De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

24 november: Het mooiste stukje van de krant.

Mijn waarde van de dag is oud nieuws.
Stond in de krant van zaterdag; het was ook het mooiste stukje van de krant.
In die week daarvoor kwam de gemeente Emmen niet zo positief in het nieuws.
Dit vond ik erover op de website van RTV Drenthe:

Emmen is voor het tiende jaar op rij de minst populaire gemeente om in te wonen, van de 50 grootste gemeenten van Nederland.
Dat blijkt uit de Atlas voor gemeenten 2021 die vandaag is uitgebracht.
Op de woonaantrekkelijkheidsindex scoort de Drentse gemeente het laagst.
Deze index bestaat uit een aantal factoren, waaronder het cultureel aanbod, culinair aanbod, veiligheid, het soort woningen, hoe dicht het bij een natuurgebied zit, en de bereikbaarheid met auto en OV. Op die laatste, de bereikbaarheid, scoort Emmen als gemeente ook het laagst.

De burgemeester van Emmen, Eric Oosterhout, liet vrijdag 19 november in het Dagblad van het Noorden optekenen dat hij die laatste plaats niet terecht vond.
Hij woont er zelf ook en vindt het een fijne plek om te wonen.
Wij kennen ook mensen die in de gemeente Emmen wonen en die wekken niet de indruk ongelukkig te zijn met hun woonomgeving.
Wat is dat toch met dat negatieve beeld van Zuid Oost Drenthe dat keer op keer maar weer wordt bevestigd door die oneerlijke lijstjes?

Toen ik de wekelijkse column van Daniël Lohues had gelezen wist ik het weer.
O ja.
Heb je zijn verhaal niet gelezen?
Hierbij een link naar zijn website: Hertogin Emmenlie. 
En weet je wat nog meer?
WIJ HEBBEN KAARTEN VOOR ZIJN NIEUWSTE SHOW IN DE STADSSCHOUWBURG IN MEI!

Reageren

23 november: Mandarijntje.

In de Jumbo-supermarkt waar ik wekelijks kom is bij de groente&fruit-afdeling een laag plankje waar fruit op ligt.
“Voor onze jongste gasten” staat er bij.

Dinsdagmorgen.
Met mijn nog lege winkelwagen loop ik de winkel in.
Even voor mij loopt een moeder met een klein meisje voor op de wagen: staartje in, vrolijk communicerend met mama.
Ze zit af en toe achterste voren en lijkt iets in het vizier te hebben.
Mama weet kennelijk al wat de bedoeling is.
“Jij hebt wel zin in iets lekkers, hé?”
Het meisje knikt en zegt iets terug, maar ik snap het niet.
Dan komen ze bij het bovengenoemde plankje.
“O, kijk eens, er ligt nog een mandarijntje!”
Het kindje wipt van plezier op haar plekje op de winkelwagen.

Mama pakt het mandarijntje en het peutertje steekt de handjes al uit.
“We moeten het mandarijntje nog even afpellen” legt de moeder uit.
Het kindje is inmiddels één en al beweging, de armen, de handjes, de benen, de voeten en het blije lachende gezichtje: het hele lichaam verheugt zich op wat komen gaat.

Even later houden de handjes een half mandarijntje vast.
Heel voorzichtig peuteren de vingertjes er één partje af, ze steekt het in haar mond en zit met een gelukzalig gezicht te genieten van het stukje mandarijn.
Als ik langsloop krijg ik een stralende glimlach, waardoor er een beetje sap langs haar kin loopt.
In het laatste gangpad kom ik het stel nog een keer tegen, maar de mandarijn is nog niet helemaal op.

Je hoeft alleen maar te kijken.
Zoiets simpels en zo mooi om te zien.
Zoveel plezier van één mandarijntje.

Reageren

22 november: Keert terug op uw schreden!

Toen ik gistermorgen aan kwam fietsen bij de kerk voor de zondagse viering stonden er twee bozig kijkende heren in zwart pak ons op te wachten.
Ze zwaaiden met borden met teksten en riepen dat we om moesten keren: “Keert terug op uw schreden! Het einde der tijden is nabij!”
(klik op de foto voor een vergroting).
In eerste instantie wilde ik aan hun verzoek gehoor geven: weer lekker naar huis. Koffie!
Maar ik begreep natuurlijk ook wel dat dat niet de bedoeling was.

Eenmaal binnen bleken de onheilsprofeten bij de viering te horen.
Het was een ‘Ik zie jou viering’ met als thema ‘Toekomst & milieu: zorgzaam zijn voor de aarde’.
De zwarte mannen bij de deur waren inmiddels getransformeerd tot dominees; er was over het algemeen wat lacherig gereageerd op hun waarschuwingen.
“Zo was het dus vroeger voor de profeten ook…” hadden ze met z’n tweeën geconstateerd.
En niet alleen vroeger.
Hoe gaan wij om met de profeten van onze tijd?
Met de Greta Thunbergs? Met de klimaatactivisten?

We zagen o.a. een prachtige clip bij het nummer ‘Is this the world we created‘ van Freddy Mercury en Brian May (Queen).
We moesten ook zelf aan de slag.
Als wij nou een spandoek zouden moeten maken over wat anders moet, wat zouden we daar dan op zetten?
In kleine groepjes werden we aan het werk gezet.
Hoe vat je nou zo’n immens probleem samen in één slagzin?
Ons groepje voerde een gesprekje over ons almaar uitbreidende consumptiegedrag, dat we meer lokaal  zouden moeten kopen en meer  aan hergebruik zouden moeten doen; dat vatten wij samen met het woord ‘CONSUMINDEREN’.
Op de andere borden stonden soms heel andere dingen.

Braken we ons al het hoofd over wat we op het bord moest zetten, daarna werd het nog lastiger.
Er  was een zaalgesprek  naar aanleiding van wat we op de borden hadden gezet.
Dit waren de vragen:
– wat is het probleem?
– voor wie is het een probleem?
– wat zijn de oorzaken van het probleem?
– welke oplossingen zijn mogelijk?
– wat staat de oplossingen in de weg?
– hoe komen we de obstakels te boven?

Zucht. Diepe zucht.
We kwamen er niet uit, zelfs niet als we de problemen beperkten tot alleen de gemeente Noordenveld.
Eén advies sprong er voor mij echt uit: wees niet steeds maar zo bezig met geld, werk en bezit, maar zie om naar elkaar.
Zorg niet alleen goed voor je eigen persoontje, maar kijk naar de mensen die zich in jouw netwerk bevinden en bedenk wat je voor hen zou kunnen doen.
En al die andere dingen die genoemd werden? Ook doen.
Rommel opruimen, lokaal kopen, minder nieuwe spullen kopen maar eerst kijken op Marktplaats of in de kringloopwinkel, geen fossiele brandstoffen gebruiken, niet ieder jaar de laatste mode kerstrotzooi kopen en minder vlees eten.
Alle kleine beetjes helpen namelijk.
Door het te doen en er aandacht voor te vragen geef je het goede voorbeeld en doe je concreet iets om de klimaatcrisis een halt toe te roepen.

Een pareltje in deze viering was het lied ‘People help the people’  van Birdy, uitgevoerd door Daphne Adham, begeleid door Arjan Schippers op de piano.

De bozig kijkende heren stonden niet meer met hun borden bij de uitgang.
Die waren denk op weg gegaan. Met een aktentas bij de deuren langs…..

Reageren

21 november: “Heeft u al een keuze kunnen maken?” Eeehh….

Als je jaren samenwerkt met een collega en je spreekt elkaar minstens twee keer in de week uitgebreid voor ‘werkoverleg & bijpraten’, dan leer je elkaar goed kennen.
Duo-baan-collega Jacquelien en ik hadden het goed samen en trokken ruim tien jaar als collega’s op.
Op deze website las je verslagen van teamuitjes met z’n tweeën en gezellige etentjes.
Aan onze samenwerking kwam vorig jaar een einde*; zij ging weer al haar uren voor de kliniek in Zuidlaren werken en ik kwam na wat omzwervingen bij het secretariaat van Team290 terecht.
Inmiddels spreken we elkaar niet meer wekelijks, maar we blijven via Whatsapp wel op de hoogte van elkaars wel en wee.

We zouden elkaar eigenlijk al ontmoeten in september voor een etentje, maar dat kon wegens grote drukte niet doorgaan; wat ook niet echt helpt is dat zij werkt op de dagen dat ik vrij ben en andersom. Maar gisteravond zagen we elkaar weer: we ontmoetten elkaar bij Cosineros in Zuidlaren.
De afspraak was door mij vastgelegd via de mail en ik werd om 17.15 uur met een krijtbordje hartelijk welkom geheten aan ons gereserveerde tafeltje.
Jacquelien was gelukkig ook welkom, die zat al met gedesinfecteerde handen en QR-gescand op mij te wachten.

Met een aperitiefje voor onze neus zaten we binnen vijf minuten al geanimeerd te kleppen over Lentis, over onze werkzaamheden nu, over de nieuwe directeur, over…..
“Heeft u al een keuze kunnen maken?””
O nee, dat moet natuurlijk ook even.
We maakten een keuze en gingen verder waar we waren gebleven.
Er verscheen een mosterdsoepje op tafel waar we van genoten. Net als vroeger hadden we gespreksonderwerpen genoeg,
Vervolgens werd het hoofdgerecht gebracht; ondertussen kwamen haar familie, mijn familie en de vakanties voorbij.
Aan een half woord genoeg en honderduit, we waren het nog niet verleerd.
“Wilt u nog een nagerecht?”
Voor de vorm keken we nog even op de kaart, maar bestelden allebei koffie; nagerecht kon er echt niet meer bij.
Om 19.50 uur hadden we afgerekend en namen we afscheid.
Maar buiten stonden we nog 10 minuten te kletsen, over het multifunctionele kussen, over het huisje, over….
Toen ik de auto aanzette was net het nieuws van 20.00 uur begonnen.

Natuurlijk heb ik nu nieuwe collega’s. Met hen vorm ik een team en ook hen leer ik al een beetje kennen.
Maar het  is anders dan met Jacquelien.
Deze 3 uren met haar waren een hoogtepunt op een verder vrij kleurloze vrijdag.
Toen we allebei een kant op liepen riepen we: “We houden contact!”
Zeker.
Maar ik mis onze samenwerking nog steeds.

* Meer weten over onze samenwerking? Lees dan het blog ‘Samenwerk-schap‘ uit juli 2020.

Reageren

20 november: Lezer van de maand – Annelies van Buuren-Vonk

Hoe kennen wij elkaar?
Al in mijn kindertijd waren Ada en Gerard een begrip in Roden, vanwege het kinderkoor waar zij de leiding aan gaven. Later leerde ik hun dochters kennen bij het jongerenkoor Enthousiasmos. Ik leerde Ada beter kennen toen ik terug verhuisde naar Roden, na mijn studietijd en weer in Roden naar de kerk ging. Ik neem met regelmaat deel aan ‘ad hoc koorprojecten’ die Ada binnen onze kerk organiseert.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben geboren in Almelo op 22 december 1984. In 1994 ben ik met mijn ouders en twee jongere broers naar Roden verhuist.

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
Verliefd en getrouwd! In 2011 zijn Rick en ik, na een aantal jaren verkering, in het huwelijkse bootje gestapt. We hebben drie prachtige kinderen gekregen: Stijn (9 jaar), Sofie (7 jaar) en Jurre (4 jaar).

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen?
Men zegt dat de fase met jonge kinderen de ‘tropenjaren’ zijn. Het is een drukke tijd met opgroeiende kinderen, school, werk en hobby’s. Mijn dagen vullen zich als vanzelf. In mijn vrije tijd zit ik graag achter de naaimachine en maak ik kinderkleding. Ook ben ik actief binnen het jeugdwerk van de PKN Roden-Roderwolde. Nu onze jongste net gestart is op school, komt er wat meer tijd vrij om te besteden aan mijzelf.

Wat wil je graag met de lezers delen?

Ik zou graag iets willen delen over het beroep dat ik uitoefen en het plezier dat ik daaraan beleef.
Van 2003 tot 2010 heb ik in Groningen geneeskunde gestudeerd. Het beroep waar je voor leert lijkt voor de hand liggend, namelijk: arts. Maar zo simpel ligt dat niet.
Er zijn ontzettend veel soorten ‘dokters’, die allemaal hun eigen (intensieve) vervolgopleiding hebben. Al snel wist ik dat ik een beroep buiten de ziekenhuismuren wilde uitoefenen. Na mijn studie ben ik gaan werken bij Accare, een grote instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Hier heb ik acht jaar met heel veel plezier gewerkt, binnen en buiten kantooruren. In combinatie met jonge kinderen was een vervolgopleiding tot psychiater op dat moment niet haalbaar. Ik besloot op zoek te gaan naar een baan die beter te combineren was met mijn gezin.

Ik kwam terecht bij de GGD Drenthe en werk daar nu drie jaar als jeugdarts.
Dag in dag uit komen er ouders naar het consultatiebureau voor het bespreken van de groei en ontwikkeling van hun kroost, de medische check en de vaccinaties.
Het leuke aan dit werk is dat je kinderen (en hun ouders) ziet (op)groeien, er nieuwe kinderen geboren worden binnen een gezin en dat je de tijd krijgt een relatie met gezinnen op te bouwen. Met veel kinderen gaat het (gelukkig) goed, maar met regelmaat komen ook problemen naar voren. De jeugdarts heeft een belangrijke taak in het vroeg signaleren van problemen in de groei, ontwikkeling en gezondheid van kinderen. Maar zoals nu, is het consultatiebureau niet altijd geweest…

Een eeuw geleden begon de overheid zich te bemoeien met de zorg voor baby’s om kindersterfte tegen te gaan. In 1901 begon dokter B. Plantenga in Den Haag het eerste consultatiebureau. Zijn praktijk was bedoeld voor de minder bedeelden en met name voor de moeders die geen borstvoeding konden geven. Zij kwamen dagelijks om hun kind te laten wegen en de dosis melk voor de volgende dag op te halen. Ruim honderd jaar later krijgt ongeveer elk kind al in de eerste levensweken te maken met de jeugdgezondheidszorg. De adviezen zouden ouders houvast moeten bieden, maar door veel ouders wordt ook wel gesproken over het ‘consternatiebureau’. Ouders van nu zijn mondiger, veeleisender en doen niet ‘zomaar’ wat de dokter hen adviseert. Onder invloed van sociale media, internet en (goedbedoeld) advies van familie en vrienden proberen jonge ouders hun eigen weg te vinden in de opvoeding. Adviezen veranderen voortdurend. Vroeger sliepen baby’s op de buik, nu op de rug. Vroeger was huilen nog ‘goed voor de longetjes’, momenteel biedt je je baby vooral nabijheid. Borstvoeding of flesvoeding? Inbakeren of niet? Elk advies is al eens het ‘juiste’ geweest.

Tot de jaren 60 werden baby’s onder een strikte regelmaat groot. Daarna volgde een periode waarin alles moest kunnen en opvoeding zo ‘vrij’ mogelijk was. Inmiddels keren we weer wat terug naar de ouderwetse drie R’en (rust, reinheid en regelmaat) van vroeger. Zo veranderen de adviezen mee met de tijdsgeest. Het geeft voldoening om met ouders mee te denken en ze in hun eigen kracht te zetten. Ook kan ik regelmatig vanuit eigen ervaring zeggen: ‘het is een fase, wees mild voor je kind en jezelf’.

Reageren

19 november: Te druk. Vond ik.

In augustus kocht ik in een wolwinkel in Appingedam een tas met breikatoen voor een zomervest.
Begin november had ik het babyvestje voor een collega af en was ik er aan toe om met dat vest voor mezelf te beginnen.  Eerst breide ik een proeflapje om het best wel ingewikkelde ajourpatroon onder de knie te krijgen, dat duurt bij mij altijd even.

Al breiend kwam ik tot de conclusie dat het ajourmotief niet paste bij het garen dat ik had gekocht.
In de bijgeleverde patroonbeschrijving stond een foto van het vest,  dat was gebreid van effen katoen.  En ik had een zak vol gemeleerde katoen: verschillende in elkaar overlopende kleuren blauw. Als je zulke ingewikkelde ajourmotieven breit met gemeleerd garen komen ze beide niet goed uit de verf: te druk. Vond ik.

Maar helemaal geen patroontje erin is wel heel saai breien,  dus ik koos voor een eenvoudig gaatjes-ajourpatroon: om de zes naalden een toer met omslagen en afhalingen.
Nu wordt het wel naar m’n zin; en het is veel minder ingewikkeld!

Wil je ook weten hoe je die gaatjes breit?
Dat doe je in een breiwerk in tricotsteek: 1 pen recht, 1 pen averecht.
1e naald: alles recht
2e naald: alles averecht
3e naald: 3 steken recht *5 steken recht, 2 steken samenbreien, 1 omslag, 1 recht, 1 omslag, 1 steek afhalen, 1 steek recht, de afgehaalde steek over de gebreide steek halen* . Deze 10 steken tussen de sterretjes steeds herhalen.
4e naald: alles averecht
5e naald: alles recht
6e naald: alles averecht
7e naald: alles recht
8e naald: alles averecht
9e naald:  3 steken recht, * 2 steken samenbreien, 1 omslag, 1 recht, 1 omslag, 1 steek afhalen, 1 steek recht, de afgehaalde steek over de gebreide steek halen, 5 steken recht*. Deze 10 steken tussen de sterretjes steeds herhalen.
10e naald: alles averecht.

Om de zes naalden heb je dus één naald met omslagen etc., dus in de 15e, de 21e, 27e enzovoort, voor de rest brei je gewoon tricotsteek.
Daar kan ik wel een spannende detective bij kijken.

 

Reageren

18 november: Met tegenzin en knarsetandend.

In september kreeg ik een mail van  dominee Sybrand van Dijk.
Er werd in december een kerstmarkt georganiseerd rondom de Catharinakerk en het leek de organisatie leuk als er een Christmas-carol koortje zou zingen.
Of ik het zag zitten om dat bij elkaar te brengen?

YES!

Die week daarop stuurde ik een mail aan de ‘carolsingers’ uit 2019.
(Geen idee wat ik bedoel? Lees dan het blog PKN-Christmascarolskoor met bonus uit november 2019.)
Er waren al weer ruim 20 enthousiastelingen die mee wilden doen; we zouden repeteren op woensdag 1 en 8 december en 11 december zouden we op de Roder Weihnachtsmarkt zingen.
Maar je raadt vast al wat er nu komt; de Weihnachtsmarkt is afgeblazen.
De geruchten omtrent dat nieuws sijpelden langzaam binnen; gisteren kreeg ik al wat mailtjes van verontrustte carolszangers.
“Wat gaan we doen?”

Dit heb ik het carolsclubje gisteravond gemaild:
Nu de Roder Weihnachtsmarkt 2021 is afgeblazen gaan we geen carols zingen met elkaar.
Op mijn werk werd er ook van alles afgeblazen met als reden: “Als we allemaal de mazen van het net gaan opzoeken hebben die maatregelen geen enkele zin.”
Met tegenzin en knarsetandend stem ik in met deze visie.
Ook wij moeten het niet doen.
Wat je ook doet: er ontstaat altijd discussie en als kerk wil je niet het onderwerp van die discussie zijn.
Ik voel me verantwoordelijk voor de groep (al meer dan 20 mensen!) en voor het evenement en ik durf het niet aan.

Het behoeft vast geen nadere uitleg dat me dit heel erg spijt.
Er waren zulke enthousiaste, blije reacties, dus ik verwacht dat het ook voor jullie erg teleurstellend is.
Maar het idee blijft overeind: volgend jaar hopen we bij de Roder Weihnachtsmarkt carols te zingen.
Houdt moed.

Was dit nu de waarde van mijn dag?
Nee.
De waarde van mijn dag waren de hartverwarmende reacties die ik daarna kreeg.
Gedeelde smart is halve smart.
De mooiste reactie kwam van een bas van de cantorij.
‘Dat begroot mie tou tonen oet!!’
Zo ist.

Reageren

17 november: Lichtjes in november.

De afgelopen dagen hing er een zwaar wolkendek over Nederland.
Het leek maar niet echt licht te worden en om 16.00 uur dacht ik al: “Hé, is het nu alweer avond?”.
Sombere novemberdagen.

Je kunt er heel dramatisch over doen, maar dat heeft geen enkele zin.
Het weer is.
We kunnen er niets aan veranderen.
We steken wat vaker een kaarsje aan, trekken een warm vest aan en prijzen ons gelukkig met een warm huis.
Het is nog geen kerst, maar ik heb al wel ‘iets met lichtjes’ in onze kamer: een glazen accu-bak met gedroogde hortensia’s.

De hortensia’s drukte ik een beetje in elkaar en legde ze in een langwerpige vorm; toen wikkelde ik er zo’n snoertje met mini-lampjes omheen (waar batterijen in moeten) en schoof het gevaarte in één keer in de accubak. Dat klinkt eenvoudiger dan het is.  Na wat gewurm en gemier zat het er allemaal in, maar de tafel en de vloer lagen vol met afgevallen bloemblaadjes. Gelukkig had ik van die gedroogde bollen genoeg, dan kun je er nog eens één verfrommelen.

’s Avonds knip ik de lampjes aan, soms ’s middags om 16.30 uur al.
Kaarsje erbij: gezellig.
Kerst komt eraan, dan mag ik weer helemaal los met de lampjes……

Reageren

16 november: Vier namen.

Zondagmorgen 14 november.
We bekijken online de kerkdienst vanuit de Carharinakerk in Roden.
Bij de afkondigingen zijn er vier berichten van overlijden waarvan ik  drie mensen goed heb gekend.
Mevrouw Huberts,  trouw gemeentelid, trotse oma van kinderen die bij onze kinderen in de klas zaten en lid waren van ons kinderkoor. Zij werd maar liefst 97 jaar.
Mevrouw Wiersinga, moeder van onze organist Erwin en collega-vrijwilliger bij de openstelling  van de Catharinakerk en tenslotte Grietje Beuving; haar ken ik als koorlid van het Rodens Christelijk Gemengd Koor waar ik van 1989-1994 lid van was*.
Het vierde bericht betrof het overlijden van een meneer die ik niet persoonlijk gekend had.

Vier gemeenteleden overleden.
Hoe langer ik in Roden woon, hoe vaker het mensen zijn die ik ken.
Je weet hoe het gaat: je kent elkaar van een activiteit bij de kerk, je doet een poosje dingen samen, je staat eens samen een kop koffie te drinken na een kerkdienst, als je elkaar in het dorp tegenkomt groet je elkaar en soms praat je even bij. “Hoe ist met de kinder?” enzovoorts.

De vier genoemde namen bepalen me bij mijn leven in Roden en mijn leven daarvóór in Hoogersmilde.
Daar kende ik iedereen in onze  Hervormde gemeente. Bij naam en toenaam.
Als iemand overleden was wist je dat gelijk dezelfde dag nog, want dat ging als een lopend vuurtje door het dorp.
Als wij daar nu naar het graf van onze ouders lopen, herinneren we ons bij bijna ieder graf het gezicht bij de naam die op de steen staat.
Roden is vele malen groter dan Hoogersmilde en dat geldt ook voor de kerkelijke gemeente.
Ik weet nog hoe ontheemd ik me in 1989 voelde in Roden, ik dacht dat ik er nooit aan zou wennen.
Een jaar later zat Gerard al in de kerkenraad en draaide ik als vrijwilliger in verschillende groepjes mee; na vijf jaar vonden familie en vrienden dat wij al aardig ‘ver-Rodenst’ waren.
Kinderen aan het avondmaal, de paascyclus, kindernevendienst: in Hoogersmilde nog lang niet aan de orde, maar wij vonden het al gauw gewoon.

Roden zal voor mij nooit hetzelfde worden als Hoogersmilde, maar toch zijn we hier helemaal ingeburgerd.
Het dorp past ons als een jas en we voelen ons thuis.
Het doet me wat als er vanaf de kansel vier namen worden genoemd van mensen uit onze gemeente die overleden zijn.
Gemeenteleden waar je een klein stukje mee hebt opgelopen en die deel uitmaken van onze geschiedenis in Roden.
Een geschiedenis van 32 jaar al weer.
De tijd vliegt’ las ik laatst ergens ‘maar men vergist zich: de tijd blijft en wij zijn het die vliegen‘.

In november 2014 schreef ik het verhaal ‘Theresiënmesse‘ mijn belevenissen bij het Rodens Christelijk Gemengd Koor.

Reageren

15 november: Horren en stofzuigerzakken.

Af en toe gaan we een paar dagen naar ons vakantiehuis in Westerbork.
Hoofddoel is: ‘ontspannen’. Als je dit blog een beetje volgt weet je dat we dat vanaf begin augustus al regelmatig hebben gedaan.
Bij vertrek laten we het huis  bezemschoon achter en de dag daarna komt de schoonmaakservice van het Timmerholt.
Zo’n huis is dan weer schoon voor het oog van volk en vaderland*.
Maar als je er een paar dagen woont en goed kijkt….. we besloten een lang weekend uit te trekken voor ‘Grote schoonmaak & Onderhoud’ en vertrokken donderdagmorgen al vroeg naar Westerbork.

Het terras aan de waterkant werd al mooi groen, maar dat is niet echt de bedoeling.
Gerard maakte het terras en de perken ernaast onkruidvrij onder toeziend oog van de meerkoeten en het bijzondere zwanengezin.

Er lekte iets in het aanrechtkastje.
Niet veel,  maar het was wel steeds nat.
Het overloopventiel van het boilertje is inmiddels vervangen en in het kastje werden extra plankjes geplaatst zodat er wat meer ruimte is voor afwasteiltje en druiprek.

7 horren zitten er in de sponningen van ramen die open kunnen; dan kun je een raam openzetten zonder dat er insecten binnen komen.
De vorige eigenaren haalden die er in het najaar uit en zetten ze er in het voorjaar weer in; dat gingen wij ook doen.
Sopje over de horren,  doekje door de sponning.
In mijn ijver sopte ik ook de stickertjes met de nummers van de horren eraf. Oeps.
Gelukkig stonden ze nog in de goede volgorde op de overloop,  dus de goede nummers stonden er zo weer op.

Lampen vervangen, spotje geplaatst boven het aanrecht en een extra stopcontact bij het aanrecht: a ‘handyman’ bij de hand is van groot belang als je een vakantiehuis bezit.
Maar ik kon mijn ‘huishoudskills’ ook goed gebruiken, we waren weer lekker rolbevestigend bezig.
Keukenkastjes gesopt en overal goed stof gezogen, ook achter de nachtkastjes.
“O,  die stofzuigerzak zit wel erg vol!”
Op zoek naar nieuwe stofzuigerzakken: niet te vinden in het huisje.
Op naar Warenhuis Wassen  in Westerbork, op mijn telefoon nam ik een foto van het stofzuigermerk mee.
Ook gelijk wat gastendoekjes gekocht voor in de wc’s en wat bierglazen, want daar waren er maar drie meer van.
Leuke winkel trouwens!

Vrijdagavond  rond 19.00 zaten we diep tevreden aan een pizza van  Pronto uit Westerbork.
Twee dagen lekker gewerkt: weekend.
We moeten het hoofddoel niet uit het oog verliezen……

*Over dat ‘volk en vaderland’ schreef ik in januari 2017 een blog onder te titel ‘De diepere laag van je huishouden…

Reageren

Pagina 100 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén