een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Haken Pagina 4 van 10

13 januari: Aanvullingen bij sokken en onderzetters.

Soms krijg ik op deze website reacties.
Meestal zijn dat reacties op recente blogs, maar soms reageert iemand op een blog dat al jaren op de site staat.
Vandaag combineer ik een reactie met een kleine aanvullingen op twee blogs.

In het blog ‘Even afbrillen’ van 9 maart 2018 schreef ik over het breien van sokken op een rondbreinaald.
Op 6 januari j.l. reageerde ‘MT’ daarop met de opmerking dat je ook twee sokken tegelijk kunt breien op twee rondbreinaalden.
O?
Hoe dan?
Ik zag het nog niet voor me; ik mailde haar terug dat ik het niet helemaal begreep, toen stuurde ze me een aantal foto’s.
Eén daarvan zie je hier links, deze en de andere foto’s heb ik in één PDF gezet, hierbij een link: twee sokken tegelijk rondbreinaald
Ze schreef erbij: als je er bij zet dat je het van MT hebt mag je het gebruiken.
Bij deze!

De tweede aanvulling is niet naar aanleiding van een reactie, maar een opmerking van mezelf.
Op het blog ‘Van onderzetters naar rommelmarkt’ uit 2015 link ik naar de website Handwerkles’; daarop staat een leuk haakpatroon van een onderzetter.
Die onderzetters wilde ik weer gaan haken, maar ik vond ze eigenlijk wel wat groot, het waren meer kleine kleedjes dan onderzetters.
Het patroon heb ik een toer ingekort en iets aangepast, zodat het kleedje een onderzetter wordt.
– Haak 5 lossen en sluit deze met een halve vaste tot een ring.
– Toer 1: 1 losse. Daarna in de ring 16 vasten haken en sluiten met een halve vaste. (Elke toer wordt trouwens gesloten met een halve vaste).
– Toer 2: Haak 3 lossen (dat is nu en in de volgende toeren steeds het eerste stokje), 1 stokje in de volgende steek (hierbij steeds alleen door de achterste lus haken), 1 losse. Dan steeds 2 keer 1 stokje door de achterste lus, 1 losse. Je hebt nu 8 groepjes van 2 stokjes met één losse er tussen.
– Toer 3: Vanaf nu weer door beide lussen haken. 2 stokjes op het eerste stokje, 2 stokjes op het tweede stokje, 1 losse. Dit steeds herhalen; je hebt nu 8 groepjes van 4 stokjes met 1 losse er tussen.
– Toer 4: Haak 1  stokje op het eerste stokje, 2 stokjes op het tweede stokje,  1 losse,  2 stokjes op het derde stokje en 1 stokje op het vierde stokje, 1 losse. Dit steeds herhalen. Je hebt nu 8 groepjes van 6 stokjes met tussen het 3e en 4e stokje 1 losse én tussen de afzonderlijke groepjes ook 1 losse.
– Toer 5: Om het boogje van 1 losse  7 stokjes met 1 losse er tussen haken. Om het boogje van 1 losse 1 vaste haken. Voor en na de vaste geen losse haken. Dit steeds herhalen. Je hebt nu 8 waaiertjes van 7 stokjes met tussen ieder stokje 1 losse.
– Toer 6: Tussen alle stokjes 1 vaste haken met daar tussen een boogje van 3 lossen. Sla de ruimte voor en na de vaste tussen de bloemblaadjes over.

Op foto 1 zie je de onderzetter van de website ‘Handwerkles’ met daarnaast mijn eigen, kleinere versie.
Op foto 2 en 3 zie je wat ik er mee doe: ik haak zes onderzetters in drie verschillende kleuren. Daarna haak ik een koordje dat ik om de onderzetters strik: een persoonlijk afscheidscadeautje als een collega weggaat of als bedankje voor iemand die iets voor me heeft gedaan.
Rondom Pasen geef ik ‘Loensende-kippen-onderzetters‘ en in de decembermaand ‘Engeltjes-onderzetters’. 

Reageren

16 december: Niet naar de kapper……

We zitten in een kerst-lockdown ten gevolge van het coronavirus.
We hadden al kerstkalkoen, kerstboom en honderdduizend andere kerstvariaties van dingen, de kerstlockdown beleeft zijn primeur in 2020.
Ik ben maandag niet meer naar de winkel gegaan om nog snel kerstinkopen te doen; we kunnen gewoon naar de supermarkt en we doen het met wat we hebben.
En we hebben zat.

Ten opzichte van de lockdown in maart ben ik er een stuk laconieker onder.
We zijn al gewend aan het dragen van mondkapjes, we ontsmetten handen en winkelwagentjes en we zoenen en/of knuffelen niemand.
We zien onze kinderen in tweetallen (zolang dat nog mag) en prijzen ons gelukkig dat we in Nederland wonen en met z’n tweeën zijn.
Op 9 januari heb ik een afspraak staan bij de kapper.
“Daar zie ik wel een aap van fietsen” placht mijn vader in dit soort gevallen te zeggen.
Wij begrepen dan precies wat hij bedoelde, maar het is geen bestaand spreekwoord.
Ik heb het opgezocht, maar het is niet te vinden.
Mijn vader bedoelde: ik denk dat het uit de hand loopt of dat het niet door gaat.
Ik zie die aap nu ook fietsen; geen kapper op 9 januari.

“We komen er uit te zien als wilden” schreef Herman Sandman destijds in april in zijn column over onze haardracht in het dagblad, maar dat viel uiteindelijk erg mee.
En wordt het echt te lang, dan kan het altijd nog in een staartje.
Van Alie Drenth kreeg ik een leuke tip: om een eenvoudig haarelastiekje kun je een mooie scrunchie haken.
Er zullen lezers zijn die niet weten wat dat is: een scrunchie is een met stof beklede elastische haarband die wordt gebruikt om middellange tot lange haartypes vast te maken. Grote, uitgebreide stijlen en kleine, bescheiden vormen zijn verkrijgbaar in veel verschillende kleuren, stoffen en dessins.
Van Alie kreeg ik er zelfs één die ze zelf gemaakt had, mét het haakpatroontje erbij.
Daar maakte ik voor dit blog een PDF van: klik hier scrunchie haken  om het te downloaden.
Op de afbeeldingen zie je links de scrunchie die Alie voor mij heeft gehaakt, rechts de scrunchie om een melkbeker heen gespannen; dan kun je iets beter zien hoe het qua haken in elkaar zit.

Reageren

21 oktober: Wasknijpermandje.

‘Knippers’ noemde mijn moeder vroeger de wasknijpers.
Ze had dus ook een ‘knipperbakkie’; een bakje met een hengsel waar de wasknijpers in zaten. Van mijn moeder mocht ik de wasknijpers niet aan de waslijn laten zitten, wat in mijn ogen veel praktischer was: dan hoefde je ze immers niet steeds weer uit dat bakje te halen. De reden daarvan was dat wij destijds houten wasknijpers hadden; als die worden blootgesteld aan weer en wind worden ze groen/zwart en gaan ze afgeven.
Vieze afdrukken op je schone was.
Een gruwel in mijn moeders ogen.

Waarom vertel ik dit?
Net als mijn moeder had ik ook een emmertje waar mijn wasknijpers inzaten, want ik gebruik nog steeds houten wasknijpers omdat er al genoeg plastic in de wereld is.
Dat emmertje was ter ziele gegaan, maar ik wilde niet weer zo’n plastic ding, omdat er al genoeg plastic in de wereld is.
Op internet vond ik een mandje dat je kon haken; dat leek mij wel wat.
Hierbij een link naar die website .
Eerst maakte ik een klein mandje van een restje katoen.
Even uitproberen: welke steken worden gebruikt? Hoe groot wordt het dan?
Het kleine mandje was al snel klaar.
Ik kocht een bol donkergroen Canada-garen; 60% acryl en 40% wol.
Sterk garen dat tegen een stootje kan.
Je moest er mee haken op naald 6 of 7, maar ik haakte het mandje op naald 5, zodat je een stug en stevig weefsel krijgt.

Inmiddels is het klaar en zitten mijn wasknijpers er in.
Ook ik laat ze namelijk niet op de waslijn zitten.
Overigens: op mijn binnenwaslijn op de overloop laat ik ze wel gewoon zitten.
“Krigst d’r wel aal stof op” kon mijn moeder dan onderwijzend opmerken.
Ja.
Dat blaas ik er dan wel af.

Wat was er dan gebeurd met dat plastic emmertje?
Zie instagram.

Reageren

14 mei: Sjaal van unicat ‘Tamara’

Toen we terugkwamen van de reis naar Marokko (14 februari…..het lijkt een eeuwigheid geleden!)  was er een pakketje bezorgd van ‘Blij-dat-ik-brei’ in Arnemuiden: de bijzondere bol unicat-garen waar ik over schreef in het blog Tunisch Entrelac-haken.
Daar had ik al een tijdje naar uitgekeken, dus die zondag begon ik gelijk aan de sjaal die ik van dat garen wilde gaan haken.

Klik op de foto voor een vergroting

Bij tunisch entrelac haken moet je steeds weer aan de rechterkant van het werk beginnen, naar links haken en aan het eind van de toer de draad afbreken en weer opnieuw aanhechten. Gevolg: veel draadjes afhechten.
Daar komt bij dat je dan een voor- en een achterkant hebt, waarbij de voorkant een stuk mooier is dan de achterkant. Bij een kussen is dat prima, dan zie je de achterkant immers niet, maar bij een sjaal vind ik dat eigenlijk niet mooi, dus ik bedacht een manier om door te kunnen haken.
Op het moment dat je anders de draad afbreekt draai je het werk om en haakt het eerste vierkantje op het halve vierkantje van de vorige toer.

Ik haakte deze sjaal met een erg grove haaknaald (nr. 5) ten opzichte van het garen; daarmee creëer je een heel los weefsel. Het unicat garen bestaat uit  50% katoen en 50% acryl en is samengesteld met vier dunne draadjes. Bij de bol Tamara die ik had besteld begint het met vier zwarte draadjes, daarna drie zwarte en 1 paarse,  daarna 2 zwarte en 2 paarse en zo wisselt het verder af. De ene zwarte draad die overblijft wordt op een gegeven moment vervangen door rose. Zo krijg je heel geleidelijk een kleurverloop van zwart naar rose, wat in mijn sjaal een mooi effect geeft.

Nog wat praktische tips:
Waar je aan moet wennen bij Unicat garen is dat je wel steeds alle 4 de dunne draadjes opneemt en doorhaalt, anders krijg je kleine lusjes.
Verder moet je de afhechtingen met halve vasten steeds heel los haken, anders kun je de steken in de volgende toer lastig opnemen.
Wil je deze sjaal ook haken met deze techniek?
Zorg dan dat je eerst het tunisch entrelac-haken onder de knie krijgt, zodat je goed weet hoeveel steken je moet opzetten, waar je moet insteken, hoe hoog de vierkantjes moeten worden en hoe los je steeds moet afhechten. Ik maakte daarbij gebruik van deze website >>>

Ik hoor je denken: zou ze nou al die tijd aan die sjaal gewerkt hebben? 3 maanden?
Nee hoor.
Die sjaal was met twee weken af.
Soms heb ik nog geen ‘blog van de dag’, dus deze komt uit de voorraad!

Reageren

21 april : Zelf de slingers haken…?

Vandaag deel ik op mijn website mijn ‘Corona-project’: een vlaggenlijn haken van restjes haakkatoen.
Toen Gerard en ik begonnen aan onze vrijwillige quarantaine was ik bezig met het breien van een truitje en het haken van de loensende- kippen-onderzetters.
Omdat ik ’s avond  helemaal niet meer weg ga en we wel naar Netflix kunnen kijken (Cees: dank!) heb ik heel veel tijd om te handwerken. Na 8 kippen vond ik het wel even genoeg.”Ik kan wel een project bedenken voor al die restjes katoen die ik heb” bedacht ik op dag 6 van ons sociale slot. We hadden toen nog geen idee hoelang het allemaal nog ging duren.

Op internet vond ik een gehaakte vlaggenlijn.
Allemaal gekleurde driehoekjes, afgezet met wit garen.
Daar ben ik mee begonnen en het wordt heel mooi.
Als onderliggend project-thema bedacht ik deze werktitel: ‘Het leven is een feestje, maar je moet wel zelf de slingers …haken!’
Zo’n vlaggetje is heel simpel.
Zo ga je te werk.

2 lossen haken
In de tweede losse van de haak twee vasten haken, 1 losse, werk omkeren.
In de eerste 1 vaste 1 vaste haken, in de tweede vasten twee vasten haken (je hebt nu 3 vasten) , 1 losse, werk omkeren.
In de eerste 2 vasten elk één vaste haken, in de laatste vaste twee vasten (je hebt nu 4 vasten) 1 losse, werk omkeren.
Zo haak je door: je haakt op iedere vaste 1 vaste, alleen in de laatste vaste van de toer haak je 2 vasten, zo wordt het vlaggetje langzaamaan breder.
Als je 30 vasten op1 toer hebt is je vlaggetje klaar.

Nu haak je om het driehoekje met wit garen  aan de zijkanten een randje vasten.
De bovenkanten laat je vrij.

Als je genoeg vlaggetjes hebt kun je ze aan elkaar haken.
Begin met een ketting van 100 lossen, dan heb je een behoorlijk stuk lijn om de slinger aan op te hangen.
Pak vervolgens één vlaggetje en haak op iedere steek aan de bovenkant van het driehoekje een vaste. Haak een aantal lossen als tussenruimte tussen deze het volgende vlaggetje.
Wil je de vlaggetjes dicht op elkaar dan volstaan 2 of 3 lossen, wil je er wat meer ruimte tussen, dan kun je meer lossen haken.
Haak zo alle vlaggetjes vast aan de lijn; eindig met een ketting van 100 lossen voor de andere ophanglijn.
Wil je de lijn wat steviger maken?
Haak dan met vasten nog een keer de hele vlaggenlijn bij langs.

Naschrift.
In de praktijk blijkt de katoen wat zwaar, de vlaggenlijn hangt wel erg door.
Dat heb ik ondervangen door hem op meerdere punten op het ‘slinger-traject’ vast te maken. Wil je dit voorkomen, dan moet je minder zwaar of dunner garen nemen en de vlaggetjes wat kleiner maken.

Reageren

23 maart: Loensende kippen haken.

Vanavond, maandag 23 maart zou ik met een aantal creatievelingen in Op de Helte kipjes en kuikentjes gaan haken in het kader van de activiteitenmarkt van de ZWO.
Iedereen had €5,- betaald en ik was al met de voorbereidingen begonnen.
Mevrouw of meneer Corona gooide roet in het eten; we hebben de haak-avond moeten afblazen.

We zouden een kuikenonderzetter gaan haken en kip-driehoekjes.
Dat klinkt als een nieuw frituurborrelhapje, maar de afbeelding onder aan deze pagina zegt genoeg.
Om het haken van die dingen goed onder de knie te hebben (anders kun je de deelnemers niet helpen) had ik al een aantal onderzetters gehaakt.
8 stuks in verschillende kleuren, zodat het een mooi vol kippenhok is geworden, zie afbeelding rechts.

Omdat de hakerij niet door gaat heb ik bedacht om de haakbeschrijvingen toch te delen met de deelnemers; dat doe ik met dit blog op mijn website, dan hebben meer handwerksters er iets aan.
Mijn onderzettertjes zijn op zich goed gelukt, maar het symetrisch opnaaien van de oogjes vond ik wat lastig, waardoor de kipjes nu allemaal wat loensend achterom kijken.
Als je goed kijkt op de groepsfoto van het kippenhok zie je dat één van de kipjes een waterhoofdje heeft….iets te veel dubbele stokjes gehaakt. Hierbij een link naar een PDF met de uitgebreide haakbeschrijving : Onderzetter loensende kip

Het haakpatroon van de kip-driehoekjes heb ik niet helemaal uitgeschreven, daarvoor verwijs ik naar  website ‘Hilde haakt’. 
Veel haakplezier!
Je hebt nog twee weken tot aan Pasen en door het Coronavirus waarschijnlijk tijd genoeg…….

Reageren

11 januari: Tunisch entre-lac haken.

Eind november schreef ik dat een nieuwe uitdaging op handwerkgebied aanging: tunisch entre-lac haken.
Inmiddels zijn we drie maanden verder en heb ik de techniek onder de knie.
Daarbij maakte ik gebruik van deze website >>>
Met de restjes van de ‘chique vierkantjes-deken‘ maakte ik een kussenovertrek; dat ligt nu te shinen op mijn kamer in het jaren ’60-clubstoeltje dat ik nog heb van de eerste huisinrichting van mijn ouders. (zie foto).

Dit kussenovertrek was een oefenproject om de haaktechniek te leren, nu ga ik met deze techniek en heel mooi garen een sjaal haken.
Bij ‘Blij dat ik brei‘ heb ik een bol Unicat garen besteld.
Dat is speciaal garen dat bestaat uit meerdere draden, waarbij de overloop van de verschillende kleuren per draad verspringt. Hierdoor ontstaat een mooi gemêleerd kleurverloop, wat het werkstuk karakter geeft.
Eén bol bevat 900 meter 4-draads, ongetwijnd verloopgaren, de samenstelling is 50% katoen, 50% acryl en kost € 24,95.
Je kunt kiezen uit meer dan 100 kleur-combinaties, maar ik koos voor Tamara (zie foto).
Voor dit garen gebruik ik een deel van mijn verjaardagsgeld; zo’n dure bol garen bestellen voelt voor mij echt als een cadeau.
Gistermiddag heb ik het besteld; ben zo benieuwd wanneer mijn pakje komt!

Naschrift.
Van Jeanet van ‘Blij dat ik brei’ kreeg ik een mail.
Ze hadden de kleur niet op voorraad, die moet besteld worden; kan wel even duren.
Ze wilde wel een foto maken met de kleuren die op dit moment in de winkel zijn, misschien zat daar een alternatief bij?

Lief hé? Maar ik hoef geen alternatief. Ik wacht geduldig de levertijd af.
Ondertussen kan ik nog breien of borduren.
Of lezen. Of muziekmaken.
Of blogs schrijven……. er zijn zo veel leuke dingen!

Reageren

23 november: Een chique vierkantje, deel 2

Vorig jaar kreeg ik als verjaardagscadeau van Gerard een handwerkproject, een deken voor op het tweepersoonbed in ‘mijn kamer’. Daarover schreef ik op 28 november vorig jaar een blog onder de titel ‘Een chique vierkantje’>>>.
Inmiddels zijn we een jaar verder en de deken ligt te pronken op het bed.

Het hele jaar nam ik het haakwerkje overal mee naar toe. Zo’n los vierkantje neemt amper ruimte in en na tien van die vierkantjes kun je het uit je hoofd haken.
Als ik vier bolletjes had opgehaakt had ik 12 vierkantjes, 3 van elke kleur.
Dan hechtte ik alle losse draadjes af en zette die 12 aan elkaar. Dat deed ik door met de kleur wit  vasten te haken om de voorste lus van de vorige toer van het ene vierkantje en door de achterste lus van de vorige toer van het andere. Op de foto hiernaast zie je een grijs en een blauw vierkantje dat met de kleur wit aan elkaar wordt gehaakt.

Bij het aan elkaar haken van de vierkantjes heb ik er voor gekozen om de vierkantjes niet in een patroon aan elkaar te zetten, maar willekeurig te verspreiden over het geheel.
Wel zorgde ik er voor dat er niet twee dezelfde kleuren naast elkaar kwamen.

Voor de rand om de deken heen had ik bedacht om een golvende, witte rand met schulpjes te maken, maar dat werd niet mooi. Na veel gepruts en geprobeer kwam ik er op om er één toer vasten met de kleur wit omheen te haken, dat gaf het mooiste, rustigste beeld.

Verjaardagscadeau af, project klaar.
Op naar de volgende uitdaging: entrelac haken!
Daarbij maak ik gebruik van deze website >>>
Maar ik ga wel andere kleuren gebruiken als bij de voorbeelden…..

Reageren

11 maart: Zen door breien.

Af en toe spreken we af met een echtpaar dat we al kennen vanaf de tijd dat Frea op peuterspeelzaal ‘het Kwetternest’ zat. Hun dochtertje zat bij Frea in de klas en de vriendschap die toen ontstond bestaat nog steeds. Tussen de dochters én tussen ons.
Twee weken geleden kwamen ze een avond bijpraten, want we zien elkaar minder dan vroeger toen onze dochters nog samen op school zaten. De dames deelden namelijk niet alleen hun peuterspeelzaaltijd, maar ze zaten ook 8 jaar bij elkaar in de klas op basisschool ‘de Haven’, waarbij wij als moeders veel samen optrokken.

Ze hadden een bloemetje meegenomen én een klein krantenartikeltje.
“Ik las het en ik moest gelijk aan jou denken!”
‘Breien = zen’ stond er boven het verhaaltje en de foto liet een paar breiende handen zien.
Dit stond er in:
Is het je wel eens opgevallen hoe relaxt dames (en een enkele heer) erbij zitten als ze aan het haken of breien zijn? Je wordt helemaal zen van haken en breien. Dat blijkt zelfs uit onderzoek: er komen gelukshormonen vrij, je bloeddruk zakt, je hartslag daalt en stress werk je weg. Haken en breien hebben ongeveer dezelfde uitwerking als mediteren of yoga, zonder ingewikkelde houdingen. Haal die breipennen en bollen wol dus maar weer tevoorschijn en brei een mooie zen-sjaal of handschoenen. Word je warm en gelukkig van. 

Nou spreek ik regelmatig mensen over breien en haken om de doodeenvoudige reden dat ik bijna altijd met een handwerkje in mijn handen zit en ik weet dat er ook mensen zijn die absoluut niet zen worden van breien of haken.
Een bloemlezing van een aantal reacties die ik in de loop van de jaren hoorde:
“Ik word er juist hartstikke gestressed van! Als ik aan iets ben begonnen móet het af en zit ik als een razende te prikken.”
“Breien? Mijn handen beginnen al te zweten als ik er alleen maar aan denk! Dan heb ik weer visioenen van te strakke steken op metalen breinaalden die niet wilden schuiven…”
En toen ik na de hartoperatie een ingewikkeld patroon inbreide riep een verpleegkundige: “Daar zou ik het nou van aan mijn hart krijgen!”

Maar spreek je ervaren handwerksters, dan zullen ze allemaal beamen: je wordt er heerlijk rustig van. De foto hiernaast is genomen door Frea in de heerlijke warme voorjaarsweek in februari. We zaten samen buiten in het zonnetje  te koffiedrinken en te handwerken.
Helemaal zen met z’n tweeën.

Reageren

13 februari: Crocheteers.

“Wat heb je daar nou voor een button op je jas!” vroeg ik dit weekend aan Frea.
Trots liet ze me zien wat het was.
Een grote, goudkleurige medaille/speld met de tekst: Crocheteer. All for Yarn and Yarn for all! (vertaling: haakster. Allen voor garen, garen voor allen).
Met een knipoog naar de drie musketiers: one for all, all for one”.

Mijn dochter.
Geen musketier maar een ‘haaketier’.
Die button had ze gekregen van haar Amerikaanse vriendin.
Frea neemt haar haakwerk, net als ik,  overal mee naar toe en zit als het even kan te haken. In de bus. In de trein. In de bibliotheek. In de pauze op het werk.

Je maakt heel gemakkelijk contact met een haakwerkje in je hand. Er is altijd wel iemand die er een opmerking over maakt.
“Wat leuk, zo’n jong mens dat haakt! Deed ik vroeger ook….”
“Wat ben je aan het haken?”
“Wat houd je die haaknaald raar vast, is dat wel goed?”
(lees over het gebemoei van anderen met mijn haakwerk op het blog Pannenlappen van oma Vrieswijk >>>)
Heerlijk herkenbaar.

Zit ze dus met die button op de jas overal te haken.
Ben ik stiekem wel een beetje trots op…..

Reageren

Pagina 4 van 10

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén