De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

6 september: Zonnig weekend

Als Huisje 96 niet verhuurd is en we hebben niet te veel in de agenda staan,  dan gaan we er zelf heen.
We hadden afgelopen weekend wel heel veel geluk: ėn het huisje was vrij ėn het was heel mooi weer.

Dat hadden we nog niet heel veel gehad,  dat mooie weer.
Meer dan 20 graden: weer om buiten in een stoel te soezen en de zon op je huid te voelen.
Lekker buiten eten en koffiedrinken en ’s avonds met een warme trui  aan bij een citronellakaarsje op  het terras te zitten.
Het is daar dan aan het  meer heel stil. Er zijn geen grote wegen in de buurt en je hoort alleen de eenden en meerkoeten rommelen en spetteren, af en toe spartelt er ergens een vis (er zitten grote karpers in dat meer, het is een visvijver)  en af en toe hoor je in de verte  mensen praten.
We hoorden zelfs het ritselen van een egeltje onder de heg: toen we gingen kijken zat hij heel stil op het paadje naast het gras.

De waan van de dag is daar even weg.
In het huisje is geen klok,  dus je hebt soms geen idee hoe laat het is.
Borduren,  lezen, vissen: even geen sociale verplichtingen.
De dochters kwamen ook nog even langs,  al dan niet met schoonzoon en voegden zich gemakkelijk  in het trage ritme van de dag.

De afgelopen maand was het huisje permanent verhuurd,  dus wij waren benieuwd  of er ook iets in het gastenboek was geschreven.
Helemaal niets!  Jammer ja.
We gaan het in ieder geval zelf gebruiken als een soort ‘Casa Grada-dagboek’;  wanneer waren we er en met wie.
Dit weekend kookte ik de traditionele gruuntesoep met worst.
Het recept daarvan zette ik in het gastenboek met de flard van de tekst die Daniël  lohues zingt in het lied ‘Hier kom ik weg’:

Ruumte smoort de drokte, stilte  gef  rust, 
ik ben me d’r  niet alle dagen hielmaol  van bewust, 
hoe graag ik hier mag wezen, gruuntesoep met worst,
leven hier helpt met zo goed as drinken tegen de dörst.

De gasten zijn per slot van rekening wel in Drenthe.
Beetje indoctrinatie mag best.

Reageren

5 september: Gotland 5 – 7 jaar een geheime grot.

Vandaag neem ik mijn lezers mee naar 1948 naar het dorpje Lummelunda op Gotland.
Drie jongens van 13 jaar, Örjan, Percy en Lars,  gaan vissen in een riviertje en leggen hun tassen op de rots achter zich.
Als ze na het vissen hun tassen weer pakken zien op de plek waar het riviertje uit de rots komt een kleine ingang van een grot.
Nieuwsgierig als ze zijn gaan ze op onderzoek uit.
Binnen is het pikkedonker en ze besluiten om de volgende dag weer af te spreken en een kaarsje mee te nemen.
Met het kaarslicht zien ze de contouren van de binnenkant beter en ze verkennen met z’n drieën de grot stukje bij beetje; maanden verstrijken en de jongens vertellen aan niemand wat ze hebben ontdekt en wat ze aan het doen zijn.

Op een gegeven moment raakt er tijdens een bezoek aan de grot een steen los en ontstaat er een kleine opening, waar de drie pubers nét doorheen kunnen.
Ze komen nu een heel stuk verder in de grot, maar aan het einde van die grotkamer stuiten ze op een meer.
Met een kaarsje op een rubbervlot verkennen de jongens het meer; ze gaan er zelfs in…..

Het duurt tot 1955, zeven jaar na de eerste ontdekking van de grot, dat de jongens hun geheim aan de buitenwereld vertellen.
Dat kwam omdat Leander Tell, een bekende Zweedse speleoloog (kenner van grotten) de ingang van de grot had onderzocht en had geconstateerd dat je niet verder kon komen dan 40 meter.
De jongens wisten wel beter en nodigden de geleerde uit om met hen mee te gaan om te bekijken wat zij al hadden ontdekt.
Maar……Leander was te dik: hij paste niet door het gat! Een half jaar heeft hij een streng dieet gevolgd om met de jongens mee te kunnen naar binnen en de rest van de grot te zien.
Daarna werd het onderzoek overgenomen door de Zweedse Speleologenvereniging; inmiddels is er meer dan 4 kilometer aan grot verkend, in kaart gebracht en geïnspecteerd.

Dit verhaal hoorden en zagen we toen we tijdens onze vakantie op Gotland deze Lummelunda-grotten bezochten.
Voor de rondleiding in de grot aan kregen we de film ’the Cave’s discovery’ te zien, waarin twee van de drie jongens hun verhaal vertelden en waarin we zagen hoe ze de grot in hun jeugd hadden verkend.

In de grotten was het koud, zo’n 7 graden.
De gids liet ons zien waar de drie jongens destijds waren geweest, wat ze hadden ontdekt en hoe ze de ruimtes noemden die ze hadden gevonden.
Naast en onder ons hoorden en zagen we de rivier stromen, die in de loop van eeuwen die holtes in de berg had veroorzaakt en we zagen mooie druipsteenformaties.

Toen ik later aan de gids vroeg waarom er maar twee van de drie mannen in de film te zien waren, zei hij: “Dat zal ik je straks buiten vertellen, het is nogal een ‘complicated story’, een ingewikkeld verhaal.”
Het bleek dat die Zweedse onderzoeker Leander Tell met de credits van de ontdekking van de grot aan de haal was gegaan.
Hij had veel verdiend aan de exploitatie van de grotten en had daarbij de drie jongens niet meer genoemd; dat was voor de drie jongens een bittere pil geweest en ze hadden er dan ook heel lang niets mee te maken willen hebben hebben, één van hen wilde daarom zelfs niet meewerken aan de film.

De gids vertelde dat zij bij iedere bezoeker altijd het verhaal van de ontdekking van de drie jongens benadrukken en dat ieder bezoek aan de grot begint met de film van hun verhaal.
Als postuum eerbetoon.

Benieuwd naar al onze belevenissen op Gotland?
Klik dan hier naar deel 1, daar vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen: Afstudeervakantie van onze jongste

Reageren

4 september: Gehaakt lampionnetje.

Begin mei schreef ik een blog over de gehaakte lampionnetjes van Ina.
Aan het slot daarvan schreef ik:
Als ik klaar ben met de twee haakklussen die nog op het programma staan  (een zomer-buitendeken en een kussenovertrek voor onze buitenstoelen) ga ik ook zo’n glazen potje ‘omhaken’.
Waar ik dan natuurlijk ‘kond van doe’ in dit digitale magazine!
Zoals je hebt kunnen lezen zijn die twee haakklussen inmiddels klaar en heb ik me kunnen verdiepen in de lampionnetjes.
Leuk!
In één avond klaar.

In dat blog over Ina’s lampionnetjes linkte ik naar een verzamelpagina met links naar werkbeschrijvingen van het omhaken van potjes voor waxinelichtjes, lantaarntjes en windlichtjes.
Hierbij nogmaals een link naar die pagina: Freppi.
Daarop vond ik nét niet wat ik zelf wilde, dus ik maakte er één, maar deed toch weer een paar dingen anders. Het netwerk haakte ik met wat kleinere mazen door niet 8 maar 5 lossen te haken en ik maakte het ook wat hoger. Verder haakte ik een koordje en haalde dat door een toer schelpjes en trok het haakwerk met een strikje strak om het potje heen. Het strikje versierde ik met wit, ecru, lichtbruine en beige knoopjes uit het knopenblik van Griet.

Geen werkbeschrijving van mij dus vandaag, alleen een beetje digitale inspiratie. Link naar de Freppi-pagina en leef je uit!

Reageren

3 september: De geur van rottend vlees.

Als ik op deze website schrijf over bloemen, dan gaat het vaak over bloemen uit onze tuin.
Bloemstukken, boeketten: van alles komt er voorbij.
In huis heb ik verder niet veel planten staan omdat ik ze altijd vergeet.
Geef ze tijden geen water, bedenk dan schuldbewust dat ik dat ben vergeten en geef ze vervolgens in één keer zoveel water dat ze verdrinken of schimmelen of wegrotten.
Twee plantjes heb ik in huis: eentje kreeg ik van Carlijn. Zij had de zieltogende moederplant meegenomen uit het huis van mijn moeder toen die was overleden en ik kreeg een jaar later een stekje.
Meer hier over weten? Lees dan het blog ‘Ze is toch van oma geweest..’ uit 2019.

Een ander plantje won ik ooit bij een loterij op een Koningsdag in Roden.
Het was een stapelia, een plantensoort die bij mij kennelijk kan overleven, want hij staat nog steeds in de vensterbank.
Vorig jaar werd hij zo groot, dat ik hem samen met twee dochters heb ‘gescheurd’:  we namen allemaal een derde deel mee en mijn deel groeide weer vrolijk verder.
Tot mijn stomme verbazing ontdekte ik een twee maanden geleden een vreemde knop aan de plant.
Zou dat een bloem zijn?
Ik vroeg het Carlijn.
Het zou inderdaad een bloem kunnen zijn, “maar” vertelde ze er direct bij “deze plant hoort bij de familie van de aasbloemen. In de gebieden waar deze planten voorkomen zijn er weinig bestuivende insecten insecten, zoals bijen en vlinders. In plaats van bloemen te maken die aantrekkelijk zijn voor insecten door het aanbieden van nectar, richt deze soort zich op het aantrekken van aasvliegen. De bloemen produceren de geur van rottend vlees.”
O dus.
“Maar niet allemaal.” zei ze er opbeurend achteraan.

Weken gingen voorbij en de knop werd steeds groter en ik werd steeds nieuwsgieriger.
Naar de bloem, maar ook naar de lucht die hij zou verspreiden.
Toen ik op een dag van mijn werk kwam was de bloem ineens opengesprongen.
Prachtig.
Ik had nog nooit zoiets gezien.
Dat mij dat nou ten deel veel, ik blink immers niet uit door mijn groene vingers.
Er zitten nog twee nieuwe knopjes in, dus binnenkort staat mijn stapelia weer zo te stralen.

En de geur?
Niks van geroken!
‘Niet allemaal’ dus en gelukkig die van mij niet.
Meer weten over deze plant? Hierbij een artikel hierover op Wikipedia.

Reageren

2 september: Gotland 4 – Een Schot in Visby

Als ik voor Carlijn’s afstudeervakantie vertelde dat wij naar Gotland gingen wisten kenners mij te vertellen dat Visby een prachtige,  oude Hanzestad is.
“Dan gaan we daar in ieder geval met een gids een stadswandeling doen” stelde Carlijn voor.
Nu hadden wij op de boot via de intercom al wat Zweden Engels horen praten en wij hoopten maar dat de Engelstalige gids die we hadden geboekt een beetje verstaanbaar zou zijn….

Aidan bij het beeld van Linnaeus.

We hadden ons voor niets zorgen gemaakt.
Onze gids stelde zich voor als Aidan. Hij kwam uit Schotland, had in Manchester gewoond en was na wat omzwervingen tien jaar geleden verliefd geworden op Gotland, waar hij was gaan wonen.  Bijzonder: de tour was gratis,  achteraf kon je de man geven wat je vond dat de stadswandeling je waard was.
Inmiddels is hij een vaste waarde in Visby; hij staat met 5 sterren bovenaan bij de Tripadvisor…..

Aidan strooide niet met jaartallen; hij vertelde verhalen en zei daarbij in welke eeuw die zich hadden afgespeeld.
Een van de eerste verhalen was gelijk horror: ‘blood-bath-square’.
Daar had de bevolking in de 15e eeuw hardhandig afgewerkt met een 13-tal stadsoudsten, die stiekem een verbond hadden gesloten met aartsvijand Denemarken.
Alle dertien werden uit het stadhuis gehaald en op het plein daarvoor één voor één onthoofd. Bloedbad-plein dus.
Hij vertelde daarbij dat alle mensen van 13 jaar en ouder uit de stad moesten komen kijken naar deze openbare terechtstelling.
Aidan: “Een aantal jaren geleden nam ik een groep Amerikanen mee waar ook een meisje van 12 bij was. Zij vroeg: “Maar als ik het nou wel had willen zien, mocht ik dan wél kijken…..?”

Beeld van Jezus onder ‘het gat’.

Over de grote kathedraal  vertelde hij het verhaal dat de zolder van die kerk werd gebruikt voor het bewaren van geld en goederen, de schatten van de stad Visby.
Hij wees ons daarbij op twee kleine, zwarte deurtjes. “Daar zat vroeger een ophaalbruggetje voor. Dat konden worden uitgelegd naar de stadwal, zodat men de schatten met kruiwagens naar binnen kon rollen.”
Verder wees hij ons op een bijzonder houten beeld van Jezus, door hem ‘floating Jesus’ genoemd.
Met kerst werd dat beeld  vroeger met veel gevoel voor drama (met de geur en rook van brandend wierook en kaarsen) door een gat in het plafond naar beneden gelaten in het koorgedeelte van de kerk: Christus die op aarde kwam.
Met hemelvaart hees men hem naar boven, waar hij door datzelfde gat in het plafond naar de hemel (lees: zolder) verdween.

Nu heb ik nog maar twee verhalen verteld; wij hingen anderhalf uur aan zijn lippen.
Hij vertelde over de handel in huiden en alcohol, over de internationale contacten in de vroege middeleeuwen, over de vele kerken in Visby en over Linneaus (een beroemde Zweeds arts, plantkundige, zoöloog en geoloog) en nog veel meer.
Misschien komt er in een volgend blog nog wel een verhaal van hem voorbij.

Onze gids Aiden heeft geen eigen website, maar wel een Facebookpagina.
Zeer de moeite waard om daar eens een kijkje op te nemen. 

Benieuwd naar al onze belevenissen op Gotland?
Klik dan hier naar deel 1, daar vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen: Afstudeervakantie van onze jongste

Reageren

1 september: Gotland 3 – Jungfrun.

De eerste dag na onze aankomst op Gotland, woensdag 18 augustus,  gingen we ’s middags op onderzoek uit.
Doel 1: de VVV in Visby opzoeken.
Is er een plattegrondje?
Zijn er stadswandelingen?
Wat moeten we beslist zien op Gotland?
Toen ik die vraag stelde aan de medewerkster bij de balie riep ze: “EVERYTHING!” en ze omcirkelde op het kaartje enthousiast alle punten waar we naar toe moesten
We constateerden wat spijtig dat we maar zes dagen hadden,  maar we gingen ons best doen.
We planden voor donderdag 19 augustus om 11.00 uur een stadswandeling en besloten om alvast even te gaan kijken bij ’the caves’ die ook een cirkeltje op het kaartje hadden gekregen.
We maakten een afspraak voor een rondleiding in die grotten voor donderdag om 14.00 uur en keken vervolgens op het plattegrondje van Gotland: waar staat het volgende cirkeltje?
We gingen naar een kustgebied in het Noorden.

Wat ik nog niet vaak heb gehad in het buitenland: ik kon teksten op bordjes niet lezen.
Zelfs in Marrakech stond er naast het Arabisch vaak wel een Franse of Engelse vertaling bij, maar dat is in Zweden lang niet altijd het geval.
“Wat is een raukfält?”
Engelse vertaling: raukfield. Dan weet je nog niks.
Op weg naar de kust zagen we ineens een bord Rauken met een pijl naar links. “Oh! Het zijn van die uitstekende rotsen.”

… onderweg naar de jonge vrouw….

Rauken zijn uitstekende rotsformaties van rifkalksteen die op Gotland zijn te vinden.
490 miljoen jaar geleden is er een groot koraalrif gevormd in het gebied van Gotland. In de loop van de millennia is er een ophoping ontstaan van sponzen en koralen die op den duur in keihard rifkalksteen veranderde. De bizarre vormen zijn ontstaan ​​na de laatste  ijstijd door erosie en uitspoeling. De zachte delen verdwenen in de loop van de eeuwen en de rauken bleven over. In die rauken vind je nog veel fossielen die goed bewaard zijn gebleven, zowel in de rots zelf als in de omgeving. Daarover in een later blog meer.

We reden aan de hand van het VVV-kaartje naar de kust naar het punt waar de weg ophield; we parkeerden de auto bij een haventje en liepen langs de kustlijn.
We ontdekten dat we heel dichtbij de grootste rauk van Gotland waren, we zagen hem in de verte al staan.
Eigenlijk moet ik ‘haar’ zeggen, want ze heette Jungfrun, jonkvrouw/maagd in het Nederlands.
Onderweg naar de jonge vrouw toe konden we af een toe een blik werpen op de kust en de zee.
(klik op de foto’s voor een vergroting).
We maakten foto’s van het mooie uitzicht, van onszelf (met de zelfontspanner, altijd weer lachen) en van de schone jonkvrouw en verbaasden ons over die grote punt rots die zo maar uit de berg leek op te rijzen.

Achteraf weten we: we ain’t seen nothing yet……

Benieuwd naar al onze belevenissen op Gotland?
Klik dan hier naar deel 1, daar vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen: Afstudeervakantie van onze jongste

Reageren

31 augustus: Daar ging het helemaal niet over…..

Zondagmorgen 29 augustus.

Om 08.45 uur zet ik op verzoek van ds. Walter Meijles op de PKN-website dat de openluchtdienst in Roderwolde wel doorgaat en om 10.00 begint.
Om 09.20 uur zet Zwanny op verzoek van Walter op de PKN website dat de openluchtdienst in Roderwolde vanwege het slechte weer toch wordt gehouden in Op de Helte, om 10.30 uur,  we beginnen met koffie.
Zo gaat het deze zomer met het weer in Nederland: wisselvallig en onvoorspelbaar.
Walter maakte er toch een mooi theater van zondagmorgen: hij speelde overtuigend een geslaagde zakenman uit het westen van ons land, die ons in vier aktes liet zien waar het in het leven om gaat.  Waar gaat je hart naar uit? Waar geef je prioriteit aan in je leven?

Zondagavond zouden we met een dubbelkwartet van gemeenteleden meewerken aan de vesper, die ook in het openluchttheater zou plaatsvinden, maar om 16.00 uur stuurde ik al een mail aan mijn medezangers/zangeressen “Het is te kil en te klam vanavond, we zien elkaar om 17.30 u in Op de Helte.”
Altijd weer spannend.
We zaten te klooien met het stemmen van onze gitaren c. q.  dwarsfluit en we zaten er tijdens de repetitie een paar keer faliekant naast: “Brandhout mensen,  nog maar een keer…”
Werk je mee aan zo’n viering,  dan beleef je het heel anders dan wanneer je ontspannen in de kerk zit als gemeentelid.

Zondagavond kregen Gerard en ik het nog even over de twee vieringen.
Dat resulteerde in een persoonlijk verhaal op dit blog:
Gerard las in de ochtendviering een tekst voor uit Lucas. Dat waren dezelfde woorden als onze trouwtekst: ‘Weest dan niet bezorgd over uw leven, over wat u zult eten of drinken……’ (Mattheus 6:25)
Wij trouwden in 1983;  toen was er net als nu veel om bezorgd over te zijn.
Grote jeugdwerkloosheid, koude oorlog.
Het is een bijzondere tekst om als trouwtekst te hebben, daar kregen wij destijds best vragen over.
Bijna veertig jaar later is er veel geweest waar we bezorgd over waren. En nog steeds eigenlijk; ik zou haast zeggen wie niet?

…zelfs de bloemen op het veld….

Onze trouwtekst leert ons dat we niet voortdurend bezig moeten zijn met onze zorgen; we kunnen door ons zorgen te maken nog geen halve seconde aan ons leven toevoegen.
Natuurlijk is het niet te vermijden dat je je zorgen maakt, maar vertrouw daarbij op God. Als Hij vogels te eten geeft en bloemen zo prachtig maakt, zal hij dan ook niet zorgen voor mensen die hem trouw zijn? Een tweede advies daarbij is: leef van dag tot dag. Maak je dus niet te veel zorgen voor volgende dag, want die dag heeft zijn eigen zorgen.
Dat was wat ons bijbleef van die zondag, maar daar ging het eigenlijk helemaal niet over!

Het voordeel van ‘niet buiten’ is dat je de vieringen kunt bekijken via Kerkomroep.
Dan hoor je ook de begeleiding van de gemeentezang van Chr. muziekvereniging Oranje in de morgendienst kun je luisteren naar acteur Walter, die zich afvraagt of een snakker hetzelfde is als een makker…. Nou nee, meer een stakker.
Uit de vesper kun je dan het verhaal van Dea horen over hoe de onrechtvaardigheid in de wereld werd geopenbaard aan een schoolklas die een ontbijt kregen aangeboden. En ons dubbelkwartet beluisteren natuurlijk!
Nieuwsgierig geworden? Kerkomroep, 29 augustus, Op de Helte.

Reageren

30 augustus: Een porkie van bijna twee.

Zaoterdag was het ‘Daarde oma-dag’*.
Oonze wichter beschouwt mien tante Trijn, mien va’s jongste zuster, as heur daarde oma en ien keer in ’t jaor trekt wij een zaoterdag uut um een dag met mekaar op trekken.
Ik zette de auto om kwart over tiene bij Trijn veur de veurdeure, tien minuten later waren de dochters d’r ok.
Wij drinkt op zu’n dag koffie met wat lekkers, wij schenkt oons een glassie in, wij gaot lekker wat eten bij ‘de Witte Olifant’ in Klazienaveen en weer op weg naor huus loopt wij wat winkels in.
Nao de thee zegt wij dan tegen mekaar “Het was oons weer een aangenaam genoegen” en dan gaot wij weer op huus an.

Bij de tweede kop koffie kwam neef Paul met zien dochtertie Liss ok eem langes.
Ze stun met heur koppie veur de glazen deure te kieken of oma d’r ok was, maor oma haar heur huus vol vrömd volk, dus toen ze ienmaol binnen was wol ze geliek weerum.
“Mama!” zee ze gedecideerd.
Paul pakte heur op schoot en leut heur langzaam wennen.
Mama was nog wel aal waor ze hen wol, maor toen oma heur een bakkie rozienties gaf was ’t ok wal goed.

Liss is een porkie van bijna twee en zut d’r uut as een limtige poppe: bijna wit haor (met kleine steerties d’r in) en grote blauwe kiekers.
“Wat ben jij van pappe?”
“Prinses!”
Zo ist.

Paul pakte zien telefoon um oons wat te laoten zien en Liss zee: “Kiek’n!”
“Wat wo’j kiek’n?””
“Vragwaagns!””
Oonze wichter lagen bijna dubbel op de bank..
De vrachtwagens weuden niet bekeken, dus Liss prebeerde wat aans.
“Mooturs!”
En dat allemaol in wonderschoon, Klazienaveens Drents.
Ze haar van pappe vanmörgen ok nog een aander woord leerd: opholl’n.
Uut het kleine mondtie van zu’n prugeltie klinkt dat zo mooi…….

Wat biezunder!
“Wat goed da’j dat doet” zee ik tegen Paul.
Wij hebt oonze kinder niet opvoed in oonze eigen streektaol en daor hebt wij nou spiet van.
Met tante Trijn en Paul preut ik zaoterdag Drents, met oonze wichter Nederlands.
Wij kunt het niet meer inhalen of overdoen, het is nou ienmaol zo.
Het is veur mij een hoopvolle gedachte dat d’r nog olders bint die heur kiender het Drents bijbrengt.

Noa de koffie kreeg Liss de jasse weer an.
‘Mama. Juus.’
Naor mama. Naor huus.

* Lees hier verslag van de 3e oma-dag van veurig jaor.

Reageren

29 augustus: Nu nog?!? 4 – Geworstel met bitjes.

Op 1 juni van dit jaar schreef ik over de laatste afspraak die ik had bij de tandarts voor mijn orthodontietraject.  Hij zou de bitjes bestellen en we zouden een afspraak plannen zodat ik kon beginnen.  Het bleek wat lastig om in zijn agenda én mijn agenda een geschikt moment te vinden,  dus het werd 27 augustus.  Vrijdagmiddag kreeg ik uitleg.

…..nooit simpel bij de tandarts….

Er werden op mijn tanden en kiezen kleine bevestigingsblokjes geplakt (3 op het bovengebit en 4 op het ondergebit waar de plastic bitjes kunnen worden opgeklikt.  Eerst werden die plaatsen op mijn tanden wat opgeruwd en daarna werden die blokjes er met composiet op vastgeplakt. Het klinkt simpel maar bij een tandarts is het dat nooit.  Opvulrolletjes onder je boven- en onderlip, afzuigsysteem in je mond en een soort rubberen mal die met kracht op je kaken wordt gedrukt; de gedachte dat dit maar één keer hoeft bood troost.

“Nu gaan we het eerste setje bitjes er op klikken.” Het geworstel om de bitjes op hun plek te krijgen viel me niet mee.  “En dit moet ik een paar keer per dag zelf doen… ” bedacht ik. Als je namelijk iets eet of iets warms drinkt moet de beugel er uit; bij koud drinken mag het ding er in blijven.

Toen ik wegging kreeg ik een fancy geel tasje mee, een soort goody-bag. Dit zat er in:
– twee setjes nieuwe bitjes, één voor over 2 en één  voor  over 4 weken.
– twee bakjes om de beugel in te doen als hij even uit moet
– twee staafjes om tussen de kaken te klemmen om de bitjes goed vast te klikken
– een haakje om het bitje van je gebit af te trekken (zuigt namelijk vacuüm)
– schoonmaakspul en een gebruiksaanwijzing.

Op de fiets naar huis maakte ik me nog zorgen.
Als ik die dingen er nou maar weer afkrijg…
Als ik ze er nou maar weer opgeklikt krijg….

Eenmaal thuis ging ik rommelen met planten in de tuin,  eten voorbereiden en stofzuigen.  Toen had ik al niet meer door dat ik de beugel in had. Maar voor het eten moesten ze er toch echt uit. Vijf minuten voordat we gingen eten begon ik al met het haakje te plukken. Vier minuten voordat we gingen eten had ik ze er al uit. Na het eten zelfde verhaal: binnen een minuut zaten ze er weer vacuüm in,  zonder kaakstaafjes!

Bakje met bitjes.

Kat in ’t bakkie dus? Nou….. wat vervelend is zijn die opgeplakte blokjes.
Die hebben scherpe randjes en als je de beugels niet in hebt irriteren die de binnenkant van je wangen en je tong.
Het is gewoon fijn dat die beugel weer in mag,  want dan is de binnenkant weer fijn glad.

Tandartsen Martijn en Nadia hebben me verzekerd dat het went.
We gaan het beleven; over zes weken evaluatie op deze website.

Benieuwd naar het hele orthodontietraject?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen.

Reageren

28 augustus: Kvintniks.

De titel van dit blog lijkt Zweeds, maar het is het gewoon krom Nederlands.
“Ik vind het niks.”
Dit blog gaat ook helemaal niet over Zweden/Gotland, maar over mijn agenda.

Halverwege dit jaar bedacht ik dat ik ook maar mee moest in de vaart der volkeren: ik ging mijn agenda digitaal bijhouden op mijn telefoon.
Dat is inmiddels goed gelukt: ik weet hoe ik de afspraken er in moet zetten, hoe ik een kleurtje aan de soort afspraak kan geven en hoe ik per dag/week/of maand een overzicht kan krijgen.
Maar ik vind het niks.
Ik moet te veel scrollen om overzicht te krijgen, zit soms zo maar in een verkeerde maand of zelfs het verkeerde jaar te plannen én………. als ik mijn telefoon pak om iets in mijn agenda te zetten zie ik dat er apps en mailtjes zijn, die ik dan eerst omstandig ga bekijken.  Even het nieuws checken, even op Buienrader kijken en vervolgens zit de telefoon alweer in de tas.

Gistermiddag ben ik naar Daan Nijman gegaan en heb mij weer een vertrouwde 16-maanden agenda aangeschaft.
Hoe blij ik word van zo’n mooi boekje beschreef ik al eens in een blog in 2017 onder de titel ‘Een nieuwe agenda‘.
En ja, ik weet dat het zoooooo vorige eeuw is en zooooo ouderwets, maar het is mijn tijd die ik indeel, dus ik kies voor mijn manier: pen en papier.

Reageren

Pagina 108 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén