een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Lezen Pagina 1 van 17

22 november: Lieneke en twee Peters

Niet ieder boek dat ik lees vind ik leuk genoeg om een blog over te schrijven.
Het boek ‘Chantage’ van de eerste Peter, Peter Römer, over de dood van een beroemd actrice laat ik onbesproken. Ik las de eerste 100 bladzijden en daarna de laatste drie hoofdstukken omdat ik wilde weten hoe het afliep; het boek overstijgt mijns inziens het script van een Nederlandse soap niet.

Een boek dat wel een deel van een blog verdient is Koude Lente van Lieneke Dijkzeul; zij is een schrijfster van wie ik altijd boeken zoek op boekenmarkten en bij Het Goed. Het team van inspecteur Paul Vegter krijgt deze keer te maken de dood van een meisje van 6.  Het meisje had voor haar verjaardag een nieuwe fiets gekregen en ze mocht even de straat uit fietsen, maar ze kwam niet meer terug. Er zijn verschillende mensen die verdacht worden van het misdrijf.
Is het de buurman Morsink die in elkaar wordt geslagen met een verwijzing naar pedofilie?
Is het de chauffeur van de schoolbus die dagelijks kinderen naar zwemles brengt en zich verdacht ophoudt in het struikgewas?
En welke rol spelen de ouders van het meisje dat is vermoord?
Of is het de jongen zonder naam die je als lezer al vanaf het begin volgt? Zijn naam wordt niet genoemd en je hebt diep medelijden met het kind.
Het zal zo zijn dat dit soort gezinsomstandigheden vaker voorkomen in Nederland, maar je mag toch bidden en hopen dat dat niet te vaak is. Moeder aan de drank, vader niet in beeld en foute vrienden. De triestigheid walmt je uit het boek tegemoet.
Een overzicht van de andere boeken van deze auteur die ik al las vind je hier.

Het laatste deel van dit boekenblog wijd ik aan de tweede Peter: Peter Robinson en zijn boek ‘Kil als het graf’ met in de hoofdrol Inspecteur Banks.
De volgorde waarin ik de boeken in deze serie lees klopt niet: in deze politiethriller is de verkering met Annie uit, maar nog smeulend op de achtergrond aanwezig.
Banks wordt door zijn baas, hoofdcommissaris Riddle gevraagd om zijn dochter Emily te zoeken die van huis is weggelopen. Dat lukt: hij brengt haar weer naar huis en daarmee is voor Banks de kous vooreerst af. 6 maanden later: er wordt iemand vermoord en gedurende het onderzoek stuit Banks op lijntjes die naar mensen leiden die ieder afzonderlijk te maken hebben gehad met de dochter van Riddle. En dan wordt tijdens een avondje uit ook Emily dood aangetroffen.
Ook in dit boek wordt weer heel veel verwezen naar muziek, kennelijk een grote passie van de schrijver; voor mij voegt het niet zoveel toe.
Het is bij Robinson niet altijd raak; sommige van zijn boeken slepen me mee het verhaal in, maar bij deze was van meeslepen geen sprake.
Op sommige punten te breed uitgesponnen en hier en daar wat weinig uitgediept; op die Riddle bijvoorbeeld, zijn huwelijk en zijn achtergronden had wel wat eerder ingezoomd mogen worden.
Neemt niet weg dat de boeken van Robinson zeker de moeite waard zijn en van goede kwaliteit, maar deze roman overstijgt beslist niet mijn favoriete deel: ‘Verdronken verleden’. Klik hier voor een overzicht van de tot nu toe gelezen delen.

Reageren

4 september: Blijf nieuwsgierig.

“Deze moet je ook even lezen. Is leuk!”
Na een avond bij mijn boekenvriendin Jeannette in Woudsend drukt ze mij het boek “De ontgroening van een eerstejaars gepensioneerde” in de handen, geschreven door Jaap Kranenborg.
Zij is al vanaf januari van dit jaar met pensioen en ze geniet er van.
“Die vrijheid: gisteren hebben we beslist dat we morgen op fietsvakantie gaan!”

Het is inderdaad een aangenaam boek.
Jaap heeft een makkelijke schrijfstijl en neemt je mee in het leven van iemand die net met pensioen is. Hij doet dit in een bijzondere vorm: hij schrijft een brief aan zijn vader die al meer dan twintig jaar dood is. Daarmee koppelt hij het verhaal aan de tijd waarin zijn vader met pensioen ging; toen zag de wereld er nog anders uit.

In het begin heeft hoofdpersoon Maarten last van het gevoel dat hij nu is begonnen aan de eindfase van zijn leven. Zolang je aan het werk bent, schermt dat werk je daarvan af, het is altijd een schimmig ‘later’. Eerst is er een gelukzalig vakantiegevoel, maar als zijn vrouw na de zomervakantie weer aan het werk is strekt zich een eindeloze lap tijd voor hem uit en hij bedenkt: ik moet iets te doen hebben!

Hij gaat op reis naar Denemarken (waar hij vroeger gewoond heeft), hij zoekt oude vrienden op, wordt taalcoach voor een Eritrise statushouder, gaat vogels tellen en stapt regelmatig uit zijn eigen bubbel om te ontdekken wat hij écht leuk vindt: hij komt er achter dat hij niet een persoon is voor de huishoudbeurs en hondenshows, maar hij leert wel veel op de HOVO (Hogeschool voor ouderen) en geniet van zijn filmabonnement bij de bioscoop.

Deze zinnen vond ik essentieel in dit boek: “Werk is een manier om een inkomen te genereren, want mijn échte leven lag in mijn vrije tijd: reizen, lezen, muziek, leuke dingen doen en samen zijn met aardige mensen. Als gepensioneerde is de structurerende kracht van de werkdagen er niet meer, want je werk structureert ook je vrije tijd. Daarom zoek ik een soort tentstokken die samen een nieuw frame vormen om die lap vrije tijd zodanig te stutten dat het een bewoonbare tent wordt.

In een interview met Daniël Dekker* op Radio 5 geeft de schrijver een tip aan mensen die met pensioen gaan: blijf  nieuwsgierig en zorg dat je een doel blijft hebben.
Hij zegt daarin: “Pensioen is een grote gebeurtenis in het leven van de moderne mens, net zoals de eerste schooldag en de geboorte van je eerste kind. Je moet allerlei beslissingen nemen hoe je van die tijd zonder werk een bewoonbare tent maakt.”

Het laatste hoofdstuk van het boek bracht me van mijn stuk; daarin beschrijft hij het overlijden van zijn vader. Aan wat dat bij me teweegbracht zal ik de komende weken nog een blog wijden.

* Ook even luisteren naar dat interview? Hierbij een link naar de website van Radio 5. 

Reageren

26 augustus: Camino – boek of écht.

Weet je nog dat Lienne vorig jaar een gastblog schreef op deze website?
Een indrukwekkend gastblog in twee delen onder de titel ‘Vergeven‘ over haar niet aangeboren hersenletsel.
Ze sloot het tweede blog af met de zin: ‘Mijn leven gaat inmiddels vooruit, en ik ben plannen aan het maken om mijn kinder-/jeugddroom te vervullen: ik ga 1 april 2025 van mijn huis naar Santiago de Compostela lopen. 
En ze heeft het gedaan! Ik volgde haar vanaf het begin (met Polar Stepps) toen ze in april vertrok uit Bakkeveen: met respect en bewondering las ik hoe het haar verging en ik genoot van de prachtige foto’s die ze met haar volgers deelde.

Vorige maand las ik het boek ‘De camino’ van Anya Niewierra.
Het enorm populaire boek gaat over een vrouw die de camino loopt een jaar nadat haar man zelfmoord pleegde.  De chocolatier Lotte was getrouwd met Emil Jukic, een vluchteling uit Bosnië. Wanneer zij met haar twee zoons in Bosnië is om de as van haar man uit te strooien ontdekt ze dat de echte Emil 25 jaar eerder door een Bosnisch-Servische militie is vermoord.
Ze gaat daarom precies dezelfde route lopen om erachter te komen wat zijn beweegredenen waren en wie haar man werkelijk was; zo komt ze een verschrikkelijk geheim op het spoor.

Tussen de gewone hoofdstukken door staan cursief afgedrukt stukken van een brief, met flarden uit het verleden in Bosnië; je weet tot het einde van het boek niet wie de schrijver van die brief   is.
Lotte ontmoet andere pelgrims en doet ondertussen alle plaatsen aan waar haar man naartoe ging.
Gedurende het boek kom je steeds meer te weten over de oorlog tussen de Bosniërs en de Serviërs en over hoe die oorlog een wig dreef tussen drie gezworen vrienden. Naar mijn bescheiden mening zijn die oorlogsverhalen behoorlijk eenzijdig en wordt de schuld voor alles bij de Serviërs gelegd, maar een oorlog heeft altijd twee kanten.
Verder hadden van mij de details over wat er in die oorlog gebeurde wel wat minder nadrukkelijk beschreven mogen worden; dat voegde niets toe.

Er gebeuren wel veel toevallige ongelukken waarbij mensen gewond raken of zelfs overlijden, waardoor ik op een gegeven moment dacht: “het lijkt wel een aflevering van Midsommer Murders…!”
Verder vond ik de hoofdpersoon wel wat naïef en waren sommige gebeurtenissen in het boek wel erg toevallig.
“Dit gebeurt toch nooit in het echt” dacht ik af en toe; voor mij doet dat afbreuk aan het verhaal.

Conclusie: spannend boek, van genoten, maar de hype over het boek is mijns inziens onterecht.
Daar komt bij dat ik toen ik dit boek las ook dagelijks ‘de camino’ van Lienne volgde; een rauw verhaal over haar worsteling met de grenzen waar ze tegenaan liep door haar hersenletsel.
Het verdriet, de weersomstandigheden, de zorgen, de pijn, de prachtige natuur, haar heimwee naar haar gezin, de pittoreske plaatjes van de reis, het doorzettingsvermogen: wát een verhaal.
Daarmee vergeleken komt ‘De camino’ van Anya wat bedacht en gekunsteld over.
Lienne is inmiddels terug: ik zal haar vragen om een gastblog!

Reageren

5 augustus: Wel de koffer en niet de man?

En weer heb ik een boek van Mathijs Deen uit.
Hij is de schrijver van de serie zogenaamde Waddenthrillers met de stugge en ietwat zonderlinge Lieuwe Cupido, alias ‘de Hollander’ in de hoofdrol.
Je moet bij Deen altijd goed opletten.
Het kan geen kwaad om (net als trouwe blogvolger Willem mij eens adviseerde) een briefje als boekenlegger te gebruiken waarop je de namen opschrijft van de mensen die in het boek voorkomen, want vooral in het begin lijken de hoofdstukken niets met elkaar te maken te hebben.
Maar dat is natuurlijk niet zo; gedurende het boek ga je de verbanden zien tussen de verschillende verhaallijnen.

Het derde deel in de serie heet ‘De redder’ en al lezend krijg je een mooi inkijkje in de wereld van de reddingsdiensten aan onze Waddenkust.
Het boek begint trouwens met iemand die niet gered is.
Aan de kust van Northumberland vinden Nederlandse vakantiegangers in een grot delen van een skelet en een reddingsvest.
Dat vest blijkt afkomstig van de sleepboot ‘Pollux’ die 21 jaar geleden in de Waddenzee is gezonken.
Er waren 15 mensen aan boord waarvan er 14  zijn gered, behalve de kapitein; die was sinds die nacht vermist.

Het lichaam moet geïdentificeerd worden, er moet DNA onderzoek worden gedaan en er zijn onduidelijkheden over wat er nou precies gebeurd is in de nacht dat het schip verging.
Waarom is wel de koffer die de kapitein bij zich had aan boord gehesen en de man zelf niet?
Wat zat er in die koffer?
En waar is die koffer nu eigenlijk?

Het is weer een mooie puzzel.
Als je de delen in de goede volgorde leest leer je Lieuwe Cupido steeds beter kennen.
En ook zijn hond Vos en de vaste oppas van die hond Miriam, die zich niet alleen om Vos, maar ook om zijn baas bekommert.
In alle drie de delen speelt op de achtergrond de verdrinking van de vader van Lieuwe en ook nu wordt er weer tipje van de sluier opgelicht; hopelijk wordt in deel 4 van deze serie ook dit mysterie opgelost.
De jonge, Duitse politieagent Xander die zich stierlijk verveelde in Bunde uit deel 1 krijgt in dit deel een wat grotere en beslist interessantere rol.

Bij deze schrijver wordt niet alles ingevuld.
Als lezer denk je mee, leef je mee, maar je snapt niet alles; daarmee krijg je dezelfde positie als bovengenoemde Xander die het ook niet altijd allemaal kan volgen: Cupido is nou eenmaal een typische noordeling en een man van weinig woorden. Niet alles wordt omstandig uitgelegd, er blijft genoeg over voor de eigen verbeelding.

Er was één zin, uitgesproken door een redder in ruste, die me is bijgebleven: “Een schip in nood zendt een SOS signaal uit: niet Save Our Lives, maar Save Our Souls. Er is veel inkeer bij geredde drenkelingen. Ik redde hun het vege lijf, zij bekommerden zich achteraf des te meer om hun ziel.”

Deel 1 De Hollander

Deel 2 De duiker

Reageren

24 juli: Het offer an de paol

Ik schreef het al op 27 mei: ik haar het neiste boek van Anne Doornbos kocht en inmiddels is het uut.
Net as bij zien veurige boeken vun ik het jammer dat het uut was; ik las nog eem weer de eerste hoofdstukken vluchtig deur um nog eem nao te genieten maor daorna legde ik het wat spietig weg. Ik vuulde mij as een kiend dat eigenlijk nog niet vot wil uut de sprookjeshof in Zuidlaoren.
Niet dat het een sprookjesboek is of zo, hielemaole niet.
De schriever nemp je met in een geheimzinnig verhaol waorin iene doodkomp en iedere zöch ofvrug: “Wat is der gebeurd? En waorumme?!”
Het verhaol speult zöch of op verschillende plekken in Drenthe en omdat ik oonze provincie regelmaotig kris-kras deurkom heb ik bij de mieste plekken die wordt  beschreven ok een bield.

Ie hebt nog maor twee heufdstukken lezen en dan ku’j ’t boek al haost niet meer votleggen.
Het begun vun ik trouwens wel confronterend: der wordt iene vermist.
We hebt in oonze femilie begun november zu’n vermissing metmaakt; in de eerste heufdstukken lees ie hoe dat veur de femilie is.
De wurgende onzekerheid, de honderdduuzend vraogen en het verdriet: ik vun het moeilijk um te lezen.
Gef ok geliek an hoe dicht bij het échte leven een boek van Anne Doornbos zöch ofspeult: het zol zomaor kunnen in joen eigen leven.

Dit stiet op de achterflap:

Het offer an de paol is alweer de vierde thriller die zich ofspeult rond heufdinspecteur Freek Rossing. Ap Hilbers, een dikke boer uut Bunerveen, komp op een nacht niet thuus en is nargens te vinden. Was e op jacht en is der wat gebeurd? Hef zien inzet veur windmeulens in De Monden hum opbreuken? Of hef zien verdwiening te maken met een aal wieder oplopende ruzie over lelieteelt?  Zien gezin blef vertwiefeld achter. Eerst wanneer hij vunden wordt, komp Freek Rossing in actie.

Stukkie bij beetie ko’j as lezer meer te weten. Over het slachtoffer, over zien gezin en over allerlei geheimzinnige stukkies die ieder gezinslid veur zöchzölf holt.
As het lichaam vunnen wordt is de grote vraoge ‘Waor is e?’ beantwoord, maor der komt veul meer aandere vraogen veur trugge.
Waorum stiet Ap’s auto bij een hotel?
En wat mus hij met een zummerhuussie op een vakantiepark in Drenthe en waorum wus zien vrouw daor niks van of?
Ie trekt as lezer op met het hiele team dat um Freek Rossing hen stiet en met hum vink ie zien brieffie met aandachtspunten of.
Dit uutsleuten, dat naokeken, hier achteran west, daornaor vraogt….plietsiewark vrag discipline, geduld en een groot uutholdingsvermogen.
Veur in het boek stiet een Latijnse tekst ‘Lupus est homo homini’; dat betiekent: ‘De mèens is veur de mens een wolf’.
Wát een passende tekst bij de thema’s die in dit boek an de orde komt.

Willem Wilms (vaste bloglezer) woont al lange niet meer in Drenthe maor hef deur mien enthousiaste geschrief dit boek ok anschaft en hij hef het ok al uut.
Hij schreef mij wat e der van vun.
A’j dat ok eem wilt lezen: hierbij een link naor zien verhaol: Willem Wilms – Offer an de paol

Beneid naor de veurige drie dielen over de Drentse speurder Freek Rossing?
Hierbij een link naor alle drie de titels:
De paddenvanger – 2019
De man die Russisch preut – 2021
Grafgift
– 2023 

Reageren

31 mei: De vergeten tuin.

In mijn boekenkast lag al even het boek ‘De vergeten tuin’ van Kate Morton.
Gekregen van mijn boekenvriendin Jeannette met de woorden: “Net iets voor jou denk ik.”
Na het eerste hoofdstuk was ik al verkocht.
Het is 1913.
Een meisje van 4 jaar wordt met een klein koffertje bij zich gevonden op een groot schip dat van Engeland naar Australië vaart.
Eenmaal aan de andere kant van de wereld  is er geen spoor van ouders of verzorgers.
Een havenmedewerker ontfermt zich over het kind en neemt het bij zich in huis.

Op haar 21e verjaardag vertelt  ‘vader’ aan Nell dat hij en zijn vrouw niet haar echte ouders zijn.
Pas als Nell al in de zestig is krijgt ze wat meer informatie over haar afkomst; ze hoorde bij de familie Mountrachet die woonde op het het landgoed Blackhurst Manor in Cornwall.

Het boek speelt zich af in verschillende tijdsperiodes en je reist onophoudelijk door de tijd. Je moet best goed opletten, want je leert heel veel personages kennen.
Er begint  een verhaallijn in 1975, wanneer Nell naar Engeland gaat en onderzoek doet naar haar verleden.
Blackhurst Manor is vervallen geraakt en een jong stel is bezig om er een hotel van te maken.
Nell koopt daar een klein huisje ‘Cliff cottage’ genoemd met een tuin, maar ze keert terug naar Australië en komt nooit meer terug.
Een andere verhaallijn speelt in 2015 en volgt de kleindochter van Nell, Cassandra, die na het overlijden van Nell van de notaris te horen krijgt dat zij ‘Cliff cottage’ op het oude landgoed in Cornwell heeft geërfd.

Bij stukjes en beetjes kom je meer te weten over de bewoners van Blackhurst Manor aan het begin van de 19e eeuw: Linus en Adeline wonen er met hun dochtertje Rose en een trits bedienden en tuinlieden. Verder is er ook nog een nichtje Eliza Makepeace, waar nog een heel andere verhaallijn omheen is geschreven.  Door dagboeken, plakboeken en papiertjes die toevallig worden gevonden weet je na 512 pagina’s wat de oorspronkelijke naam van Nell is en wie haar biologische ouders waren.

Het is met recht een boek dat je meeneemt naar de wc, een criterium dat in ons gezin gehanteerd wordt. Op het laatst ben je zo benieuwd hoe het allemaal zit, dat je de laatste 150 pagina’s in één ruk uitleest. En zoals wel vaker met hele leuke boeken: het is geen literatuur. In sommige passages worden dingen tot in detail beschreven om vervolgens jaren in de geschiedenis over te slaan en af en toe bekroop mij het gevoel ‘dit is wel heel toevallig….’ alsof het er echt bij gezocht is.
Maar, en dat had Jeannette goed bekeken, wat een heerlijk boek!
Een mysterieus verhaal met een geheimzinnige familiegeschiedenis en raadsels uit het verleden weet mij bijna altijd te boeien.
Ook jouw ‘cup of tea’? Dan is het een aanrader.

In 2016 las ik ook al een boek van Kate Morton: ‘De vertrouweling”; hierbij een link naar het blog dat ik daarover schreef.

Reageren

16 mei: Een piepklein vogeltje

Anders dan anders, zo kun je het boek ‘Een piepklein vogeltje’ wel typeren.
Het is geschreven door Wim Bender; ik vond een mooi artikel over hem en deze detective in de Streekkrant, hierbij een link naar dat verhaal.

Het boek begint met drie ogenschijnlijk losstaande overvallen in 2002 en 2003 die gepaard gaan met ernstige mishandeling, die na onderzoek op de stapel ‘Onopgeloste misdrijven’ komen.
In 2012 bezoekt inspecteur Gerda Goedegebuure die als agent betrokken was bij de eerste zaak, een tweedaags symposium over moderne opsporingsmethoden. De deelnemers worden uitgenodigd om een onopgeloste zaak naar voren te brengen en Gerda doet verslag van de Brabantse vrouw die op klaarlichte dag werd aangevallen, waarbij haar rechterhand werd verbrijzeld.
De volgende morgen bij het ontbijt schuift een collega aan die haar verhaal opmerkelijk vond; hij heeft namelijk ervaring met een mogelijk vergelijkbaar misdrijf maar dan met ander letsel. Bij die casus gaat het om een voet.
De twee zaken worden naast elkaar gelegd en dan begint de grote speurtocht naar een gezamenlijk aspect uit het verleden dat de aanleiding vormt voor de gruwelijke mishandelingen met blijvend letsel tot gevolg.

Het is een spannend verhaal.
Op dit blog ga ik niet vertellen wat die gebeurtenis was dat de slachtoffers met elkaar verbond, want dat zou een enorme spoiler zijn en dat is niet leuk als je het boek nog gaat lezen.
Het verhaal wordt heel langzaam opgebouwd: steeds komt er weer een stukje informatie bij.
Er wordt nog een derde slachtoffer gevonden en op dat moment vormt de politie een mini-team om deze cluster van cold-cases op te lossen.
Dat team komt regelmatig bij elkaar en dan krijg je als lezer even weer een up-date: wat hebben we al, wat zoeken we nog, wie gaat wat doen.

Wim Bender heeft een meeslepende, beeldende en levendige schrijfstijl; het boek is verdeeld in korte hoofdstukken en je vliegt door de tijd.
Ondertussen maak je kennis met steeds meer mensen en kun je je een beeld gaan vormen van wat er aan de hand zou kunnen zijn.
Wat kan er dan veel spelen tussen mensen: haat, wraak, jaloezie, vriendschap en ingewikkelde familiebanden. Niet alleen van de slachtoffers trouwens, maar ook van de politiemensen.
Je wordt meegenomen in de gedachtewereld van Gerda; je leest hoe een politieonderzoek verloopt, hoe men soms op het verkeerde been wordt gezet en met haar ben je benieuwd naar die ene persoon die maar steeds niet te vinden is.

In het laatste stuk van het boek waarin je er eindelijk achter komt wat er gebeurd is, wordt het verhaal wat summier verteld.
En eigenlijk vond ik al die mishandelingen, de haat en het grove geweld buitenproportioneel voor de gebeurtenis die er aan ten grondslag lag.
Maar ik ben dan ook geen vogelaar.
Toch nog een beetje een spoiler……maar dat is de titel ook al en de afbeelding voor op het boek ook!
Aanrader!

Meer weten over de schrijver?
Hierbij een link naar zijn website www.wimbender.nl

Reageren

11 april: Verwrongen levens op Gotland.

Op de Roderboekenmarkt van afgelopen december kocht ik een boek van een schrijfster die ik nog niet kende.
Mari Jungsted heet ze en de beslissing om het boek te kopen nam ik al na het lezen van de eerste zin op de achterflap: “Op een winterse ochtend wordt galeriehouder Egon Wallin opgehangen aangetroffen bij een middeleeuwse nederzetting op Gotland.”
GOTLAND!
Het woord alleen al zorgt voor positieve vibes door de ‘afstudeervakantie’ met Carlijn die we daar doorbrachten.
Nieuwsgierig nam ik het boek mee, een diepte-investering van € 1,50.
Ook al was boek helemaal niks, dan was ik er nog niet aan bekocht.

Maar het was niet niks, het was erg leuk zelfs.
Een onderhoudende detective, met geheime levens, meerdere verdachten, schimmige gebeurtenissen in achterkamertjes en ook genoeg te beleven op de werkvloer.
En…….. mooie beschrijvingen van Gotland.
De middeleeuwse nederzetting uit de eerste alinea bleek Visby te zijn, de ommuurde stad waar wij vele uren doorbrachten tijdens die vakantie.
De poort in de stadmuur was de poort waar wij vanaf de parkeerplaats buiten de stad onderdoor liepen.
Verder woonde de journalist Johan Berg, die een rol heeft in het verhaal, in Roma, waar wij een huisje hadden gehuurd en ze gingen op een gegeven moment met de auto naar Faro met het pontje waar wij ook op hebben gestaan.
Het is net als met de boeken van Anne Doornbos: dat de hoofdinspecteur vanuit zijn kantoor naar het zuiden kijkt en de televisietoren van Hoogersmilde in de verte ziet: het is bekend terrein, waardoor je je geen voorstelling meer hoeft te maken in je hoofd, want je weet gewoon hoe het er daar uitziet.

De rechercheur in dit boek heet Anders Knutas en hij probeert licht te scheppen in de duisternis van de kunstwereld.
We maken kennis met Anders’ collega Karin en met bovengenoemde journalist Johan, die al wel een kind heeft samen met zijn vriendin, maar nog niet samenwoont.
Via dit boek kom je terecht in de wereld van de kunsthandel: galeries van naam, kunstcollecties en jonge kunstenaars die naam maken via erkende/gevestigde galeriehouders.
Verder lees je iets over Nils Dardell, een beroemd Zweeds schilder die het schilderij ‘De stervende dandy’ maakte.
Het mooie van internet is dat je zo’n schilderij dan kunt opzoeken.

Verder was het natuurlijk een ‘gewone’ detective.
Er gaat na Egon nog iemand dood, men tast lang in het duister, maar aan het eind worden alle losse eindjes met elkaar verbonden en weet je precies hoe het allemaal zit.
En ondertussen zat ik tijdens het lezen te genieten van de herkenbaarheid van de plaatsen op Gotland, zoals de kerkruïne midden in de stad en de verschillende beschrijvingen van de Oostzee: rotsblokken, zandstranden en jaloersmakende zonsondergangen.
Sweet memories.

Nog geen kennisgemaakt met de blogserie die ik schreef over Gotland?
Hierbij een link naar het eerste blog, onderaan dat eerste verhaal vind je een overzicht van alle 13 blogs die ik daarover schreef.
Wil je het verhaal lezen dat bij de afbeelding hiernaast hoort?
Klik dan hier: torentje.

Reageren

27 maart: Een secreet.

Net als Mathijs Deen  met zijn boek ‘De Duiker’ zie: (Griezelen onder water) heeft Marion Pauw ooit de Gouden Strop gewonnen; dat was met haar derde boek, Daglicht.
Iedereen was daarna dus erg benieuwd naar haar vierde boek, de verwachtingen waren hooggespannen.
De titel is Zondaarskind en ik las het begin februari.
Ze heeft gekozen voor een ongewone hoofdpersoon; Geertruida Langhout, een oude vrouw van 80 met een zwaar leven achter de rug.
Als 9-jarig meisje verliest ze haar ouders en haar jongere zus; daarna komt ze terecht bij de zusters van Het Maagdenhuis*.
Daarna komt ze als dienstmeisje terecht bij een rijk, Amsterdams gezin, waar ze (zoals zo vaak in die tijd) zwanger wordt van de zoon des huizes.
Daarna wordt ze als een hond behandeld en weggestuurd door Frederique, de verloofde van de zoon.
Een secreet van een vrouw; een vals, verachtelijk iemand, een kreng staat bij dat woord in het woordenboek.
Geertruida is haar slachtoffer.

Het boek begint als Geertruida 80 jaar is.
Ze heeft haar heup gebroken en moet revalideren.
Om de verveling tegen te gaan neemt ze een kijkje bij het zangkoor van het tehuis waar ze revalideert en daar ontwaart ze op de eerste rij de inmiddels ook bejaarde Frederique.
En ze besluit om na al die jaren wraak te nemen.

Ik hoop op dezelfde manier oud te worden als Geertruida: ze doet iedere dag aan yoga, ze houdt haar geest jong door zichzelf uit te dagen en ze heeft een ijzeren gevoel voor humor.
Marion Pauw zet een overtuigende, bejaarde vrouw neer waar ik door haar droge manier van vertellen erg om moest lachen.
Bij stukjes en beetje krijg je het hele levensverhaal van Geertruida te horen.
Vermakelijk vond ik hoe ze de gang van zaken beschrijft in zo’n tehuis en hoe er met de oudere medemens wordt omgegaan.
En ook hoe er tegen de oudere medemens wordt aangekeken. Dat je ongevraagd als oma wordt aangesproken bijvoorbeeld.
Een spannende roman (thriller is een groot woord)  over oude mensen die nog van alles meemaken: het deed mij denken aan de avonturen van Hendrik Groen met zijn OMANIDO-club.
Een wijze les uit dit boek: onderschat nooit oude mensen.

Ben je slachtoffer of dader?
En helpt het jou als je wraak kunt nemen op iemand die je zo intens haat?
En wie is het secreet: Frederique in het begin van het boek? Of Geertruida aan het eind?
Die wraak is trouwens wel wat onrealistisch; daar heb ik altijd wel wat last van.
Maar het is Marion Pauw vergeven: tijdens het lezen hoopte ik dat het Geertruida allemaal zou lukken, zo leefde ik mee met de hoofdpersoon van dit boek.
En dat het dan wat onwaarschijnlijk is, neem ik op de koop toe.
Ik heb veel plezier beleefd aan dit boek: aanrader!

* Het leven was niet best in het Maagdenhuis. Dat wordt ook op indrukwekkende wijze beschreven in dit boek.
Kinderen die niet bij hun naam worden genoemd, maar als nummer.
De harteloze reactie op het verlies van ouders/zusje van de kille en liefdeloze nonnen: de haren rijzen je ten berge.
Op de website van de gemeente Amsterdam vond ik een interessant artikel daarover.

Reageren

12 maart: Vrij uitzicht.

Van buurvrouw Bonny kreeg ik in januari een boek te leen van de schrijfster Anya Niewierra.
“Heb je daar nog nooit van gehoord? Haar boeken zijn echt een hype! Titels als ‘Camino’ en ‘Het bloemenmeisje’  hebben zelfs prijzen gewonnen in het thriller-genre.”
Het boek dat ik meekreeg heet ‘Vrij uitzicht’ en is haar eerste thriller, het staat zelfs omschreven als een literaire thriller.

Het speelt zich grotendeels af in het Zuid Franse dorpje Mosset.
Tess Clement, een succesvolle vastgoedmakelaar van middelbare leeftijd, draagt een diep geheim met zich mee.
Haar moeder is overleden, haar man is er met een jongere vrouw vandoor en ze besluit dan om de confrontatie met het verleden aan te gaan.
Ze gaat in Zuid Frankrijk de oude vakantieliefde Benoit opzoeken, maar er is iets aan de hand met het dorpje.
Er zijn vrouwen op een raadselachtige manier verdwenen en in één van die verdwijningen speelde Tess in 1983 ook een rol.

Je leest het verhaal vanuit twee gezichtspunten.
De ene ik-figuur is Tess; ze is nog steeds verliefd op Benoit.
Je leest hoe ze na een tijdje besluit te gaan wonen in Frankrijk en hoe ze haar plek verovert in Mosset, wie ze allemaal leert kennen en wat het allemaal met haar doet. Halverwege het boek koopt ze het middeleeuwse kasteel om er op den duur een verblijf voor toeristen van te maken.
De andere ik-persoon (die bladzijden zijn cursief gedrukt)  is een geheimzinnige figuur die vanuit een geheim deel van het kasteel opereert. Die bespioneert Tess, dwarsboomt haar plannen en jaagt haar op met e-mails en enge berichtjes.
Je leeft met beide hoofdrolspelers mee en je vraagt je na 300 bladzijden in arrenmoede af wie van de dorpsbewoners die geheime kasteelbewoner is.

Het is spannend verhaal, maar het duurde me allemaal wat te lang.
Het boek heeft meer dan 400 pagina’s, ik had niks gemist als het 150 bladzijden korter was geweest.
Verder wordt er heel lang toegewerkt naar een plot, dat aan het eind in een paar bladzijden wordt beschreven.
Ik had het gevoel alsof dat gedeelte door de schrijver was afgeraffeld, het was mij allemaal net wat te kort door de bocht.
Die laatste hoofdstukken hadden juist wel wat meer uitgesponnen mogen worden: nu blijf je achter met duizend-en-één vragen.

Neemt niet weg dat ik erg heb genoten van het boek, dus ik ga nu op zoek naar één van haar andere titels!

Reageren

Pagina 1 van 17

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén