een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 100 van 263

25 april: De goede herder? Of de goede manager?

Een overbekend bijbels beeld stond vanmorgen centraal in de viering vanuit de Catharina kerk.  Jezus als goede herder, als tegenhanger van de huurling die niet goed is voor de schapen.

Tegenwoordig zou die ‘huurling’ een uitzendkracht zijn of een ZZP’er, merkte voorganger Walter Meijles daarover op.
Hij sloeg ons in zijn overdenking om de oren met de realiteit van onze huidige maatschappij.

Het vak van herder zijn is iets dat zich maar moeilijk laat inpassen in onze economische principes. Want bij ons gaat het om een kosten-batenanalyse en daar wordt alles op afgewogen.
Alles.
Wat brengt het op?  Wat kost het?
Hoe zorgen we voor een maximale opbrengst, waarbij het het zo weinig mogelijk kost?
Kosten moeten geminimaliseerd, de opbrengst moet gemaximaliseerd, het productieproces moet geoptimaliseerd en de concurrentie? Die moet worden uitgerangeerd.

Herder? Manager? Politicus? Jurist?

Hoe zou Jezus zichzelf in deze tijd noemen? Jezus, de goede manager? De goede jurist? De goede politicus? Goed staat dan tegenover de huurling die er vandoor gaat als het spannend wordt, die zichzelf verrijkt en onbetrouwbaar is in zijn werk.
Een goede manager/jurist/politicus zet zich in voor het grote belang, is zorgzaam en heeft oog voor de ander, voor het kwestbare individu.

Onze wereld is vol met huurlingen. Onze wereldeconomie  is gebaseerd op het principe van de huurling.
Valt voor jou als individu de balans van jouw kosten/batenplaatje in je nadeel, dan heb je het nakijken.

Hoe staan wij daar in?
Ook huurlingen? Hoe fungeren wij op ons werk? In de buurt? Hoe gaan we om met onze leefomgeving?
Kijken wij in ons dagelijks leven ook vooral naar de kosten/baten?
“What’s in it for me?”
Over de antwoorden mogen we deze week nadenken.

Gerard was vanmorgen ouderling van dienst; wij gingen dus vanmorgen weer eens samen ter kerke.
Omdat we met z’n tweeën aanwezig waren mochten we een aantal liederen zingen; niet met gitaar, maar met pianobegeleiding van Arjan.
Voelde heel luxe….. kon ik me helemaal op het zingen richten en hoefde niet te letten op lastige akkoorden.
Het was voor ons een feest om aan deze kerkdienst op zondag Jubilate (Jubelt) mee te werken.

Toen we na afloop nog even stonden na te praten bleek dat er een onderdeel in de kerkdienst was vergeten.
Het filmpje van Dolly de logeerduif was niet afgespeeld: we hadden de avonturen van Dolly van deze week gemist.
De video is al wel te bekijken op de PKN-website (klik op deze link)  en volgende week: dan hebben twee filmpjes van Dolly!

Wil de viering nog terugkijken? Kerkomroep of YouTube
Twee ’tips van Aaltje’: de video ‘Lente in Drenthe’ tijdens het lied Breek aarde uit in jubelzangen en het stuk dat Arjan speelde tijdens de collecte.
Zo mooi; Aaltje zat al weer in tranen.

Reageren

23 april: Slagroom. Met voorbedachte rade.

Als je een beetje bekend bent in Roden, dan weet je waar de foto rechts is genomen.
Het is een beeldje van de buurkinderen Ot en Sien uit de kinderboekenserie van Scheepstra/Jetses; het staat op de Brink in Roden.
Ot en Sien gaan met hun tijd mee…..

Als je een beetje bekend bent in Roden weet je ook dat mijn vaste supermarkt Jumbo gaat uitbreiden en dat ze daarom een poosje in een ander pand zitten om hun eigen gebouw flink te verbouwen. Het afgelopen weekend waren ze dicht, dus op maandag ging ik naar Albert Heijn.
Gewoontegetrouw wilde ik een scanner pakken, maar dat kon alleen als je een bonuskaart had; dan staat Albert bij mij al weer met tien punten achter.
Op woensdag ging de Jumbo weer open op de tijdelijke locatie.

Als je een beetje bekend bent met mijn hang naar structuur, dan begrijp je dat ik niet blij word van een supermarkt waar dingen ineens allemaal ergens anders staan.
Daarom had ik een strategie bedacht: op donderdagmorgen ging ik boodschappen doen met maar 8 dingen op mijn lijstje, dan kon ik op mijn gemak de nieuwe winkel verkennen en mij alvast voorbereiden op een nieuwe winkelvolgorde.
Jumbo heeft kennelijk meer klanten zoals ik, want er lagen al plattegrondjes klaar.
Er stonden geen dwingende pijlen meer op de grond die de looproute aangeven, dus ik mocht zelf bepalen waar ik langs liep.

De meeste dingen kon ik vinden, maar ik moest zoeken naar groene pesto.
Onderweg daar naar toe kwam ik Willem tegen: zuchtend, zoekend en turend over zijn bril.
“Als je 60+ bent worden deze dingen alleen maar moeilijker. Waar liggen de wraps nou, weet jij dat?”
Nee, maar ik liep er toevallig langs en wees ze hem aan.
Plusje verdiend bij Willem.
Toen ik de pesto uiteindelijk had gevonden was ik m’n boodschappenkar kwijt…..

Bij de kassa had ik net geen € 25,= gescoord, dus ik verwachtte dat ik het gratis appeltaartje bij die besteding zou missen, maar ik kreeg er toch een.
Lekker ja! Kon ook best in de diepvries volgens ex-buuf bij de kassa.

……aangepast aan de plattegrond…

Vanmorgen ging ik op pad voor de rest van de boodschappen.
Het standaard boodschappenlijstje had ik aangepast aan de volgorde op het plattegrondje.
Het tijdelijke pand is kleiner dan de vorige Jumbo, dus het is krap in de gangpaden.
Zonder dwingende looprichtingpijlen doet ieder wat goed is in zijn ogen: als er een kar aan de linkerkant én aan de rechterkant van het pad staat kan er niemand meer door.
Dus iemand die zoekend naar een artikel bij zijn kar staat, staat al gauw in de weg.
Ook even met iemand bijpraten die je een tijdje niet gezien hebt leidt al snel tot irritatie bij andere winkelaars.
De eigen slagerij is niet mee verhuisd en de eigen bakkerij ook niet; dat leverde veel teleurstelling op, maar ons werd verzekerd dat dit maar voor een half jaar is, in de nieuwe winkel zijn bakker en slager weer present.

Kom Kees, het is maar tijdelijk.
Het personeel doet ontzettend zijn best; ik realiseer me maar al te goed dat het voor hen ook niet meevalt.
Ik ben na een uur weer weg, maar zij zitten de hele dag in het gemopper, het gezoek en steeds dezelfde opmerkingen.
“O, wat is’t ja aans allemaole, wat ja vervelend!”

Ja. Niet zeuren, je doet maar een beetje je best.
Daarom krijg je ook een gratis appeltaartje; het werd wederom in dank aanvaard.
Er lag ook een bekertje slagroom in mijn kar.
Met voorbedachte rade meegenomen.

Reageren

20 april: Lezer van de maand – Wieger Vonk

Hoe kennen wij elkaar?
Er is  niet echt een vast beginpunt aan te wijzen. Onze zoon en de dochter van Ada en Gerard zaten samen in een vriendengroep en zo is het gekomen. Ook hebben wij elkaar toevallig in een zomervakantie ontmoet in de catacomben onder het koor van de Dom in Trier. Wij liepen daar en plotseling zagen we Frea. ‘Hé, wat doe jij hier’. De ontmoeting met de familie Waninge was erg leuk. En natuurlijk zingen Ada en ik samen in de cantorij.

Waar en wanneer ben je geboren?
Op 8 mei 1957 in Oudega, gemeente Smallingerland (Drachten en omgeving). Mijn Friese roots voel ik nog steeds. In 2019 heb ik in Leeuwarden gewerkt en daar heb ik mijn Fries mooi kunnen bijspijkeren. Het horen en spreken van de taal geeft me ook een goed gevoel: de taal die mijn vader en moeder met elkaar en met ons spraken is me erg vertrouwd en dierbaar.

Verliefd? Getrouwd?
Beiden. Al 42 jaar met Tineke. Samen hebben we 3 kinderen en 5 kleinkinderen en één op komst.

In welke levensfase zit je nu? Hoe vul je je dagen?
Met Tineke samen proberen we onze levens inhoud te geven. Zorg en aandacht voor elkaar, onze kinderen en kleinkinderen, mijn schoonmoeder en familie en vrienden. We zingen beiden graag en sinds een paar jaar met veel plezier samen in de cantorij. Helaas is dat door corona tot stilstand gekomen net zoals veel ander activiteiten. Ook trekken we er samen graag op uit met de caravan. Met de zomer in aantocht heb ik daar wel weer zin in.

Mijn hele werkzame leven werk ik in de ICT. De afgelopen 5 jaar heb ik veel gereisd voor opdrachten in het midden van het land maar het thuiswerken maakt reizen gelukkig overbodig. In deze thuiswerkperiode ben ik gestart met een nieuwe opdracht en het valt me op hoe snel je vertrouwd raakt met nieuwe collega’s: nog nooit in levende lijve gezien of gesproken maar toch wel erg vertrouwd met goede gesprekken ook in moeilijke tijden van persoonlijke problemen of overlijden.


Wat wil je graag met de lezers delen?
Ik heb een brede interesse, ik volg de actualiteit, ben actief o.a. in de kerk, ik ga graag op mijn crossfiets een eind fietsen rond Roden. Ook lees ik – als ik er tijd voor heb – graag een boek.  Kortom: het is moeilijk kiezen ‘wat wil ik met jullie delen’.

Maar om toch een punt te pakken: ik las altijd graag romans maar de laatste tijd lees ik steeds vaker non-fictie. Een familiekroniek, een historische roman of een reisboek door de geschiedenis. Door het lezen raak je geïnteresseerd in de levens van anderen, wat waren de drijfveren voor het handelen van deze mensen  en hoe heeft de geschiedenis zich ontwikkeld.
Het leuke daarvan is dat je heel veel op internet kunt vinden. Over de personen, plaatsen en achtergronden. Je kunt het verhaal van de hoofdpersoon uit het boek, de mensen die hij ontmoet en de activiteiten die hij onderneemt in groter verband terugvinden op b.v. Wikipedia. Hoe waren de verhoudingen tussen landen en groepen mensen die je ook in het boek leest. Je kunt gewoon op Google Maps de locaties virtueel bezoeken, je kunt kijken hoe de plaatsen uit het boek er nu uitzien.
Aanraders zijn ‘De stamhouder’ geschreven door Alexander Münninghoff en ‘De ommegang’ van Jan van Aken.

Ook leuk in deze coronatijd: op YouTube kijken naar ‘dingen die niet waar lijken te zijn’. Een mooi voorbeeld is deze video. Verbaast u niet, verwondert u slechts.
Of ga eens virtueel ‘rondwandelen’ door een museum.

Een verrijking van mijn leven zijn de kleinkinderen (klik op de foto voor een vergroting). Opvallend is de verscheidenheid in karakters: de één bedachtzaam in handelen en spreken en de ander rad sprekend, hupsend en spontaan. De jongsten moeten zich nog ontwikkelen maar allen zijn ze me dierbaar.
Een klein voorval wil ik jullie niet onthouden. We hadden een houten tuinbankje gekocht. Die werd in onderdelen geleverd en moest nog in elkaar gezet worden. Het past natuurlijk maar op één manier in elkaar, de gaten voor de schroeven moeten op de goede plek komen, links en rechts moeten goed. Een mooie bouwtekening is meegeleverd. Mijn kleinzoon helpt me. Samen overleggen en proberen. Het past niet. Ik vraag hem ‘wat gaat er fout’? Ik zie hem denken, kijken op het papier en naar het tuinbankje in wording. Ik zie zijn hoofd draaien, zijn romp en zijn hele lijfje draait mee. ‘Het moet andersom’. Het ruimtelijk inzicht is er wel maar de juiste woorden nog niet: ‘het zit in spiegelbeeld in elkaar’. Samen genieten.

Reageren

19 april: Zwaarden en ploegscharen.

Iedereen kent wel de uitdrukking ‘zwaarden omsmeden  tot ploegscharen’. Gistermorgen hoorden we die woorden van de profeet Micha in combinatie met het verhaal van Petrus,  aan wie Jezus drie keer vraagt “Heb jij mij lief?”
Petrus had voor Jezus’ dood keihard ontkend dat hij bij Jezus hoorde; hij had zelfs gezegd dat hij hem helemaal niet kende!
Jezus maakt hem geen verwijten,  er vallen geen woorden als “Weet je wel wat dat voor mij betekende?” maar de liefde wordt benadrukt.

Voorganger Sijbrand van Dijk legde het  aan de hand van een voorbeeld uit.
Een moeder en een dochter hebben vreselijke ruzie gehad en hebben elkaar  al maanden niet gezien.
Dan komt het gemis en daarmee het verlangen om elkaar weer te zien. Als er sprake kan zijn van toenadering en vergeving,  is de liefde sterker dan de wrok en boosheid.
Daarbij is het belangrijk dat je je innerlijke zwaarden omsmeed  tot ploegscharen.
Dus niet oeverloos herhalen wat er verkeerd is gegaan, niet snijden met het zwaard, maar aan het werk met de ploegscharen.
Goed verhaal.

Natuurlijk valt er nog meer te vertellen over de viering van gistermorgen.
De avonturen van Dolly de logeerduif bijvoorbeeld.
De mooie stukken van F. Liszt en J. S. Bach,  uitgevoerd door Erwin op piano en orgel en de indringende woorden van bisschop Tutu.
Alles nog eens terug kijken?  Dat kan via kerkomroep. (Catharinakerk, 18 april,10.00 uur).
Hier wou ik het voor wat betreft de kerkdienst maar bij laten.

Na deze preek krijgen de zwaarden en ploegscharen voor mij een andere dimensie.
Daarbij dacht ik altijd aan vechten/oorlog voeren omzetten in samenwerken.
Dat beeld is breder geworden omdat de predikant het vanmorgen dichter bij mezelf bracht.
Je innerlijke zwaard/scherpe kant omvormen tot een werktuig waarmee je in liefde kunt werken aan vergeving van jezelf en van de ander.
Net als Petrus.
Want wat had hij een spijt en een wroeging.
Je innerlijke zwaard kan ook jezelf verwonden.
De houding van een ander in een conflict is belangrijk maar ook je eigen opstelling.
Dan is vooral de vraag “Hou je van mij?”  belangrijk.

Reageren

18 april: Brits, stijlvol en prachtig.

Youp van ’t Hek schreef in zijn wekelijkse column iets over de uitvaart van prins Philip zaterdagmiddag.
“Ik ken mensen die er vanmiddag voor gaan zitten. En gezien hun mislukte levens gun ik ze dit verzetje ook wel.”
Youp kent mij niet, maar ik ben ook zo’n mens.

Mijn telefoon zette ik uit, pakte er een haakwerkje bij en ik heb anderhalf uur zitten kijken.
Het eerste stuk was met veel ceremonieel omgeven. Op de maat van de gedragen muziek van het muziekkorps schreed men statig met de kist naar de kapel.
Ondertussen zag ik de mooie beelden van Windsor Castle; wat een plaatje.

Er was geen koor, maar vier solisten zongen prachtige muziek.
Het eerste lied, ‘Eternal Father’ raakte gelijk een gevoelige snaar.
“Even Dick appen* ” dacht ik, maar mijn telefoon stond uit.
De eerste lezing was uit ’the Ecclesiastics’. Huh? Is dat een bijbelboek?
Internet bracht mij bij ‘Prediker’, maar iemand die er meer verstand van heeft mag het zeggen.
Ook de andere liederen die ten gehore werden gebracht werden haast perfect vertolkt.

En toen was daar aan het einde van de dienst ineens één doedelzak.
Die stond onder een ander gewelf. Daar kreeg ik werkelijk het kippenvel van op mijn armen.
Even later werd door een aantal trompetten ‘The Last post’ gespeeld, wat bij ons altijd op 4 mei klinkt tijdens de dodenherdenking.
Het was allemaal heel Brits, heel stijlvol en heel prachtig.

Toen het volkslied werd gezongen kregen we even queen Elizabeth te zien.
Een breekbaar oudje in het zwart; verborgen achter een mondkapje en een hoed.
Helemaal alleen.
Door de Engelse coronaregels mogen huishoudens zich nog steeds niet mengen en dan zit de weduwe/weduwnaar tijdens zo’n plechtigheid alleen.
Dat beeld bij die pompeuze muziek en in mijn hoofd de tekst ‘Gohod save the Queen!’ het contrast kon niet groter zijn.

Bij de nabespreking van de NOS -uitzending vonden de dames het jammer dat ze geen emoties hadden gezien.
Dat we zo weinig hadden gezien van de familieleden.
Dat het zo sober en weinig persoonlijk was.
Allemaal waar; maar hadden ze echt anders verwacht?

Eerlijk gezegd hoef ik niet iedereen zien huilen.
We hebben allemaal de beelden nog op ons netvlies van de gebroken Beatrix op de begrafenis van Claus, wachtend aan de arm van Friso voor ze de grafkelder in mocht.
Op dat moment tv-camera’s, dat moet je mensen niet aan doen.
Toen mijn vader overleed en wij met onze verdrietige moeder de begrafenisplechtigheid bijwoonden, moest ik aan Beatrix en haar zonen denken en prees me gelukkig dat er die verschrikkelijke dag in maart 2008 geen camera’s waren.

Om 17.00 uur was de plechtigheid afgelopen.
“Nu Dick appen.”
Toen ik mijn telefoon aanzette had ik al een appje.
Van Dick 😉

Toen moest ik weer verder met mijn mislukte leven.
Ik ging een hartige taart maken met zalm!

* Waarom moest ik Dick appen? Lees hiervoor het blog ‘Lied gemist’ uit 2017.

Naschrift: maandag 19 april kreeg ik een column toegestuurd uit Trouw, geschreven door Stevo Akkerman.
Daarin staat meer informatie over de schriftlezing.
Hiernaast een afbeelding van dat verhaal, klik op de foto voor een vergroting, dan kun je het lezen.

Reageren

17 april: Nu nog?!? – 2 In kaart brengen.

“O, dan moet je vast ook gipshappen! Dat moest ik vroeger ook. Zo erg!”
Carlijn verheugde zich er als het ware al op toen ik vertelde dat ik vrijdagmiddag voor mijn eerste ‘ortho-afspraak’ bij de tandarts moest zijn.
Maar we zijn al meer dan 15 jaar verder in de tijd en onze tandarts doet niet meer aan gipshappen: er wordt een scan gemaakt van je gebit.

De afspraak heette ‘in kaart brengen’.
Het zou al met al ongeveer drie kwartier gaan duren.

Eerst werden er gewone foto’s gemaakt met een spiegelreflex-camera; voor- en zijaanzicht.
Je krijgt nog net geen nummerbordje onder je kin.
Daarna werden er foto’s gemaakt van het gebit: bovenkaak en onderkaak.
Vervolgens werd ik opgehaald door de assistente die mij meenam naar een kamertje waar twee soorten röntgenfoto’s van mijn kaken werden gemaakt.
Die foto’s mocht ik ook even zien op het scherm. Raar hoor. Dan zie je je eigen schedel en hoe je tanden en kiezen in je kaak zitten.
Het laatste deel van de behandeling zou even duren: met een klein cameraatje werd er een scan gemaakt van mijn hele gebit.
Je krijgt tegenwoordig bij iedere behandeling een soort rubberen mondopener over je lippen geplaatst, waardoor je mond automatisch al wat open gaat en de tandarts wat eenvoudiger bij je gebit kan komen. Niet fijn; je lippen worden behoorlijk opgerekt.

Het scannen is op zich niet pijnlijk, hooguit wat ongemakkelijk.
Het cameraatje moet alle tanden en kiezen bijlangs en achter in de mond is nu eenmaal weinig ruimte; niet alleen de lippen maar ook de wangen worden op deze manier wat uitgerekt.
Toen het bijna klaar was vond de computer waar die camera op  was aangesloten dat het welletjes was en ging op zwart.
Dus.
Het bleef lang stil en ondertussen lag ik te wachten met een uitgerekte, geopende mond.

“Nu moeten we hem eerst helemaal opnieuw opstarten. En dan maar kijken wat hij heeft geregistreerd.”
Het duurde erg lang allemaal. De mondopener mocht er even uit en de stoel ging omhoog.
Het ligt bij de tandarts toch nooit zo lekker als in je tuinstoel achter het huis, ik was blij dat ik mijn nek/schouders even kon ontspannen.
Het duurde echt even voordat de computer weer zover was dat ik verder geholpen kon worden en toen was het met een minuut of tien ook bekeken.
Drie kwartier was anderhalf uur geworden.
Misschien was gipshappen toch minder erg geweest…..

Aan de hand van het fotoboek dat de tandarts gaat maken wordt bekeken wat het behandelplan gaat worden; het plan en de begroting van de kosten daarvan worden ons de komende week toegestuurd.
Op 1 juni heb ik de volgende afspraak.
Word je op je 60e nog gepland in het ‘orthoblok’ in de agenda.
Die afspraak heet ‘Wat gaan we doen?’

Benieuwd naar het hele orthodontietraject?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen.

Reageren

16 april: Zeurgedachten & gemengd paars.

“Er zijn geen nieuwe kaarsen meer” constateerde ik van de week.
“Moet je even naar de Hema” bedacht Gerard.

Ja.
Dat weet ik ook wel.
Maar het is zo’n gedoe in coronatijd.  Je moet een afspraak maken. En wanneer kan het dan.
Zeurgedachten; ook ik heb er last van.
Gistermiddag belde ik. Eigenlijk kon ik gelijk terecht; het was helemaal niet druk,  ik moest me alleen even aanmelden bij de eerste kassa.
Een half uur later liep ik helemaal alleen in de Hema in Roden; twee andere klanten heb ik gezien in het halve uur dat ik er was.
Het restaurant was ingericht als een soort koopjesmarkt: alles voor -70%.

Na een jaar corona loop ik onwennig door de gangpaden.  Als ik de kaarsen en wat andere kleine dingen afreken maak ik een praatje met het meisje achter de kassa. “Hoe is het voor jullie?” vraag ik. “Veel te rustig” zegt ze gelaten. “Niks aan zo; de mensen durven niet lijkt het wel. ”
En misschien ook last van zeurgedachten…..

Als ik de Hema uitloop ontmoet ik Femmie, Margreet en Sjoukje. Ken ik allemaal van de kerk, “Ben jij al geprikt” is de eerste vraag die we elkaar tegenwoordig stellen. We staan gegroepeerd rondom een plantenbak met minstens twee meter tussen ons in; na vijf minuten is het alweer knoetergezellig. Er  worden ervaringen uitgewisseld,  verhalen verteld,  gegiebeld en nieuwtjes gedeeld.  We staan gigantisch in de weg en genieten even van dit moment.  “Wat missen we dit,  hè” constateerden we wat spijtig.  Want ‘we’ zijn er nog lang niet.

Bovenstaande momenten kleurden mijn dag,  maar de waarde van de dag was de app die ik kreeg van de manager van Team290, de afdeling waar ik sinds januari voor werk.  Als secretaresses kregen we allemaal een foto van een bos bloemen met de volgende tekst: ‘Natuurlijk. Het is secretaressedag. Een week eerder dan ik dacht. Ook los daarvan vind ik het fijn dat jullie je zo inzetten in deze ingewikkelde coronatijd. Echt alle waardering!’
We krijgen volgende week nog een kleine attentie, maar eigenlijk vind ik het compliment al voldoende.  Managers eerder in mijn werkzame leven vergaten het ook wel eens; ik hecht meer waarde aan een goed jaargesprek dan aan een verplichte bos bloemen op secretaresse dag.

Over bloemen gesproken: met de kwetterende dames stond ik bij de bloemenwinkel tegenover de Hema.
Daar zag ik een mooi, gemengd paars bloemetje; dat kocht ik en het staat nu te geuren op onze buitentafel.
Gisteren kreeg ik zo’n Google-melding: bekijk de foto’s van vorig jaar op deze dag.
Zat ik een zomerjurk aan het ontbijt!
Vanmorgen besliste ik dat het NU voorjaar is.
Een uur zat ik buiten in de zon.
Bij mijn gemengd, paarse bloemetje.
Lente!

Reageren

15 april: Blogbouwstenen (1) – ‘De rest’ van Daniël Lohues.

Onze vaste computer staat in de woonkeuken op een bureaublad  met kastjes ernaast en erboven.
Eigenlijk is het mijn bureau, want Gerard heeft boven een eigen kantoor met een laptop en twee schermen.
Het bureau met die PC is een plek waar ik graag zit: ik handel mijn mail af, schrijf voor ‘de Waarde van de dag’ en de PKN-website, maak fotoboeken en luister dan graag naar Radio 5 of Spotify.
Moet ik oefenen voor de cantorij dan doe ik dat daar ook, mijn muziekboeken etc. heb ik daar bij de hand,
In het bakje ‘Aaltje’ zit een plastic mapje waar op staat: ‘Blogbouwstenen? Dagjes uit?’
Daarin verzamel ik artikeltjes, kalenderblaadjes en aantekeningen waar ik misschien ooit nog eens wat mee wil.
Zo ligt er bijvoorbeeld een blaadje in van de scheurkalender die we in 2018 hadden over de historische binnenstad van Enkhuizen met een notitie van Maarten van Rossem daarover.
Dat blaadje valt onder de categorie ‘Dagje uit’. Daar gaan we nog eens heen en vervolgens schrijf ik een blog over hoe het was.
Het mapje kwam deze week bij een opruimronde even weer boven water en ik bedacht dat ik daar wel wat mee kon.
Het vormt de basis voor een nieuwe blogserie ‘Blogbouwstenen’, vandaag dus deel 1.

Dat ik een liefhebber ben van de muziek van Daniël Lohues is geen geheim en ook zijn column in de zaterdagkrant mis ik nooit.
In het bovengenoemde mapje zat een column van zijn hand van 25 november 2017, drie en een half jaar geleden al weer.
Toen ik het verhaaltje opnieuw las wist ik ook weer waarom het me zo aansprak.
Het gaat over de gewoonte van mensen in de Randstad om alles wat buiten hun regio ligt te betitelen als ‘uit de provincie’.
Ik citeer: ‘Ze noemen alles wat buiten de Randstad ligt dus ‘de rest van Nederland’. Maar als heel Nederland ‘de provincie’ is, dan is toch juist eigenlijk het stukje wat Randstad heet ‘de rest van het land’?

Even verderop heeft hij het over ‘de verstikkende monocultuur van hun grootstedelijke bubbel’.
Na drie en een half jaar komt weer hetzelfde sentiment in mij naar boven.
Wat heeft die man gelijk.
Wat ben ik het met hem eens.
En is er anno 2021 iets verbeterd?
Je mag het zelf beoordelen: hierbij een link naar ‘De rest’.

Reageren

14 april: Ruinen 7 – Coucangé.

Op de zaterdag van ons weekend in Ruinen maakten we weer een fietstocht, maar deze keer langs Koekange en Echten, de andere kant op dus.
In Koekange was ik nog nooit geweest. Ooit had ik iemand op mijn werk horen zeggen dat hij op vakantie naar Coucangé ging. Dat klonk Frans dus ik vroeg hem waar dat lag in Frankrijk.
“Klinkt Frans en duur, maar ligt gewoon naast Hoogeveen” was het antwoord destijds.
O. Haha.

Koekange dus.
Wat moet je je er van voorstellen?
Dit vond ik er over op Wikipedia:

Koekange is een randveenontginning, ontstaan in de middeleeuwen in het Echtenerveen.
Het wordt voor het eerst vermeld in 1290; in 1331 kreeg Koekange toestemming om een eigen kerk te bouwen.
Koekange betekent, (net als die van het Utrechtse Kockengen) Luilekkerland (Pais de Cocagne, in het Middelnederlands Cockaengen).
De naam werd door de ontginners gegeven om de veenontginning in een positief daglicht te stellen en troost te bieden tegen de bitterheid van het dagelijks bestaan.

Zoals wel vaker: het was mooier dan ik op voorhand had gedacht. Toen we het dorp in fietsten ontwaarden we een landgoedachtig huis, waar we even van de fiets afstapten.
Het landgoed heette ‘Welgelegen’ en bood meerdere mogelijkheden: het ‘Blikmuseum’ was er gevestigd, het was een B&B, er was een minicamping, je paard kon er ook overnachten in een pensionstalling én het was ook nog een theeschenkerij. Op het erf sprak ik even met de eigenaresse; nee, het waren slechte tijden. De gasten lieten het afweten en het museum en de theeschenkerij mochten niet open in verband met de coronaregels.
Ze oogde wat triest en daar was ook alle reden voor. Als je gewoon iedere maand je salaris op je rekening krijgt gestort heb je geen idee van wat deze crisis voor ondernemers in de toeristenbranche betekent. Hierbij een link naar hun website.
We fietsten door Koekange heen en het was een lust voor het oog.
Mooie huizen met een landelijke uitstraling, mooie tuinen, het geheel kon zo dienen als decor in het blad ‘Landleven’.

Onderweg zagen we een bordje met ‘Koekangerveld’ erop.
Daar was iets mee wist ik me te herinneren.
Iets met moord.
IJe Wiekstra? Nee, dat was in Kornhorn.
Tijdens onze fietstocht kwam ik er niet op, dat moest ik thuis even nazoeken.
Internet weet het antwoord op alle vragen, dus ook op deze: het was de roofmoord op Hendrik Bakker (60) zijn huishoudster Hendrikje Bierman (30) en zijn knecht Jan Winters (20) in 1909.
De moord is nooit opgelost, maar spreekt nog steeds tot de verbeelding.
Hele verhaal lezen? Hierbij een link naar een artikel over de drievoudige moord op de website van de Historische vereniging De Wijk/Koekange.

Fietsend door de omgeving van Ruinen kom je door dorpjes die er nog net zo uit zien als honderd jaar geleden; men noemt dat cultuurlandschap.
Buiten de kleine nederzettingen liggen de akkers (essen), daaromheen vooral heide en bossen. Hees (gehucht onder Ruinen) is een mooi voorbeeld daarvan: je waant je echt honderd jaar terug in de tijd.
Op onze elektrische fietsen……ja hoor, ja.

Benieuwd naar de andere delen uit de ‘Ruinen-blogreeks’?
1. Van schaatsijs naar softijs.  
2. B&B ‘de Beddestee’
3. Wel honderd lammetjes! 
4. Fietstocht Dwingelderveld
5. Allemaal familie
6. Ommetje met Bram de Ram
7. Coucangé 

Wat in het vat zit:

8. Van landgoed naar plaggenhut
9. Gehaakt lampionnetje

Reageren

13 april: Bier, kaas en nog wat (2)

Vrijdagmiddag had ik Frea aan de telefoon. “Moeten we er niet nog iets bij organiseren voor morgenavond (de bier-en kaasproeverij)? Een quiz of zo?”

Goed idee ja.  We spraken af dat we allebei een simpele PowerPoint zouden maken.  Het leek mij leuk om wat fotomomenten uit ons familiearchief te selecteren waarover twee vragen beantwoord moesten worden: wanneer was dit en waar was dit. We zagen een piepjonge Wim voor het eerst op ons Sinterklaasfeest in 2009, Gerard en Jon stralend in de polyp in de eerste Rodermarktweek van Jon in Nederland,  de hele club op het Dierentuinterras in 2020 en nog 10 andere,  onvergetelijke momenten.  Heel leuk om zo even collectief herinneringen op te halen en je te realiseren hoe snel de tijd gaat.

Frea had een quiz bedacht over fabeldieren en pokemons. Op voorhand dacht ik dat ik daar niet aan mee zou kunnen doen: wat weet ik nou van pokemons? Maar het was verrassend leuk! Frea  beschreef  een wezen: dan moesten wij oordelen of dat een cryptid (mytisch wezen) was of een Pokemon.  Gerard en ik waren al blij als we een goede keuze hadden gemaakt,  maar sommigen wisten zelfs de naam van zo’n wezen.

Het tweede deel van de opdracht was steeds: teken dit wezen. Dat viel nog niet mee.  Het was al fijn als je een voorstelling had van het ding: bij het monster van Loch  Ness bijvoorbeeld had ik wel een idee. Maar wie weet wie ‘Mothman’ is?  Hoe het huis van de heks Baba Yaga er uit ziet? Of  waar de wortels van de alruinplant op lijken? Als je iets had getekend maakte je daar een foto van en stuurde die in de groepsapp; zo zag je wat iedereen had getekend.  Frea was de jury; het was hilarisch.
Harriët had een tekening gemaakt van ‘Loch Nessie’ en daarbij gezet: ‘It’s not easy being famous and introvert….’ en vond eigenlijk dat ze extra punten verdiende omdat ze aandacht had gehad voor het emotionele aspect.
Het huis van Baba Yaga staat op vogelpoten. Sommigen wisten dat ook…..die hadden zelfs het tuintje erbij getekend waar schedels fungeren als omheining.
Mijn tekening stak daarbij wat af: tekenen is sowieso niet mijn sterkste kant en mijn verbeelding zit qua sprookjes meer op het niveau van Piggelmee. Vandaar zo’n huisje.

We gebruiken zo’n avond natuurlijk ook om even bij te praten. We kregen het o.a. over leuke TV-series. “Wat is een leuke Netflix serie voor ons? ” Jon dacht ’the Pirate Kingdom’ maar Frea  kent ons al wat langer en zat druk ‘nee’-gebarend naast hem.  Almelo constateerde droogjes: “Die doventolk naast je zegt iets anders… ”

Hoe later op de avond,  hoe moeilijker het werd.  We moesten immers ook tussendoor bier proeven.  Jon had soms ook nog wat moeite met  onze lastige taal.  “Eeeh… even een vraagje: wat is een struikgewas?”

We raken steeds meer gewend aan dit soort gezamenlijke online-feestjes en hebben er zaterdagavond dan ook erg van genoten. We hadden niet drie,  maar vier schermen: de katten Sam en Tobi hadden hun eigen ‘CAT-cam’. Sam werd uitgebreid geborsteld door Carlijn.  Op een gegeven moment hoorden we Frea zeggen: “Nee,  geen scheiding op zijn hoofd kammen…! ” Arme Sam.
Tobi zagen we de hele avond niet, maar die is zwart en de bank ook.

Reageren

Pagina 100 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén