden. “Ik moet er gewoon niet aan beginnen” zei iemand gedecideerd “want dan eet ik aan één stuk door!”
Hoe herkenbaar.

“Heeft iemand nog een patroon voor een spencer voor een kindje van 3? Mijn dochter wil graag dat ik die brei voor haar dochtertje, zodat de verwarming niet zo hoog meer hoeft.”
“Wat is een spencer?’ vroeg iemand. Het bleek een trui te zijn zonder armen.
“O, dat noemden wij vroeger een borstrok!”
Tuurlijk. Dat konden sommigen zich nog goed herinneren……

Corry liet ons in stappen zien hoe ‘iris-vouwen’ in zijn werk gaat; in de eerste helft van 2023 zullen we dit met elkaar een middag gaan doen.
Verder spraken we af dat we de 1e dinsdag in december gezamenlijk wat kleine kerst-dingetjes gaan maken: engeltjes, sterren, klokjes.
Voor wie dat wil dan hè? Je kunt ook gewoon verder gaan met je eigen handwerkje.
Even voor vieren sloten we de bijeenkomst af met een gedicht.
Gerry had een heel oud schriftje mee dat nog van haar moeder was geweest.
(zie afbeelding links).
Daar had moeder in de loop van de jaren gedichtjes en teksten in verzameld, “ik denk uit de Elizabethbode” vertelde Gerry.
Het ademde de sfeer van de jaren ’70; het heette ‘De gouden draad’, geschreven door M. Koffeman-Zijl.
Wil je het oude gedicht graag lezen?
Hierbij een link naar een pdf De Gouden Draad

Leuke opsteker: één van de dames vertelde dat ze over ons ‘Holy Stitch-clubje’ had verteld aan haar schoonzus.
Die vond het zo’n leuk idee, dat ze iets dergelijks in haar woonplaats Winsum ook gaat proberen op te zetten.
Misschien doen we als dat lukt in de toekomst wel eens een uitwisseling…..

Reageren

24 oktober: De Gehazi in je hoofd.

Bij de naam Gehazi moet ik altijd denken aan Wim, die bas zong op de achterste rij bij de toenmalige Catharinacantorij.
Hij sprak ‘de tale Kanaäns’, net als mijn vader.
Toen ik eens te laat kwam op de repetitie bromde hij toen ik ging zitten: “Vanwaar, Gehazi?!”
“Was een boek vergeten…” siste ik naar rechts.
Dat was een fout antwoord.
Ik had moeten zeggen: “Ik ben herwaarts noch derwaarts geweest, Heer…”
Nu ik het opschrijf overvallen me heimweegevoelens.
Naar mijn vader en naar de achterste rij van de Catharinacantorij.
Er zijn steeds minder mensen die die specifieke ’tale Kanaäns’ spreken.

Gistermorgen tijdens de PKN-viering kwam Gehazi in de overdenking weer voorbij.
Hij is de knecht van de profeet Elisa.
Gehazi is niet een sympathieke figuur in de bijbel.
Hij vond het belachelijk dat Elisa geen geschenken wilde aannemen van de rijke Naäman die genezen was zijn melaatsheid.
Hij ging achter de Arameeër aan en zei dat zijn heer Elisa zich toch bedacht had en nam alsnog de geschenken in ontvangst om voor zichzelf te houden.

In het verhaal van gistermorgen vindt Gehazi het niet nodig dat Elisa mee gaat met de moeder wier kind is overleden; hij duwt de moeder zelfs weg.
In de overdenking zei voorganger Sijbrand van Dijk: “Elisa vertrouwt op zijn intuïtie en gaat toch met de vrouw mee. Dat zouden wij ook meer moeten doen. Soms krijg je zomaar het gevoel dat je nog ergens heen moet; een ziek familielid of een eenzame kennis. Dan zit er ook altijd een Gehazi in je hoofd die zegt: “Nee joh, dat kan nog wel, is nog niet nodig.”

De Gehazi in je hoofd; wat een mooie beeldspraak.
Zit ook in mijn hoofd.
“Kan nog wel, hoeft niet direct. Ach maak je niet zo druk, komt wel goed”.
Of met z’n gemekker over geld en goed.
“Levert het wel wat op?
Krijg ik wat ik heb uitgeleend wel terug?
Weggeven? Zou je dat niet liever zelf houden?”

Na de viering sprak ik de predikant nog even en vertelde hem dat ik ‘de Gehazi in mijn hoofd’ mee zou nemen uit deze viering.
Hij vertelde: “Ik kreeg in mijn moeders laatste dagen op een dag een heel sterk gevoel dat ik haar nog even op moest zoeken. Dat heb ik gedaan ondanks tegenwerpingen (Gehazi’s) in mijn omgeving.  Die nacht daarop is ze overleden”.
Altijd je intuïtie volgen.

Er is nog iets dat ik meenam uit deze viering: het blije gevoel dat we na Astrid Mekes een nieuwe ouderenpastor mochten bevestigen: Geertje van der Meer.
Samen met de twee dominee’s Walter en Sijbrand zong ze een ontroerende solo in wisselzang met de gemeente en bij de viering van het Heilig Avondmaal deelde ze mini-bekertjes wijn uit.
Bij de koffie sprak ik ‘deze’ en ‘gene’ en schudde Geertje de hand: welkom!
Wat een waardevolle zondagmorgen.

* Ken je verhalen van Elisa en Gehazi niet?
Hierbij twee linken naar die gedeelten uit 2 Koningen in de basisbijbel-on line.
Elisa maakt een dode jongen weer levend. 
en Elisa en de zieke Naäman.

Reageren

17 oktober: Taizé en het spiergeheugen.

Zoals je deze week al kon lezen werkte de cantorij gisteravond mee aan de Taizé-vesper.
(zie ‘De hand van de meester. Of het oog‘.)
En Karel was er weer; nog niet helemaal hersteld, maar goed genoeg om ons niet aan ons lot over te laten.
Deze week had ik op Spotify voor mezelf een afspeellijst ‘Taizé’ gemaakt met alle liederen die Piety en ik op de gitaar begeleiden.
Die heb ik regelmatig aan gezet; zo raak ik door het vele luisteren gewend aan de melodielijnen.
Dan probeer ik de alt-partij mee te zingen, want gitaarspelen en tegelijkertijd de altpartij zingen is best lastig.
Doordat je de muziek zo vaak hoort komt die vast te liggen in je spiergeheugen.

Ik hoor je denken.
Spiergeheugen?
Het is een woord dat Karel graag bezigt als het gaat om het vaak herhalen van melodieën zodat ze vast komen te liggen in je hersenbanen.
Uit onderzoek is gebleken dat je spieren een geheugenfunctie hebben.
We onderscheiden drie vormen: spiergeheugen in de hersenen, in de spiercellen en in de genen.
Het eerstgenoemde is wat Karel bedoelt. Daarbij gaat het om verbindingen die in je hersenen worden gelegd en die door herhaling sterker worden.
Als je eenmaal kunt fietsen bijvoorbeeld, verleer je nooit meer hoe je dat moet doen.
Door dit motorische geheugen onthouden we beter hoe bepaalde handeling moeten worden uitgevoerd; als je dus twintig keer een bepaalde melodie hebt gezongen, legt je spiergeheugen dat vast in je hersenen.

Zondagmiddag was ik dus nog druk met het trainen van mijn spiergeheugen in de hoop dat ik daar zondagavond plezier van zou hebben.
Was ook zo.
Maar minder dan ik had gehoopt.
Het is gewoon lastig; ik ben nerveus voor het begeleiden en er was tijdens het repeteren gedoe met de geluidsbox die de gitaren versterkt.
In de viering kwam ik maar bij twee liederen toe aan het daadwerkelijk meezingen van de altpartij.
Maar dat maakt voor het geheel natuurlijk niet uit.
Ondanks de wat geïmproviseerde cantorijrepetitie van dinsdagavond hadden we een mooie, ingetogen Taizé-vesper met elkaar.
We zongen o.a. het prachtige ‘Mon ame se repose’ en ‘Veni Lumen’.
Het laatste lied was ‘Dona la pace Signore.
Karel laat ons dat heel anders zingen dan de voorgaande dirigenten: veel langzamer en met minder stampend ritme.
Mooi.
Toen de viering was afgelopen zetten Piety en ik de gitaarbegeleiding van ‘Dona la pace’ nog eens in en ging iedereen neuriënd met dit lied in het hoofd naar huis.
Geef vrede Heer, wie op u vertrouwt.

Ken je het lied niet?
Hierbij een link naar een uitvoering op YouTube. 

Reageren

13 oktober: De hand van de meester. Of het oog.

De afgelopen weken zijn we met de cantorij uitsluitend bezig geweest met het zingen van Taizé-liederen: a.s. zondagavond 16 oktober werken we mee aan een vesper ‘in de geest van Taizé’.
Piety en ik zullen dan gitaar spelen; gisteravond zouden wij met zijn tweeën alvast meespelen met de cantorijrepetitie.
’s Middags kreeg ik een mail: cantor Karel was ziek en kwam niet dirigeren. Hij hoopte dat hij er zondag weer zou zijn.
Hij vroeg via het bestuur of Piety en ik de honneurs wilden waarnemen.

“Die repetitie kan ik helemaal niet missen!” dacht ik, want vorige week zat ik immers in Westerbork en zondag is het al!
Piety en ik gingen het doen.
Spannend in het kwadraat.
We deden de inzingoefening die ik op het kinderkoor altijd deed en we zongen om er in te komen de Taizé-canon ‘Magnificat’.
Karel is altijd heel serieus met de oefeningen bezig voor het zingen aan, maar ik kan wel snel. Volgende week is de hand van de meester er weer.

Het was best een gedoe.
Mijn gitaar was op mysterieuze wijze verkeerd gestemd; dat gaf gelijk al startproblemen.
Dan zit je met z’n tweeën de gitaren op elkaar af te stemmen met 25 paar ogen van zwijgende koorzangers op je gevestigd.
Het tempo is dan het volgende probleem.
Moet het sneller? Of juist langzamer? Ook daarin missen we de grote leider, die weet zoiets altijd feilloos.
Bij sommige liederen moesten de partijen nog even apart gezongen worden.
Het was soms echt zoeken naar de juiste noten; Piety had gelukkig haar blokfluit mee, we kwamen er steeds wel weer uit.

Het is jammer dat we deze keer niet meer musici (fluit, viool etc.) hebben kunnen vinden om samen met de gitaren een combo te vormen.
Met alleen gitaren heb je niet echt een heldere begeleiding, dus het risico is dat het koor gedurende het lied zakt.
Dat was gisteravond ook zo; gelukkig wist ik nog wat Karel dan altijd zegt: “Je moet de noot hoger denken”.
En warempel….. het hielp!

We hebben alle liederen die met de gitaar begeleid worden kunnen oefenen.
Fijn dat het zo toch door kon gaan, maar instrumentaal begeleiden én alt zingen én aangeven is niet een goede combinatie.
Piety en ik hopen van harte dat Karel er zondag weer is.
Wij kunnen niet zonder de hand én het oog van de meester.
Want het oog van de meester maakt het paard vet; de hand doet de rest.

Reageren

10 oktober: En al die tijd …..

“En al die tijd kregen mensen kinderen en voedden ze op in hun eigen traditie.”
Dat zei dominee Walter Meijles bij het item ‘om er in te komen’ gistermorgen tijdens de viering in de Catharinakerk.
Hij vertelde over de Assyrische ballingschap van 800 jaar voor Christus. Een periode in de geschiedenis van het Joodse volk, waarin duizenden Israëlieten vanuit Samaria naar Assyrië werden gedeporteerd. Samaria werd Assyrisch. Daar kwamen weer andere mensen te wonen die hun eigen cultuur meebrachten en zich vermengden met de overgebleven Israëlieten.
Toen vertelde hij over de Babylonische ballingschap, 600 jaar voor Christus. De Babyloniërs veroverden Jeruzalem; weer werden er vele Joden gedeporteerd, deze keer naar Babylon.
“En al die tijd kregen mensen kinderen en voedden ze op in hun eigen traditie.”
De geschiedenis van de mensheid laat zien dat er in alle eeuwen groepen mensen werden verdreven of op de vlucht sloegen voor oorlog of vervolging.

Het verhaal dat vanmorgen uit de bijbel werd gelezen ging over de 10 melaatsen uit Samaria, die door Jezus werden genezen van hun huidziekte.
Eén van hen kwam terug om Jezus te bedanken en dat was de enige Samaritaan van het groepje van tien.
“Hij was de enige ‘buitenlander’ in het groepje” vertelde de voorganger.
“Dat hij terugkwam om te bedanken was niet zo gek. De andere 9 moesten volgens de wet naar de tempel voor allerlei rituelen (o.a. een offer), maar hij was na de genezing ineens weer ‘die buitenlander’ en hoorde er niet meer bij.”

Na de viering kreeg ik het met Gerard nog even over de viering.
Wat haalden we er uit?
Gerard was opgevallen dat het leven na de ziekte weer zijn gewone gang ging.
Een ziekte neemt je heel erg in beslag, maar als je die nare periode achter je kunt laten verval je al snel weer in de oude patronen.
Dat gedeelte had ik anders opgevat: ik moest aan de 2e Wereldoorlog denken.
In het verzet tegen de Duitsers vonden mensen met een verschillende levensovertuiging elkaar, maar na de oorlog richtten ‘de zuilen’ zich weer op en was de verdeeldheid weer even groot als voor de oorlog.

In de laatste grote volksverhuizing waar we met elkaar getuige van zijn geweest gaat het om de Oekraïners en wie weet hoeveel Russen hun land inmiddels al zijn ontvlucht.
Hoe gaat het daarna verder?
Ga je weer terug als het veilig is?
Of bouw je een nieuw bestaan op in het gastland.
Wat is dan je identiteit?
Wat is je fundament?
De predikant haalde in zijn verhaal het boek ‘in Europa’ aan van Geert Mak.
Daarin lees je over hoe in de geschiedenis de bevolkingsgroepen zich onophoudelijk met elkaar vermengen.
De eerste generatie Hugenoten bijvoorbeeld die naar Nederland vluchtte sprak Frans en was buitenlander, de nazaten van die generatie weet soms niet eens meer dat hun voorouders ooit Fransozen waren.
De omstandigheden kunnen de fundamenten onder je bestaan wegslaan.
De onderlinge liefde, de liefde van Gods Koninkrijk, zorgt ervoor dat het leven doorgaat.
Want al die tijd kregen mensen kinderen en voedden ze op in hun eigen traditie.

Reageren

26 september: Dinges…..

Gistermorgen stond mijn wekker om 07.45 uur: om 08.45 uur moesten we inzingen met de Cantorij Roden voor de viering gistermorgen in Op de Helte.
Toen ik mijn wekker zette die avond ervoor kreeg ik een melding: ‘Alarm ingesteld voor 5 uur en 45 minuten vanaf nu.’
Oeps. Kort ja.
Het was té gezellig geweest met een paar Havenstappers die zaterdagavond.
Maar ik stond er: gewassen en gestreken.
En het zingen in het koor maakt alles goed; de stukken zaten er goed in.

Op de achterste rij van de cantorij beleef je een viering anders dan als gemeentelid op een willekeurige zondagmorgen.
Ten eerste heb je voor de viering aan al een uur gezongen en ben je om kwart voor tien dringend aan koffie toe, die ook gistermorgen gelukkig weer voor ons klaarstond.
Verder ben je gefocusd op de liederen die je gaat zingen: gaat de inzet gelijk, welke noot moet ik pakken en hoe gaat het 2e couplet ook maar weer?
Als je drie weken de liederen bij het thema van een viering hebt gezongen, valt tijdens de dienst alles op zijn plaats. Ook gistermorgen pasten de muziek en het gesproken woord weer mooi bij elkaar.

In de viering stond de tegenstelling tussen arm en rijk centraal: de rijke en de arme Lazarus.
Ken je het verhaal niet? Lees het via deze link in de basisbijbel on line; beginnen bij vers 19.
In de overdenking wees voorganger Sijbrand van Dijk ons er op dat rijk of arm zijn voor een groot deel bepaald wordt door kans, toeval en geluk.
Waar stond je wieg? Dat maakt een wereld van verschil.
De rijke toont geen enkele empathie met de arme Lazarus die op zijn stoep ligt; hij ziet de man niet eens.
Zelfs in het dodenrijk ziet hij Lazarus niet; hij beschouwt hem nog steeds als zijn hulpje.
“Kan Lazarus niet zijn vinger in water dopen en mijn tong daarmee afkoelen? Kan hij niet naar mijn broers op aarde gaan om te vertellen dat ze het anders moeten doen? Kan hij niet uit de dood opstaan om hen te waarschuwen?” De rijke blijft alleen maar bezig met zijn eigen leven en zijn eigen familie.
Daarom krijgt die rijke in dit verhaal ook geen naam.
Wie zich niet bekommert om zijn naaste is een Dinges……hoe-heet-ie-ook-alweer, doet-er-niet-toe.
De onderliggende boodschap gistermorgen was: eindig niet zonder naam; geef antwoord op de roep van mensen die het minder hebben dan jij.

Wat weer een indringend verhaal.
Wil je het ook horen?
Of wil je onze cantorij horen zingen?
Je kunt de viering terugluisteren via het YouTubekanaal van onze PKN-gemeente.

Na de koffie sprak ik een mannelijk gemeentelid.
“Heb jij nog geen zin om bij onze cantorij te komen zingen?’
Hij antwoordde met een twinkeling in de ogen: “As julle allent maor psaalms zingt gao ik ok met doen!”
Niet dus….
Ben je man of ken je een man die laag zingt en bij ons de baspartij wil komen versterken?
Welkom!

Reageren

Pagina 9 van 50

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén