een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 111 van 263

30 november: Zand van het strand aan m’n schoenen.

Je verwacht zo’n blogtitel eigenlijk niet van mij eind november.
Het was ook geen Noordzeestrand-zand, het was Ronostrand-zand.
Na twee troosteloze, mistige dagen was het zondag mooi weer; Gerard en ik wilden even wandelen, maar in het Mensingebos is het wel heel erg druk de laatste tijd, vooral als het mooi weer is.
Ik stelde voor om naar het Ronostrand te fietsen en daar even te wandelen.

We konden niet rechtstreeks naar het strand: het meer was omheind en bij de kassa zat een poortje.
Dat hadden wij nog niet eerder gezien; een praatje met de eigenaar van de camping leerde dat dit het gevolg was van de coronamaatregelen.
Afgelopen zomer hadden ze het toegangsbeleid rond het meer behoorlijk aangepast: er werden (naast de campinggasten) maar 200 extra badgasten toegelaten, toegangskaarten konden alleen maar on-line worden gekocht en vol is vol. Het was de eigenaren heel goed bevallen. Het kaartje was wat duurder geworden, (kost nu € 10,=) maar verder waren er eigenlijk alleen maar voordelen.
Waar men anders altijd iedere dag uren bezig was om de rotzooi op te ruimen die mensen achterlieten, was er nu bijna geen zwerfafval meer geweest.
Er was geen geluidsoverlast meer geweest en er hoefde ook niet te worden opgetreden tegen groepen dronken jongeren die overlast veroorzaken.
Er was heel veel protest geweest tegen het nieuwe beleid, maar de campingeigenaren vinden het eigenlijk wel prima zo: het Ronostrand wordt niet meer overspoeld door honderden zwemmers; de horeca kan op deze manier weer gewoon gebruikt worden door de campinggasten.

We wandelden over de verlaten camping en liepen even langs het water.
Het was er heel stil; we zagen een dikke buizerd wegvliegen en er zat een specht tegen een boomstam aan.
Verder waren er heel veel kleine vogels; in deze tijd van het jaar hoor je ze niet, maar ze zijn er wel.
Via Steenbergen fietsten we terug naar huis. We kwamen over een fietspad waar we nog nooit langs waren gefietst en ontdekten ‘Camping & Chaletpark Ponda Rosa’ in de Zuursche Duinen.
Het zag er trouwens niet zo chique uit als de naam doet vermoeden. Even verderop ontwaarde ik zelfs een hunebed, maar dat bleek een ‘nepper’ te zijn.
Nou, wat weer een avontuur heee.

Ondertussen was het hartstikke koud en na Steenbergen fietsten we rechtstreeks naar Roden.
Op de terugweg kwamen we over de Brink in Roden, waar het heel lekker rook….we kochten een lekkere warme oliebol die we thuis opaten bij een glas hete Autumn Storm thee; het zand van het strand zat nog aan mijn schoenen.
Prima combi.
Kan best in november.

Reageren

29 november: Licht aan. Letterlijk en figuurlijk.

Afgelopen week heb ik iedere dag met de gitaar op schoot gezeten; met papieren met teksten en gitaarakkoorden op de keukentafel oefenen, oefenen en oefenen.
Gerard en ik waren uitgenodigd om ‘namens de gemeente te zingen’ in de eerste adventsviering in de Catharinakerk vanmorgen.
Het was al even geleden dat we samen zongen: we zouden immers niet meer als duo meewerken aan kerkdiensten, maar in coronatijd gelden andere regels en wetten.
Dominee Sijbrand van Dijk had als verzoeknummer gevraagd om lied 445; “dat wordt maar heel weinig gezongen” zei hij erbij.
Een heel toepasselijk lied in deze tijd; bij zijn verzoek vertelde Sijbrand dat de schrijver van het lied, de Duitse dichter Jochen Klepper (1903-1942) zijn hele leven gebukt ging onder de terreur van het naziregime. Hij trouwde een Joodse vrouw en toen deportatie dreigde, koos hij met zijn vrouw en dochter op 11 december 1942 vrijwillig voor de dood.
Klepper dicht: ‘De nacht loopt ten einde, de dag nadert al’. Het hele lied is een uitwerking van het contrast tussen de dreigende duisternis en het licht dat zal overwinnen. (meer weten over de dichter en het lied? Hierbij een link naar een artikel  op de website Liedboek Compendium.)
Toen ik met het lied aan het werk ging begreep ik al snel waarom het zo weinig tijdens kerkdiensten wordt gezongen.
Moeilijk! Maar toen we het eenmaal kenden: mooi en indringend.

Aan het begin van de viering citeerde de voorganger Marinus van den Berg:

Doe de lichten aan tegen al het duister.
Zet de lichten voor het raam en ga niet in het donker zitten.
Wees zelf een lichtpunt:  straal licht en interesse uit, geef het licht de ruimte tegen alle angst in.
Verspreid het licht van de aandacht, breng hoop, ondanks alles.
Sluit de gordijnen niet maar open je voor elkaar.

Wat een veelzeggende tekst (mét opdrachten) om de Adventsperiode mee te beginnen!

Vanmorgen was de setting in de Catharinakerk omgedraaid; de avondmaalstafel stond onder het orgel.
Het was een proefopstelling; de 30 aanwezigen zaten in een kring in het schip van de kerk en keken in de richting van het orgel.
Het prachtige adventsbloemstuk stond dus niet in het midden van de kerk onder de preekstoel, maar achter in de kerk.
Ben je benieuwd hoe dat er uit zag? Kijk dan de kerkdienst terug op Kerkomroep (Catharinakerk, 29 november, 10.00 uur).
Wij zongen nog drie andere liederen, waaronder één in het Drents, die kun je dan ook beluisteren.
Vergeet dan vooral niet het begin: Arjan Schippers speelde mooie stukken voor de viering aan!

Gistermiddag heb ik voor thuis op de salontafel ook een adventskrans gemaakt.
Omdat het nog niet heeft gevroren waren de hortensia’s in onze tuin nog prachtig van kleur: daarom heb ik dit jaar gekozen voor een rond bloemstuk zonder dennengroen, maar alleen maar hortensia’s in kleurschakeringen van paars naar bijna wit.
Hierbij een foto van het is geworden?
Wil je meer weten over het zelf maken van zo’n krans?
Hierbij een link naar het blog over dit onderwerp in 2019>>>, vandaar uit kun je (even naar beneden scrollen) doorlinken naar voorgaande jaren.

Reageren

28 november: Drentse kruudkoekkonties.

Gerard brak zöch de tonge d’r gusteraomnd haost over.
“Dus dan hebt wij vanaomnd Drentse kruudkoekkonties bij de kovvie!”
Toen hij thuuskwam uut ’t wark stun d’r een cakeblik met een kruudkoek in oven.
Wij kriegt volk dit weekend en Gerard nemp wat met naor de kinder waor hij een klussie möt doen: zu’n koeke is zo op.

In het recept dat ik gebruuk stiet da’j het cakeblik moet bekleden met bakpapier.
Dan verfrommelt dat papier wat in de hoekies van het blik,  waordeur de uuteinden barre ongeliek wordt.
En die hadden wij dus bij kovvie. Drentse kruudkoekkonties.

Zo maak ik de kruudkoek.
Dit moe’j gebruuken: 
– cakeblik van 25 cm.
– bakpapier
– mixer
– kom
Dit he’j neudig:
– 300 gram bloem
– 260 gram donkerbruune basterdsuuker
– zakkie bakpoeder
– 3 eetlepel speculaas/koekkruden
– klein beetie zolt (kwart theelepeltie)
– 300 ml karnemelk
– 2 eetlepels hunnig
– veur wie dit lekker vindt: ie kunt d’r ok nog rozienen of neuten deur doen.
Dit moe’j doen: 
– oven op 16o graoden
– bakblik met bakpapier bekleden
– alle dreuge ingrediënten in de kom doen en deur mekaar reuren.
– karnemelk en hunnig d’r bij doen: alles met mekaar mixen tot een plakkerig beslag.
– kruudkoek in 65-85 minuten gaar laoten worden: daorna eem een paar minuten in de vorm laoten ofkoelen en dan op een rooster zetten.

Misschien vraog ie joe of wat dr nou Drents is an dizze kruudkoek?
Het recept is schreem in het Drents, de maker van de kruudkoek komp uut Drenthe en de koek wordt opeten in Roden.
As iene uut Almelo  hum maakt is ’t een Twentse kruudkoek; het recept möt dan wal eem vertaold worden.
De Grunningse variant ku’j nou zölf wal bedenken.

Reageren

27 november: TBONTB 7: Kerk & PKN-Gemeente

Over dit onderwerp gaat het op ‘de Waarde van de dag’ minstens één keer in de week. In de oude lay-out had ‘Kerk en gemeente’  geen eigen tabje in het menu, dat heb ik veranderd omdat het een onderwerp is dat vaak de waarde van mijn dag bepaalt.
Eén van de lezers vertelde ooit op een verjaardag dat hij mijn ‘dinsdagblogs’ het meest op prijs stelde. Destijds was ik me er niet van bewust dat ik op dinsdag speciale blogs schreef, maar het bleek dat ik op dinsdag vaak schrijf over de kerkdienst van die zondag daarvoor.
Maar er zijn ook lezers die zeggen: ‘Je blog lees ik graag, maar dat geneuzel over die kerkdiensten sla ik altijd over.’
Zo kun je er ook naar kijken; wat voor mij de waarde van de dag bepaalt is voor een ander waardeloos.

Een website over de waarde van de dag zonder blogs over ‘Kerk & gemeente’ zou voor mij niet kunnen.
De kerk en alles wat daar bij hoort is helemaal verweven met mijn leven. Kerkdiensten, cantorijrepetities, vrijwilligerswerk, thema-avonden, workshops: mijn dagelijkse leven heeft heel veel linkjes met de kerk. Met de bijdrages over het kerkelijk gebeuren wil ik graag een inkijkje geven hoe het is als je naar de kerk gaat. Mensen hebben daar soms nog heel ouderwetse ideeën bij, maar de kerk is natuurlijk qua ontwikkeling niet stil blijven staan in de jaren ’60.
Soms schrijf ik over wat ik met een zondagse overdenking door de week kan.
Of over een mooi lied dat me iets doet.
Wat ik van lezers die de kerkelijke blogs wel lezen terugkrijg, is dat het zo herkenbaar is.
Of dat men leest over iets dat mij raakte, terwijl het hen zelf niet eens was opgevallen.
Wat ik heb geleerd in de loop van de jaren is dat iedereen in de kerk zit met zijn eigen rugzakje.
Iedereen heeft een verleden, iedereen heeft zorgen, iedereen heeft wel eens diep verdriet.
Iedereen luistert met zijn eigen oren en iedereen haalt weer iets anders uit een zondagse viering.

De cantorij, waar ik sinds 2019 weer deel van uit maakt, is een hele mooie aanvulling op de vieringen.
Je bent ongeveer 4 weken van te voren met liederen voor een viering bezig; je weet dan al wat het onderwerp en je hebt de liedteksten al een aantal keren gezongen.
Als we dan als koor in de viering zingen vallen liederen en teksten samen.
Dat hadden Gerard en ik ook toen we nog als duo zongen: je overlegt samen met de voorganger welke liederen het beste passen bij de lezing en als je dan tijdens zo’n viering tot de conclusie komt dat het helemaal klopt dan gaf dat zo’n viering een diepere waarde.
Als je klikt op ‘Kerk & PKN-gemeente’ onder ‘Alledag’ in het menu zie je mooie afbeeldingen en vier voorbeelden van blogs over ‘Kerk &PKN-gemeente’ uit het archief van deze website.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’. 

 

Reageren

26 november: Fitbit.

Op mijn verjaardag kreeg ik van onze kinderen een Fitbit.
Voor wie niet weet wat dat is: het is een activiteitstracker. Zo’n apparaatje draag je om je pols en het meet allerlei gegevens zoals het aantal stappen, je hartslag en je slaapkwaliteit.
Het lijkt op een horloge en (heel handig) je kunt er ook op zien hoe laat het is en wat de datum van vandaag is.
Fitbit is de naam van het Amerikaanse bedrijf dat de apparaatjes produceert.
Onze kinderen hadden al lang zo’n ding; één van hen had hem zelfs al niet meer om.
“Ik weet inmiddels al goed hoe ik slaap, wat mijn hartslag is en dat ik bijna nooit de tienduizend stappen per dag haal.”

Maar voor mij is het nieuw en het duurt altijd even voordat ik zo’n gadget kan bedienen en weet hoe het allemaal werkt.
Immer mit der Ruhe.
Die stappenteller vind ik eigenlijk het leukst en levert verrassende inzichten op.
Een gewone dag in het huishouden, neem bijvoorbeeld mijn vrije maandag, levert al 8.000 stappen op.
Was ophangen, stofzuigen, opruimen, keuken soppen, je tikt mooi wat stappen weg tijdens die klussen.
25 minuten ‘BOM’men (bewegen op muziek of Zumba) in het weekend levert 2000 stappen op en mijn favoriete wandeling ‘rondje Roden’ (de Hullen, kerkhof, dierenparkje, Mensinge, kerk en winkels) is 5000 stappen.
Nederland in beweging op NPO is meestal zo’n 1000 stappen.
Maar 10.000 is best veel, vooral als je een zittend beroep hebt, dus ik doe mijn best, maar iedere dag die limiet halen lukt mij net niet.

Ook de dagelijkse slaapscore levert mij bijzondere inzichten op.
Het aantal uren dat je slaapt wordt gemeten en je krijgt een slaapcijfer; ik kan verklappen dat ik een goed rapport heb in het slaapklasje.
De slaap wordt onderverdeeld in 3 fasen:
– de lichte slaap: ontspannen en in slaap vallen. Ademhaling en hartslag worden iets langzamer. De lichte slaap zorgt voor mentaal en fysieke herstel.
– de diepe slaap: in de eerste paar uren van je slaap. Het is dan moeilijker om wakker te worden en je lichaam reageert minder op prikkels van buitenaf. Ademhaling wordt trager en hartslag wordt regelmatig. Diepe slaap bevordert lichamelijk herstel en aspecten van geheugen en leren. Er is ook aangetoond dat deze fase je immuunsysteem ondersteunt.
– de remslaap: heb je meestal in de tweede helft van de nacht. Je hersenen worden actiever, je droomt en je ogen bewegen snel achter je gesloten ogen (rem is de afkorting van Rapid Eye Movement). Je hartslag neemt weer toe en je ademhaling wordt onregelmatig. Deze fase van de slaap is belangrijk bij het reguleren van stemmingen, het leren en je geheugen, doordat je hersenen informatie van de vorige dag verwerken en verzamelen, zodat die in je langetermijngeheugen kan worden opgeslagen.

Je kunt nog veel meer doen met de fitbit, maar ik vind hartslag, stappen en slaap al ruim voldoende om bij te houden.
En als het apparaatje op vrijdagavond om 20.30 uur begint te trillen en aangeeft dat ik nog 1400 stappen moet zetten, dan denk ik: “Ja hoor, ja.”
Dat maak ik zelf wel uit.

Reageren

25 november: De komma van Ardaan.

Zat ik afgelopen zondag nog te mokken dat ik het zingen en de cantorij zo miste, gisteravond was er zomaar weer een cantorij-repetitie.
In zeer afgeslankte vorm weliswaar, maar toch: weer even samen zingen.
Op de vraag ‘Wie wil er meezingen in een cantorij-kwartet zodra dat weer mag?’ had ik per kerende post positief gereageerd.
In de komende tijd zal een klein deel van de cantorij 2x aan een viering meewerken: op de 4e adventszondag (20 december) en op 1e kerstdag; als alt mag ik meewerken aan de viering van eerste kerstdag, maar omdat de alt die voor de 4e advent was gevraagd gisteren op de eerste repetitie niet kon mocht ik voor haar invallen. Lucky me!
Van 19.30 tot 20.30 uur repeteerden we met koortje 1: het kwartet mocht al een sextet worden, dus met 2 sopranen, 2 bassen en 1 tenor studeerden we 2 werken van J.S. Bach in.
Die kerkdienst op 20 december staat namelijk helemaal in het teken van Bach en Erwin is die zondag organist: mis het niet zou ik zeggen!

Om 20.45 uur stonden we met 5 nieuwe zangers klaar voor de tweede repetitie: koortje 2. Omdat ik al een uur had gezongen hoefde ik niet mee te doen met inzingen.
Van koster Gerard kreeg ik even een kop heerlijke oploskoffie, waarna we ons stortten op ‘Nu sijt willecome’ en ‘In de nacht gekomen’, een lied op de melodie van de christmascarol ‘In the bleak midwinter’.

Wat was het weer heerlijk om samen te zingen!
En wat een mooie muziek: advent & kerstliederen.
Voor sommigen van ons al heel vertrouwd, maar voor mij waren een aantal stukken toch helemaal nieuw.
Bij één lied was er discussie of we bij de zin ‘Heer, de wereld wacht’ nou een komma moesten zingen (lees: even ademhalen) of niet.
Van Karel mochten we absoluut niet ademhalen; tenminste niet op die plek.
“Maar er staat wel een komma op mijn muziekblad” riep één van de mannen.
“Die is niet van mij.” pareerde onze cantor onmiddellijk “dat is vast een aantekening van een eerdere dirigent.”
Een bas wist van de hoed en de rand: “Die komma is van Ardaan*.”

“Gum maar uit, we zingen geen komma, maar houden even heel kort in.”
We houden even kort in; krijg dat maar eens gelijk met z’n zessen.
Maar we kwamen er prima uit met elkaar: volgende week weer!

Happiness is…… singing in a choir!

Vanmorgen kreeg ik een mail van een bestuurslid van de cantorij.
“Bedankt dat je gisteravond wilde invallen.
Weer zingen was als balsem voor mijn ziel”.
Twee zielen, één gedachte.

* Ardaan Dercksen was de cantor van de Op de Helte-cantorij voor Thysia Betting.

Reageren

22 november: Herinneringen zijn nooit gratis.

In onze maatschappij  is oudejaarsdag op 31 december; het nieuwe jaar begint op 1 januari.
In de christelijke traditie begint het nieuwe kerkelijke jaar op de 1e zondag van Advent. De zondag daarvoor heet de voleindingszondag; dan wordt het kerkelijke jaar afgesloten en herdenken we in onze eredienst de gemeenteleden die ons het afgelopen  jaar ontvallen zijn.  Door de beperkende maatregelen in corona tijd  moest er worden nagedacht over de vormgeving van die kerkdienst die vanmorgen plaatsvond in Op de Helte.

Er waren twee identieke vieringen, eentje om 09.30 uur en een om 11.00 uur.
Dit was om alle nabestaanden van de 43 mensen die overleden waren in de gelegenheid te stellen de dienst bij te wonen.
Er mag nog steeds niet gezongen worden door de gemeente; vanmorgen werd er gezongen door een kwartet onder leiding van Anja Oosterhof.
Erwin Wiersinga was organist en Monique Evertz speelde dwarsfluit.
Wij zagen op onze computer de bijeenkomst om 11.00 uur; het was een mooie, ingetogen viering en er werd prachtig gezongen en gemusiceerd.

Het is onmogelijk om de hele inhoud van de viering in een blog te verwoorden; de kern lag voor mij in deze woorden van Walter Meijles over herinneringen.

Herinneringen komen nooit kaal en ze zijn ook nooit gratis, want ze vragen iets van je. Ze vragen dat je je geeft, dat je je overgeeft aan je herinnering met je lijf en met je geest.
De beelden en de emoties nemen het dan even van je over, nemen jou even over. Dat kan lastig zijn als je op dat moment net in de supermarkt staat of vol gas over de snelweg rijdt, maar kan prachtig zijn als je op dat moment de tijd hebt en de ruimte om even bij die herinnering te blijven.
Het is ook nodig dat we dit doen, want de liefde die er nog is voor degene die je is ontvallen, die dooft niet zomaar uit, die is nog aanwezig.
Als je bij je herinnering bent kan die liefde weer even een plek vinden en weer opvlammen, zodat je jezelf op dat moment weer wat kunt warmen.
Het samen delen van herinneringen, het delen van je gevoel en hierover spreken is een van de meest waardevolle handelingen die we kunnen doen wanneer je iemand mist.

Deze laatste zondag van het kerkelijk jaar is een dienst waar ik altijd bij ben.
Soms als nabestaande in Hoogersmilde, maar meestal op mijn plekje op de altenrij in de Cantorij Roden.
En naast de ontroering om het mooie gedicht van Bea Sportel en de troostende woorden van onze predikant werd ik geraakt door de liederen die zo mooi werden gezongen door het kwartet.
Liederen die wij ook met de cantorij zingen.
En ondanks dat ik de altpartijen zo mee kon zingen, kon ik niet zingen.
Het gemis van de wekelijkse kerkdienst en het saamhorigheidsgevoel van onze gemeente kwam vanmorgen hard bij mij binnen.
In deze vieringen wil je samen zijn.
Samen huilen, samen luisteren, samen zingen, samen koffiedrinken.
Samen met mijn medecantorijleden en medegemeenteleden kijk ik hartstochtelijk uit naar het moment dat dat weer kan.

Wil je de viering terugkijken/luisteren?
Hierbij een link naar kerkomroep: 22 november, Op de Helte,  09.30 u (twee diensten in één tijdvak).
Benieuwd naar gedicht van Bea? Hierbij een link naar een verslag van de viering op onze PKN-website, waarop het hele gedicht is gepubliceerd.

Reageren

21 november: TBONTB 6- Moeder.

Eergisteren beloofde ik het al: mijn blog over het moederschap.

2020: Moeder

In 1986 werd ik moeder.
Of je al dan niet moeder wilde worden was toen nog niet echt iets waar je heel lang over nadacht: het hoorde er min of meer bij.
De zwangerschap vond ik spannend en de eerste keer leven voelen in mijn binnenste ervoer ik als iets heel bijzonders.
Maar ik was geen geboren moeder.
Voor mij geen zoete pastelkleurige zwangerschapswolk en zwijmelen boven petiterige babykleertjes.
Bij mij speelden vooral veel vragen.
Zou ik het wel kunnen, moeder zijn? Zou ik mijn werk niet vreselijk missen?  Zou ik het eigenlijk wel leuk vinden, zo’n baby?

Toen oudste dochter Frea in het ziekenhuis in Assen werd geboren waren er wat complicaties tijdens en na de bevalling,  waardoor ik de eerste dagen thuis niet erg mobiel was.
Maar Frea had niet alleen een moeder,  maar ook een vader. Een geboren vader.  Gerard redderde met flesjes en kruikjes en verschoonde het kleintje alsof hij nooit anders gedaan had. Vanuit het kraambed keek ik wat zorgelijk toe: hoe moest dat nou straks als de kraamhulp weer weg was en Gerard naar zijn werk?
In de week daarna kwam mijn moeder iedere dag en toen ik na twee weken alleen was ging het eigenlijk allemaal best goed.
Na wat onwennige onhandigheid kreeg ik slag van het omgaan met een baby en het ging me goed af.
Maar ook nu was er geen sprake van een roze wolk.
De eerste zes weken van alleen maar voeden,  wassen,  verschonen en weer in bed leggen gaven me niet de voldoening van een volle werkdag in Assen.
Ik sprak overdag ook niet zoveel anderen,  dus mentaal werd ik niet erg uitgedaagd.

Wat in de loop van de jaren bleek,  was dat het moederschap alleen me niet genoeg voldoening gaf.
Ik had meer uitdaging nodig, moest af en toe even weg bij de luiers en de kinderpraat.
Toen we dat eenmaal geconstateerd  hadden vonden Gerard en ik daar wel een weg in.
We regelden oppas voor een avondje uit of iets anders leuks en ik deed naast het moederschap en het huishouden allerlei vormen van vrijwilligerswerk en vanaf 2001 ging ik buitenshuis betaald werk doen.

Geen roze wolk, wel een betrokken moeder. Daarbij deed ik vooral de dingen die ik leuk vond (ouderraad, secretariaten, handvaardigheid en muziekdingen begeleiden) en soms was ik er ook even niet. Perfecte moeders bestaan niet; het moederschap heb ik op mijn eigen manier vorm gegeven en daar heb ik erg van genoten,  al kon ik de dames natuurlijk ook wel eens achter het behang plakken en zij hadden ook wel eens de stomste moeder op de hele wereld. “Stomme klakka mama” waren nog de meest milde woorden die mij door een dochter werden toegevoegd.

Op een Engelstalige site las ik ooit de quote: There are two gifts we should give our children: roots and wings.
Wortels om te weten waar je vandaan komt en vleugels om uit te vliegen en zelfstandig te worden.
Nog steeds ben ik moeder, inmiddels heb ik er drie zonen bij!
De dochters landen nog regelmatig op het ouderlijke nest, maar ze hebben hun vleugels inmiddels al ontdekt en kunnen al goed zelf vliegen.

Gelukkig hadden ze niet alleen een moeder, maar was er ook een fantastische vader: hij had opvoed-vaardigheden die bij mij wat minder ontwikkeld zijn en als vader én moeder hebben we het prima gered.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’. 

Reageren

19 november: TBONTB 5 – Gezin, familie, vrienden en wijzelf.

Regelmatig schrijf ik vrij persoonlijke blogs over iets wat ons is overkomen, over ons gezin, onze familie of onze vrienden.
Ooit maakte een vaste lezer van mijn blog de opmerking: “Familie is wel belangrijk voor je, hè?”
Nou en of.
Daarom schrijf ik over familiedagen en verjaardagen, maar ook over begrafenissen.
Lief én leed.
Als mens heb je sociale kringen om je heen: gezin, familie, vrienden, kerk en bijbehorende clubjes zoals koor en gespreksgroep, buren en collega’s en in de buitenste kring mensen die je kent maar meer ook niet, zoals dorpsgenoten.

Ons eigen gezin vormt de ‘inner circle’, daar staan we het dichts bij.
Onze broers & zussen en onze vrienden (voelt net zo als familie)  vormen de tweede kring.
Daar gaat het dus regelmatig over op mijn website.

Op de Roderboekenmarkt zei een lezer eens tegen mij: “Ik weet alles van jou!”
Dacht hij. Het delen van de waarde van mijn dagen maakt dat mensen veel van mij weten, maar heel veel ook niet.
Omdat ik positiviteit voorop stel, blijven de negatieve kanten van mijn leven onderbelicht.
Die zijn er natuurlijk ook, meer dan me lief is soms.
Daardoor lijkt het alsof mijn leven een aaneenschakeling is van leuke gebeurtenissen, wat weer resulteert in bezorgdheid bij lezers om mijn welbevinden: “Wat heb je het altijd druk!
Als ik je blog lees word ik al plaatsvervangend moe. Pas je wel een beetje goed op jezelf?”

Die bezorgdheid is er ook als ik schrijf over de ziekenhuisopnames van Gerard en mij.
Het schrijven van blogs in zulke turbulente tijden maakt dat ik van een afstand de situatie bekijk.
Dan zie ik soms ook wel weer de humoristische kant van de toestand; het schrijven haalt de scherpe kantjes er wat af.
Het schrijven helpt mij om het leven onder ogen te zien.
Voor dit hoofdstuk in het boek schreef ik een blog over het moederschap.
Dat verschijnt overmorgen op deze website.

Bij dit hoofdstuk 4 toepasselijke blogs: gezin, familie en vrienden

4 december 2016: An Englishman meets Sinterklaas
Het eerste Sinterklaasfeest in Nederland voor onze Engelse schoonzoon Jon; hij ontmoet de goedheiligman in levende lijve.

14 februari 2016: Ik hou van Holland. En van de vrienden.
Een avond onbekommerde lol met de vriendenclub uit Hoogersmilde.

3 juli 2016: Familiedag – Editie 2016
Beschrijving van jaarlijks terugkerend evenement met de hele familie Waninge.

21 februari 2020: ‘Moi’ in Hoogersmilde
Een wandeling met mijn broer door Hoogersmilde, het dorp waar wij samen opgroeiden.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’. 

Reageren

17 november: Voeg leven toe aan de dagen (5) – Niet te snel opgeven.

Het vijfde deel in deze blogserie is getiteld:  ‘Geef niet te snel op.’
Wanneer je dertig bent en je bent je sleutels kwijt denk je daar weinig van, maar wanneer je dit overkomt op je zestigste denk je al snel dat je dement wordt.
Dat is natuurlijk een beetje overdreven, maak er niet meer van dan dat het is. Je bent gewoon je sleutels kwijt. Zo gaat het ook vaak met ‘moe zijn’.
Als je jonger bent heb je niet zoveel keuze, je moet gewoon door. Werk, gezin, verplichtingen, je slaapt een keer een weekend bij of je ziekt even flink uit en dan ben je er wel weer.
Als je ouder wordt ben je eerder en vaker moe. Je lichaam ondervindt de gevolgen van de leeftijd en uit je omgeving komen al snel opmerkingen als “Doe het dan wat rustiger aan, je wordt ouder en minder fit. Accepteer maar dat je dit niet meer kunt.”
Is dat echt wel waar?
Of geven we misschien iets te snel op?
Luister je naar mensen die zeggen: “Daar ben je toch te oud voor?”

Ouderdom komt met gebreken. Als je ogen achteruit gaan kun je niet meer goed lezen.
Als je ziek wordt ben je afhankelijk van artsen en behandelingen en is het maar de vraag hoe je er uit komt en wat je dan nog weer kan.
Maar probeer het in ieder geval.
Ga wel naar het revalidatieprogramma dat je na een operatie wordt aangeboden, doe wel de oefeningen die de fysiotherapeut je aanraadt en neem de medicijnen die je worden voorgeschreven op tijd in. Als het echt niet meer gaat kun je er altijd nog in berusten, maar geef niet te snel op.

Ook bij dit onderwerp heb ik een voorbeeld voorhanden.
Op de Catharinacantorij, waar ik tien jaar bij heb gezongen, zat ook Hennie.
Zij was al slechtziend toen ik haar leerde kennen.
Ze wilde persé blijven zingen en kreeg van onze cantrix haar muziek twee keer zo groot uitgeprint; ze stond met enorme papieren voor haar neus de tenorpartij te zingen.
Toen ik haar later eens tegenkwam was ze apetrots: ze was op drumles gegaan.
“Drumles? Jij? Waarom?” Hennie was toen al in de zeventig.
“Als mijn ogen steeds verder achteruitgaan kan ik straks niet meer zien. Zingen behoort dan niet meer tot de opties, maar drummen kan dan nog wel.”
Inmiddels zijn we twee jaar verder en Hennie drumt nog steeds en met veel plezier; ze is de trots van de leider van de drumschool.
Met haar ogen ging het minder snel achteruit dan ze had gedacht, dus ze heeft ook het handwerken nog weer opgepakt.

Rust roest.

Sommige mensen kiezen er wanneer ze ouder zijn snel voor om inderdaad maar wat rustiger aan te doen, wat minder te ondernemen en wat meer rust te nemen. Alleen wordt je daar niet bepaald fitter van en moet je wel uitkijken dat je niet te inactief wordt.

Levensquote 5: Rust roest*

* Een spreekwoord ontleend  aan het ijzer, dat wanneer het gebruikt wordt, blank blijft.
Wanneer het stil ligt slaat het uit, gaat het roesten en vreet het in.

Klik hier voor de andere delen van deze serie:

1. Leeftijd
Leeftijd is maar een getal en volledig irrelevant, tenzij je een fles wijn bent.
2. Gezondheid
Voor je lichaam zorgen is een investering; je krijgt er iets voor terug dat onbetaalbaar is.
3. Niet afgeschreven
Of je als oudere ‘afgescheven’ bent, heeft voor een groot deel met je eigen instelling te maken.
4. Er op uit gaan 
Als je het zonnetje in huis wilt worden, moet je naar buiten om de kunst af te kijken.
5. Niet te snel opgeven
Rust roest
6. Gezelschap
Zoek het gezelschap van diegenen die het beste in je wakker maken.
7. Nooit te oud om te leren
Op het moment dat je je ergens te oud voor voelt, moet je het juist gaan doen.
8. Hulpmiddelen. Ook voor jou.
Één van de moeilijkste dingen, die je in je leven zult leren,
is dat het lot je ooit zal dwingen,  om hulp te accepteren.  (gedicht: Martin Gijzemijter)
9. Geen spijt.
Voordat je dood gaat…..LEEF.

Reageren

Pagina 111 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén