In de Jumbo-supermarkt waar ik wekelijks kom is bij de groente&fruit-afdeling een laag plankje waar fruit op ligt.
“Voor onze jongste gasten” staat er bij.

Dinsdagmorgen.
Met mijn nog lege winkelwagen loop ik de winkel in.
Even voor mij loopt een moeder met een klein meisje voor op de wagen: staartje in, vrolijk communicerend met mama.
Ze zit af en toe achterste voren en lijkt iets in het vizier te hebben.
Mama weet kennelijk al wat de bedoeling is.
“Jij hebt wel zin in iets lekkers, hé?”
Het meisje knikt en zegt iets terug, maar ik snap het niet.
Dan komen ze bij het bovengenoemde plankje.
“O, kijk eens, er ligt nog een mandarijntje!”
Het kindje wipt van plezier op haar plekje op de winkelwagen.

Mama pakt het mandarijntje en het peutertje steekt de handjes al uit.
“We moeten het mandarijntje nog even afpellen” legt de moeder uit.
Het kindje is inmiddels één en al beweging, de armen, de handjes, de benen, de voeten en het blije lachende gezichtje: het hele lichaam verheugt zich op wat komen gaat.

Even later houden de handjes een half mandarijntje vast.
Heel voorzichtig peuteren de vingertjes er één partje af, ze steekt het in haar mond en zit met een gelukzalig gezicht te genieten van het stukje mandarijn.
Als ik langsloop krijg ik een stralende glimlach, waardoor er een beetje sap langs haar kin loopt.
In het laatste gangpad kom ik het stel nog een keer tegen, maar de mandarijn is nog niet helemaal op.

Je hoeft alleen maar te kijken.
Zoiets simpels en zo mooi om te zien.
Zoveel plezier van één mandarijntje.