een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Lezen Pagina 10 van 15

7 september: Literatuur of lectuur?

Op aanraden van een vriendin waagde ik mij aan het boek ‘de Heilige Rita’ van Tommy Wieringa. Het boek valt onder de categorie ‘literatuur’.
Nou lees ik heel veel, maar voornamelijk lectuur en heel weinig literatuur; volgens vriendin was het een prachtig boek dus ik ging overstag.

Wat is eigenlijk het verschil tussen literatuur en lectuur? Dit staat er over op Wikipedia:

Literatuur is de verzamelde schriftelijke neerslag van een land of van een periode, voor zover het geschriften betreft die hun waarde ontlenen aan veronderstelde vormschoonheid of emotioneel effect. Het gaat dus om geschriften die gewaardeerd worden als kunstwerken, met name fictie, drama en poëzie. Daarnaast wordt de term gebruikt in de betekenis van vakliteratuur: alle geschriften die over een bepaald onderwerp zijn verschenen. Als dat onderwerp de literatuur zelf betreft, heten de literaire werken primaire literatuur en de vakliteratuur daarover de secundaire literatuur.

Lectuur in de ruime betekenis verwijst naar alles wat gelezen kan worden. Het is dus een verzamelnaam voor boeken, stripboeken, pamfletten, tijdschriften en kranten.  Lectuur in de strikte betekenis is de lagere, populaire vorm van geschreven fictie.

Tot zover de wetenswaardigheden over literatuur en lectuur; dan nu over de heilige Rita.
Op internet kun je heel veel recensies  lezen, dus ik ga het niet allemaal nog eens breed uitmeten.
Het was een prachtig boek. Het was herkenbaar, heel mooi geschreven, er gebeurde van alles en ik las het met veel plezier.
Ondertussen werd ik aan het denken gezet over mijn eigen leven: de relatie met mijn ouders, de invloed van hun ervaringen op mijn leven. de plek waar ik opgroeide, de invloed van anderen op mijn leven, de betekenis van het Christendom en de impact van criminaliteit in onze maatschappij.

Maar.
Met mijn hang naar orde en structuur bleef ik met veel te veel vragen zitten.
Bijna geen enkele verhaallijn werd afgemaakt. Hoe ging het verder met die moeder en heeft hij haar nog terug gezien? Wie spookte er op zolder? Wie waren de overvallers van Hedwiges? Kregen de rechthebbenden de erfenis nou wel of niet? Komt die vader nog weer uit het ziekenhuis?
En dan het laatste hoofdstuk: hoe loopt het af? We weten het niet.

Mensen, ik kan daar niet tegen.
Een open einde en 83 vragen waar ik mee blijf zitten.
Ben ik dan meer van de lectuur? Wat ik zelf iedere dag op mijn website publiceer valt in ieder geval wel onder die categorie.
Lezen is voor mij ontspanning en ik kan ontzettend genieten van boeken waarin je op het laatst te weten komt ‘wie het heeft gedaan’ bijvoorbeeld. Of een historische roman.
Of een ‘Vorsten’. Een ‘Zinnig’ van de Drentse Taol. De krant. Een Linda.
Niet heel intellectueel allemaal, maar dat ben ik ook niet.

Af en toe een literair boek: prima! Geert Mak wordt ook onder de literatuur geschaard en zijn boeken vind ik fantastisch. Maar als je mij in december ziet terugkomen van de Roder Boekenmarkt zal ik toch weer voornamelijk ‘lectuur’ in mijn tas hebben, inclusief een paar fotoboeken van ‘de Royals’.
Voor mij maakt het niet uit of ik literatuur of lectuur lees, het gaat er gewoon om of het onderwerp mijn interesseert en de schrijver mij kan boeien.
Literatuur of lectuur?
Boeien!

Reageren

28 augustus: Leerschool van Tara Westover

Op 14 juli schreef ik dat ik twee heel verschillende en heel interessante boeken te leen kreeg van Renny Bron.  Het tweede boek heet Leerschool en is geschreven door Tara Westover. Met stijgende verbazing en soms met afschuw heb ik het gelezen.  Tara beschrijft haar jeugd als jongste kind in een gezin met 7 kinderen; ze is geboren in 1986. Toen ik begon te lezen dacht ik nog: ze is dus net zo oud als onze oudste dochter Frea. Verder is ze ook gepromoveerd en mag net als Frea Dr. voor haar naam zetten. Maar daarmee houdt iedere vergelijking op.

Dit staat over het boek op de achterflap.

Tara Westover groeit op in een streng mormoons gezin. Al op jonge leeftijd moeten zij en haar vijf broers en één zus risicovol werk verrichten in het bedrijf van hun vader. Ze leren een heftruck besturen en verzamelen schroot op het erf om in het onderhoud van de familie te voorzien. Het gezin leeft zo afgesloten van de gemeenschap dat er niemand is om Tara te onderwijzen. Laat staan haar naar een dokter te brengen na een ernstig ongeluk, of in te grijpen wanneer haar broer gewelddadig wordt. Tara slaagt er echter in zichzelf wiskunde en grammatica bij te brengen en wordt uiteindelijk aangenomen aan Brigham Young University. Daar begint haar weg tot zelfontplooing. Ze worstelt niet alleen met haar gebrek aan kennis door de geïsoleerde opvoeding, maar moet ook tot de pijnlijke conclusie komen dat een breuk met haar familie onvermijdelijk is.

Mij bekroop tijdens het lezen van dit boek hetzelfde gevoel als bij ‘Knielen op een bed violen’ van Jan Siebelink. Dat mensen zich zo kunnen laten meeslepen in godsdienstfanatisme. De vader en moeder in dit gezin creëren een bubbel om hun gezin heen, die hen helemaal afschermt van de buitenwereld. Alleen de bijbel én de boeken die zijn geschreven door de stichters van het Mormonisme worden gelezen.
Vader gelooft dat het einde der tijden nabij is en legt voedsel- en benzinevoorraden aan. De kinderen gaan niet naar school, want dat zijn indoctrinatie-instituten van de Illuminati. Verder gaan ze niet naar de dokter want genezing ligt in de handen van God (hierin bijgestaan door moeder, die heilzame kruiden gebruikt). Met de overheid wil vader ook niets te maken hebben, dus de kinderen worden bij hun geboorte niet geregistreerd.

Het is een ongelooflijk verhaal, waarin onder meer naar voren komt hoe belangrijk het is dat je goed onderwijs krijgt en hoe belangrijk geschiedenis is.
Tara komt er in de loop van het boek achter dat ze niet én in de moderne maatschappij kan leven én met haar familie blijven omgaan. Hoe het voor haar is om de familiebanden te doorbreken beschrijft ze hartverscheurend. Het feit dat deze vrouw een generatiegenoot is van onze dochter Frea bracht het verhaal dichterbij mij; het boek heeft mij nadat ik het uit had nog dagen door het hoofd gespeeld.
Op de website van de NRC vond ik een interview met de schrijfster. Het artikel is geschreven door Danielle Pinedo en de titel is “Ik wil in mijn eigen hoofd wonen”.
Hierbij een link >>> naar die pagina.

Reageren

14 juli: Soldaten huilen niet.

Toen ik in april uit het ziekenhuis kwam kreeg bezoek van Renny Bron, die wij kennen van basisschool ‘de Haven’ en de kerk. Zij houdt zelf van lezen en had twee boeken voor mij meegenomen; heel verschillende boeken en heel interessante boeken. Vandaag een  blog in de categorie ‘Lezen’ over het eerste, het jeugdboek ‘Soldaten huilen niet’ van Rindert Kromhout. In onze vakantie las ik het uit.

De schrijver was in Zuid-Engeland geweest, in het buitenhuis van schilderes Vanessa Bell. Zij vormde, samen met een groep schrijvers (o.a. haar zus Virginia Woolf), wetenschappers en artiesten de Bloombury Group. Het interieur van het huis is helemaal ‘versierd’ door de artiesten en heeft de karakteristieke sfeer behouden. Kromhout had het huis, dat Charleston heet, bezocht en zei er het volgende over:

Zodra ik er over de drempel stapte, was ik betoverd. Wat een huis! Muren, deuren, open haarden en meubels waren versierd met kleurrijke afbeeldingen van mensen, dieren en abstracte figuren – alsof het huis één groot schildersdoek was.’

Hij verdiepte zich in de bewoners en schreef er een boek over met de titel ‘Soldaten huilen niet’.
Hij laat het verhaal beginnen in 1937 met een onheilspellend gesprek tussen verteller van het boek, Quentin (18) en zijn oudere broer Julian. Die wil naar Spanje om in de burgeroorlog mee te vechten. “‘Als jij eerder doodgaat’, zei ik, ‘zal ik een boek over je schrijven.’ ‘Als jij eerder doodgaat’, zei Julian, ‘heb ik geen broer meer.'”

Dan gaat Quentin twaalf jaar terug in de tijd, en beschrijft hij hoe de familie verhuist naar Charleston, het buitenhuis van de familie Bell en thuishaven van de zogenaamde Bloomsburygroep. Hij neemt je mee in het gezinsleven van 1925 tot 1937.

Het verhaal van Rindert Kromhout is gebaseerd op feiten, maar sommige dingen kloppen niet helemaal met de werkelijkheid; met name de jaartallen en leeftijden wijken wel eens wat af. Is ook niet erg: we lezen over het inspirerende leven op Charleston en hoe het voor de broers was om op te groeien te midden van de Bloomsbury-groep.  Quentin vertelt over de band met zijn broer, het beschilderen van het huis, de vrienden en vriendinnen die komen en gaan en de losse seksuele moraal die er heerste. Hilarisch vond ik de verhalen over de toneelavonden die werden georganiseerd.

Af en toe kon ik het niet laten om even op internet wat dingen op te zoeken over bepaalde mensen en situaties die in het boek voorkwamen. Toen ik het boek aan het lezen was herinnerde ik me dat Renny eerder al eens had verteld dat ze in Charleston was geweest en hoe ze daar van onder de indruk was. In het boek zat nog de folder die ze had meegenomen, zie foto rechts. Hierbij een link naar de website van Charleston >>>
Met dit boek kreeg ik even een kijkje in het Engeland van voor de Tweede Wereldoorlog. Als je van geschiedenis houdt is het smullen, er komt van alles voorbij: de beurskrach, het communisme en de Spaanse burgeroorlog bijvoorbeeld.

Eén quote uit het boek sprak me bijzonder aan: de vader van Quentin zegt op een gegeven moment  tegen hem: ‘Ga altijd je eigen weg, blijf altijd zelf nadenken. Loop nooit zomaar achter de massa aan.’
Wat een goed advies, dat had ik die week ook al eerder voorbij horen komen.
Morgen meer daarover.

Reageren

6 mei: Handwerken en lezen.

Tijd genoeg. In periodes van werk,  huishouden en maatschappelijke drukte verlang ik daar wel eens naar.  Nu heb ik dat.  De operatie is nu bijna zes weken geleden. Als ik alleen een stent had gekregen had ik deze week weer aan het werk gekund. Dat is nu nog niet aan de orde.  Het borstbeen is nog erg gevoelig, ik heb een conditie van nul en ga volgende week beginnen met de revalidatie.

Tijd genoeg dus om te handwerken en te lezen.  Al een paar maanden was ik bezig met een blokken-deken in pasteltinten. Vrijdagavond was hij zomaar klaar. Het idee en het patroon had ik van de website ‘Blij dat ik brei’. Haak in dit geval.  Hierbij een link naar een beschrijving, patroon en foto’s op de pagina Blokjesdeken in pastel >>>.
De kleuren heb ik aangepast aan onze woonkamer en nu ligt hij op onze bank.
Al eerder had ik een gehaakte plaid voor de bank gemaakt, (zie Call the midwife-blanket), maar de gaatjes die daarin zaten waren iets te groot. De koek- en chipskruimels vielen daar doorheen…..

Ook voor lezen heb ik nu veel tijd: ik heb alweer een boek uit.
Het heet ‘Zwarte dageraad’ en het is geschreven door een het Zweeds schrijversechtpaar Börjlind.
Op internet vond ik de website ‘Thrillers & Zo’, gemaakt door Els Roest. Els beschrijft het schrijversechtpaar en het boek, dat ga ik op deze website niet nog een keer doen.
Hierbij een link naar de pagina ‘Cilla en Rolf Börjlind  ruim twintig jaar succesvol in de misdaad.’
Het is zo’n boek dat je niet meer weg kan leggen als je nog 100 pagina’s moet. “Ga jij maar vast naar bed, dit boek moet vanavond nog uit!”

Reageren

20 april: Verhaal van een boek.

In het ziekenhuis kreeg ik een boek te leen van iemand die wist van mijn voorkeur voor geschiedenis. De titel is ‘Verhaal van een boek’ en het is geschreven door Geraldine Brooks. Centraal staat de hagada van Sarajevo; een oud Hebreeuws manuscript, een beroemd en zeldzaam Middeleeuws werk.

We maken kennis met Hannah Heath, een kunsthistorica die de opdracht krijgt om te bekijken in wat voor conditie het boek verkeert als het als door een wonder in 1996 opduikt in Sarajevo. We volgen hoe het Hannah vergaat,  maar tussen haar belevenissen door krijgen we stukjes te zien van de geschiedenis van de hagada.

Die geschiedenis is in grote lijnen wel bekend,  maar de schrijfster heeft personen en namen verzonnen bij een paar momenten in het bestaan van de hagada. De eerste flashback neemt ons mee naar de Tweede Wereldoorlog, waar we in het leven van Lola binnenstappen. Daar lezen we hoe de hagada wordt gered van de Nazi’s. Een volgend hoofdstuk neemt je mee naar het Wenen van 1894, waar we lezen hoe boekje onzorgvuldig wordt gerestaureerd en hoe het zijn zilveren omslag verliest.

Een volgende terugblik speelt zich af in Venetië in het jaar 1609. De katholieken doen hun uiterste best om ‘niet christelijke teksten’ te verbannen. De hagada ontsnapt maar ternauwernood aan vernietiging.  Weer een stukje terug in de tijd,  in 1492  in het Spaanse Tarragona maken we kennis met David Ben Shoushan, de schrijver van de hagada en zijn dochter Ruti; afschuwelijke verhalen over hoe het er aan toe ging tijdens de Spaanse inquisitie.

Het oudste verhaal speelt zich af in 1480 in  Sevilla.  Daar komen we te weten wie de prachtige tekeningen van de hagada heeft gemaakt: Zhara, dochter van Ibrahim al-Tarek.

De afgelopen week werd ik behoorlijk in beslag genomen door het boek. Het zoog me mee

Isabella van Castilië de ontvangt Columbus

de geschiedenis in en tussen het lezen door zocht ik feiten en gebeurtenissen na op internet.  In 2011 bezochten Gerard en ik met dochter Frea de oude Spaanse stad Granada in het kader van haar ‘afstudeervakantie’.
1492 is daar een beroemd jaartal.  De moslims  werden verdreven en Isabella de Castilië werd vereerd als groot vorstin.  Nu weet ik dat met de moslims ook alle Joden uit Spanje werden weggestuurd. Als ze bleven moesten ze zich bekeren tot het christendom en hun eigen Joodse geloof afzweren. De foto’s die we destijds maakten van het beeld van Isabella bekijk ik nu met andere ogen.

De hagada is te bezichtigen in het Nationaal Museum in Sarajevo. Op internet vond ik een informatief filmpje (klik hier) over de hagada met mooie beelden van het boekje en een toelichting van een aantal deskundigen.

Reageren

10 april: Moord in Toscane

In deze revalidatieperiode heb ik veel tijd om te lezen en dat doe ik dan ook.
De meeste boeken die ik koop of krijg lees ik met plezier uit, maar af en toe lees ik een boek waarvan ik na dertig pagina’s denk: “Da’week nie heur…”.
Als ik het na nog eens dertig pagina’s nog niet weet leg ik het weg.
Dat heeft niets te maken met de populariteit van een boek; door “The lord of the rings” kwam ik (tot afgrijzen van dochter Frea) niet heen.

Vandaag legde ik het boek ‘Moord in Toscane’ weg. Het is geschreven door Helene Nolthenius en het speelt in de 14e eeuw in Italïë. Het doet wat denken aan de avonturen van broeder Cadfael van Ellis Peters, maar daar houdt de vergelijking op.

Er liepen te veel verhaallijnen door elkaar. Steeds op het moment dat ik dacht ‘o, nu snap ik het weer een beetje’ kwamen er weer nieuwe namen en gebeurtenissen bij.
Misschien komt het door de narcose of door concentratiegebrek, maar ik genoot niet van het lezen. Jammer. Maar meer ook niet……

Er liggen nog behoorlijk wat boeken op mij te wachten. Eigen voorraad, maar ook meegenomen na de operatie door vrienden en kennissen die weten dat ik van lezen hou.
En lezen kan met dit prachtige weer ook buiten ….!

Reageren

5 april: Net als vroeger ‘stiekem lezen’.

De zeeën van tijd die ik voor de bypassoperatie had heb ik voor zover mogelijk aangenaam doorgebracht.  Toen ik in het ziekenhuis werd opgenomen  was ik net begonnen met een nieuwe vorm van breien: continentaal breien op een rondbreinaald (9 maart).  Inmiddels heb ik het onder de knie.  De ‘Pairfect-sokken’ zijn af (14 maart)  en het volgende project vordert gestaag: een Zeeuwse visserskol (3 maart) voor mezelf van gemeleerd blauw garen.  Deze keer niet op 4 pennen, maar met een rondbreinaald.

Ook heb ik heel veel gelezen; tijdschriften, het Dagblad van het Noorden en na ‘de Amerikaanse prinses’ (23 maart) las ik het boek ‘Veenbrand’ van Karin Fossum. Een Noorse detectiveschrijfster die een hele serie heeft geschreven over de inspecteurs Sejer en Skarre.  Het boek nam me mee het leven in van Bonnie en haar zoontje Simon. Op de eerste pagina lees je dat de twee dood worden aangetroffen in een oude caravan.  Vervolgens springt het boek een half jaar terug in tijd en kom je er stukje bij beetje achter wat er gebeurd is. Twee verhaallijnen die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben komen aan het einde van het boek even verrassend als gruwelijk bij elkaar.  Zo mooi geschreven; ik werd er helemaal door gegrepen. Als de nachtzuster ’s avonds op de laatste ronde het kamerlicht uitknipte, deed ik mijn eigen bedlampje aan en las nog even verder. Het gaf mij een beetje het gevoel van vroeger: papa en mama gingen naar bed en daarna lag ik nog een poosje ‘stiekem’ te lezen……

Reageren

23 maart: De Amerikaanse prinses.

Wachten is vervelend. Vanmiddag brak het weekend aan zonder nieuws over een opname in het UMCG, dus geen ontwikkelingen aan het front.  Even tijd voor iets anders dan ziekenhuisverhalen. In februari kreeg ik van een vriendin het boek ‘de Amerikaanse prinses’ van Annejet van der Zijl te leen. Net iets voor mij, dacht ze; geschiedenis met een vleugje royalty. Thuis was ik er al in begonnen, maar thuis zijn ook duizend-en-één andere dingen die mijn aandacht vragen. In het ziekenhuis niet. Helemaal niet meer sinds Guus, Willem en Piet uit mijn blikveld verdwenen zijn.

Wat een heerlijk boek. Net als het boek over Jan Six (van Geert Mak) las ik deze ook met mijn tablet naast me. Het boek begint met het ontstaan van Jamestown in de Verenigde Staten. Dat is geschiedenis waar ik nog maar heel weinig van wist, dus regelmatig zocht ik dingen op op internet. Waar ligt dat dan? Wat staat erover op Wikipedia?  Wanneer was dat dan? Om vervolgens weer te verdwalen tussen interessante sites met weer andere en toepasselijke informatie.

Het boek vertelt het levensverhaal van Allene Tew. Ze trouwde vijf keer en kreeg drie kinderen die ze alledrie moest afstaan aan de dood. Ze werd rijk, maar verloor veel  van die rijkdom tijdens en na de beurskrach van 1929. Ze kwam naar Europa en werd de peetmoeder van prinses Beatrix. Een boeiend verhaal van een vrouw wiens levensmotto was: “Courage all the time: altijd moed houden.”

Met het levensverhaal van Allene wordt ook de geschiedenis van Amerika verteld van de 19e en 20e eeuw. De grote aantallen landverhuizers die naar Amerika kwamen, de onwaarschijnlijke rijkdom van The Gilded age (vergulde eeuw), de ramp met de Titanic en natuurlijk de 1e en 2e Wereldoorlog. Wat ik ook heel bijzonder vond was het enorme verschil tussen de nieuwe wereld (Amerika) en de oude wereld (Europa).

Een van de leukste onderdelen van dit boek zijn de foto’s die er in staan. Allene, haar mannen, haar kinderen, haar huizen: fascinerend dat de hoofdpersoon in dit bijzondere verhaal echt geleefd heeft.

Waar gebeurd, mooi beschreven; weer veel geleerd! En binnen een week uit……dankzij de ongewone omstandigheden.

Reageren

13 augustus: Je leeft maar één keer.

Vorig weekend werden de Oranje Leeuwinnen Europees kampioen voetbal.
Gerard zat die zondagmiddag op het puntje van zijn stoel; hij genoot er van, het was een finale-waardige wedstrijd. Ik wil niet vervelend doen, maar er zijn heel veel wedstrijden geweest met voetballende mannen waaraan hij veel minder plezier beleefde……
Maar dit terzijde. Ik hou niet van voetbal. Ook niet als het vrouwen zijn, dus ik zat in de tuin in de zon met een mooi boek.

Voor de zomer had ik bij Daan Nijman wat boekenbonnen ingeleverd en daar had ik o.a. “Je leeft maar 1 keer” van Fausto Brizzi gekocht. De wervende tekst “van de auteur van 100 gelukkige dagen” zei me niks.

Het is een eigentijds boek.
Dit staat er over op de achterflap:
Als je boven de 40 bent en niemand kijkt naar je om – wat doe je dan? Diego, succesvol advocaat in Rome, bevindt zich in een midlifecrisis. En hij weet dat het zijn eigen schuld is.
Hij besluit het roer om te gooien en mensen uit zijn omgeving te gaan helpen. Zo lijmt hij de ruzie tussen twee vrienden en bezorgt hij zijn zoon een vriendin. Maar wat hij ook doet, alles heeft onverwachte gevolgen. En die leveren bijzondere verrassingen op. En misschien zelfs wel liefde.

Brizzi schrijft op een humoristische manier over een moeilijk onderwerp: een depressie. Soms zit je met tranen in de ogen vanwege in-trieste momenten en twee zinnen later schiet je weer in de lach omdat zijn manier van schrijven zo grappig is.
Het is moeilijk om te lezen hoe het voelt als je depressief bent. De onverschilligheid, het vluchtgedrag, je leest hoe de hoofdpersoon langzaam afglijdt en tot het dieptepunt zakt.
Maar het wordt allemaal redelijk droog en geestig beschreven, je wordt er beslist niet chagrijnig van; sterker nog, ik heb genoten van dit boek. Het speelt in Rome, in een door en door Italiaanse setting en je verveelt je geen moment.
Het boek laat zien wat echt belangrijk in het leven.
Eén zin sprong er voor mij uit:  ‘Het leven is een opstel dat je meteen in het net moet schrijven.’
Maar niemand schrijft foutloos.

Binnenkort maar eens bij de bibliotheek informeren naar ‘100 gelukkige dagen’.
Van de auteur van ‘Je leeft maar 1 keer’.

Reageren

6 augustus: De noorderzon scheen. Dennis, deel 2

De noorderzon scheen

(deel 1 van Dennis nog niet gelezen? zie >>>)
Heel af en toe kreeg ik nog wel eens een vraag “Hé, was jouw vader toen niet spoorloos verdwenen? Ooit nog wel eens iets gehoord?” Nee.  Tot 3 maanden geleden.

Ik was bij Mam. Die zit altijd stipt om 20.00 uur voor het journaal en ik zat op de bank te pielen met m’n telefoon.
Opeens schreeuwde Mam: KIJK! DENNIS KIJK! PETER! PAPA!
Er was een flatgebouw ingestort in Nairobi, Kenia en Mam dacht dat ze Pap zag bij de hulpverleners. Hij keek even in de camera maar draaide zich onmiddellijk weer om.
Wel dertig keer hebben we het stukje bekeken. Mam was er van overtuigd dat ze Pap had gezien, maar de man die ze aanwees was wel erg mager en grijs. De trekken in zijn gezicht kwamen me wel enigszins bekend voor, maar hij leek niet op de papa zoals ik hem op mijn netvlies had staan.

Mam was in alle staten. Ze belde die avond nog haar hele netwerk aan familie en vrienden op. Ze moesten allemaal het Journaal terugkijken want ze had Peter gezien. En inderdaad: er waren meer mensen die Pap in die hulpverlener herkenden.

Mijn oom Wim (de broer van Pap) en ik hebben actie ondernomen. Informatie gevraagd over dat ingestorte flatgebouw, contact gezocht met de Keniaans ambassade, inlichtingen gevraagd over de hulpverleners en kwamen uit bij Artsen zonder Grenzen.
De man die wij bedoelden heette Piet. Hij deed alles op het gebied van computers voor AZG, maar die bewuste dag was het alle hens aan dek geweest, vandaar die hulpverlener-rol.

Vier dagen later had oom Wim een huilende Piet aan de telefoon. En oom Wim kon ook niet meer stoppen met huilen. Ze spraken af dat Wim naar Afrika zou vliegen voor een ontmoeting met Piet, die dus Peter bleek te heten. Dat is nu bijna 3 maanden geleden.
Bij stukjes en beetjes kwam het hele afschuwelijke verhaal boven water.
Pap was twintig jaar geleden gevlucht voor de sleur van het gezinsleven in de hoop een ander leven te beginnen als een ander persoon. Hij was begonnen op IJsland, maar vond rust noch duur. Hij werd geplaagd door schuldgevoel, had heimwee en had na een half jaar al spijt van zijn stap. Maar hij durfde niet meer terug. Hij schaamde zich verschrikkelijk voor wat hij zijn gezin en zijn familie en vrienden had aangedaan.

IJsland was het begin geweest van een reeks landen waar hij los-vaste baantjes en los-vaste relaties had gehad. Gedreven door wroeging vond hij na vijftien jaar dat hij in ieder geval nog iets nuttigs met zijn leven moest doen. Daarom had hij zich vijf jaar geleden aangemeld als manusje van alles op computergebied bij Artsen zonder Grenzen. Voor een minimumloon is hij met zijn expertise van onschatbare waarde  voor de organisatie.

Pap is inmiddels weer een paar dagen  in Nederland geweest en we zijn als gezin weer met elkaar herenigd.  Maar ‘one happy family’ zullen we niet meer worden. Er is te veel gebeurd.
Eén ding had hij al die twintig jaar bewaard en ook meegenomen: een wollen kinderhandschoentje voor een jongetje van zes. Mam moest hartverscheurend huilen: daar had ze twintig jaar geleden samen met mij nog heel lang naar gezocht…….
Pap en Mam hebben afgesproken dat ze allebei in eerste instantie hun gewone leven weer oppakken. Ze zullen met elkaar gaan skypen en met gesprekken proberen die twintig jaar te overbruggen en weer nader tot elkaar te komen. Volgend jaar, als iedereen aan het idee gewend is en de scherpe kantjes er wat af zijn komt Pap een week naar Nederland.
Wie weet.

Klik hier De Noorderzon scheen-Dennis voor een PDF met deel 1 en deel 2 van het verhaal van Dennis in één document

Dit is het einde van de verhalenreeks naar aanleiding van het lied ‘de Noorderzon scheen’.
In deze drie verhalen komt er na twintig jaar weer contact, maar er is ook een scenario denkbaar waarbij Peter nooit terugkomt.
Verder is er is nog één personage uit dit verhaal niet aan het woord geweest en dat is dochter Naomi.
Mocht er iemand onder mijn lezers zijn die een verhaal wil schrijven over wat er volgens hem/haar is gebeurd of over hoe Naomi dat heeft beleefd, dan zou ik dat erg leuk vinden.
Neem dan contact met me op door te klikken op ‘een reactie plaatsen’.
Dan geef ik je mijn emailadres en kun je je verhaal opsturen.

Reageren

Pagina 10 van 15

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén