Als ik op deze website schrijf over bloemen, dan gaat het vaak over bloemen uit onze tuin.
Bloemstukken, boeketten: van alles komt er voorbij.
In huis heb ik verder niet veel planten staan omdat ik ze altijd vergeet.
Geef ze tijden geen water, bedenk dan schuldbewust dat ik dat ben vergeten en geef ze vervolgens in één keer zoveel water dat ze verdrinken of schimmelen of wegrotten.
Twee plantjes heb ik in huis: eentje kreeg ik van Carlijn. Zij had de zieltogende moederplant meegenomen uit het huis van mijn moeder toen die was overleden en ik kreeg een jaar later een stekje.
Meer hier over weten? Lees dan het blog ‘Ze is toch van oma geweest..’ uit 2019.

Een ander plantje won ik ooit bij een loterij op een Koningsdag in Roden.
Het was een stapelia, een plantensoort die bij mij kennelijk kan overleven, want hij staat nog steeds in de vensterbank.
Vorig jaar werd hij zo groot, dat ik hem samen met twee dochters heb ‘gescheurd’:  we namen allemaal een derde deel mee en mijn deel groeide weer vrolijk verder.
Tot mijn stomme verbazing ontdekte ik een twee maanden geleden een vreemde knop aan de plant.
Zou dat een bloem zijn?
Ik vroeg het Carlijn.
Het zou inderdaad een bloem kunnen zijn, “maar” vertelde ze er direct bij “deze plant hoort bij de familie van de aasbloemen. In de gebieden waar deze planten voorkomen zijn er weinig bestuivende insecten insecten, zoals bijen en vlinders. In plaats van bloemen te maken die aantrekkelijk zijn voor insecten door het aanbieden van nectar, richt deze soort zich op het aantrekken van aasvliegen. De bloemen produceren de geur van rottend vlees.”
O dus.
“Maar niet allemaal.” zei ze er opbeurend achteraan.

Weken gingen voorbij en de knop werd steeds groter en ik werd steeds nieuwsgieriger.
Naar de bloem, maar ook naar de lucht die hij zou verspreiden.
Toen ik op een dag van mijn werk kwam was de bloem ineens opengesprongen.
Prachtig.
Ik had nog nooit zoiets gezien.
Dat mij dat nou ten deel veel, ik blink immers niet uit door mijn groene vingers.
Er zitten nog twee nieuwe knopjes in, dus binnenkort staat mijn stapelia weer zo te stralen.

En de geur?
Niks van geroken!
‘Niet allemaal’ dus en gelukkig die van mij niet.
Meer weten over deze plant? Hierbij een artikel hierover op Wikipedia.