een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 102 van 263

30 maart: Stille week.

Deze week voor Pasen heet in de kerk ‘de Stille week’.
Als we gewoon met de cantorij mogen zingen is het heel druk in deze periode; we werken vaak mee aan meerdere vieringen in de Paascyclus.
Maar ook dit jaar wordt er niet in koor gezongen.
Het gemis is groot, maar ik zoek andere wegen.

Gistermiddag liep ik naar de Brink om een bezoek te brengen aan de Catharinakerk.
Deze week is de kerk twee keer per dag open voor stiltemomenten. (voor meer info zie: Verstillend op weg naar Pasen
Steek een kaarsje aan en voel de oase van rust’ stond in de uitnodiging en dat heb ik gedaan.

Woensdagavond ga ik met twee dochters de uitvoering van ‘de Matthäuspassion’ van de Nederlandse Bachvereniging bekijken.
In Groningen, Roden en Almelo toch samen kijken door tegelijkertijd de uitvoering aan te zetten en telefonisch met elkaar in contact te zijn.
Verder volgen Gerard en ik alle on-line vieringen van onze PKN-gemeente op Witte donderdag, Goede vrijdag, Stille zaterdag en op zondag 1e Paasdag.

Verder heb ik de afgelopen  dagen geluisterd naar twee podcast-series, allebei op NPO 4.
De eerste heet: ‘Ontdek de Matthäuspassion van binnenuit’
In deze podcast gidst violist en Matthäuskenner Carel den Hertog je met presentator Lex Bohlmeijer door de onmetelijke rijkdom van de Matthäus-Passion.
Ook al heb ik het stuk al vaak gehoord, ik ben er niet mee opgegroeid, dus heel veel van wat ik in deze podcast hoorde wist ik nog niet. Prachtig was het.
De tweede serie is getiteld: Meer dan Matthäus’ en gaat over ándere muziek voor de passietijd. Je hoort fragmenten van wereldberoemde muziek, zoals het Stabat Mater van Pergolesi en het Miserere van Allegri, maar je ontdekt ook onbekende werken zoals de Matthäus-Passion van Theile, een Corsicaans Stabat Mater en de klaagliederen van Ernst Krenek. Het is een podcast met verhalen, muziekgeschiedenis en verrassende anekdotes, maar vooral met de mooiste muziek geschreven voor de passietijd.
Een mooie combi van kerkgeschiedenis en klassieke muziek.

Tenslotte wil ik nog graag aandacht vragen voor een beamer-presentatie die is opgenomen door de Vrouwengroep Verbinding en de PCOB van onze PKN-gemeente.
Vanaf vandaag is die presentatie, een soort passie-paasviering, te bekijken via kerkomroep (Catharinakerk 29 maart) en het YouTubekanaal van de Catharinakerk.
In de uitnodiging staat dat de presentatie is gemaakt met plaatselijke muzikale talenten en ik mag alvast een tipje van de sluier oplichten: er speelt een blazersensemble van Chr. Muziekvereniging ‘Oranje’ mee en Gerard en ik hebben zondagmorgen na de palmpasenviering een aantal liederen ingezongen die in de beamerpresentatie zijn opgenomen.

Met dit blog over mijn beleving in deze dagen wil ik jullie graag een ‘goede week’ en  mooie paasdagen wensen!

Reageren

29 maart: Zilveren randje.

Komend weekend beginnen ze in het UMCG met het vaccineren.  Ik kon mij aanmelden en heb gekozen voor zondagmiddag om 14.00 uur. Yes!’
Deze tekst stuurde Gerard afgelopen dinsdag naar ons gezin, familie en vrienden.

Op het moment dat ik dit schrijf is het zondagavond 19.00 uur.
We waren op tijd in UMCG en het liep allemaal op rolletjes; parkeergeld hoefde deze keer niet, je werd naar de goede plek begeleid en er waren geen lange rijen.
Na de prik moesten we een kwartiertje in een ‘observatieruimte’ zitten om te zien of er niks geks gebeurde en om 15.00 uur waren we weer thuis.
Er gebeurde niks geks.
De arm was een beetje pijnlijk op de plek waar geprikt was, maar verder: nothing on the hand.

Later in de middag voerden we nog een skypegesprek met neef & nicht uit Epe. Die zouden vandaag aan de Boskamp komen, hadden we in september afgesproken.
We durfden het niet aan. Jammer natuurlijk; wij hebben anders twee keer per jaar een genoeglijke zondag met z’n vieren. We legden weer twee data vast in onze agenda: ijs, weder en corona dienende zien we elkaar in juli en oktober.

Van één van onze vrienden kregen we gisteren een whatsapp berichtje met een video, getiteld: ‘Niet alles zit op slot’ met afbeeldingen van dingen die niet op slot zitten: o.a. muziek, vriendschap, hobby’s, natuur en het voeren van en gesprek.
Een hart onder de riem en een eyeopener.
Laatst hoorde ik mezelf nog zeggen: “D’r mag ja nog niks!” maar dat is natuurlijk baarlijke nonsens.
Op één van de dia’s van die video stond: ‘Tel niet alle dagen maar zorg dat alle dagen tellen.’

Zondag de 28e maart was voor ons een dag met zilveren randje.
Met dank aan al die zorgmedewerkers die op zondagmiddag in het UMCG voor ons klaar stonden.
Zodat wij onze dagen kunnen blijven tellen.
En proberen er voor te zorgen dat alle dagen tellen.

Reageren

28 maart: Cornelius, Erwin en Queen.

Vanmorgen mochten Gerard en ik weer eens naar de kerk, we waren voor deze palmzondag gevraagd om een paar liederen te zingen.
Er is nog steeds geen publiek aanwezig tijdens de kerkdiensten; omdat het een ‘Ik-zie-jou-viering’ was (altijd anders dan anders) waren er vanmorgen drie voorgangers.
En een postbode. Daarover later meer.

Een paar ‘highlights’:
– Om te beginnen: de liturgische bloemschikking, omzoomd door Palmpasentakken die gemaakt waren door enkele kinderen uit onze gemeente.  (zie foto).
– Er was zoom-contact met twee heren in een glitterpak, de quizmasters van Cirkelslag, dat vrijdagavond online met gezinnen in onze gemeente is gespeeld. De uitslag werd op een feestelijke manier bekend gemaakt.
– De postbode kwam langs. Ze had een grote postzak met kaarten bij zich die waren gemaakt door gemeenteleden.
Die kaarten worden deze week gebracht naar de kinderafdeling van het Martiniziekenhuis.
– Erwin Wiersinga liet iets horen wat we nog nooit van hem gehoord hadden: hij speelde ‘I want to break free’ van Queen. We kennen het lied allemaal, je ziet Freddy Mercury nog met die minirok en die stofzuiger staan. Leuk om het nu op piano te horen! Even zo gemakkelijk speelde Erwin daarna tijdens de collecte een mooi stuk van Grieg.
– We maakten kennis met de Romeinse centurio Cornelius. Hij vertelde dat hij Jezus had gezien op de ezel en dat ook hij zijn jas op straat had gelegd. Het oogcontact met Jezus had er voor gezorgd dat hij zijn leven daarna helemaal had omgegooid.

Het verhaal van Cornelius raakte me.
Voorganger Sijbrand van Dijk stond in het zonlicht in het koor zijn verhaal te vertellen.
Over de blik van Jezus die Cornelius had opgevangen. Dat die blik hem had geleerd dat het in het leven niet draait om macht maar om liefde.
We hoorden dat de romein er ook bij was toen Jezus werd gekruisigd en dat hij degene was die had gezegd: ‘Waarlijk, Hij was Gods Zoon’.
Die zin wordt ook gezongen in de Matthäuspassion: ‘Wahrlich, dieser ist Gottes sohn gewesen’.

Wij zongen 2 liedjes van Elly & Rikkert, een Opwekkingslied en uit de bundel Youth for Christ uit de jaren ’60 ‘Toen ik naar mijn naaste zocht’.
Het thema van de 40-dagen-tijd is ‘de zeven werken van barmhartigheid’ en de tekst van deze ‘gouwe ouwe’ sluit daar naadloos bij aan; na zestig jaar nog net zoveel zeggingskracht.

Er was nog veel meer.
Er was een indringende video van een meisje dat op bezoek gaat bij haar vader die in de gevangenis zit.
Er waren een aantal balkende ezels.
Er werd telefoongesprek gevoerd met de winnaars van Cirkelslag die niet naar de kerkdienst keken, maar die op weg waren naar de verjaardag van oma.

En dit alles prima in beeld gebracht door het beamteam in de persoon van Joke en Zwanny: een groot compliment is hier op zijn plaats.
Je kunt de viering dus terugkijken via kerkomroep en het YouTubekanaal van de Catharinakerk.

Reageren

27 maart: Roeg om de kop…..

“Wat hest dien haor ja weer roeg om de kop zitten!”
Mijn moeder kon de dingen zo treffend zeggen.
Als kind wilde ik graag lang haar, maar mijn moeder was daar helemaal niet van.
Ze was er van overtuigd dat ik geen haar had om het lang te dragen.
“Doe hest van dat stugge, witte Vrieswijken-melkboeren-hondenhaor, dat wil gien kaante op.”
Als je kind bent is moeders wil wet, maar toen ik twaalf jaar was en mijn vader bij een benzinepomp twee stukjes kauwgom kreeg ‘voor die twee jongens achterin’ was voor mij de maat vol.
Vanaf mijn dertiende had ik lang, blond haar.

Lang…

Mijn moeder vond het helemaal niks.
“Dat körte ston die ja zo pittig…”

…en kort.

Als mijn moeder mij de afgelopen weken had gezien kon ik wel raden wat ze gezegd zou hebben, zie de eerste zin van dit blog.
Sinds november was ik niet naar de kapper geweest.
Begin januari had ik een afspraak staan voor een nieuwe ‘bob’ en een blonde highlights behandeling, maar die moest ik van tante Corona afzeggen.
Gistermiddag om één uur kon ik terecht; de waarde van mijn dag.
Lang is mijn haar al lang niet meer; rond mijn veertigste heb ik het halflang laten knippen.
Ook heb ik het zelfs al weer eens kort gehad, van 2008 tot 2011.
Mijn moeder vond het prachtig, maar ik vond dat ik er veel te werk mee had om het beetje goed te laten zitten.
Deze lengte bevalt me het best: na het douchen in een bob föhhen en ’s morgens met een beetje water in model brengen.
Het is nog steeds melkboeren-hondenhaar; het is nog wel blond, maar het heeft inmiddels wel een beetje hulp nodig.
Daar zijn kappers voor.

Reageren

25 maart: Mee-zing-Matthäus.

De waarde van de dag: een blog met veel beelden.
Vandaag had ik een heerlijke, vrije dag en ik had het rijk alleen: Gerard was weer eens een dagje op zijn werk in Groningen.
In de ochtend al buiten in het zonnetje!

Ook dit jaar zijn er geen uitvoeringen van de Matthäuspassion en dat mis ik.
Ook geen ‘mee-zing-Matthäussen’ en ook geen mooie koralen op de cantorij.
Een hele dag alleen thuis betekent dat ik ook niemand erger met mijn mee-zing-behoefte, dus vanmiddag om 13.30 uur trakteerde ik mezelf op drie uur Matthäus.
Op YouTube zocht ik een uitvoering van Herreweghe en installeerde me met de partituur, een borduurwerkje en een potje thee achter de computer.
Hoe dat er uit ziet zie je op de foto links.

Dan doe ik net alsof ik alt in het koor ben en zing alles wat ik vroeger ooit heb ingestudeerd mee.
De computer staat zo hard dat ik gewoon met het koor kan meezingen, zonder dat ik er bovenuit kom.
Na drie uur sluit ik diep tevreden het scherm en zet de ovenschotel in de oven die ik vanmorgen al had klaargemaakt.

Op de foto’s hieronder zie je detailfoto’s van het potje thee, de partituur en het borduurwerkje.
Fijne middag.
Maar volgend jaar hoop ik weer op een live-uitvoering.

Reageren

23 meert: Het dreigie lig d’r ja uut……

A’j  de titel van dit blog drekt begriept, dan moe’j haost wel van de Smilde kommen.
Gerard zee dizze zin tegen mij op zundagmiddag 28 febrewaori.
Wij waren eem hen’t  karkhof west um de graven van oonze olders schoon te maken en wollen oons dagelijkse ommegie maken bij de Drentse Heufdvaort, um precies te wezen: in de umgeving van het huus waor wij van 1985 tot 1989 woont hebt. (klik op de foto veur een vergroting, wij woonden in het tweede huus met oranje dak)

Wandelen in die umgeving betiekent: links de brugge umme of rechts de brugge umme.
Wij zetten de auto neer bij de familie Boerma veur ’t huus bij de Leembrugge en wollen langs de Rieksweg lopen, bij de Vroomsdraai oversteken en dan an de stille kaante weer trogge.
Wij waren nog gien honderd meter op pad, toen Gerard plotseling zee: “Het dreigie lig d’r ja uut, dus daor kunt wij niet langes. Dan moe’we hielemaol deurlopen naar de Veenhoopsbrugge. Dat is wel een einde……”. Daor hadden wij gien zin an, dus wij besleuten um weer trogge te gaon en allent langs de stille kaante hen en weerum naor het dreigie te lopen. Halverwege die stille kaante (de Vaortweg) hebt wij op nummer 63 woont; zo kwamen wij twee keer veur oons olle huus langes.

Veur wie niet wet wat een dreigie is: een klein holten dreibruggie (draaibruggetje) veur voetgangers en fietsers; zu’n dreigie möt met de haand lös en dicht daon worden. Bruggen en dreigies bint belangriek a’j an ’t kanaal woont. A’j van de Smilde komt dan wee’j dat al die broggen namen hebt (hierbij een link naor een volledig overzicht op WikiPedia).

Het dreigie (de Vroomsdraai) lag d’r inderdaod uut: op de foto ku’j duudelijk het punt zien waor het bruggie aans op dreit. De brugwachter löp dan dat holten vlondertie hieleomoal of. In mien kindertied en jeugd in Hoogersmilde meuk ik het meest gebruuk van de P.H.-brugge en het H.O.-dreigie eem veur  de stienfebriek; toen was Offereins daor de brugwachter. Die haar d’r een dagtaak an, want toen veuren  d’r nog veul grote vrachtschepen deur de vaort.
PeeeHaaa en HaaaOooo. Wussen wij veul dat dat stun veur Pieter Hummelen en Hendrik Oost?
Wat hebt wij wat veur die bruggen staon wachten, veural in de zommer met al die plezierboten.

Toen ik begun meert met Carlijn bij de Gerrit Krol brugge stun (zie ‘Zo zacht als fluweel) , vreug ze zöch of of dat nou ok een ‘dreigie’ was……
Nou, nee, dat is een pontonbrugge.  Die brugge dreit wel, maor bij zu’n kolos past het woord ‘dreigie’ niet.
Hij lig trouwens ok in Grunn’n. Wat zol het Grunningse woord veur ‘dreigie’ weden?

Reageren

22 maart: Ruinen 5 – Allemaal familie?

Op onze fietstocht door het Dwingelderveld deden we het plaatsje Pesse aan, ik schreef er al over in deel 4 van deze blogreeks.
“Eigenlijk wil ik daar wel even op het kerkhof kijken” zei Gerard van te voren.
Het was nog even zoeken waar dat kerkhof was; we vonden het op de secundaire weg van Pesse naar Hoogeveen.
Het is een klein kerkhof. Het bijzondere voor ons is dat daar heel veel Waninge’s liggen.
Gerard vertelde in zijn blogs ‘Verborgen en herinnerd verleden’ over zijn vader. (klik hier voor deel 1 en deel 2.)
We weten dat de vader van Gerards opa Hendrik Wichers Waninge heette, hij leefde van 1821 – 1874.
Hij woonde in Pesse en had vier kinderen: Wicher, Femmigje, Hendrik (Gerards opa)  en Geert.
De Waninge’s die op dat kerkhof liggen zijn dus wel familie van Gerard, maar heel ver weg.

Het was bijzonder om daar te lopen tussen al die stenen met oer-Drentse namen en daar zo vaak de naam Waninge te zien staan.
We hebben nog wel gezocht naar de graven van Gerard’s opa en oma, maar die hebben we niet gevonden.
We weten ook niet of ze daar wel liggen, ze kunnen ook in Beilen begraven liggen.
Wat we wel vonden was het graf van ome Geert en tante Hendrikje.
Tante Hendrikje was een halfzus* van Gerard’s vader. Toen hij tien was kwam hij bij haar en haar man in huis.
Gerard is naar deze ome Geert genoemd; we haalden herinneringen aan hem op.
Ome Geert was er trots op dat hij vernoemd was, maar vond het wel jammer dat hij Gerard werd genoemd en niet Geert.
Als ome Geert op bezoek kwam moest iedereen dus Geert zeggen, dat vond ome Geert fijn.
Maar dat is natuurlijk geen doen. Zus Hennie, een tiener destijds, vergat het dus ook prompt en stond boven aan de trap te bléren:”Géééraaaard!”
“Ik zag hum wel kieken….” zei Gerards moeder daar later over.
Ook ik heb ome Geert nog gekend; we zijn nog bij hem geweest met baby Frea.
Ome Geert was toen al oud, hij kon niet meer op kraambezoek komen.

Het was leuk om zo even samen een klein stukje familiegeschiedenis te beleven in Pesse.
Op zoek naar je wortels; op deze manier geven we vorm aan ons eigen ‘Verborgen verleden’.

*Zanting was de naam van de eerste man van de moeder van Va Waninge.
Ze heette in haar 1e huwelijk Marchje Zanting-de Weerd en in haar 2e huwelijk Waninge-de Weerd.

Benieuwd naar de andere delen uit de ‘Ruinen-blogreeks’?

1. Van schaatsijs naar softijs. 
2. B&B ‘de Beddestee’
3. Wel honderd lammetjes! 
4. Fietstocht Dwingelderveld
5. Allemaal familie
6. Ommetje met Bram de Ram
7. Coucangé 

Wat in het vat zit:

8. Van landgoed naar plaggenhut
9. Gehaakt lampionnetje

Reageren

21 maart: Je leven geven.

De preek van vanmorgen paste wat mij betreft goed bij de verkiezingsuitslag van afgelopen week.
Het ‘ieder voor zich’ heeft zich gemanifesteerd in een sterk rechts blok; in onze krant van zaterdag stond de kop: ‘Het woord solidariteit kan wel uit het woordenboek geschrapt worden’.
Dit on-line tijdschrift is geen politiek podium, dus meer ga ik er niet over zeggen.
In de kerk horen we een ander geluid.
Het thema van vanmorgen was weer één van de werken van barmhartigheid: de doden begraven.
Voorganger Sybrand van Dijk vertelde dat dit niet door Jezus was genoemd, maar dat dit in de middeleeuwen aan dat rijtje is toegevoegd.
Even een stukje geschiedenis: tussen 1347 en 1351 heerste er een zware pestepidemie. Er wordt geschat dat destijds een derde van alle Europeanen (we hebben het over miljoenen) aan die zogenaamde ‘Zwarte dood’ zijn overleden. Een drama van ongekende omvang. Het begraven van doden was belangrijk, want als ze niet begraven werden kon de pest door besmetting meer slachtoffers maken. Maar dat begraven was niet zonder risico: grote kans dat je zelf besmet werd. Er waren destijds priesters en nonnen die toch die taak op zich namen en daarmee hun leven op het spel zetten. Je leven geven; dat is ook wat Jezus heeft gedaan. Hij zei daar zelf over:

Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: als de graankorrel niet in de aarde valt blijft hij alleen; maar als hij sterft brengt hij veel vrucht voort. Wie zijn leven bemint verliest het; maar wie zijn leven in deze wereld haat zal het ten eeuwigen leven bewaren. Wil iemand mij dienen dan moet hij mij volgen; waar ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn. Als iemand mij dient zal de Vader hem eren.

We hoorden vanmorgen dat ‘je leven geven’ niet direct jouw dood hoeft te betekenen.
Je geeft je leven door tijd en aandacht aan anderen te besteden, door te luisteren, te helpen, door er te zijn.

Sommige woorden en zinnen zijn in mijn hoofd gekoppeld aan liedjes.
Als het gaat over de stervende graankorrel heb ik het liedje van Elly en Rikkert in mijn hoofd dat we met het tienerkoor van het OKR destijds hebben ingestudeerd.
Dat was best lastig, maar toen het er één keer in zat was het prachtig om uit voeren.
Ook even luisteren? Hierbij een link naar het nummer op YouTube: Als het graan niet in de aarde valt

De emotie zat vanmorgen in het staartje van de viering.
Er werd een vierstemminge versie afgespeeld van het lied ‘Zolang wij ademhalen.’
Dat hebben we met de cantorij  zo vaak gezongen dat ik de tekst van alle vier coupletten uit mijn hoofd ken; ook de alt-zetting zit er zo ingeramd dat ik hem in mijn hoofd zo meezing.
Maar zingen kon ik zelf op dat moment beslist niet.
Het heimwee naar de cantorij en het samen zingen golfde door me heen; het lied bracht tranen en tegelijkertijd troost.
Waarschijnlijk moeten we wachten tot september.
Maar we gaan weer zingen.
Als je klikt op deze link Zolang wij ademhalen…..  kom je op een column van Berit Bootsma van de Protestantse gemeente Weesp en Driemond.
Zij schrijft wat ik bedoel; daar vind je ook de tekst van het lied. 

Reageren

20 maart: Lezer van de maand – Sybrand van Dijk.

Een week vóórdat Corona ons overspoelde waren Ada en Gerard bij ons te eten.
Het was een gezellige avond vol verhalen, muziek en nieuwe plannen.
We dronken er lachend een flesje Corona bij. We hadden geen idéé.
Inmiddels zijn we maar liefst een jaar later. Van al mijn 55 levensjaren één van de meest uitzonderlijke.
Dat zal voor iedereen gelden. Een jaar van grote stilstand. Van afstand en vervreemding. Wat tot vorig jaar zo vanzelfsprekend was: de kerkdiensten, de huisbezoeken, de cursusavonden en bijbelkringen ligt nu allemaal te versloffen. Maar ook ons privéleven is heel klein geworden. Niet meer even op een terrasje zitten, niet meer naar een museum, niet meer naar de concertzaal of naar de opera. En geen familiebezoek!

Vooral voor mijn man Henk is dit zwaar. Hij is ernstig gehandicapt en kan zelf weinig organiseren.
Hij zal in zijn activiteiten steeds moeten meeliften met wat anderen doen. En dat kan nu niet!
Dat zorgt ervoor dat hij, die een grote optimist en levensgenieter is, op sommige dagen opstaat met de vraag: “Waarom ben ik er eigenlijk nog?”
Heeft dit jaar dan niets gebracht? Ik stel mij die vraag geregeld, maar vind het nog niet zo gemakkelijk om er een antwoord op te vinden.
Ik geloof niet dat we iets van deze tijd “moeten leren”. Het is wat het is. Ik vind ook dat het verdriet bij anderen te groot is om een ál te opgewekte toon
aan te slaan: ik denk aan de eigenaren van een horecazaak, winkels, ZZPers en aan bewoners van verzorgingstehuizen.

En toch. Als we lichtpuntjes gaan tellen, komen we nog wel ergens. We wonen in Roderwolde op een prachtige plek.
’s Ochtends vroeg zien we uit ons kamerraam reeën grazen. De omgeving lijkt op die van Driebergen, de plek waar ik geboren ben: afwisselende bosschages, heideveldjes en weilanden.
Zowel Henk als ik hebben de gave om hier ons hart aan op te halen. Eergisteren stonden we in onze tuin en hoorden we een aantal buizerds hoog in de lucht miauwen. Met trage cirkels kwamen ze dichterbij. Echt een heilig moment.

Als ik een antwoord zou vinden op de vraag: wat bracht dit jaar?
Dan denk ik aan dit begin van een antwoord: in het kleine schuilt iets groots. Of: dichtbij is het. We hadden 1600 vierkante meter tuin om te ontginnen. En daar ben ik vorig jaar 15 maart maar mee begonnen. Spade voor spade spitte ik het ruige gras om. Week-in, week-uit pootte ik in totaal meer dan 1200 plantjes. Er kwamen hagen en rozen. Er was de zorg om alles te redden van de grote droogte in augustus en van de heftige vorst van afgelopen maand. Maar het geluk dat je iets kan scheppen is ongekend groot. Ik was helemaal geen tuinman, maar ben dat geworden. In de kas staan de dahliaknollen al in grote potten om voor te trekken. Omdat we hopen op een mooi, nieuw jaar waarin weer vrienden op bezoek kunnen komen, de tafel weer feestelijk gedekt kan worden en we muziek zullen maken.

Het leven is te mooi om je af te vragen: “Waarom ben ik er eigenlijk?

Opmerking Ada: Sybrand heeft er voor gekozen om de vaste vragen die bij deze rubriek horen te verwerken in zijn bijdragen; op deze manier zijn ook alle vragen beantwoord.
Man Henk was in 2020 ook al eens lezer van de maand: klik hier om zijn bijdrage nog eens te lezen.  

Reageren

19 maart: TBONTB 30 – Tenslotte

Met dit laatste blog in de blogreeks TBONTB heb ik alles gepubliceerd wat ik had geschreven voor het boek.
30 hoofdstukken: een mooi overzicht van wat er allemaal te vinden is op mijn digitale tijdschrift ‘de Waarde van dag’. 

Zoek je iets?
6 jaar bloggen levert een website op waar heel veel informatie op staat. Bij het schrijven van het boek heb ik geprobeerd om de diversiteit van die informatie te laten zien in afzonderlijke hoofdstukken en verschillende blogs. Als je iets specifieks terugzoekt op de site is het wel eens lastig om het juiste blog te vinden, daar kwam ik zelf achter toen ik de website doorspitte voor het selecteren van blogs voor dit boek.
Zoek je iets specifieks op mijn website? Probeer het dan te vinden via ‘zoeken’, rechts bovenin je beeldscherm.
Weet je je bijvoorbeeld nog vaag iets te herinneren over ‘de mooiste vis van de zee’,  een kinderboekje waar ik over schreef? Tik dat dan in bij de zoekfunctie, dan vind je de drie blogs waarin het boekje wordt genoemd.
Heb je ooit een lekker recept met spruiten van mijn website gehaald en kun je het in de  brij van recepten niet vinden? Typ dan ‘spruiten’ in en je vindt twee blogs over spruiten.
Kun je ondanks deze tips toch iets niet vinden, dan kun je altijd nog een reactie plaatsen onderaan elk blog. Ik help je graag aan de goede informatie.

Tot besluit
Natuurlijk is het fijn dat veel mensen dagelijks kennis nemen van mijn schrijfsels in het digitale magazine ‘de Waarde van de dag’.
Maar bloggen doe ik niet alleen voor anderen; bloggen is ook goed voor mezelf.
Door te bloggen denk ik regelmatig na over belangrijke thema’s in mijn leven.
Verder verbreed ik mijn kennis door voor een blog dingen uit te zoeken.
Vragen als “Waarom heet dat dan zo? Waar ligt dat dan? Hoe zat dat dan? Wie begon daar dan mee?” hebben al heel veel antwoorden opgeleverd die ik de loop van de jaren heb verwerkt in blogs.
Het houdt me scherp en maakt me communicatief vaardig.
Gebeurtenissen kan ik gemakkelijk onder woorden brengen en een verslag van een bijeenkomst vloeit steeds gemakkelijker uit mijn pen (lees toetsenbord).

Verder sta ik door het blog regelmatig stil bij dingen die misschien vanzelfsprekend lijken, maar het beslist niet zijn. Het stabiele gezin waarin ik opgroeide bijvoorbeeld, de warme banden binnen ons eigen gezin en de vanzelfsprekende aanwezigheid van onze netwerken: familie, vrienden, werk, kerk en sociale groepen.
Het hebben van een baan.
“Weet je eigenlijk wel hoe rijk je bent?” vroeg ooit een vaste lezer die wat minder bedeeld was met familieleden.
Ja. Heel rijk.

Het boek zou ik afsluiten met één van de meest persoonlijke blogs die ik ooit schreef.
Een verhaal voor iedereen die soms wordt geteisterd door ziekte of andere moeilijke factoren die belemmerend werken in je leven; voor iedereen dus.
Een blog over het planten van een appelboom als een hart onder de riem.
Hierbij een link naar dat blog: Een appelboom planten. 

Dan begrijp je de laatste zinnen van het boek:
Leef je leven.
Plant die appelboom.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

Pagina 102 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén