een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Breien Pagina 6 van 7

11 november: Nog niet…. origamisloffen & Bert Visscher

kankerVanmiddag zaten we te wachten op een telefoontje van het UMCG. Het telefoontje dat niet kwam. Om half vijf belde Gerard zelf, want we wilden toch wel graag weten of de opname morgen ook door zou gaan. Maar ze hadden het vorige week al gezegd: “We zetten 12 november met potlood in de agenda”. Er was nog geen bed beschikbaar. Misschien worden we morgen gebeld dat hij vrijdag kan komen, maar als dat niet lukt, dan wordt het over het weekend heen getild. De stamcelcoördinator vond het zelf ook wel een lastige manier van communiceren, maar het is nu eenmaal moeilijk te bepalen wanneer patiënten al dan niet naar huis mogen.

Dus.

We moesten even wennen aan de gedachte, want we hadden ons al helemaal ingesteld op ’12 november begint het’,  maar we hebben ons er al snel mee verzoend. We hebben de komende weken de agenda leeg en we zien wel. Morgen hoef ik niet te werken en het wordt mooi weer: we maken er wel wat van.

Afgelopen zaterdag vierden we de verjaardag van één van onze vrienden van ‘de club van Hoogersmilde’. Het gesprek ging weer over van alles nog wat. Ervaringsdeskundigheid met betrekking tot de Mc Drive, weinig beenruimte in vliegtuigen, campings, een neusoperatie en een overleden hond. Vriendin S. vertelde: “Ik ben tegenwoordig ook aan het breien”. Dit nieuws sloeg in als een bom. Breien? S.? “Ja, niet moeilijk hoor, het worden slofjes. Ik brei alleen maar ribbels. Eigenlijk brei ik lapjes met ribbels. Iemand anders zet het dan in elkaar, daar ben ik niet van”.  Haar moeder breide die slofjes voor een goed doel. Vriendin breit dus ribbellapjes en moeder maakt daar slofjes van.

origami sloffen

Het patroon daarvoor vind je op ‘breierij de paradijsvogel’, hierbij een link naar de pagina met de beschrijving van de slofjes >>>.

Er staat ook een beschrijving bij van hoe je de maat moet berekenen.
Met heel duidelijke tekeningen wordt uitgelegd hoe je het in elkaar moet zetten.
Bij het woord Origami kan ik het niet laten. Daar hoort een stukje Bert Visscher bij. De bert-visscher-origamieerste show die wij van hem zagen was “Don chaot en de foute architect”. Hierin ‘doet’ hij een stukje ‘cursus Origami’. Wij rolden destijds van de bank van het lachen, Harriët zelfs letterlijk. In ons gezin quoten we nog regelmatig zinnen uit deze sketch:

  • Jeetje! Ben ik eigenlijk wel goed bezig?
  • Gaan we nou al een stukje verder?
  • Als er maar niets gebeurt….
  • Tuurlijk! Als je maar wilt…!

Waarschuwing. Hou je niet van Bert Visscher? Kijk dan niet!
Heel flauw. Maar heeeeel leuk! Ik wordt er erg vrolijk van.
Wel kijken? zie >>>

 

Reageren

31 oktober: Beanie.

Toen we bij de stamcelcoördinator waren vertelde zij dat Gerard na de kuur die hij afgelopen week heeft gehad zijn haar zou kunnen verliezen. “Dan haak ik wel een mutsje voorharry slinger je!” grapte ik nog. Maar dat was nog helemaal niet zo’n gek idee. “Wat zal ik dan maken?” vroeg ik aan Carlijn. “Wat is hip tegenwoordig. Een Harry-Slinger-mutsje?”
“Wie is Harry Slinger!?” vroeg Carlijn vlak voordat ze in de bus stapte. “Google maar even” riep ik nog toen ze de bus inliep.  Voordat ik thuis was had ik al een appje van haar GEEN HARRY SLINGER MUTSJE!

Oké.
Maar wat dan wel? Carlijn adviseerde een beanie. Een hippe heren- en damesmuts. Een David-Beckham-mutsje zeg maar. Bij de Hema kocht ik twee bollen zacht breigaren (50% wol en 50% acryl) in de kleur ‘denim blue’, breipendikte 3 -3,5.
Hierbij de beschrijving van het breipatroon:

  • Zet met breinaald 3,5 112 steken op.
  • Brei zestien toeren boordsteek: 2 steken recht, 2 steken averecht
  • Brei vier toeren ribbels (voorkant averecht, achterkant recht)
  • Brei nu in de heengaande toer steeds 3 steken averecht en 1 steek recht.
  • Brei in de teruggaande toer steeds 1 steek averecht en 3 steken recht.
  • Als het goed is krijg je nu aan de voorkant een soort ‘banen’ te zien, van 1 lange streep rechte steken (V-tjes) met 3 averechten (ribbels) er tussen, zie foto hiernaast.
  • In dit patroon doorbreien tot het hele werk 30 centimeter is.
  • Nu alle stbeanieeken in één keer afkanten en de draad door de laatste lus halen.
  • Lange draad aan het werk laten zitten. De lange draad rijg je door de bovenkant van de beanie en als je aan het eind bent gekomen met rijgen trek je de draad strak aan. De hele bovenkant van de beanie wordt nu in elkaar getrokken, zodat de karakteristieke ‘hangpunt’ ontstaat.
  • Nu de zijnaad van de muts sluiten.

De beanie is inmiddels af.
Maar het haar zit er nog op!

Reageren

7 september: Mannen en breien.

babybalVoor een zwanger nichtje breide ik een babybal. Je breit voor deze bal zes lange repen van dunne katoen op naald 2.5. Die stroken vlecht je op een ingewikkelde manier in elkaar, voor een beschrijving zie dit pdf.document: gevlochten gebreide bal
Omdat je de lange repen in tricotsteek breit krullen ze om, waardoor ze mooi stevig in de bal blijven zitten. In de bal zit een klein belletje.

Mijn brei- of haakwerkje neem ik altijd mee naar kantoor. Tussen de middag heb ik een half  uur  pauze, dan eet ik m’n broodje en brei of haak een paar toeren. Zo ben ik even achter het beeldscherm weg en praat ik over wat anders dan werk. Op dinsdag vroeg één van de dames aan mij wat ik maakte. “Een babybal” antwoordde ik en legde uit hoe het zat met de lange repen.

Op woensdag zat ik weer met de pennen onder de arm en nu vroeg een andere collega wat ik aan het maken was. Die had het dinsdag niet gehoord, want de groepssamenstelling is iedere dag anders. “Een babybal” riep collega Fred vanaf de andere kant van de tafel.
“Die repen gaat ze in elkaar vlechten, heel ingewikkeld ” vulde Jan aan.
“Met deze steek krullen de randen mooi om, dan zit het stevig”  wist collega Rien te vertellen.
Drie mannen met verstand van breien. Ze klonken als Kwik, Kwek en Kwak.
Collega Menco had het met stijgende verbazing aangehoord, net als de rest van de aanwezigen. “Zo, jullie hebben gisteren goed opgelet!”
De mannen hadden dikke pret.

Knoetergezellig is het dan tijdens de lunch. Er wordt gelachen, geplaagd en gepraat. Het gesprek kwam van de babybal op breien voor jongens op de basisschool en daarna ging het over de voetbalwedstrijd van Oranje tegen IJsland. Daar hebben de mannen namelijk ook verstand van.

Reageren

1 september: Baby-vestje overdwars. Maar dan anders.

Het vestje dat ik vandaag op mijn blog zet heb ik al in  verschillende kleuren gebreid, maar dat was altijd sokkenwol. Dat kocht ik bij ’t Spinnewiel in Roden, maar daar kan ik al twee maanden niet meer terecht. (zie 19 juli Is mijn bolletje wol er al?>>>).

20150901_161806Toen ik vorige maand voor iets anders bij de Wibra moest zijn viel mijn oog op bollen wol met in elkaar overlopende kleuren. Vrolijke kleuren. Ik nam drie bollen mee en breide een truitje in het voornoemde patroon. Dit keer geen houten knoopjes, maar lieveheersbeestjes. Die kocht ik in Emmen bij een handwerkzaak, maar die kon niet tippen aan ‘ons’ Spinnewiel.

Het patroon voor dit vestje wordt beschreven op 12 november >>>. Met andere wol en andere knoopjes lijkt het een heel ander vestje:
20150901_161743       20150901_162011
Gerard vroeg zich af of dit nu voor een jongetje of een meisje was. Allebei wel denk ik……wie’t eerst komt, wie het eerst maalt.

Reageren

1 juli: Truien bij de vleet

Kijk nou wat ik vandaag in mijn brievenbus kreeg!
Een boek over Zeeuwse visserstruien.
Truien bij de vleetMet artikelen over de geschiedenis van die truien, oude foto’s, mooie verhalen en breipatronen. Een kadootje (ik had nog geld liggen van mijn verjaardag) voor mezelf, besteld via het weblog ‘Blij dat ik brei”. “Zunde van t geld!” zei een meneer in mijn omgeving. Voor mij is het juist een luxe kado! Meestal haal ik mijn patronen voor handwerkjes van internet of uit oude boeken die ik nog heb liggen, maar nu heb ik een splinternieuw breiboek . Maar het allerleukst vind ik de combinatie van breien met geschiedenis, een andere liefhebberij van mij.

De dames die het boek hebben geschreven hebben zich verdiept in de herkomst van de Zeeuwse visserstrui en hebben ontdekt dat iedere vissersplaats zijn eigen stekenpatroon voor zo’n trui had. In het eerste deel van het boek worden die truien en hun herkomst allemaal afzonderlijk beschreven en de breipatronen voor moderne  varianten van de truien (voor mannen en vrouwen) staan in het tweede deel van het boek.

Toen ik vanmiddag thuis kwam van mijn werk ben ik met een kop thee in de tuin gaan zitten en heb ik het boek eerst van achteren naar voren doorgebladerd. En weer terug. Wat een leuk boek! En toen de eerste twee hoofdstukken gelijk ook maar gelezen. Het leest heel fijn en het geeft veel meer informatie dan alleen maar over Zeeuwse truien. De herkomst van het woord trui bijvoorbeeld. De banden die in de Middeleeuwen al ontstonden tussen Europese vissers onderling.

Zat ik daar vanmiddag in m’n eentje toch ontzettend te genieten van mijn verlate verjaardagskado.
Hoezo “Zunde van t geld”. Waar voor m’n geld!
Wil je meer weten van het boek, hierbij de link >>> naar de pagina op ‘Blij dat ik brei’.

Onder welke categorie zet ik dit nou weg? Breien? Geschiedenis? Lezen?

Reageren

7 april: Met ribbels. Zonder mouwen.

Dit weekend heb ik een ’trui zonder mouwen’ afgebreid.
In maart had ik bij Miss Etam een shirtje gekocht dat fijn zat.
Die maten heb ik als uitgangspunt genomen, een proeflapje gebreid van het garen van 15 maart en maar gewoon begonnen.

ribbels
In mijn geval was het 80 steken op pen 7.
6 toeren recht (3 ribbels) als boord en vervolgens een fantasiepatroon, afgewisseld met 6 toeren recht, 1 toer luie wijvensteek en 6 toeren recht.
Het achterpand brei je tot 65 cm lang, daarna nog 6 toeren recht tot 68 cm, dan alle steken in één keer afkanten.
Het voorpand brei je als het achterpand.
Voor een voorpand geldt dat je één derde van de steken voor de linkerschouder moet overhouden en één derde van de steken voor de rechterschouder.
In mijn geval 80 gedeeld door 3 = 26 steken voor elke schouder.
Blijft over 28 steken voor de hals.
Op 54 cm hoogte voor de hals de middelste 8 steken afkanten. Vervolgens aan de halskant in de volgende toeren 1x 3, 2×2 en 3×1 steken minderen.
Op een lengte van 65 cm nog 6 toeren recht breien (3 ribbels), dan alle steken afkanten.
Langs de halskant de steken opnemen en 6 toeren recht breien dan alle steken afkanten.
Schoudernaden sluiten.
Langs de zijkanten over 50 cm (25 aan de voor- en 25 aan de achterkant) steken opnemen en 6 toeren recht breien (3 ribbels), daarna alle steken afkanten.
Zijnaden sluiten.

METEN IS WETEN! De genoemde getallen gelden voor mij. Ik ben 1 meter 82 en heb maat 44/46. Brei voor je gaat beginnen altijd eerst een proeflapje voor verhouding centimeters/steken en meet je eigen maat bij een trui/shirt die je fijn zit.

Fantasiepatroon: mag je zelf bedenken. Gerstekorrels, gaatjes, blokjes, ajourlijnen: kijk maar eens op de website ‘Alles over breien >>>‘, of ‘breien met plezier >>>‘ daar vind je al heleboel beschrijvingen van steken.

Kanker

Vandaag kuur 1C opgehaald in het Martiniziekenhuis: een infuus en een injectie. Deze tweede week begint minder goed dan de eerste. Gerard is nog nooit echt ziek geweest en heeft dus ook nooit veel medicijnen gehad. Het lichaam reageert ‘overprikkeld’ op alle chemische stoffen die hij krijgt toegediend. De vermoeidheid slaat op de gekste momenten toe. Hij gaat vaker even liggen en gaat ook ’s avonds eerder naar bed. Verder is de stoelgang beslist niet optimaal en heeft hij last van z’n maag. Vandaag kregen we nogmaals van de verpleegkundige dringend het advies om uit de buurt te blijven van mensen met griep of andere besmettelijke ziekten: door de chemokuren is Gerard’s gezondheid kwetsbaar en is hij vatbaarder voor ziekten dan anders.

Reageren

26 februari: Opal Pullover- en Sockenwolle

babyvestjeWeer een baby-vestje af. Voor een collega deze keer. Op 12 november >>> beschreef ik het al, daar beschrijf ik ook het patroon. Deze keer is de hoofdkleur blauw en het andere accent is oranje.

Vandaag even wat extra aandacht voor de wol waarmee ik zulke vestjes brei.
Het is Opal Pullover- und Sockenwolle.
OpalHiernaast een foto van een sok gebreid met die wol.
Het is gemeleerde wol, al breiend ontstaan er prachtige patroontjes. Het lijkt alsof je iets heel ingewikkelds hebt gebreid, maar het is gewoon tricotsteek: 1 toer recht, 1 toer averecht.
Eén zo’n vestje is gebreid van een grote bol van 150 gram op pen 4. Je hebt keus uit heel veel verschillende kleuren, vanmiddag heb ik een groene variant gekocht. Er is namelijk alweer een nichtje zwanger, (de familie Waninge is groot en kinderrijk) dus ik kan gelijk nog zo’n vestje maken. Deze wol haal ik altijd bij ‘t Spinnewiel >>> in Roden

Reageren

27 januari: Nonchalante cape

Deze weblog heet ‘Handwerken en meer’. De laatste tijd gaat het vaker over ‘en meer’ en minder over handwerken. Dat komt omdat sinds begin januari alles weer z’n gewone gang gaat en dat betekent dat ik simpelweg minder tijd heb om dingen te maken.

nonchalante cape

Momenteel brei ik aan een ‘nonchalante cape’ voor de zomer. Het patroon kreeg ik van de moeder van een ex-schoonzoon.  Ook zij is een ervaren handwerkster en we zaten nooit om gespreksonderwerpen verlegen. Zaten we gezamenlijk over een patroon gebogen, dan kon haar man zo fijntjes opmerken: “Ach, het holt ze bezig, hé?”

Ik brei deze cape met pen nr. 10 met garen dat je met pen 6 moet breien. Zo ontstaat er een los stekenpatroon. Bij dit patroon brei je twee rechte lappen. Je zet 69 steken op en breit 5 cm boordsteek. Daarna ga je over in fantasiesteek.

1e toer: 1 averecht, 1 omslag 2 recht samenbreien.

2e toer: 1 recht, 2 averecht

3e toer: 1 averecht, 2 recht samenbreien, 1 omslag.

4e toer: 1 recht, 2 averecht

Deze 4 toeren steeds herhalen. Op  85 cm totale hoogte nog 5 cm boordsteek breien, op 90 cm totale hoogte alle steken afkanten. Dan brei je nog zo’n rechthoekige lap. Je legt de lappen met de fantasiesteek naar binnen op elkaar en draait één zijkant van de bovenste lap om, zodat de draaiing midden voor de voorkant van je lichaam valt.

De schoudernaden en zijnaden sluiten (naar eigen inzicht).

Reageren

5 januari: Muts & colsjaal

Op 6 November vertelde ik van de kolossale bol wol die ik kreeg van twee vriendinnen. Daar heb ik een enorme colsjaal met een bijbehorende muts van gemaakt.
Colsjaal en muts

Toen ik mijn weblog van die 6e november nog eens doorlas, trof me de zin: ‘ik durf alweer alleen naar de Jumbo ‘. Het infarct is nu 10 weken geleden. Als ik nu de bijdragen lees van begin november, dan ben ik alweer behoorlijk opgeknapt. Dinsdag ben ik alleen op en neer gereden naar Klazienaveen. Alles heb ik weer opgepakt en volgende week begin ik weer volledig met m’n werk.

Afgelopen week had ik een afspraak bij een Gz – psycholoog in het Martiniziekenhuis. Ik verwachtte dat het bij 1 afspraak zou blijven; ik ben er immers al weer! Maar dat was toch wat te kort door de bocht. 5 x had ik een infarct en vier keer heb ik het onderschat en weggedrukt. Dat ik deze 5e keer in zo’n diep dal zat, komt omdat ik er steeds weer ‘overheen leef’. Nu krijg ik begeleiding bij het omgaan met de angst die altijd in mijn achterhoofd zit en mijn denken soms blokkeert. Volgens de psycholoog werd dat na tien jaar ook wel eens tijd. Ik hoef niet altijd dapper te zijn.

Voor de liefhebbers van sjalen en mutsen breien:

Het was wat krinkelige wol, waardoor patronen en verschillende steken helemaal niet tot hun recht komen, recht toe recht aan rechte toeren breien gaf het mooiste effect.
Voor de colsjaal heb ik 65 steken opgezet en 135 cm ribbels gebreid. Daarna aan elkaar zetten.
Voor de muts zette ik 60 steken op en breide 35 cm ribbels. Dan 1 toer steeds 2 steken samenbreien (je houdt 30 steken over) en dat in de volgende toer herhalen (nu hou je nog 15 steken over). Dan een draad door de overgebleven steken halen en aantrekken. Zijnaad sluiten.

Het breien, haken en borduren hebben mij de afgelopen maanden erg geholpen bij het vinden van de rust voor het verwerken van het infarct en de nasleep ervan. Ik kan het iedereen aanbevelen.

Reageren

6 december: “Wat ben je nou aan het breien?!?”

Halverwege dit jaar werd ik benaderd door iemand die sliep met een C-pap. Dat is een apparaat dat apneu-patiënten ondersteunt bij hun ademhaling ’s nachts. Zij had er last van dat de lange slang die er aanzat vochtig werd van binnen. Het zou helpen als er een soort hoesje omheen zou zitten. Kon ik daar niet iets omheen breien voor haar?
Toen ik er mee bezig was ontlokte dat iemand de uitspraak: “Wat ben je nou aan het breien?!?! Beenwarmers voor een ooievaar…?”

Ja hoor, ja. Maar het helpt wel. De slang blijft warmer en er ontstaat minder vocht. Goed bezig.

Reageren

Pagina 6 van 7

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén