een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Sweet memories Pagina 4 van 5

Muziek en herinneringen

15 november: Erstes Morgenrot.

Maandagmorgen. De gebruikelijke huishoudelijke klussen.
Tijdens het schoonmaken van mijn aanrecht wordt ‘Mein Freund der Baum” van Alexandra bij de Arbeidsvitaminen op Radio 5 gedraaid.
Daar krijg ik dan kippevel van.
Bijna nooit hoor je iets van deze zangeres op de landelijke zenders.

Kortgeleden kwam ik weer een CD van haar tegen in het huis van mijn moeder.
Veel van die CD’s heb ik weggegeven aan een afdeling van Lentis; die waren voor de dagbesteding van cliënten op zoek naar CD’s uit de jaren ’60, ’70 en ’80.
Fijn als je mensen blij kunt maken met iets waar je zelf niet zo veel mee kunt.

Eén CD gaf ik niet weg: die van Alexandra.
Ik schreef al eens vaker over haar, onderaan dit blog kun je linken naar die bewuste pagina’s.
Die CD heet “Sehnsucht” en ligt nu in mijn auto.
Heerlijk. Meegalmen in Yaris, er is toch niemand die het hoort.

Er kleven zoveel goede herinnering aan deze muziek.
“Erstes Morgenrot” bijvoorbeeld.
Mijn vader vertelde eens dat hij samen met mijn moeder, ’s morgens in het donker vertrokken naar een verre vakantiebestemming, dit lied in de auto voorbij hoorden komen toen de zon net opkwam in Duitsland. “Het eerste morgenrood zien en Alexandra die er over zingt!”
Hij vond het prachtig.
Het lied gaat over heimwee naar het land van je geboorte.

Ich seh’ die Schwäne hoch über dem Feld auf ihrem Fluge nach Norden;
was ist aus all den Vertrauten zu Haus und aus den Freunden geworden?
Erstes Morgenrot bringt mir die schönsten Träume
aus dem fernen Land, wo meine Wiege stand.

Als zij het zingt klinkt het heimwee door in de klank van haar stem.
Klik hier >>> voor een uitvoering op YouTube.

Meer blogs over liederen van Alexandra:
Die Traum vom Fliegen zie >>>
Sehnsucht zie >>>
Mein Freund der Baum zie >>>

Reageren

21 juli: Hosanna

Wij wonen al sinds 1989 in Roden, maar ‘vroeger’ woonden wij in Smilde. Hoogersmilde om precies te zijn.
Een klein dorpje met ongeveer 1700 zielen en een levendige, ietwat conservatieve kerkgemeenschap. Hervormd waren wij. Voor jongeren in onze gemeente werd van alles georganiseerd. Kinderkoor, Zondagschool (tot 12 jaar) catechesatie, 16-min clubwerk en IKJ. De letters IKJ stonden voor Inter Kerkelijk Jeugdwerk: voor hervormde en gereformeerde jongeren. ( zie 26 mei>>>)

Het was geen vraag of je als jongere aan al deze dingen meedeed. Iedereen deed mee en met elkaar hadden we het gezellig. Op zondagmorgen na de kerkdienst stonden we met z’n allen nog even een sjekkie te roken en af en toe was er een jeugddienst. Met koffiedrinken na afloop van de viering en een nabespreking.

1981, in de tuin bij de familie Boer

In 1981 ontstond naast al dat jeugdwerk nog een nieuwe vorm: jeugdkoor “Hosanna”. Voor jongeren vanaf 15 jaar. Het begon omdat de dominee jarig was en die vroeg of wij met een groepje jongeren (waaronder zijn dochters en een zoon) iets wilden zingen tijdens het koffiedrinken na de dienst.
Het was een doorslaand succes en het  groeide uit tot een enthousiast jongerenkoor van 25 leden. Begeleiding: drie gitaren en een tamboerijn. Tweestemmig. Liedjes van Elly en Rikkert, Youth for Christ, the Lighters en af en toe iets van Johannes de Heer. Een dirigent hadden we niet, we waren helemaal op elkaar ingespeeld, het koor begon met zingen als ik ademhaalde en de gitaar iets omhoog deed.

Tosti’s bakken: Sinet in actie

Tosti’s bakken: dikke lol!

In het begin ging mijn vader nog mee als chauffeur, maar in de loop van de jaren kregen meer leden zelf een auto en reden we in colonne naar een kerk in de omgeving.
We werkten mee aan vieringen in Smilde en omstreken, deden mee aan Korenfestivals en hadden met elkaar een fantastische tijd. We waren een hechte groep. Hadden een jaarlijkse ‘uitvoering’ met een zaal vol familie, vrienden en andere belangstellenden. Organiseerden een koffieconcert voor  de actie ‘Drempels weg’ en haalden honderden guldens binnen. Bakten tosti’s op de rommelmarkt voor het goede doel.  Toen wij trouwden ging Hosanna gewoon door, maar onze verhuizing in 1989 betekende het

1986: het eerste lustrum!

einde van het koor. Na ons vertrek gingen nog meer leden weg uit Hoogersmilde en ging het koor ter ziele.

De kerkelijke omgeving van Roden was heel anders dan wij in Hoogersmilde gewend waren. Het heeft even geduurd voor wij onze draai hier gevonden hadden; ik miste mijn clubjes, mijn vrienden en mijn familie.
Maar na een tijdje zetten Gerard en ik ook hier de schouders weer onder het kerkenwerk en na een aantal jaren voelden we ons meer Rodenaar dan Smildiger.
Met Hosanna hebben we al vier keer een reünie gehad. Het is altijd heerlijk om iedereen weer te spreken en vooral om nog even samen te zingen; sweet memories. De laatste keer dat we elkaar als Hosanna ontmoetten hebben we zelfs nog meegewerkt aan een kerkdienst: de dominee die ons in 1981 formeerde ter gelegenheid van zijn verjaardag vierde in 2005 zijn 25 jarig ambtsjubileum in Hoogersmilde. Meer dan tien jaar geleden……….misschien wordt het weer eens tijd?

Reageren

17 juli: Have a break…..

Maandag. Lijstje met klusjes op het aanrecht want er was veel dat moest na een heerlijk weekend.
De moestuin doet het ontzettend goed, dus de eerste bieten konden worden ingemaakt.
Was, opruimen, stofzuigen: business as usual op maandag.

De hele dag heb ik dan Radio 5 aan staan; na mijn broodje in de zon kon de was al weer van de lijn en worden opgevouwen. Na 13.00 uur zijn er bij de Tineke-show altijd ‘blij-makers’. Mensen mogen dan bellen en een liedje opgeven waar ze blij van worden.
Er belde een meneer die ’the Scottish soldier’ wilde horen van Andy Stewart uit 1961.

Ik ben gestopt met het vouwen van de was en maar even op de bank gaan zitten, want ik hield het niet droog.
Het was een lied dat mijn vader prachtig vond. Hij had het zelf ooit eens opgenomen van een Duits TV-programma, een uitvoering met een doedelzak erbij.
Het staat nog in mijn ‘zangmap’ met alle muziek die ik in de loop van de jaren heb verzameld; als 14-jarige kon ik het zingen en ik begeleidde mezelf daarbij op gitaar. Op verzoek van pa heb ik het regelmatig gezongen.

Maar het lied raakte in de vergetelheid. Als ik door mijn map met teksten blader komt het nog wel eens voorbij, maar sinds mijn vader overleed heb ik het niet meer gezongen.
Het kippenvel waar ik over schreef bij het monument voor de onbekende soldaat in Ottawa (zie blog 8 juli >>>) werd ook veroorzaakt doordat de doedelzakspeler de melodie van ’the Scottish soldier’ speelde.

Klik hier >>> voor een video van dit lied.

Deze muziek raakte vanmiddag alle gevoelige snaren die ik heb.
Mijn waarde van de dag.
Het doorbrak mijn ‘flow’ van alle klusjes die gedaan moesten worden.
Het was alsof mijn vader zei: “Gao ies eem zitten. Luuster ies wat een mooie muziek!”
Het duurde even voordat ik de flow weer te pakken had.
Eerst maar een blog geschreven.

Reageren

6 juli: Louis Armstrong met een ‘eng kind’.

“Zijn jullie al weer geland?” vroeg mij gistermorgen iemand op het werk.
Ja man. Dit is al weer de tweede week dat ik aan het werk ben en Canada schuift steeds een beetje verder terug in de tijd. De verhalen daarover heb ik al geschreven toen we nog op reis waren, daardoor komen de beelden af en toe nog even voor de bril.
Gisteren ontdekte ik dat ik vorige week nog niet helemaal bij de les was na de vliegreis: ik had een behoorlijke fout had gemaakt op mijn werk. Twee data had ik door elkaar gehaald waardoor ik een auto had gereserveerd op dinsdag, terwijl mijn manager op maandag naar Zuidlaren en Winschoten wilde.

Dan slaan de vlammen je uit, maak je je excuses en hoop je maar dat het daar bij blijft qua fouten…..
Maar niet te lang bij stil blijven staan, je kunt het toch niet terugdraaien.
Gisteren was ik lekker op de fiets naar Groningen en het was zo’n dag dat je ’s middags de deur van het fietsenhok opendoet en dat de warme lucht in je gezicht stroomt.
Van de wind af naar huis, mooie muziek op de oortjes, geurende bloemen in de bermen, graan op de akkers: genieten.

Op mijn MP3-speler kwam een klein liedje van Louis Armstrong voorbij: Onkel Satchmo’s lullaby. Een liedje dat ik vroeger bij het slapengaan wel eens voor mijn dochters zong.
Goede herinneringen. Voor mij, maar ook voor hen. Muziek doet iets met het menselijk brein.

Toen Harriët nog thuis woonde was ze wonderlijk snel thuis op het internet; zij kon al muziek opzoeken en downloaden voordat ik dat onder de knie kreeg.
Ik vroeg haar of ze eens wilde zoeken naar dat Onkel Satchmo-liedje. Daar had ik zelf geen geluidsopname van, dat zat nog in mijn hoofd van de Duitse televisie van vroeger.
Op een gegeven moment kwam ze beneden.
“Ik heb het wel gevonden, maar er zit een eng kind bij!”
Ja, dat klopte wel, Armstrong zong dat indertijd met een Duits kindje, ze zongen afwisselend Engels en Duits.
“Die Sonne geht schlafen, der Tag ist vorbei, when Onkel Satchmo sings his lullaby…”

Hierbij een link naar een video >>> van dit heerlijke slaapliedje.
Met het ‘enge kind’…….

Reageren

6 juni: 21 oktober 1972

Aan het begin van dit jaar zei ik lispelend tegen iemand: “I’m so sorry about it….”
Daarbij legde ik uit dat dit kwam van een dansje dat vier Engelse mannen vroeger ooit hadden gedaan bij een liedje over een fox. Eén van de mannen deed het steeds verkeerd. In mijn herinnering hadden we er bij ons thuis (toen ik nog bij mijn ouders woonde) ontzettend om gelachen. Met wat speurwerk op internet kwam ik erachter wat dat destijds geweest is. Het was een optreden van ene Denny Willis met drie andere mannen in ‘Eén van de acht’, een zaterdagavond-spelshow van Mies Bouwman.

Zaterdagavond 21 oktober 1972; ik was bijna twaalf. Op YouTube vond ik het fragment terug, met de aankondiging van Mies er bij.
45 jaar later word ik bij het kijken naar dit fragment overspoeld door herinneringen. Zaterdagavonden met het hele gezin voor de televisie. Soms Nederlandse televisie, maar vaker Duitse showprogrammas. Peter Frankenfeld met Musik ist Trumpf. Peter Alexander. Dieter Thomas Heck met de ZDF hitparade. Ilja Richter met Disco ’72. Maar ook de Mounties. Of Zeskamp.
Koffie met een lekkere koek.
Chips en sinas.
Een van de acht was verreweg het leukste, daar verheugden mijn broer en ik ons mateloos op. Het was maar één keer in de maand. “Licht uit, spot aan!” riep Mies bij de finale.
Op het puntje van de stoel zaten we. Als de lopende band geweest was schreeuwden we naar de televisie wat we allemaal hadden gezien. Als kinderen met een bijbehorend scherp geheugen konden we ons niet voorstellen dat die oliebollen bij Mies niet meer dingen konden opnoemen.

Kijk naar het fragment van Eén van de acht >>> en geniet nog eens van het optreden van Denny Willis waar we toen dubbel om lagen. Het is wel even doorbijten: tegenwoordig zou dit nummer tot een kwart van de tijd worden ingekort.
Het is trage televisie, typisch jaren ’70.

Reageren

26 mei: Chinese thee-celemonie.

Toen ik begin twintig was, zat ik met kop en oren in het jeugdwerk in Hoogersmilde. Door de week was ik aan het werk op kantoor in Assen en in het weekend was ik druk met jeugdkoor Hosanna en de IKJ, door ons kortweg aangeduid als ‘de club’. Het was clubwerk voor jongeren van 16 jaar en ouder. We hadden een heus bestuur en (het zal je niet verbazen) ik was al vrij snel secretaris. (IKJ stond voor: Inter Kerkelijke Jeugd, in dit geval Gereformeerd en Hervormd samen).

Iedere vrijdagavond kwamen we bij elkaar. We bespraken een onderwerp dat door één of twee leden werd voorbereid en dat bespraken we in groepjes. Best serieus allemaal eigenlijk. Koffie, thee en koekjes en vooral heel veel gezelligheid. Op het hoogtepunt waren er meer dan 60 leden. Een avond per jaar in februari gaven we een ‘uitvoering’. Dan zat de hele Schakel vol ouders en andere belangstellenden en verzorgde de IKJ een avond: jaaroverzicht en nog wat andere serieuze dingen en een toneelstuk.

Aan dat toneelspelen bewaar ik goede herinneringen. Vanaf de herfst waren we dan aan het repeteren en we hadden als toneelgroepje verschrikkelijk veel plezier.
Met de vrienden van nu waren we toen ook al bevriend en met Jan heb ik in 1982 een bijzonder koppel gespeeld.

…… kusje stelen …..

Hij speelde Weng, een Chinese bediende en ik was Madame Ksiwatksi, een excentrieke waarzegster. In het stuk is Weng helemaal weg van Ksi en vraagt haar ten huwelijk. Ze gaan zich verloven met een ‘Chinese thee-celemonie’. Bij de foto links  hoort deze tekst:
Vool wij beginnen willen Weng eelst kusje stelen van mooie mondje van appelbloesem.

Naast het plezier dat we er aan beleefden was het ook verschrikkelijk spannend.

….. sigaretje tegen de zenuwen ……

Met buikpijn van de zenuwen stonden we te bibberen in de coulissen.
Maar regisseur Albert en souffleur Lien sleepten ons er door.
Als Ksiwatksi was ik opgetuigd als een kerstboom.
Aan iedere vinger een ring, opgeplakte, rode nagels, tritsen armbanden, gigantische oorbellen  en een kraaltjes-hoofdband.
Dat week nogal af van hoe ik er in het dagelijks leven uitzag.
De foto hiernaast liet ik destijds aan mijn opa Boelen zien. Of hij de mevrouw op de foto ook kende?
De man herkende zijn eigen kleinkind niet…..

Reageren

22 mei: Het Havenstap-clubje uit Roden……

Sommige mensen kun je een jaar niet zien en als je ze dan weer spreekt praat je zo verder waar je was gebleven. Dat overkwam ons afgelopen zaterdagavond op de jaarlijkse bijeenkomst van ‘de Havenstappers’.
Als dertigers/veertigers waren we actieve ouders van kinderen die figureerden op de Rodermarktwagen; nu meer dan twintig jaar later zijn we vijftigers/zestigers wiens nest inmiddels (bijna) leeg is.
Deze ‘Havenstappers’  stappen niet meer zo hard; ook letterlijk niet trouwens. Toen we voor het eten een wandeling gingen maken vond meer dan de helft dat ze ‘nodig even moesten zitten’…..

Na de wandeling dronken we een glaasje wijn, vertelden elkaar de meest uiteenlopende gebeurtenissen van het afgelopen jaar en genoten van een heerlijk Indonesisch buffet. Het leven leverde enkelen van ons akelige streken; ziekte, verdriet en pech gingen ook deze groep niet voorbij. Maar er was ook aandacht voor de dingen waar met dankbaarheid aan wordt gedacht; gelukkig gaven de organisatoren ons veel tijd om deze dingen te bespreken, maar we werden ook nog even aan het werk gezet. Er werden vier groepen gemaakt en per groep moesten we een limerick maken met als onderwerp onze Havenstappersgroep.

Dat resulteerde in eerste instantie in een Babylonische spraakverwarring en we verloren ons in Sinterklaas – rijmelarij. “Wat rijmt er op Been?” “Daar gingen we allemaal heen!” Internet werd er bij gehaald en het rijmwoordenboek werd geraadpleegd. De leukste limerick vond ik die van Groep 1, die ook de actualiteit in hun gedicht hadden verwerkt.

Wagenbouwers jong en sterk
voor ‘de Haven’ altijd aan het werk.
Nu wat ouder en bijna belegen
komt die ervaring goed  gelegen
voor de wagenbouw van de kerk.

In mijn hoofd klonk de stem van mijn vader.
“Dat is gien goeie limerick. Niet allent het rijmschema möt kloppen maor ok de cadans.”
Het was een erezaak tussen ons: bij het Sinterklaasfeest schreven we voor elkaar altijd een limerick die helemaal moest kloppen. Sweet memories. Zaterdagavond heb ik nog een half uur in m’n eentje zitten strepen en denken. Het voelt nog steeds als een erekwestie. Ik mocht het (buiten mededinging) voorlezen.

Het Havenstapclubje uit Roden
daaraan brengen wij nu een ode.
dan praten we bij
zijn ernstig en blij,
weerzien en lol is de code.

Hiernaast een afbeelding van een mooie Engelse limerick.
Die wordt de komende week vast nog vervangen door een groepsfoto van de Havenstappers. Mits ik toestemming krijg om de foto te publiceren……

Links naar vorige blogs over de Havenstappers:
30 mei 2015 >>>
6 september 2015 >>>
30 mei 2016 >>>

Reageren

21 maart: Sommige mensen…..

Maandagmorgen 20 maart.
Om half acht ging Gerard naar zijn werk en maakte mij wakker.
Op maandag ben ik vrij, dat is de ‘opruim-was-stofzuig-boodschappen-afwas’-dag.
Na zo’n fijn weekend vol met zingen en muziek moet ik dan op maandagmorgen echt even over een hobbel heen.

Tegenwoordig heb ik op mijn telefoon de Radio 5-app.
Ik bleef nog even in bed liggen nasoezen, luisterde naar het nieuws van 8 uur en daarna ging ik mijn yoga-oefeningen doen. Henk Mouwe had ondertussen op Radio 5 een gesprek met Leo Bormans, geluksprofessor. Een fijn gesprek. Zomaar wat flarden die me bijbleven:
– We laten ons wijsmaken dat we gelukkig worden van dingen kopen, maar we worden gelukkig van geven en delen met anderen.
– Geluk zit voor 40% tussen je oren, het is een ‘mindset’. Denk niet: “Ik moet de kinderen naar school brengen” maar “ik wil de kinderen naar school brengen”, we mogen blij dat zijn dat ze in vrijheid naar school mogen om iets te leren.
– Kijk niet steeds reikhalzend naar wat je nog allemaal zou willen, maar bepaal jezelf meer bij wat je al hebt. Onze ‘ikke ikke-maatschappij’ maakt dat we heel erg bezig zijn met het najagen van wat allemaal moet  en we verliezen onszelf in de waan van de dag.

Na dit gesprek werd het liedje ‘Songs of Sevilla’ van BZN gedraaid uit 1977.
Bij de afkondiging hiervan zei Mouwe: “Sommige mensen worden hier heel gelukkig van.”

IK!
Samen met Annie en Jan ging ik zingend mijn ontbijt klaarmaken.
“Songs, songs, songs of Sevilla I sang to you…..!”
Ook even lekker meezingen? Klik  hier voor een YouTube-fimpje van BZN in TopPop >>>.
Sweet memories….

Reageren

11 februari: Wat moet je er mee…?

In het begin van het jaar schreef ik over het project ‘Een kastje per dag’ (zie >>>).
Even een kleine up-date. Het vordert gestaag. In de keuken heb ik nu bijna alle kastjes gehad. In het kastje boven de computer vond ik twee oude boeken die van mijn vader zijn geweest. Die had ik destijds gebruikt om het beeldscherm op te zetten in de toenmalige computerkamer. De boeken zijn meeverhuisd na de verbouwing en lagen nu verweesd en verstoft tussen de liedboeken.

Het zijn twee woordenboeken van Winkler Prins, een uitgave van Elsevier uit 1953.  De boeken stonden vroeger bij mij vader in ‘zijn kastje’ naast ‘zijn stoel’  bij ons thuis in de kamer. We deden samen graag een spelletje Scrabble, maar er was wel eens discussie of het woord dat we hadden aangelegd wel een geldig woord was. Onze regel was: als het in de dikke woordenboeken staat is het een goed woord. Sweet memories.

Op het moment dat de boeken weer tevoorschijn komen zit ik weer met m’n vader aan de kamertafel met het beige pluchen tafelkleed. Kopje koffie, bandrecorder aan. Hij won eigenlijk altijd toen. Hij was fervent puzzelaar en mijn woordenschat kon niet tippen aan de zijne. “Pa, ik heb een Q…”  Pa legde de letters dan wel zo dat ik mijn Q (10 punten) ergens kon aanleggen. Met ‘qua’ ofzo.

Er staat ‘Woordenboek’ op de boeken, maar het is veel meer dan dat, het is een soort encyclopedie met kaarten, plaatjes en tekeningen. Prachtig om even in te bladeren.
Maar in deze tijd van internet en Google geheel overbodig.
Dus, dacht ik, die kunnen wel naar de boekenmarkt.

Vanmorgen heb ik ze weer van het stapeltje ‘boekenmarkt’ afgehaald.
Voor in het eerste boek staat een heel klein zinnetje: Voor Kees van Fre 16-8-58.
Het verjaardagscadeau van mijn moeder voor mijn vader op zijn 28e verjaardag.
De beide boeken staan nu op een boekenplank in de kamer van één van de kinderen.
Wegdoen kan altijd nog.
Maar ik kan het niet.

Reageren

20 oktober: Whispering hope

Een week of twee geleden hoorde ik bij de Arbeidsvitaminen op Radio 5 tot mijn grote verrassing het lied ‘Whispering hope’ van zonnige-klankenMieke Telkamp en Yvonne Oostveen uit 1961.
De titel en de melodie zijn mij zeer bekend.
Als twaalf jarig meisje zat ik bij Marinus Boer in Dwingeloo op gitaarles, samen met mijn jeugdvriendinnetje Alny Bolding,
Op zaterdag kregen we les en op woensdag brachten we het geleerde in de praktijk in de ‘Mandolineclub’.
Accordeons, gitaren,  mandolines, drum: er zat een heel orkest en Marinus zwaaide de scepter. We speelden liedjes uit de boekjes ‘Zonnige klanken’. Plaisir d’amour, Green sleeves, de bloemenwals, my lady of Spain : zomaar wat titels van muziek die wij toen speelden. Ook ‘Whispering hope’ stond op ons repertoire.

Jaren later leende ik af en toe een accordeon van mijn ome Wim en ik leerde mijzelf de liedjes die nog in mijn hoofd zaten: o.a. Droomland, in ’t groene dal, én Whispering hope. Tot vorige week had ik nog nooit een vocale uitvoering gehoord en toen kwam Mieke Telkamp voorbij. Ik kan niet goed uitleggen wat er dan gebeurt in  mijn hoofd. In ieder geval brengt het emotie teweeg. Marinus, de mandolineclub, de accordeon van ome Wim, de Zonnige klanken, mijn eigen accordeonspel: alles komt bij elkaar als ik zo’n liedje hoor. Tranen. Gewoon omdat ik het dan zo mooi vind  wat ik hoor. Het is een opname uit 1961; hierbij een link naar een YouTube-video. Bijna deftig gezongen. De stemmen sopraan en alt, passen heel mooi bij elkaar. Maar het is wel echt muziek uit de oude doos.

Ik ben er ontzettend blij mee. De verrassing is er nu natuurlijk wel af, maar als hij voorbij komt op mijn MP3-speler geniet ik er intens van. Sweet memories.

P.S. Twee weken geleden schreef ik dit blog, ik had het vanmorgen ‘klaargezet’ voor publicatie vanavond om 19.00 uur. Bij de Tineke-Show op Radio 5 hoorde ik vanmiddag dat Mieke Telkamp is overleden. Ze was een heel beroemd zangeres in Nederland, vooral in de jaren ’50 en ’60. Net voor mijn tijd dus. Eigenlijk kende ik haar alleen maar van haar grote hit “Waarheen, waarvoor” en van de Dikvoormekaar-show van André van Duin, die haar steevast aankondigde als Mie Ketelkamp……
Dit blog is dus posthuum eerbetoon aan haar, ik weet pas sinds twee weken dat ze meer heeft gezongen dan alleen die ene ‘uitvaarttopper’ die werd uitgebracht in 1971.

Reageren

Pagina 4 van 5

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén